Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per Jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
O C T.
1938
De Nederlandsche
neutraliteit
W!
behoeven, naar mijn vaste overtuiging, thans in
eerste instantie geen schending van ons grondgebied
,, » T te duchten". Er zullen weinig woorden zijn geweest
uit de radiorede, door minister Colijn Woensdagavond j.l. uit
gesproken, die met grooter vreugde door het Nederlandsche volk
zijn aangehoord. Meer dan honderd jaren is het geleden, dat
Nederlandsche troepen in Europa ten strijde zijn getrokken. De
wereldoorlog en de daarop volgende conflicten Spanje en
China, om slechts de belangrijkste te noemen hebben ons
echter voldoende doordrongen van de gansche rampzaligheid
van een gewapend conflict. Breede kringen in den lande zagen
dan ook met angst en vreeze de naaste toekomst tegemoet en
beefden bij de gedachte dat Nederland in 1938 hetzelfde lot zou
ondergaan dat Belgiëin 1914 zoo zwaar heeft getroffen. Zuiver
menschelijk gesproken: ware het door de Sudetenquaestie tot
een gewapend conflict gekomen en Nederland er in geslaagd
neutraal te blijven, dan zou het eerste een reden zijn tot diepe
droefenis en verslagenheid, het tweede een reden tot opluchting.
Nederland een puinhoop?het was een toekomstbeeld, dat niemand,
en ons allerminst verheugt.
Dat het handhaven dier neutraliteit met ernstige moeilijkheden
gepaard zou gaan, behoeft geen betoog. Wij nemen de vrijheid
in dit verband te verwijzen naar het op pag. 4 in dit nummer
afgedrukte artikel, waarin de technische, formeel-juridische
zijde van het neutraliteits-vraagstuk beknopt wordt uiteengezet.
De zuiver-menschelijke overwegingen waren echter niet de eenige
en mogen ook nimmer de eenige zijn die ons verheugd
stemden over het feit dat ons land bespaard zou blijven
voor de verschrikkingen van den modernen oorlog. Wij staan de
collectieve veiligheid voor en zijn daar naar wij vertrou
wen steeds recht voor uitgekomen. Wij meenen ook in de gebeur
tenissen van de laatste weken een bevestiging te mogen zien van
ons standpunt: dat slechts het vereenigd optreden van de staten
die den vrede voorstaan, in staat is het uitbreken van een
wereldbrand te verhinderen. Gezien den ernst en de diepe overtuiging
waarmede wij in de laatste jaren de collectiviteitsgedachte hier
te lande verdedigd hebben, voelden wij ons verplicht de handhaving
der. Nederlandsche neutraliteit te toetsen aan het beginsel dat
wij voorstaan. Hierbij wenschen wij op den voorgrond te stellen
dat Nederland, door neutraal te blijven, in principe niet ontrouw
behoeft te worden aan de gedachte der collectieve veiligheid.
Wij meenen veeleer, dat de woorden van den minister-president
het bewijs zijn voor het tegendeel. Of is het te gewaagd, te ver
onderstellen dat deze woorden gebaseerd waren op inlichtingen
en mededeelingen, ook uit die staten die onder den drang der
omstandigheden het collectiviteits-principe wederom moesten
aanvaarden? Wij vermoeden van niet. Het zou immers niet in
belang dier staten zijn geweest, wanneer bij het uitbreken van
een conflict het oorlogsfront verlengd ware met de grenzen van
Nederland en België. Aldus had, naar het ons voorkomt, ons land
op dit moment, door neutraal te blijven, de collectieve veiligheid
onder alle omstandigheden kunnen steunen.
MEN vergeve ons dat wij, verdergaande, hier een mogelijk
heid moesten opwerpen, door velen wellicht als irreëel be
schouwd maar die wij meenden niet over het hoofd te mogen
zien. Het is de plicht van ons volk, met alle mogelijkheden reke
ning te houden. Hetgeen wij bedoelen, is dit: er zou en dit
geldt allerminst uitsluitend voor de huidige, inmiddels opgeloste
crisis een oogenblik kunnen komen, waarop de collectieve
veiligheidsgedachte en de belangen der staten die?uiteindelijk stellig
in overeenstemming met de belangen van ons land de bestaande
internationale rechtsorde verdedigen, met zich brengen dat de
Nederlandsche neutraliteit niet dan met groote politieke, econo
mische en strategische nadeelen gehandhaafd kan blijven. Zou
dat beteekenen, dat Nederland zich eo ipso aan de zijde moet
scharen van hen, wier daden en woorden den gewapenden strijd
met zich hebben gebracht? Wij meenen van niet. Met een
dergelijk automatisch trekken der consequenties eener neutrali
teitspolitiek zouden niet de belangen van het recht, noch die
van ons land, maar slechts die van de oorspronkelijke agressoren
gediend zijn. Wij vertrouwen deswege, dat de regeering haar
neutraliteitsstandpunt nimmer zal dogmatiseeren, doch de
positie van ons land met soepelheid zal bepalen, het oog gericht
op de democrktische beginselen en den democratischen geest,
waarvan de instellingen en de wetten van dezen staat zijn
doortrokken.
VOOR ELKE BEURS 'N
/ BROCHES
Ct. 20 STUKS
Eotr' acte
IN een week is meer gebeurd dan vroeger
in een jaar. Het tempo der internationale
politiek was uitermate versneld. Nauwe
lijks bood de redevoering van dezen of genen
staatsman enkele oogenblikken rust aan het
opgewonden publiek, of de gebeurtenissen hol
den weer voort. Extra-edities waren na twee
uur verouderd en de krant van Woensdag
scheen Donderdag uit een grijs en vergeten
verleden te- dateeren. De taak van een week
blad was in deze omstandigheden weinig be
nijdenswaardig. Moge het al moeilijk zijn
den loop der gebeurtenissen objectief en
beknopt weer te geven onze medewerker
Dr. M. van Blankenstein heeft zich, schrij
vende van zijn observatiepost te Genève uit,
op een der volgende bladzijden daarmede
belast , nog moeilijker «n hachelijker
is het, deze gebeurtenissen van commen
taar te voorzien en te plaatsen in het wij
dere verband, waarvan de contouren in
de afgeloopen weken zoo dikwijls schuil
gingen. Thans is er ontspanning ingetreden:
Engeland, Frankrijk, Duitschland en Itali
hebben overeenstemming bereikt over het
lot van den souvereinen staat Tsjechoslowakije,
een overeenstemming welke de prognose
rechtvaardigt die dit blad de laatste maanden
en de laatste weken trots manoeuvres en mo
bilisaties heeft gesteld: dat de Sudetenquaestie
eindigen zou met een overwinning voor
Duitschland en niet zou leiden tot een twee
den wereldoorlog. Deze overwinning is zelfs
grooter dan algemeen verwacht werd. De
besprekingen te Godesberg braken eind vorige
week af op een ultimatum van de Duitsche
regeering, zoo scherp dat Frankrijk en Enge
land Praag niet het advies gaven, het hoofd
in den schoot te leggen. Tsjechoslowakije
mobiliseerde, Frankrijk zond twee millioen
man naar de grens, Engeland maakte de
vloot gereed. De plotselinge spanning was
niet het gevolg van een verschil van meening
over een formeele procedure, maar had een
diepere oorzaak: zouden de democratieën
zich neerleggen bij de verscherping der eisenen
waartoe Duitschland tusschen Berchtesgaden
en Godesberg besloten had? Zou Tsjecho
slowakije zich met huid en haar moeten over
geven? Neen zeiden het Fransche en het
Engelsche volk. De conferentie te München
heeft ja gezegd.
DE blijdschap die allerwege wordt ge
koesterd, Chamberlain's verheugde uit
roep: U's allright this time !", de vreugde
tranen van de koningin-moeder van het
Britsche wereldrijk, de opluchting hier te
lande waarvan men Donderdagavond tallooze
bewijzen heeft gezien het mag ons niet
verhinderen, de thans ontstane situatie zoo
koel mogelijk te beschouwen en ons de vraag
voor te leggen, of er werkelijk reden is, de
toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
Het komt ons voor, dat velen door hun en
thousiasme om den gehandhaafden vrede
blind zijn voor het feit, dat Duitschland een
eclatante pverwinning heeft behaald. Zes
weken geleden heette de aan Tsjecho
slowakije gestelde eisch van gebiedsaf
stand onaannemelijk. De wereldopinie
beschouwt deze eisch op hetoogenblik
als de rechtvaardigste zaak ter wereld
en den gebiedsafstand zelf als een ideale
oplossing. Zouden wij dan willen
dat de democratische mogendheden alsnog de
wapenen opnamen ter handhaving van de
bestaande Tsjechoslowaaksche grenzen? In 't
geheel niet. Het is onze overtuiging dat Duitsch
land tegenover een gesloten Fratisch-Engelsch
Russisch front nimmer had doorgezet,
temeer omdat het niet op Italiëkon rekenen,
niet op Hongarije, niet op Japan en omdat
het vrijwel zeker kon zijn van den tegenstand
der Kleine Entente en op zijn zachtst uit
gedrukt de onwelwillende neutraliteit der
Vereenigde Staten. Dat beteekent dat het
Fransch-Engelsch-Russische front op zichzelf
elke positie had kunnen verdedigen. Door den
duidelijken en allerminst
onverklaarbaren ! onwil van de Fransche en Engel
sche regeering om het Derde Rijk een be
slissend halt toe te roepen, is dit front echter
gedwongen verder te retireeren dan met het
voortbestaan van een levensvatbaar Tsjecho
slowakije te rijmen is: namelijk tot achter
het belangrijkste Tsjechoslowaaksche in
dustriegebied, tot achter de voornaamste
Tsjechoslowaaksche verdedigingslinie's.
Duitschland kon alles, vrijwel alles gedaan
krijgen, mits het geen gewapenden inval
deed, waarmee het den oorlog practisch on
vermijdelijk zou hebben gemaakt. Dit is door
Chamberlain Woensdag j.l. in het Lagerhuis
openlijk erkend. Een precedent van niet te
onderschatten gevaar ! De Duitsche regeering
weet thans, hoe zij haar eischen ingewilligd
kan krijgen: dreig met oorlog en het komt
in orde !
GOED" zal men zeggen, maar Hitler
heeft toch openlijk verklaard, dat het
Sudetengebied de laatste territoriale eisch
van Duitschland in Europa is !" Dat heeft hij
ongetwijfeld. Er zijn echter meer beloften
gebroken. Men late zich ook niet in slaap
wiegen door de verklaring, dat het
Duitschlind slechts te doen is om de schepping van
een staat met een homogene bevolking. De
duidelijk en onverholen uitgesproken eisch
naar koloniën is hiermee in tegenspraak,
evenals het in den steek laten der Duitsche
minderheden bij op dit oogenblik bevriende
mogendheden, evenals de politiek tegenover
de vreemde minderheden in Duitschland,
evenals de verklaring van den rijkskanselier
dat hij er geen principieele bezwaren tegen
heeft een groote Tsjechische minderheid in
het Duitsche Rijk op te nemen hij heeft
o.a. op het Tsjechische Brünn zijn aan
spraken laten gelden ! . De strijd om de
Sudetenduitschers was en is geen nationali
teiten-strijd, het was en is een zuivere machts
strijd, en in dezen machtsstrijd heeft Duitsch
land de zegepraal behaald. Het lijkt ons goed,
deze harde waarheid niet te verbloemen, te
minder omdat ons land, dat de smartelijke
concessies waartoe de Tsjechoslowaaksche
regeering gedwongen wordt, bejubelt, zij het
in mineur, nog wel eens acuut en pijnlijk
betrokken zou kunnen worden bij het vol
gende punt, dat op het vragenlijstje der
Duitsche regeering staat: koloniën !
U zoekt een goede maaltijd met uit
stekende wijn en een behagelijke sfeer.
Herberg Oud-Bussem
FLEVOLAAN 65 - TEL. BUSSUM 4145
PAG. 3 DE GROENE No. 3200