De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 22 oktober pagina 16

22 oktober 1938 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

tEen verhaal van de Groene HIJ droeg een wonderlijke hoed. Met deuken op plaatsen waar andere mannen die niet heb ben. Zjjn jasje was van de stof, die heel geliefd is bij theosophen, A.J.C.-ers, houtvesters en andere idealisten. Van zijn das en haar moet gezwegen worden. ?Zijn oogen stonden hol van harts tocht en honger. Met deze oogen (2) zag hij het schuurtje. Het schuurtje was eigendom van een boer, die er een hark en een schoffel in bewaarde. Ook werd het wel gebruikt als boudoir door de meid, waarin zij 's avonds haar verloofde een kopje thee aanbood. De schilder met het jasje en de hoed zag het schuurtje en zag dat het goed was. Het verbaasde hem in dit kleine plaatsje met niet meer dan 600 in woners, zoo'n schilderachtig schuurtje aan te treffen. Het riep datgene in hem wakker, wat hem had bewogen tot het dragen van een manchester jasje. En toen de eigenaar van het schuurtje naderde, om te zien wat die rare moest en of-ie niet met lucifers scharrelde, klampte de schilder hem aan. Goeden dag, boer," sprak hij. ,Je hebt hier een prachtig schuurtje." De boer keek naar het schuurtje, alsof hij het voor 't eerst zag. Ja," zei hij, maar je ken d'r niet in slapen; ik wil geen vreemde kerels op me erf hebben." De schilder had niet gehoord wat de boer zei; zijn gedachten waren bij het schuurtje. Mag ik je schuurtje schilderen?" vroeg hij. De boer krabde onder zijn pet. Wat zou me dat moeten kosten?" De schilder keek verbaasd. Niets natuurlijk." Niks?" herhaalde de boer; ,,en wat zit daar achter? Je wil het zeker in brand steken hè? Zulke zwervers as jij zitten altijd met lucifers te prutsen " Maar man, ik ben schilder en ik wil graag je schuurtje schilderen omdat ik het zoo mooi vind. Dat is alles. Jansen is mijn naam. Piet Jansen, heb je nooit van me gehoord?" Nee," zei de boer, die naam ken ik niet. Als je met alle geweld me schuurtje wil opknappen ga dan je gang; 't kan wel een likkie verf velen. Maar geef et 'n vroolijk kleurtje, dat groen dat er nou op zit bevalt me niks; veel te donker." Nadat het den boer duidelijk was geworden dat de man zijn loodsje wilde uitteekenen", ging hij hoofd schuddend naar zijn aardappelen en zei tot zijn vrouw, dat nou de wereld wel gauw zou vergaan, nou de menschen niks beters te doen hadden dan zijn schuurtje na te teekenen, waarvan nota bene het dak lekte op twee plaatsen. DE schilder zette met 17 forsche lijnen het schuurtje op het linnen en ging naar Amsterdam terug om het uit te werken. Toen het af was kwamen de vrienden op zijn atelier en zagen verbaasd het nieuwe doek. Wat een muzikaal schuurtje," zeiden ze. Hoe vinje m'n blauwen?" vroeg de schilder. Wat 'n blauwen !" bewonderden de vrienden. En wat een grijzen !" zeiden ze nog. Waar staat dat schuurtje?" vroe gen ze zoo maar eens. De schilder legde uit in welk dorpje het stond en bij welken boer. Toen gingen de vrienden weg en de schilder verkocht het doek aan een heer, die door enkele transacties rijk geworden was. Het schuurtje hing nu in de eetkamer boven het buffet. Omdat de andere dag de zon scheen, ging een vriend van den schilder een fietstochtje maken in de omgeving en belandde na veel zoeken in het dorpje en bij den boer van het schuurtje. ,,Mag ik het schilderen?" vroeg hij. Mot jij ook al?" zei de boer. Ga je gang, als je me gras maar niet plat trapt." De vriend ging aan den arbeid en toen de boer na een uur eens kwam kijken, was het werk al goed gevorderd. Nou," zei de boer, dat staat er effetief op." Wat een perspectief, hè?" vroeg de vriend. Nee," zei de boer, het schuurtje bedoel ik." Ook dit herschapen schuurtje vond zijn weg naar de huiskamer van een handelaar in iets. En het eerste, van den origineelen schilder, werd ge xposeerd op een tentoonstelling, die werd doorgeknipt en met een rede geopend door een persoon met een lintje. Het schuurtje baarde veel opzien. Waar staat het?" vroegen alle schil ders die op de tentoonstelling hingen of rondhingen. Piet Jansen," zei de pers, brengt o. m. een Schuurtje" waarvan het bezien reeds een genot, een supreem proeven is voor wie gevoelig is voor verfijnde nuancen van blauw en grijs, voor buiging en spanning in het gespeel der lijnen, voor coloratuur en verdeeling der vallen en vlakken; welk een expressionabiliteit!" VOOR een klein bedrag bracht de stoomtram wie maar wilde naar het dorpje van het schuurtje. En toen de boer ongeveer twintig maal toestemming tot vereeuwiging had moeten verleenen, begon er iets óp te lichten in zijn brein. En toen de volgende schilder om permissie vroeg, zei hij: Voor een gulden." Het werd zomer en het gebeurde wel, dat de stoomtram meerdere schil ders tegelijk vervoerde. Bij het tram station werd op kosten van den boer een wegwijzer geplaatst: Naar het schuurtje 1.7 K.M. Er was maar n plek vanwaar men het schuurtje mooi kon zien. En op die plek, waar reeds geen gras meer groeide, kon men altijd een heer met haar waar nemen, die naar het bouwseltje tuurde en zoo nu en dan een lijntje zette. Er kon echter maar n persoon tegelijk op die plek staan of zitten en daarom gebeurde het wel, dat een schilder al 's nachts die plaats betrok, om de eerste te zijn als de zon op kwam. Het dorpje begon er anders uit te zien. Er werden huizen opgeknapt en er kwamen voor veel ramen bordjes: Kamers te Huur. Deze kamers werden gehuurd door schilders, die op hun beurt wachtten nadat ze zich hadden laten inschrijven bij den boer voor een plaats. Veel schilders brachten hun vrouwen mee, die door het dorp liepen met doeken om het hoofd en met meer lichaamsdeelen ontbloot, dan de boerenbe volking ooit voor mogelijk had ge houden. De boer had inmiddels de plaats voor het schuurtje laten asphalteeren en er een rustieke permanente bank laten plaatsen, waarop de arbeidende artist een gemakkelijke zitplaats vond. Er vloeide dagelijks, via de stoom tram, een stroom van schuurtjes naar de groote steden, waar de kunst handelaars er hun winkels mee vulden. De schuurtjes bleven willig", zelfs vast". Het buitenland nam veel af en vooral Amerika was een goede opkooper. Wel was het opmerkelijk, de statis tieken wezen het uit, dat b.v. een plaats als Rotterdam, die toch kleiner is dan b.v. een stad als Boston (V. S.) jaarlijks belangrijk meer schuurtjes verbruikte, dan b.v. Dordrecht, dat toch grooter is dan b.v. Zoetermeer Zegwaard. Terwijl bleek, dat New York in den tijd van zeven jaar ongeveer evenveel schuurtjes had afgenomen, als Duitschland en Oostenrijk tezamen. Het was een mooie tijd voor de Kunst. TOTDAT opeens een baisse intrad. De verkoop ging met sprongen achteruit. Er ontstond overproductie. Tenslotte een catastrophe. Niemand kocht meer schuurtjes. Iedereen had er al een. Enkele Kunst beschermers zelfs twee. Dit was het einde. Een vereeniging van Beeldende Kunstenaren begon tegen het schuurtje te ageeren. Dit vond weerklank. En spoedig zag de regeering in, dat het tijd werd, in te zien, dat het bestaan van het schuurtje een onmogelijkheid was geworden. Men besloot er iets plechtigs van te maken. Het plan, een Nationale Feestdag te organiseeren, waarop het schuurtje aan de vlammen zou worden prijs gegeven, viel in goede aarde. (Zie de gelijknamige film.) De boer werd schadeloos gesteld. Hij leefde trouwens reeds lang van zijn rente. En toen de groote dag was aange broken stak de Minister van Onderwijs Kunstjes en Wetenschappen eigen handig de Eerste Lucifer in het met petroleum begoten schuurtje. Het brandde prachtig. En de regee ring kreeg naderhand ontzettende moeilijkheden met een Brand Assu rantie Mij. aangezien de boer het schuurtje voor een groot bedrag ver zekerd had. i i |, Merkwaardige berichten | Van een paniekstemming is geen moment sprake geweest; wel van een zweer van groote bezorgdheid." (Leeuw. Nbl.) Bromberg tracht op ietwat goedkoope wijze een vrije ruimte-ontwik keling te suggereeren, die uit den aard der zaak te pletter moet loopen tegen de achthoekige wanden." (G.) ^^ Het boek is jongstleden 10 Octobcr verschenen, maar het is natuurlijk eerder geschreven en gedrukt." (H. l'.) Accoord. Greep- en plastiekbezittende leden gevraagd De hoorder is gefascineerd ge weest door de macht van een tempe rament als dit (niet van dit tempera ment? Char.) van een kunstzinnige potentie als deze (niet van deze CHARIVARIA kunstzinnige potentie? -- C'har.); waar is het lid fier tegenwoordige generatie, dat zulk ecu greep op het lied, zoo'n plastiek in de vertolking ervan bezit?" f T.) Op de glibberige paden ,,\Vij hebben in den heksenketel van den Kuropecschen vulkaan neergeblikt." (R.) ,,L)e historische, kulturecle on economische banden, die daarbij on derstreept worden, zijn gegrond op factoren, die van blijvende waarde zijn." (Hol!. Post) ,,l}e schrijver heeft dit eenvoudige gebeuren met tintelende humor ge zien." (]'. if. K.) Iedereen kan natuurlijk een voudige gebeurens zien, maar de moeilijkheid zit in het kijken met tintelende humor. Het juiste woord op de juiste plaats ,..|)e schrijvers zijn in de gelegen heid geweest een openhartige blik achter de schermen te werpen." (Leeitü'. Xhl.) ,,l)e Prins dankte beminnelijk." (Leven) Alles draait ovt-r de afscheiding van het Sudetengebied." (Soc. J)e»i. VflUisi-l.) Onvoldoende reiniging ,,lk zal dat varkentje wel eens de oren wassen." (Soc. Di'in. \'alltfhl.) , ,Dit programma is kort geleden op liet pailementaire diner door Buchnian uitgestippeld." (II.) Wat heeft Buchman met het programma gedaan ? ..Hel is ongetwijfeld een feit. dat op het gebied van de lucht bescher ming een achterstand moet worden ingeloopen." (]?'. d. ]).) Wat moet er met die achterstand gebeuren? ,.l)aar zit ook nog een diepere kant aan." (Tijd en Taak) Deze mededeeling zegt ons niets, aangezien wij niet weten hoe diep de andere kanten zijn. Correspondentie K. te IL Waarom gebruikt men zoo veelvuldig het woord ueberhaupt ? Antwoord. Omdat het Duitsch is en in 't geheel niets beteekent. tiiiifniiiHiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiii Tiiiiiiiiiimiiiimiitiuiiiiiiiiii iimimiiiiimiui iiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii min iiiuu iiiiiiimiiiiiiiim iiiiimuiiuiiiiimiiiiiHiuiiiiiiii. PAG. 16 DE GROENE No. 3203

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl