Historisch Archief 1877-1940
Schilderkunst
Willink s moderne patnetiek
Jan Engelman
Tentoonstelling A. C. Willink
Kunstzaal Van U er, Amsterdam
DE verzamelnaam Nieuwe Realisten heeft
ingang gevonden voor het aanduiden van
een kleine groep Nederlandsche schilders,
die neiging vertoonen tot een zeer verzorgde en
preciese factuur, tot een stofuitdrukking waarin
geen detail wordt verwaarloosd.: Maar deze naam
schijnt bijna dwaas, wanneer men tracht op te
sporen welke geestelijke beweegredenen die schil
ders voeren tot hun werk. Hun uitvoerigheid en
zorgvuldigheid duidelijke en plotselinge reactie
op het impressionisme en zijn nasleep, herwonnen
vakmanschap voor het schilderij-in-lijst indien men
wil zijn belast met intellectueele bedoelingen en^
gevoelsontplooiingen, die in bijna geen enkel schil
derij dat hun atelier verlaat kunnen worden voorbij
gezien. Zij zijn ongeveer nergens de naïeve
uitbeelders der natuur. Zij zijn ook geen styleerders der
werkelijkheid in strengheden van kleur, lijn en
rhythme. Zij willen geen synthese meer van het
optisch bedrog door het overdrijven van ruimte
breuk, van gelijktijdigheid der bewegingen en het
divergeeren van het licht. Al deze tendenzen der
moderne schilderkunst liggen achter hen en Cézanne
is hun krachtcentrale niet meer, noch Van Gogh
of Picasso. Voor hen spreekt de natuur, hoe scherp
ook betrapt, in attributen. De paradoxale toestand
bestaat (voor de schilderkunst, althans, is dit para
doxaal), dat hun oogen mér dan helder
registreeren, terwijl hun geest in ernstige mate verontrust
en geobsedeerd blijkt. Hoe zal men dit anders noe
men dan, even vaag als veelomvattend, een roman
tische gezindheid?
Bij Koch vindt men, in een stijl dien men een
vergrooten miniatuurstijl zou villen noemen, de
meest nachtelijke toestanden van het vegetatieve
leven. Bij Hynckes, in ridderlijke en monnikachtige
symbolen, een vergaand vermogen tot het ondergaan
van smart en het kennen van vergankelijkheid en
dood. Bij Willink, in gemengd antieke en moderne
allegorieën, een heftig verontrust-wezen door de
crisis der cultuur. Bij allen een lijden-aan-den-tijd,
dat zich onderscheidt door het opsporen van conflict
en nerveuze onmacht tot geluk. Bij allen ook
een hardnekkig streven naar inzicht en Verklei
ning".
IN geen tentoonstelling trad die romantische onrust
zoo duidelijk aan den dag als in deze van A. C.
Willink. Bij den eersten aanblik waant men zich in
een Duitsch museum, met landschappen van Philipp
Hackert, Louis Gurlitt en Anton Koch, met figuur
stukken van Makart. In de Nederlandsche kunst is
zoo spoedig geen parallel te vinden, of men zou tot
Ary Scheffer moeten besluiten. Doch de eerste aan
blik is bedrieglijk. Want deze romantiek is zonder
vriendelijkheid en optimisme, zij vertoont ook het
macabere niet in den zin van de vorige eeuw. Zij is,
ondanks den schijn van het tegendeel, geteekend
met het merkteeken van het huidig tijdsgewricht en
wie bij deze schilderijen zou fluisteren: alles keert
terug", hij ziet, zonder nu bepaald ongelijk te heb
ben, voorbij aan dat specifiek hedendaagsche der
gevoelsreactie.
Willink is, in zijn Berlijnschen tijd, begonnen als
futurist". Menigeen herinnert zich de groote lap
pen met zijn abstracties, waaraan vervolgens ook
cubistische invloeden niet vreemd bleven. Daarna
heeft het surrealisme hem aangetrokken, zonder
dat hij zich overigens aan de geestelijke atmosfeer
van deze beweging vastlegde. De glaciale,
gegalvaniseerde stofuitdrukking en kleurbehandeling nam
hij over en het samenbrengen van modern gekleede
N. V. Kunsthandel P. de Boer
HEERENGRACHT 474 - AMSTERDAM
llin
entoonstelling
VAN OUDE SCHILDERIJEN
GROOTE SOCIËTEIT ENSCHEDE
van 15 tot en met 24 October
dames en heeren met een arcadische omgeving en
resten van antieke bouwkunst, beantwoordde aan
het conflict in zijn eigen geest. Dan kwam de perio
de van een wel nog pijnlijk verzorgde, maar toch
iets losser schilderstijl, aanvankelijk met te veel
gebruik van giftig groen, later zuiverder van
kleurgeyoel, rneer open voor het harmonisch in elkander
schuiven der plans. De duidelijk gesuggereerde
anecdote" werd een element: in wonderlijk-leege
steden liet hij stille drama's gebeuren, nuchter en
geheimzinnig, schrikachtig en wanhopig. Maar dit
alles had geestelijk te weinig scherpe contouren,
het varieerde ook te zeer, om nu precies den in
houd" van zijn .conflict te kunnen vaststellen. De
jachtkasteelen in de weidsche landschappen kwa
men, de landschappen waarin hij het repoussoir van
Poussin achterna ging, en bij zijn tentoonstelling
van twee jaar geleden was er voor mij aanleiding,
om van een natuurlijker Willink" te gewagen.
DEZE tentoonstelling bewijst, dat het elegische
der weidsche en arcadische landschappen voor
hem slechts een rustpooze is en dat hij niet kan
aflaten, den bedreigden mensch te zien in de land
schappen. Hij verlaat de vlakte en trekt het gebergte
in, waar het dor gesteente strookt met zijn gevoel
van verlatenheid. Deze verlatenheid is met zooveel
kracht uitgedrukt in de formaties, in de doodsche
grondkleur onder de gepassionneerde luchten, dat
men haar makkelijk voelt als de algemeene verlaten
heid, waaraan de geest in het huidig cultuurklimaat
is overgeleverd. Is dit hineininterpretieren"? Het
zij zoo. Maar ik ontkom niet aan die suggestie,
wanneer ik het kleine Dolomieten-landschap zie,
dat is gestoffeerd met een enkele figuur: den Man
Job. Het is grauw-in-grauw, dit wonderlijke, gave
schilderij, het heeft die eenheid van toon waarnaar
de schilder lang streefde, het is hecht van
gedriehoekte compositie en het geeft de figuur in de om
geving met die distantie en tegelijk met die scherpte
van belevenis, welke van voorname kunst de ken
merken zijn.
Er is nu geen vaag dreigement meer in zijn voor
stellingen, het dreigen is in een toestand bestendigd,
koppig en waardig worden onheil en ongeluk onder
gaan. Die toestand ligt niet in de eerste plaats in het
motief, eerder in de algemeene atmosfeer: in het
landschap (het zér Duitsche landschap) met de
Vechtenden zijn de twee figuurtjes slechts een accent,
dat verlevendigt en verbindt; de stapelwolken, de
formatie van den grond, de spelonk en het verre
bergmassief bepalen de werking. In het Dubbel
portret van twee vrouwen, met het
Renaissancepaleis in den fond, wordt de placiede werking onder
mijnd door het duidelijke psychische isolement,
waarin de twee menschen verkeeren.
Het bijzonder verrassende echter van deze ten
toonstelling brengen de twee zelfportretten en het
groote doek De Kluizenaar". Het eene zelfportret
geeft den schilder als de Prediker, tegen een muur
waarachter men een stad ziet met 'n brandende
St. Sulpice. De tekst uit het Boek de Prediker ont
breekt niet (?Alles wat uw hand vindt om te doen,
doe dat met uwe macht", etc.), de figuur schijnt hem
te reciteeren, met opgeheven hand. In het andere
ziet men den schilder als een St. Jan, als een luiste
rende naar een boodschap. De Kluizenaar" ten
slotte geeft een figuur in een rotsspelonk, bereid tot
meditatie, een typisch leege, zakelijke moderne stad
op den achtergrond, en ook hier is het gebaar van
het model als een belijdenis. (Het zij terloops gezegd,
dat deze figuur met groote knapheid in de ruimte is
weggeschilderd: misschien voor het eerst dat de
Nieuwe Realisten" tot een volkomen ruimtelijke
illusie kwamen.)
Bijna agressief zijn deze schilderijen in hun ver
maning tot inkeer en verstorvenheid. Een welbe
wuste, een schrille pathetiek breekt er in baan. Voor
gedachte aan ironie en het spelen met historische
motieven is geen plaats meer. Het pueriele van den
geest is misschien niet geweken, maar verbeten
hecht deze zich vast aan de verworven wetenschap,
dat de moeheid en de leegheid der wereld alleen nog
bestreden kunnen worden met een vastberaden
hechten aan de eigen plicht, taak, overtuiging. Het
is de smalle mensch die spreekt en al wat de kunst
licht, lyrisch, stroomend en schoon maakt ont
breekt. Maar aan den ernst en de noodzaak van dit
isolement kan men niet voorbijzien zoomin als
aan de bedrevenheid in een techniek, die geheel
zelfstandig en met hard worstelen werd ver
worven.
Twee der nieuwe schilderijen van A. C. Willink.
Boven: Dubbelportret
Onder: De kluizenaar
Kunsttentoonstellingen
Kunsthandel Santee Landweer, Keizers
gracht 463. Tentoonstelling van schilderijen van
Claire Bonebakker (tot 21 Oct.)
Kunstzaal van Lier, Rokin 126. Nieuwe wer
ken van A. C. Willink (tot 3 Nov.).
Kunsthandel van Wisselingh, Rokin 78,
Werken van Toon Kelder (tot 5 Nov.)
Kunsthandel de Brug, Prinsengracht 969.
Simplicissimus-tentoonstelling (10 Oct.?29 Oct.)
BUITEN AMSTERDAM:
Kunstcentrum D'Olde Deel", Putten. Ten
toonstelling van werken van Herman Kruyder.
PAG. II DE GROENE No. 3202