De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 29 oktober pagina 15

29 oktober 1938 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Röntgenopnome van een norrr.ah voet De basis van 's mensen bestaan VOOR velen is het aanschaffen van nieuwe onderdelen hunner garderobe een feest, een ritus, een gebeurtenis. Reeds dagenlang verheugen zij zich op de grote dag, waarop japon, regenjas of hoed gekocht zullen worden. Met een zekere wijding aanschouwen zij de etalages der magazijnen die heden ten dage Kunst en Wetenschap in de arm genomen hebben, om in al fraaier uitstalling onze zinnen te strelen en tenslotte te benevelen. Mij is en blijft het een gruwel, en het meest heb ik het land aan schoenwinkels hetgeen niet aan hen, maar aan mij ligt. Als het bezoek onmogelijk langer uitgesteld kan worden, begeef ik mij schoorvoetend zoals dat heet naar n van de moderne paleizen in het centrum van de stad. Binnengekomen het is er altijd vol weet ik met moeite een plaatsje te vinden op een van de vele stoelen. Allereerst ben ik gedwongen.de lotgevallen der andere aanwezigen gade te slaan, totdat ik met schrik de juffrouw zie naderen, die met een vriendelijk,, En U, Mijnheer ?.." haar comfortabele zetel voor mij neerplant. Gedwee als een hond, die een poot geeft, plaats ik mijn rechter schoen op het schuine plankje, waarvan de richel onderaan steun geeft en ik maak mijn bescheiden wens kenbaar. Mijn voet wordt tot op den sok ontbloot en de verkoopster komt triomfantelijk terug met een paar schoenen, die een dragelijk uiterlijk aan een bescheiden prijs paren. Dank zij een blinkende schoenlepel slaagt de juffrouw erin mijn gehele voet in de schoen te wringen, waarna zij als een gramofoonplaat haar verhaal begint af te draaien: Mijnheer, die schoen zit u als aangegoten ! Voldoende ruimte voor de tenen, soepel op de wreef en een prachtige steun voor uw voetzool. U kon het niet beter treffen...." Zoals een moeder in de wangen van een zuigeling knijpt, duwt zij duim en wijsvinger diep in het leder, ter plaatse waar zich mijn likdoorns bevinden, een ritueel, dat mij op onzachte wijze aan hun bestaan herinnert. De mens went aan alles en zo kan het mij niet verbazen, dat het passen van de linker schoen minder indruk maakt. De lust is mij vergald, nieuwe be proevingen te doorstaan en na het afleggen van de verplichte loopoefening, verklaar ik de vriendelijke verkoopster, die ook wel beter zal weten, dat dit paar mij zeer goed bevalt. Per slot van rekening is het haar schuld niet, dat ik in een gedachteloos ogenblik, enkele jaren geleden, schoenen heb gekocht, die mij iets téklein waren, zodat ik sindsdien gedwongen ben mijn leven te slijten als een invalide, die zijn kwaal geheim wenst te houden. Hoe beklaag ik het mensdom, dat in stilte lijdt! WAT zouden wij gelukkiger door het leven gaan zonder eksterogen, om van andere voet kwalen als hamertenen, ingegroeide nagels, dwarsstaande tenen en platvoeten maar te zwijgen ! Helaas wie door ervaring of overlevering kennis genomen heeft van de rigoureuze maatregelen waar het schone geslacht zich nog geen halve eeuw ge leden schier dagelijks aan onderwierp, om met een bekoorlijke wespentaille te verschijnen, weet maar al te goed, dat IJ delheid en Mode meer dan eens de harmonische ontwikkeling van het menselijk lichaam in de weg staan. Kleine damesvoeten en zo zij geen kleine voeten hebben, dan kleine schoenen ! Misschien zal een stoutmoedig geleerde nog eens een verhandeling schrijven over de Rebellie der Tenen, een droevig relaas van dat deel van ons lichaam, dat tot een gemiddeld schier dertigjarige gevangenisstraf in twee nauwe, bedompte en don kere cellen is veroordeeld. Wie zou zich dan ver bazen, dat de tenen hunnerzijds op even hard nekkige als gevoelige wijze wraak nemen en de voortdurende druk beantwoorden met een excessieve plaatselijk versterkte eeltvorming? Als het ware om de pil te vergulden begiftigen zij op deze manier enkele van hun bezitters met het geheimzinnig vermogen weersveranderingen in het algemeen en naderende regenbuien in het bijzonder, te voor spellen met een zekerheid, die voor de wetenschap nog altijd een mysterie is. Toch zouden ook deze weerprofeten gaarne van hun gave afstand doen.... EEN gans ander hoofdstuk vormt het probleem der platvoeten. Men kan er over twisten of het een goede daad geweest is van Moeder Natuur om haar schepselen een voetzool te geven met een oppervlak van, gemiddeld 168 vierkante centimeters, en tegelijker tijd slechts een gedeelte ervan in dienst te stellen als drager van alles, wat zich er boven bevindt. Het feit bestaat nu eenmaal, wij hebben ons er in te schikken en er naar te handelen: evenals de tenen kunnen namelijk ook de voetzolen wraak nemen indien zij niet de hun toekomende steun genieten. Hoevelen zijn er niet, die na het vol brengen van hun dagtaak, uitgeput op een stoel neerzij gen? Hoevelen, die hun medicus bezoeken met klachten over .voortdurende pijn in benen en rug? En hoe vaak is dat niet een laffe truc van een paar doorgezakte voetzolen, die op geraffineerde wijze de aandacht van zichzelf afleiden en het slacht offer voor een raadsel en de dokter voor een moeilijk geval stellen? ?>] Voorkomen is beter dan genezen deze zegswijze die reeds in de werken van Hippocrates, de Nestor der doktoren, te lezen is, zij ons richtsnoer, ook waar het de steunfunctie onzer voeten betreft. Nog altijd aldus een klacht van den directeur van het Orthopedarium te Amsterdam *) is de algemeene aandacht voornamelijk gericht op het tweede deel van bovengenoemde wijze raadgeving. Verwonderlijk is dit niet, aangezien hij allereerst hulp en verlichting daar moet brengen, waar deze min of meer urgent wordt gevraagd. Maar de tijd zal komen, dat hij vaker dan nu helaas het geval is, het monster dat ziekte heet, vóór zal zijn. TERUG naar de voeten hebt u zich wel eens gerealiseerd op welk een ingenieuze wijze het voetgewelf in elkaar zit? Anatomische onderzoe kingen hebben aangetoond, dat de Natuur bij de bouw dezelfde principes heeft toegepast, welke de moderne architectuur slechts na ingewikkelde berekeningen heeft kunnen construeren en als feilloos heeft moeten erkennen. Het is hetzelfde als met de bloedvaten in ons lichaam waarvan de vertakkingen zodanig zijn geplaatst, dat een water bouwkundig ingenieur, gewapend met Hogere Wiskunde en Hydrodynamica, het niet zou kunnen verbeteren. Wanneer men een evenwichtsdiagram van het menselijk lichaam construeert, dan blijken de voeten zodanig te zijn geplaatst, dat het evenwicht en de statische functie het best zijn ge waarborgd. Weest trots op uw onderdanen, maar bovenal: houdt ze in eere ! Zij zijn het deel van ons lichaam, dat het meest van onze beschaving te lijden heeft. Vertroetelt uw voeten, als het beste wat u bezit en spaart kosten noch moeite om ze bijstand te verlenen in de ure des gevaars als het gewelf dreigt te bezwijken, als een teen in de verdrukking komt. Meent niet, dat de gezamenlijke kennis van familie en kennissen altijd voldoende is, maar wendt u tot een van hen, wiens vak het is, de voet niet alleen uit?, maar ook inwendig te kennen ! Dr. E. J. P. VAN DEN BROCK *) Rokin roi. een voor Het maximum van ongeschorenheid EEN man een man, een baard een baard. Neen, en nog eens neen. Geen baarden meer, nooit meer baarden, weg met de baarden ! Het baardprobleem is een uiterst urgent probleem, want er gaan geruch ten dat de baard weer in de mode zal komen. En er zijn niet alleen hardnek kige geruchten, we zien weer mannen die met hun baarden verschijnen, ja, we zien soms baarden die mannen her bergen en met dezen verschijnen. Er zijn weer mannen die met vacantie gaan om in het geheim hun kinharen te cultiveeren en dan tenslotte volko men onherkenbaar terug te komen. Als wij het bestaansrecht van den baard erkennen, zetten wij de klok terug, minstens een halve eeuw. De baard is barbaarsch, onhygi nisch, snobbistisch en quasi-artistiek. D E baard heeft alleen maar nadeelen. Deze zijn: i. Baarden geven aanleiding tot af gezaagde mopjes als: Ik kan zien wat je gisteren gegeten hebt." Neen, dat heb ik eergisteren gegeten", en het mopje van den kapper die een baard half moest afknippen, en toen de lin kerhelft afknipte. En dan last but not least de mopjes die een zeker klein weekblad zich permitteert over een minister. 2. Baarden maskeeren meestal iets, of liever een niets, n.l. een gebrek aan een voldoende hoeveelheid kin. Een ge prononceerde kin heet nu eenmaal te getuigen van energie. De heeren met baard hebben blijkbaar niet de energie zich te scheren; de theorie hoe meer baard, hoe minder kin" klopt dus. 3. Groote philosofen en wijze profe ten in de ouheid droegen veelal baar den. Inderdaad, groote mannen had den groote baarden. (We vergeten ech ter dat er in de oudheid ook veel schaap herders en molenaars waren met even groote baarden.) De conclusie die men trekt, is: Groote baarden hebben groote mannen. Wij zien om ons heen veel mannen die dank zij hun baard een imposanten indruk maken. Veel artisten die er zoo ongeveer uitzien als waarachtige kunstenaars. Hun baard wekt vertrouwen, en als zij maar niet te veel praten wordt dit vertrouwen niet beschaamd. Zij vertoonen zich inclusief hun baarden in artistenkroegjes, zij begeven zich midden in het z.g. nachtleven om daar hun onvolprezen baarden te laten wapperen bij de mu ziek van een rumba. Op allerlei manie ren maken zij misbruik van hun baard, zij dwingen respect af bij kinderen alsof zij Sinterklaas in eigen persoon zijn, en helaas niet alleen bij kinderen. Als ze telefoneeren of voor de radio spreken zijn ze beklagenswaardig, dat doen ze dan ook zelden. 4. Baarden zijn onhygiënisch tenzij ze eiken dag gewasschen worden,maar dat gebeurt nooit. De rechtgeaarde vrouw van tegenwoordig ziet in den baard zelden een attractie, meestal het tegendeel. 5. De baard heeft geen enkel voor deel, afgezien van de mogelijkheid om op dassen te bezuinigen. Maar dit mopje is oud, het heeft zoo'n baard dat het niet meer leuk is. Iets met een baard is nu eenmaal nooit leuk, uitge zonderd Sinterklaas, en zelfs die is het niet altijd. HEERENKLEEDING VOOR VADER EN ZOON TOT REDELIJKE PRUZEN ADRIAAN SCHAKEL HEILIGEWEG . TELEFOON 37279 AMSTERDAM Was nog niet zoo heel lang geleden Een Als hij droeg een baard. Hij is nu pas wat waard. Als hij zich bij Schakel laat kleeden. PAG. 15 DE GROENE No. 3204

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl