Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
22 OCT.
1938
PAN-ARABIE EN PAN-ISLAM
Een bedriegelijke illusie
IN de geschiedenis van onze dagen doet zich het
merkwaardige feit voor, dat een politieke theorie,
welker onhoudbaarheid reeds lang door de feiten
scheen bewezen, als gewichtige factor in de kans
berekeningen der toekomst wordt ingeschakeld. Be
doeld wordt het pan-islamietisch gevaar in den
zelfden samenhang spreekt men ook over
panarabië, dat hiermee echter niet identiek is dat
met zijn tegenstuk, het bolsjewiekengevaar, een der
machtige troeven is bij de politieke propaganda der
totalitaire staten. Reeds deed het belangrijke dien
sten, eerst en vooral bij Italië's machtsstrijd tegen
Engeland om het Middellandsche Zee-bekken en
het Suezkanaal; maar ook bleek het mogelijk Frank
rijk ernstige moeilijkheden te bereiden in Tunis,
Algiers en Marokko, waardoor dit land economisch
en militair ernstig kan worden bedreigd.
Toch is het van belang hierbij helder te zien. Het
is niet de eerste keer, dat dit spookbeeld oprijst: de
gansche Islamietische wereld in wapenen, vereenigd
tegen zijn onderdrukkers" of in bondgenootschap
met een Europeesche mogendheid, welke zich op
wierp als beschermer van den Islam", juist om
gebruik te kunnen maken van die geweldige krach
ten, die er heeten te sluimeren in deze verspreide
volken. De groote oorlog ligt te kort achter ons, dan
dat het reeds kan zijn vergeten. Toch heeft prof.
Snouck Hurgonje, die den Islam kende als weinigen,
toen aangetoond, dat dit samengaan nooit zal kun
nen worden verwezenlijkt juist op grond van
innerlijke tegenstellingen en de loop der dingen
heeft in allerlei opzicht zijn meening bevestigd.
Inderdaad bestaat er een Islamietisch geloofs
artikel dat zegt: Er zijn geen nationale barrières
in den Islam", maar dit verdraagt zich slecht met
de realiteit. Integendeel was de onderlinge verwijde
ring steeds groot en wordt ze bij voortduring grooter.
De gang van zaken in Turkije, waar godsdienst- en
staatsaangelegenheden nu definitief zijn gescheiden,
heeft tot gevolg gehad, dat waar vroeger verbin
dingen bestonden tusschen den Turkschen en
Arabischen Mohammedaan, die verbindingen thans zijn
verbroken. Perzië, tegenwoordig Iran geheeten, volgt
in vele opzichten het Turksche voorbeeld en de 70
millioen Mohammedanen, die in Britsch-Indiëwo
nen, zijn meer geïnteresseerd in de Britsch-Indische
constitutie dan in kalifaats-aangelegenheden. Lan
den als Egypte, Irak, Syriëen de Libanon verkregen
voor kort hun politieke zelfstandigheid en waken
daar nu angstvallig over; zij zullen zeker niet vrij
willig inmenging van buiten dulden. Wat de Mo
hammedanen in onze eigen bezittingen betreft, is
bekend, dat pan-Islam voor hen een zinledige klank
is, en wanneer Atjehsche verzetslieden wel eens
gedacht hebben, dat zij een djihad" (heiligen oor
log) voerden, dan was dat hunnerzijds niet meer dan
een tragische vergissing.
Niets wijst er op, dat in de toekomst een groepee
ring der krachten verwacht moet worden. Treffender
kan het niet worden geïllustreerd, dan in het geval
van Alexandretta, dat practisch door Turkije werd
ingelijfd, zonder dat een Arabische staat daartegen
zijn stem verhief. De Syrische bladen spraken naar
aanleiding hiervan zelf over de ineenstorting van de
pan-arabische beweging. En wat is de reden om aan
te nemen, dat het lot der Arabieren in Palestina de
geloofsbroeders van alle landen tezamen zal brengan
voor een eensgezinde poging om daarin verbetering
te brengen? De tot dusver gehouden
pro-Palestinaconferenties gaven vóór alles een beeld van inner
lijke verdeeldheid en de conferentie die enkele
weken geleden te Caïro is gehouden, heeft, ook al
kwam het tot een slotresolutie, allerminst van
kr uq brut
ampa^ne
volledige eensgezindheid getuigd. Als de
Palestijnsche Arabieren hun zaak winnen, ondanks de ge
rechtigde aanspraken der Joden, is dit nog geen
bewijs van kracht bij de Mohammedaansche volken
want Engeland laat wel meer winnen, als het
dit kan doen ten koste van anderen.
EEN vergelijking dringt zich op: Evenmin als de
Katholieken ondanks hun geestelijke samenhang
met het Vaticaan zich tot een staat kunnen samen
voegen, evenmin is het mogelijk voor alle Moham
medanen, om een politieke eenheid te vormen. Een
groote poging in die richting werd ondernomen door
Sultan Abdoel Hamid, welke echter niet gelukte.
Toch was hij heerscher over een volk van 30 millioen
zielen, een dictator, machtig en despotisch, en be
kleed met een groot gezag in de oogen van 250
millioen Mohammedanen. Dit gezag was slechts
schijn, want in 1914 gebeurde het dat ondanks den op
roep van Mohammed V tot den heiligen oorlog, de
Mohammedanen aan verschillende fronten streden,
zelfs tégen het Turksche Rijk, wat tenslotte leidde
tot zijn ineenstorting.
Zelfs als men den kring nauwer zou willen trek
ken en alleen de Arabisch-sprekende volken als een
eenheid zou willen opvatten, is daar velerlei tegen
in te brengen. Want Arabisch spreken in totaal
bedienen 40 millioen zielen zich van deze taal
doen ook 600.000 Joden en 700.000 Christenen, en
bij de laatsten zijn dan weer niet begrepen de
Assyriërs, de Armeniërs, de Grieken en de Euro
peesche Christenen, die Europeesche talen spreken
en toch in Arabische taalgebieden wonen. In Ma
rokko spreekt drie vijfde, in Lybiëniet meer dan
een derde der bevolking Arabisch.
Er zijn ongeveer 13! millioen Arabisch spre
kende Mohammedanen in Aziëen 24 millioen in
Afrika. De landen, waarover zij verspreid wonen,
hebben nimmer een politieke eenheid gevormd. Zij
aanvaardden den Islam en gingen in de Arabische
wereld op in verschillende tijdperken van de ge
schiedenis. Terwijl Syrië, Palestina, Mesopotami
en Egypte door de eerste kaliefen werden overrom
peld, deed de Halve Maan veel later intree in de
Afrikaansche landen, in feite eerst, toen het kalifaat
in twee gedeelten was uiteengevallen.
Eén taal is zeker niet de doorslaggevende factor
om in politiek opzicht allen te vereenigen, die haar
spreken. De Arabieren zijn altijd verdeeld geweest
in onderscheiden groepeeringen, sommigen groot,
sommigen klein, die een afzonderlijk bestaan voer
den. Evenmin als alle Engelsch-sprekende volken
onder n banier vereenigd kunnen worden (Enge
land, de Vereenigde Staten etc.), de
Spaanschsprekende volken tellen wel twintig republieken, ter
wijl men heelemaal niet zoo ver van huis hoeft te
gaan om te weten, dat de Hollandsche taal geen
staatkundig bindmiddel is evenmin zal de gemeen
schappelijkheid van de Arabische taal dat wonder
kunnen bewerkstelligen.
Zelfs het argument, dat zou kunnen worden aan
gevoerd voor een Europeeschen statenbond welke
overigens nog lang op zich kan laten wachten
kan hier niet gelden: economisch hebben de
verschillende Arabische staten elkaar nauwelijks
iets te bieden. Integendeel, ze beconcurreeren elkaar
met dezelfde producten, in plaats dat ze elkaar aan
vullen. Waar nog bij komt, dat ze in economisch
opzicht lang niet even hoog staan; Saüdi-Arabi
is een sinds eeuwen verwaarloosde woestijn, de be
volking van Transjordaniëbestaat voor de helft
uit rondtrekkende Bedouïnen evenals Irak, waar
tegenover echter Egypte een aan den bodem ge
bonden bevolking heeft met steden, welke centra
vormen van handel en industrie. De hierdoor ont
stane tegenstellingen worden nog versterkt door
tegenstellingen van dynastie en ras; de geschiedenis
van de Arabische volken is er een van de animosi
teit der verschillende vorstenhuizen als die van
Ibn Saüd, van de Hasjimieten, van Aboe RasjiJ
en de Zeidi Imams of hoe zij verder heeten mogen.
Men behoeft dus niet alleen de redeneering te vol
gen, dat wat in het verleden niet kon, ook voor de
toekomst onmogelijk is, want ook in de actueele
situatie zijn voldoende gegevens te vinden voor de
thesis, dat de Arabische eenheid een politieke hersen
schim is.
NIET de eenheid van religie, welke overigens niet
absoluut is want er bestaan in den Islam
secten zooals soennieten en sjiïeten, die bijvoorbeeld
in Irak scherp tegenover elkaar staan noch de
eenheid van taal, waaromtrent ook nog restricties
moeten worden gemaakt, kunnen erkend worden
als voldoende fundament voor de eenheid der Mo
hammedaansche volken. Maar zelfs als die eenheid
door uitwendige factoren tot op zekere hoogte wordt
begunstigd, zooals bijvoorbeeld het bestaan van de
Palestijnsche kwestie dat zou kunnen doen of anders
het stoken van Mussolini (tegen Engeland), dan kan
nog worden aangetoond, dat de natuurlijke omstan
digheden hierbij toch nog weer onoverkomelijke
bezwaren doen rijzen.
De 250 millioen Mohammedanen wonen ver
spreid over een oppervlakte van ongeveer 30
millioen vierkante kilometer, over landen, die zich
uitstrekken van Marokko over Noord-Afrika en
den Soedan, Arabië, Mesopotamië, Iran, Afghanistan,
Noordelijk Indiëtot China. Hierbij sluiten zich aan
groote enclaves van Mohammedaansche bevolkingen
in Oostelijk Britsch-Indië, Java en Sumatra, voorts
in Midden-Afrika en in Europa (Albanië,
JoegoSlaviëen Bulgarije). Wanneer men Britsch-Indi
en Nederlandsch-Indiëuitschakelt, dan zijn deze
geweldige gebieden, door Mohammedanen bewoond,
hoofdzakelijk steppen en woestijnen, die slechts heel
dun zijn bevolkt. De natuurlijke rijkdommen zijn
betrekkelijk gering en meestal is men afhankelijk
van kunstmatige bevloeiing, waardoor oorlogsopera
ties buiten de plaats van inwoning uiterst moeilijk
worden gemaakf. Bovendien is geen enkele zeearm
tusschen deze onmetelijke gebieden in de macht van
een Islamietischen staat, met uitzondering van de
Bosporus en de Dardanellen, waarover Turkije waakt,
maar deze staat maakt zich juist steeds meer los
van de Mohammedaansch-georiënteerde politiek.
Zoo is dus de strategische positie van den Islam
in zijn geheel zwak,^zoo niet onmogelijk, hetgeen
echter tegelijkertijd beteekent dat de gevaren, die
de Islam voor de bestaande machtsposities zou kun
nen hebben, oogenschijnlijk worden overdreven. In
het bijzonder staat de huidige leiding der Engelsche
politiek onder den invloed van acute islam-vrees.
In slechts n opzicht staan de bedoelde Moham
medaansche volken sterk: Dat is de betrekkelijke
armoede van de door hen bewoonde gebieden. Plaat
selijke opstanden worden daardoor begunstigd; want
de uitzending van expeditielegers, om die opstanden
te onderdrukken, zijn kostbaar en de concrete baten,
die ermee worden verkregen, gering. Dit schijnt ook
de tactiek der Arabische leiders in Palestina te be
palen en zij hebben daarmee reeds in bedenkelijke
mate successen geboekt. Maar dit is een punt,
waaraan ook geen overdreven beteekenis moet
worden gehecht. Het ging hierom, dat naar buiten
telkens den indruk moet worden gevestigd, dat de
Mohammedaansche volken in hun totaliteit een ge
vaar kunnen opleveren of hun wil kunnen
dicteeren, en dit blijkt, als men de dingen op de keper
beschouwt, niet alleen een bedriegelijke, maar ook
een bedenkelijke illusie. K. S. J. Vos
Hai/a, Octobev 1938
Mooie, moderne lampen 1
De laatste creaties vindt U bij JASPERS
J A $'P.É'RS-<;IlNfüURÖAAN^308^
LEIDSCHESTRAAT 11 ZIJN N!
PAG. DE GROENE No. 3203