Historisch Archief 1877-1940
Naar de kleinste gemeente van ons land
De tocht naar Hemmen
ALLES wat even onder de normale maat is,
wekt de spotlust. Dat geldt voor lilliputters,
inkomens en gemeenten. Toch heeft een
kleine gemeente altijd nog meer inwoners, dan een
slecht bezochte schouwburgzaal en menig directeur
zou tevreden zijn als hij heel Hemmen als betalende
bezoekers in zijn theater had. Zoo is er weinig en
weinig.
Wij beseffen dit alles te laat, veel te laat. Ergens
heen te gaan omdat het klein is, is nog veel
bespottelijker dan de kleinste kleinheid zelf. Bijna
getuigt het van kleinheid van geest; ik zeg bijna,
omdat ik er altijd dan nog zelf bij was.
Men kan eventueel naar New York gaan omdat
het zoo groot is. En New York zal u er niet om te
leurstellen. Maar ga naar Hemmen, omdat het zoo
klein is, en ge beseft, dat ge een Nederlandsche ge
meente beleedigd hebt, door over haar te lachen of
te willen lachen. En zulk een gemeente ziet zich in
haar eer en waardigheid getast, en verdedigt zich,
door uw reis overbodig te maken en in het geheel
niet belachelijk of zelfs maar opmerkelijk te zijn.
Nee, Hemmen heeft een goede school gehad in
Nederland zelf (n.l. ook geen geweldig Europeesch
rijk) en toont zich groot in alles waarin een kleine
gemeente groot kan zijn: in landelijke rust, waar
digheid,, akkerbouw, vrome werken en noesten vlijt.
De wraak van Hemmen begon reeds in het op
staan, dat voor een zoo kleine plaats rijkelijk vroeg
is, wilt gij haar van de hoofdstad des lands uit, tijdig
bereiken. Daarbij viel het ongelukkig, dat de tocht
naar Hemmen samenviel met het oproepen van
de lichting 1920, die dien morgen in de stationshal
onder bewaking van korporaals en verdere agenten
te wachten stond om voltallig het vaderland te gaan
leeren verdedigen. Uw Hemmensche correspondent
ziet er in het aangelaat jong en verwachtend uit.
Wat wonder dat de dienstdoende brigadier van de
marechaussee hem bijeen dreef in de groep fiere
jonge vaderlanders, die straks hun garnizoen zou
den opzoeken. Ik spreek het woord ronselen niet uit.
Ik spreek niet eens van moreelen dwang. Maar pro
beer eens uit een groep jongelieden te geraken, die
voor den krijgsdienst opgeroepen zijn en deswege
bewaakt worden ! Terug jij daar met je blauwe jas.
Blijf in de rij. Nee, je hebt niets uit te leggen. Het
kan me niet schelen waar je heen moet. Je moet
mee waar je verwacht wordt. Of wou je naar den
generalen staf?" Onder dergelijke schimpredenen
nam Hemmen wraak en werd ik met mijn onge
dachte lotgenooten het hekje doorgedreven om
straks, oh, niet om aan te denken, dertien maanden
kanonnen te laden.
Nu heeft journalistiek veel nadeelen. Maar het
heeft het groote voordeel van de geestelijke en
physieke vrijheid, wat velen van de mij omringende
jongelieden schenen te missen en ik van nu af ook.
,En ik zou deze onwaardige regelen niet voor u
hebben kunnen schrijven, als in Amersfoort niet
was gebleken, dat ik te veel was en niet gereserveerd
kon zitten. Voor den bliksem, maar waarom heb
je dat niet eerder gezegd?" Spreek mij in den ver
volge niet meer van de redelijkheid der subalterne
militaire autoriteiten !
ZOO al in omstreeks 1839 de spoorwegen hier
in Holland geïntroduceerd werden, eerst in
1938 had ik ze noodig, om via Kesteren en Rhenen,
den roodgepette stationschef van Hemmen te leeren
kennen. Van toen af, zouden wij nog alleen maar
tellen: nu nog twee honderd dertien, nu nog twee
honderd twaalf, en we kennen alle ingezetenen van
deze gemeente.
Zoo de leek op het gebied der gemeentelijke
micro-organismen mocht meenen, dat in het rijk
van het oneindig kleine, klein" ook werkelijk
klein" beteekent, zoo trachte hij den weg van het
station Hemmen naar het raadhuis hollend af te
leggen. Ik doe het in Amsterdam liever dan daar.
Want ten eerste kan je in Amsterdam met de tram
gaan, maar ten tweede is het daar, ook als je lang
zaam loopt, dichter bij. Ware het niet voor onzen
vriend no. M. 2467 wiens burgelijke identiteit wij
voor immer zullen ignoreeren, doch die door goed
heid des harten en vriendelijkheid van uiterlijk steeds
in onze gedachtenis bewaard zal blijven, dan hadden
wij het geheele winddoorsneden traject station-raad
huis te voet moeten afleggen. Nu opende onze vriend
gelijkelijk de deuren van zijn chevrolet-sédan en
ook zijn hart om ons topografisch en ideologisch
wegwijs te maken in het veld van onze onderzoe
kingen. Moet vermeld worden, dat mijn makker per
ongeluk plaats nam op het pasgeschoten
faisantenhaantje? Neen, immers; de lezer had het welhaast
reeds geraden.
In minimum van tijd hoorden wij nu alles omtrent
de geschiedenis der heerlijkheid Hemmen en van
den laatsten Heer, over wien onze dynamische gast
heer met een zekere familiariteit sprak als den
ouden Piet"; wij hoorden iets over den persoon en
de financieele situatie van den burgervader, alsmede
alles over kerk en school, wat niet eens veel was.
Het kasteel werd ons uitgelegd, alsmede zijn bewo
ners, en het werd duidelijk, dat het bij toekomstige
reportages eenvoudiger zou zijn, onzen anoniemen
vriend in Amsterdam te logeeren te vragen. Wat
wij hierbij doen !
HET meer officieele gedeelte van onze taak
speelde zich af in de goed verwarmde raads
kamer van Hemmen waar de ambtelijke sigaar de
feestelijkheid van dezen Octobermorgen accen
tueerde. De ernst van de daar ons meegedeelde feiten
vindt de lezer hieronder welhaast volmaakt verant
woord. Mijn meer profane geest vond met den pas
aangestelden brigadier van de veldwacht een exquis
genot in het weer oprakelen van den vreeselijken
moord op de oude Pit van Brakel, nu alweer zes
jaar geleden door den vischventer van
Opheusden neergekneppeld"; en dat alles om vijftig
gulden, wat den, door zijn vischriekendheid verraden,
venter op een rijksdaalder per geboet jaar is komen
te staan. En dat brengt mij weer op de relativiteit
van de kleinheid van inkomens.
Toen halverwege de sigaar er werkelijk niets meer
te vertellen viel, moesten wij ons terugtrekken. En
zelfs de schoonheid van het gerestaureerde kerkje
kon ons niet troosten over het verlies van onze
pasgewonnen en te snel verloren vrienden. Slechts een
hartig maal in Het Tolhuis (maison fondée en
1341) was een kleine compensatie.
Reeds Cremer heeft geweten van de Linge en ik
weet het nu ook. De Linge is, als Cremer reeds ge
zegd heeft, en ik heb het hem nagezegd, onthouden
en gereciteerd uit mijn schoolbloemlezing. De Linge
was gevleid en zei, dat hij al eeuwen langs Hemmen
stroomt, getuige de brug, waar al zes honderd jaar
tol geheven wordt, vandaar Het Tolhuis. En dat
bracht ons weer op de lunch en het verleden. Heb
jij verbeelding, kameraad?" (ik bedoelde: fantasie).
Hij had, en plotseling schoven we een vijfhonderd
jaar terug, en kwamen de nederige pachters van
Het Kasteel" in hun schamele huiken langs. De
boerendochter uit Het Tolhuis in de wijde
gelagHet kerkje van Hemmen met Hemmen's jeugd
kamer werd een primitief schilderij en het brood
bleef als het was, bruin en knappend.
Onze schooierende terugtocht, hierna, behoeft
geen vermelding. Wij werkten bij boeren voor de
kost, egden, ploegden, zaaiden met machines, kort
om wij leefden frugaal. Na den oogst trokken
wij van ons gespaarde geld weer naar de hoofdstad,
en hielpen zoodoende professor Goudriaan van zijn
tekort. De recruten op het station, thans uitge
studeerde soldaten, begroetten ons stormachtig.
H. B. F.
HEMMEN in feiten en cijfers
PER i Januari van dit jaar honden drie ge
meenten in ons land bogen op een inwoners
aantal beneden de 250. Serooskerke op Schou
wen telde 244 inwoners, Katwoude in Noord-Holland
242, maar Hemmen bij Nijmegen spande met 214
zielen de kroon. Tweehonderd-veertien menschen,
minus n burgemeester, minus n gemeente-secre
taris (ze verdienen samen minder dan een
Amsterdamsche tramconducteur), minus twee wethouders,
minus zeven raadsleden (een verhoudingsgewijs even
groote Amsterdamsche raad zou slechts in het Stadion
kunnen vergaderen....), minus n gemeente-ont
vanger annex gemeente- en postbode, minus n
rijksveldwachter, n gemeente-wegwerker en twee onder
wijzers rest: honderd-negen-en-negentig gewone
burgers. Ze leven er grootendeels van den land- en
tuinbouw, in de kleinste gemeente van ons land. De
boerderijen, die er allen behoorlijk uitzien, zijn op
een enkele uitzondering na het eigendom van het
kasteel", zijnde het vroegere particuliere landgoed
van de adellijke familie Van Lynden, die in 1361
den eersten Heer van Hemmen heeft opgeleverd en
zeven jaren geleden met den vier-en-negentig jarigen
zeventienden Heer is uitgestorven. Diens neven wei
gerden de hooge successie-rechten te betalen, zoodot
het voorvaderlijk slot thans toebehoort aan een genoot
schap voor in- en uitwendige zending, dat er regel
matig conferenties en dergelijke organiseert. Het is
een idyllisch leven, daar, in de kleinste administra
tieve eenheid van ons land. De veldwachter heeft in
drie maanden tijd slechts twee personen kunnen be
keuren voor zonder licht rijden. De raad kent geen
partijen, de gemeente kent geen werkloozen, sinds de
eenige jongeman die te haren laste viel, bij de spoor
wegen emplooi heeft gevonden. Arme boeren komen
er niet voor.: het stichtingsbestuur past, zoodra er een
boerderij openvalt, een scherpe selectie toe op de
candidaten, waarbij niet alleen op hun kerkelijke over
tuiging, maar ook op hun economisch weerstandsvermo
gen wordt gelet met 'n zeer bijzondere zorgvuldigheid.
Het gevolg van een en ander is, dat Hemmen een
betrekkelijk rijke gemeente mag heeten. Veel is
er trouwens niet noodig: de begrooting sluit op een
bedrag tusschen de zeven- en negenduizend gulden.
Het is niet zoo vreemd, wanneer men dan een bedrag
van f 350, gevergd voor het maken van een pomp
voor den gemeente-veldwachter, door den secretaris
een geweldig groot bedrag" hoort noemen. De ge
meente kan zich de weelde van lage belasting-tarie
ven veroorloven ! Men betaalt in Hemmen ongeveer
een derde minder belasting dan in Amsterdam. Tal
rijke personen uit omliggende gemeenten willen zich
dan ook in deze oase van financieele onbezorgdheid
vestigen, hetgeen echter door het bestuur dier oase even
krachtig als doeltreffend wordt tegengegaan.
Handel en bedrijf beperken zich tot n winkel
annex caféannex bakkerij. Een kapper .is er niet en
de dokter moet uit Zetten komen. Een merkwaardige
sensatie overigens om een burgervader en zijn secre
taris te hooren redetwisten over het juiste aantal
nieuwe inwoners sinds het begin van dit jaar, dat
reeds op het gebied van de geboorten een record heeft
gevestigd: zes Hemmenaren zagen sinds den isten
Januari het levenslicht, er komt er nog n", werd
ons reeds verzekerd, en nog maar twee" hebben het
tijdelijke voor het eeuwige verwisseld. Och verder
heeft de burgemeester, de heer A. R. den Hartog, niet
heelemaal ongelijk, wanneer hij in een artikel van
zijn eigen hand, opgenomen in het Geldersch
Landbouwblad" d.d. 18 Februari j.L, constateert, dat het
plaatsje Hemmen zelf nauwelijks te onderscheiden
is van de vele plattelandsdorpen, die ons land telt.
De huizen zijn netjes, er staat een woonwagen, de
meisjes gichelen er en een zachte October-zon streelt
er met wat speelsche stralen de boomen langs den weg.
Die Erde ist die gleiche, berall . ." Hemmen en
Amsterdam 't verschil is minder groot dan men
zou denken.
PAG. S DE GROENE Ne. 32Q4