De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 1 oktober pagina 7

1 oktober 1938 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Tusschen studio en cinema HET is Maandagmiddag in de groote zaal van Krasnapolsky. Er hangt veel rook en er zijn veel mannen. Mannen die staan en zitten te praten, met actetasschen en papieren. In groepjes van twee en drie staan ze bij elkaar en onderhan delen levendig of blasé-onverschillig, al naar gelang hun karakter en de omstandigheden. Er wordt hier gekocht en verkocht, d. w. z. feitelijk wordt er "niets ver- of gekocht, maar alleen maar verhuurd of gehuurd, want de dingen waar het om gaat, die zijn niet te betalen. Bovendien zouden die dingen na verloop -van enkele weken voor den bezitter waardeloos worden, hij zou ze dan weer van de hand moeten doen en daarbij noodeloos risico op zich nemen. Deze onbetaalbare dingen, waar het hier om gaat, dat zijn de films, dat zijn de ellenlange verhalen die in beeld en klank gebracht zijn op kilometers lange strooken celluloid, het zijn de onontbeerlijke amusementsobjecteri van onze hedendaagsche beschaving, het zijn de geconser veerde sur rogaat-geluksroezen met nergens-vandaankomende muzikale begeleiding, het zijn de blijk baar door niets te vervangen vervelingsbestrijdings middelen die we zoo hoog noodig hebben; kortom, het zijn de idyllische, romantische, melodramatische, sensationeele, boeiende, spannende, adembenemende, komische, smijt, detectieve-, Wild West-, opera-, geografische, documentaire, sport, reclame, kleu ren, tendenz, journaal, populair wetenschappelijke, en teeken-films welke ons er toe brengen om tegen betaling van eenige kwartjes twee uur zwijgend in een donkere ruimte te zitten teneinde onszelf te kunnen vergeten of gedurende dien tijd niet met onze partner te hoeven converseeren over moeilijk te vinden onderwerpen. Of om waarachtig te ge nieten en de film op ons te laten inwerken als een groot kunstwerk. Of de film kunst, met een groote K of een kleine k, is, dat doet hier niet ter zake. Maar wel: waar haalt de bioscoopexploitant zijn films vandaan? Op Maandagmiddag is het filmbeurs. Daar wor den huurcontracten afgesloten tusschen de impor teurs of verhuurders en de bioscoopexploitanten. In geval de films niet voorgedraaid worden, moeten de huurders de films accepteeren naar aanlei ding van de gegevens die tot hun beschikking staan. En er zijn niet veel gegevens. In de eerste plaats de naam van de productiemaatschappij, dus b.v. Metro Goldwyn Mayer, Paramount, Universal, R.K.O., Warner Bros, Ufa, Fox, enz. Dan komen als garan tie-gevende namen die van de regisseurs, acteurs, cameramannen, auteurs enz. En natuurlijk de ge gevens omtrent den inhoud. Het koopen" van een film eischt dus een grondig vakmanschap, de bio scoopexploitant moet n.l. niet alleen afgaan op de kwaliteiten van de film, maar hij moet aanvoelen of de film, rekening houdende met het publiek dat zijn theater bezoekt en de tijdsomstandigheden, het zal doen". Zijn berekening is dus altijd min of meer een kansrekening. Een bepaalde film die geen succes heeft, zou b.v. een maand eerder wél inge slagen zijn, de film die bijval vindt in het Rembrandt Theater zou in Tuschinski een fiasco worden, of omgekeerd. De bioscoopondernemer hoeft er strikt genomen geen artistieke inzichten op na te houden, hij is slechts zakenman, hij wenscht te leveren waar de meeste vraag naar is, analoog met den producent die tot in de eeuwigheid min of meer nonsensicale happy ends zal leveren, zoolang het publiek nu een maal daarvoor plaatsbewijzen koopt, de avant garde ten spijt. De huurder hoeft niet van te voren te bepa len of hij de film voor n week dan wel voor twee of drie weken wil draaien. Als hij een film voor slechts n week genomen heeft, en deze heeft een groot succes, dan kan hij de film na een week weer op nieuw inhuren. Hiertoe besluit hij op een der laatste dagen van de vertoonings-week, als hij een oordeel over het succes heeft. Wat de premières be treft, deze vinden in ons land niet zooveel later plaats dan in het land van oorsprong, in de meeste gevallen Amerika, het land waar drie kwart van de films vandaan komen. Het tijdsverschil tusschen de pre mières daar en hier varieert tusschen drie en zes weken. Aangezien er van iedere film een groot aan tal copieën gemaakt wordt, kan het gebeuren dat een première in tien of twintig steden of landen tegelijk plaats heeft. Is een film eenmaal opgenomen en klaargemaakt voor de theaters, dan wordt hij ook zoo snel als mogelijk uitgebracht, zoo snel als moge lijk over de heele wereld verspreid. Tempo is hier het wachtwoord, niets wordt zoo gauw als ver ouderd beschouwd als een film. De bioscoopexploitant ontvangt bij de film uitDe Metro Goldwyn Mayer's studio's in Culver-city, bij Hollywood gebreide reclamemiddelen. De vertegenwoordigers in Holland krijgen uit Amerika zwaarlijvige folders vol met modellen van op Amerikaansche leest ge schoeide advertenties en affiches, waarvan het cliché-materiaal gratis geleverd kan worden. Als er n land op de wereld is waar men de kunst van het reclamemaken verstaat, dan is dit Amerika. De reclame speelt in het bioscoopbedrijf een niet te onderschatten rol, en slaat dan ook dikwijls goed in. De z.g. trailers", de aankondigingen van hoofd films in filmvorm met de fascineerende teksten: ,,a.s. Vrijdag in dit theater", zijn vaak bewonderens waardig gemonteerd en kunstwerken op zichzelf. IN ons land loopt de vertooningsweek van Vrijdag tot Donderdag. Op Donderdagavond worden dus duizenden films met spoed ingepakt en verzonden. Verzonden naar de verhuurders, maar in de meeste gevallen van het eene theater naar het andere. In den loop van de week ontvangt de bioscoopexploi tant bericht van den importeur waarheen hij de film Donderdagnacht moet zenden. In den nacht van Donderdag op Vrijdag zijn dus duizenden films onderweg van de eene bioscoop naar de andere, van stad naar stad, want de film moet dikwijls op Vrijdagmiddag weer vertoond worden. De films circuleeren door het land, zoodoende is het geen uit zondering dat de verhuurder zijn film gedurende eenige maanden niet in handen krijgt. Enkele im porteurs echter laten de films steeds weer naar zich terugsturen, teneinde ze te controleeren en ze niet meer uit handen te geven als ze niet meer in goeden staat zijn. Deze werkwijze is secuurder en inder daad niet overdreven. Af en toe gebeurt het wel eens dat een bioscoopondernemer niet prompt op tijd verzendt, of de film in geschonden staat afle vert. In zulke gevallen kan de gedupeerde schade vergoeding eischen. Juridische processen komen echter vrijwel nooit voor. De Nederlandsche Bio scoop Bond lost alle mogelijke geschillen op door middel van arbitrage, meeningsverschillen blijven in besloten kring. Zoowel filmverhuurders als af nemers zijn allen lid van den Nederlandschen Bio scoop Bond, als ze geen lid zijn worden ze niet op de Filmbeurs toegelaten. De N. B. B. is dus de ziel van het Nederlandsche filmtheaterwezen. Op de filmbeurs worden dus feitelijk de bioscoop programma's samengesteld. De heeren drinken er hun kopje koffie en rooken hun sigaret of die van een ander, en teekenen contracten. Ze huren er hun hoofdfilm, hun teekenfilm en de journaals. Wat deze laatste betreft, ze zijn niet van een datum voorzien, dit ten gerieve van de kleinere theaters en de bioscopen in provincieplaatsjes waar het publiek niet verwend is met het allernieuwste. Maar het is dan ook niets bijzonders dat men in een klein plattelandsbioscoopje, tijdens het journaal, de ope ning van de Staten Generaal te zien krijgt in de maand Januari, tenzij de plaatselijke bioscoop directeur zoo verstandig is dergelijke evident ver ouderde scènes er uit te knippen. WAT het knippen betreft, er wordt niet zoo veel gecoupeerd als men wel denkt. De films worden gecensoreerd voordat ze op de beurs ver handeld worden. Het aantal der films die niet toege laten worden en waarin geschrapt wordt, bedraagt nog niet n procent. De filmkeuring houdt zich in hoofdzaak bezig met het probleem van ,,18 jaar". De filmproducent weet van te voren welke films hij wel, en welke hij niet naar ons land moet sturen. Daarbij komt nog dat ons land niet groot genoeg is om alle ter wereld geproduceerde films te ver werken. Zoo zijn b.v. niet alle Garbofilms in ons land geweest. Daar tegenover staat dat er in ons land wel films vertoond worden welke b.v. niet in Frankrijk of Duitschland draaien, al of niet in ver band met de politieke toestanden welke natuurlijk vandaag den dag een niet onbelangrijke rol spelen. Voor kinderen moet het beroep van bioscoop directeur wel een der aanlokkelijkste ter wereld zijn. De bioscoopdirecteur immers kan altijd maar films draaien die hij mooi vindt? De werkelijkheid is anders, de bioscoopdirecteur kijkt niet altijd voor zijn plezier naar zijn films, hij rekent en hij han delt, hij gaat te werk gelijk de directeur van een fabriek, die niet altijd zonder zorgen is. Het is Maandagmiddag, het is filmbeurs. Kilo meters liefdestragedies, zonnige landen met zin gende kinderen, detectieves met deukhoeden achter op het hoofd, penetrante schlagers en vlootmanoeuvres en wat al niet meer. Dat alles ligt besloten in nuchtere papieren, dat alles wordt verhandeld zooals de kaas in Alkmaar. En de film is de kaas op de boterham van ons dagelijksch leven. ERIK UYLDERT (Slot van pag. 5). Slowaken en het brandmerken van de Tsjechen als beloftebrekers t. o. v. de Slowaken wat betreft de be loofde autonomie, begeeft Polen zich op gevaarlijk terrein, daar het zijn eigen Oekraïnische minderheid eveneens autonomie toegezegd heeft die nooit gegeven werd. Er moet dus wel een belangrijker aanleiding voor Polen bestaan dan medelijden met de bedrogen Slowaken dat het door deze hulpverleening het risico van moeilijkheden met eigen minderheden wil loopen. Met een autonoom Slowakije of een Slowakije onder Hongaarsche heerschappij zou het doel bereikt zijn. Het Hongaarsch-Poolsche blok zou niet alleen de verkeerswegen te land in Midden-Europa beheerschen doch ook te water, daar door het graven van het Oder-Donau kanaal Oostzee en Zwarte, Zee verbonden zouden worden. Het zelfde zou Polen reeds thans kunnen bereiken door het graven van een WeichselDnjestrkanaal, doch daar de Weichsel vrijwel onbe vaarbaar is, zal hier vooreerst wel niets van komen. Het Oder-Donaukanaal moet echter weer door Teschen loopen, nog een reden waarom dit gebied te begeeren is. Dat Duitschland bij het Poolsch-Hongaarsche plan een onmisbare partner is, heeft de beijveraar voor Poolsch-Duitsche samenwerking, Professor Studnicki, wel ingezien. En zelfs meer dan dat. Hij heeft in zijn bekende boek over Polen en het politieke sy steem van Europa" een verbreking van de PoolschFransche banden en aansluiting bij Duitschland be pleit. Tsjecho-Slowakije zou op den brandstapel moeten komen terwijl een Hongaarsch-Poolsch-Duitsch blok, aansluiting van Oostenrijk en Sudetenduitschland bij Duitschland en toekenning van Teschen aan Polen nagestreefd moet worden. (Studnicki,,Polen in der politischen Ordnung Europas",Volk and Reich 1933). Dit schreef Studnicki in 1933 en zijn wenschen blij ken reeds gedeeltelijk in vervulling te zijn gegaan. Het gaat nog om Teschen en het nieuwe blok. Polen en Hongarije hebben zich in hun strijd tegen TsjechoSlowakije achter Duitschland verscholen en het schijnt dat Duitschland geneigd is bij de tenuitvoer legging van hun plannen behulpzaam te zijn. Mochten Polen en Hongarije slagen, dan gezien ook de anti-Fransche perscampagne die op het oogenblik in Polen gevoerd wordt zullen de plannen van Stud nicki verwezenlijkt zijn. AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt verzocht bij hun bijdragen een gefrankeerd briefomslag met adres van den afzender in te sluiten. Op het adres van stukken, voor de redactie be stemd, vermelde men geen namen van personen. PAG. 7 DE GROENE No.3200

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl