De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 29 oktober pagina 5

29 oktober 1938 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Naar de kleinste gemeente van ons land De tocht naar Hemmen ALLES wat even onder de normale maat is, wekt de spotlust. Dat geldt voor lilliputters, inkomens en gemeenten. Toch heeft een kleine gemeente altijd nog meer inwoners, dan een slecht bezochte schouwburgzaal en menig directeur zou tevreden zijn als hij heel Hemmen als betalende bezoekers in zijn theater had. Zoo is er weinig en weinig. Wij beseffen dit alles te laat, veel te laat. Ergens heen te gaan omdat het klein is, is nog veel bespottelijker dan de kleinste kleinheid zelf. Bijna getuigt het van kleinheid van geest; ik zeg bijna, omdat ik er altijd dan nog zelf bij was. Men kan eventueel naar New York gaan omdat het zoo groot is. En New York zal u er niet om te leurstellen. Maar ga naar Hemmen, omdat het zoo klein is, en ge beseft, dat ge een Nederlandsche ge meente beleedigd hebt, door over haar te lachen of te willen lachen. En zulk een gemeente ziet zich in haar eer en waardigheid getast, en verdedigt zich, door uw reis overbodig te maken en in het geheel niet belachelijk of zelfs maar opmerkelijk te zijn. Nee, Hemmen heeft een goede school gehad in Nederland zelf (n.l. ook geen geweldig Europeesch rijk) en toont zich groot in alles waarin een kleine gemeente groot kan zijn: in landelijke rust, waar digheid,, akkerbouw, vrome werken en noesten vlijt. De wraak van Hemmen begon reeds in het op staan, dat voor een zoo kleine plaats rijkelijk vroeg is, wilt gij haar van de hoofdstad des lands uit, tijdig bereiken. Daarbij viel het ongelukkig, dat de tocht naar Hemmen samenviel met het oproepen van de lichting 1920, die dien morgen in de stationshal onder bewaking van korporaals en verdere agenten te wachten stond om voltallig het vaderland te gaan leeren verdedigen. Uw Hemmensche correspondent ziet er in het aangelaat jong en verwachtend uit. Wat wonder dat de dienstdoende brigadier van de marechaussee hem bijeen dreef in de groep fiere jonge vaderlanders, die straks hun garnizoen zou den opzoeken. Ik spreek het woord ronselen niet uit. Ik spreek niet eens van moreelen dwang. Maar pro beer eens uit een groep jongelieden te geraken, die voor den krijgsdienst opgeroepen zijn en deswege bewaakt worden ! Terug jij daar met je blauwe jas. Blijf in de rij. Nee, je hebt niets uit te leggen. Het kan me niet schelen waar je heen moet. Je moet mee waar je verwacht wordt. Of wou je naar den generalen staf?" Onder dergelijke schimpredenen nam Hemmen wraak en werd ik met mijn onge dachte lotgenooten het hekje doorgedreven om straks, oh, niet om aan te denken, dertien maanden kanonnen te laden. Nu heeft journalistiek veel nadeelen. Maar het heeft het groote voordeel van de geestelijke en physieke vrijheid, wat velen van de mij omringende jongelieden schenen te missen en ik van nu af ook. ,En ik zou deze onwaardige regelen niet voor u hebben kunnen schrijven, als in Amersfoort niet was gebleken, dat ik te veel was en niet gereserveerd kon zitten. Voor den bliksem, maar waarom heb je dat niet eerder gezegd?" Spreek mij in den ver volge niet meer van de redelijkheid der subalterne militaire autoriteiten ! ZOO al in omstreeks 1839 de spoorwegen hier in Holland geïntroduceerd werden, eerst in 1938 had ik ze noodig, om via Kesteren en Rhenen, den roodgepette stationschef van Hemmen te leeren kennen. Van toen af, zouden wij nog alleen maar tellen: nu nog twee honderd dertien, nu nog twee honderd twaalf, en we kennen alle ingezetenen van deze gemeente. Zoo de leek op het gebied der gemeentelijke micro-organismen mocht meenen, dat in het rijk van het oneindig kleine, klein" ook werkelijk klein" beteekent, zoo trachte hij den weg van het station Hemmen naar het raadhuis hollend af te leggen. Ik doe het in Amsterdam liever dan daar. Want ten eerste kan je in Amsterdam met de tram gaan, maar ten tweede is het daar, ook als je lang zaam loopt, dichter bij. Ware het niet voor onzen vriend no. M. 2467 wiens burgelijke identiteit wij voor immer zullen ignoreeren, doch die door goed heid des harten en vriendelijkheid van uiterlijk steeds in onze gedachtenis bewaard zal blijven, dan hadden wij het geheele winddoorsneden traject station-raad huis te voet moeten afleggen. Nu opende onze vriend gelijkelijk de deuren van zijn chevrolet-sédan en ook zijn hart om ons topografisch en ideologisch wegwijs te maken in het veld van onze onderzoe kingen. Moet vermeld worden, dat mijn makker per ongeluk plaats nam op het pasgeschoten faisantenhaantje? Neen, immers; de lezer had het welhaast reeds geraden. In minimum van tijd hoorden wij nu alles omtrent de geschiedenis der heerlijkheid Hemmen en van den laatsten Heer, over wien onze dynamische gast heer met een zekere familiariteit sprak als den ouden Piet"; wij hoorden iets over den persoon en de financieele situatie van den burgervader, alsmede alles over kerk en school, wat niet eens veel was. Het kasteel werd ons uitgelegd, alsmede zijn bewo ners, en het werd duidelijk, dat het bij toekomstige reportages eenvoudiger zou zijn, onzen anoniemen vriend in Amsterdam te logeeren te vragen. Wat wij hierbij doen ! HET meer officieele gedeelte van onze taak speelde zich af in de goed verwarmde raads kamer van Hemmen waar de ambtelijke sigaar de feestelijkheid van dezen Octobermorgen accen tueerde. De ernst van de daar ons meegedeelde feiten vindt de lezer hieronder welhaast volmaakt verant woord. Mijn meer profane geest vond met den pas aangestelden brigadier van de veldwacht een exquis genot in het weer oprakelen van den vreeselijken moord op de oude Pit van Brakel, nu alweer zes jaar geleden door den vischventer van Opheusden neergekneppeld"; en dat alles om vijftig gulden, wat den, door zijn vischriekendheid verraden, venter op een rijksdaalder per geboet jaar is komen te staan. En dat brengt mij weer op de relativiteit van de kleinheid van inkomens. Toen halverwege de sigaar er werkelijk niets meer te vertellen viel, moesten wij ons terugtrekken. En zelfs de schoonheid van het gerestaureerde kerkje kon ons niet troosten over het verlies van onze pasgewonnen en te snel verloren vrienden. Slechts een hartig maal in Het Tolhuis (maison fondée en 1341) was een kleine compensatie. Reeds Cremer heeft geweten van de Linge en ik weet het nu ook. De Linge is, als Cremer reeds ge zegd heeft, en ik heb het hem nagezegd, onthouden en gereciteerd uit mijn schoolbloemlezing. De Linge was gevleid en zei, dat hij al eeuwen langs Hemmen stroomt, getuige de brug, waar al zes honderd jaar tol geheven wordt, vandaar Het Tolhuis. En dat bracht ons weer op de lunch en het verleden. Heb jij verbeelding, kameraad?" (ik bedoelde: fantasie). Hij had, en plotseling schoven we een vijfhonderd jaar terug, en kwamen de nederige pachters van Het Kasteel" in hun schamele huiken langs. De boerendochter uit Het Tolhuis in de wijde gelagHet kerkje van Hemmen met Hemmen's jeugd kamer werd een primitief schilderij en het brood bleef als het was, bruin en knappend. Onze schooierende terugtocht, hierna, behoeft geen vermelding. Wij werkten bij boeren voor de kost, egden, ploegden, zaaiden met machines, kort om wij leefden frugaal. Na den oogst trokken wij van ons gespaarde geld weer naar de hoofdstad, en hielpen zoodoende professor Goudriaan van zijn tekort. De recruten op het station, thans uitge studeerde soldaten, begroetten ons stormachtig. H. B. F. HEMMEN in feiten en cijfers PER i Januari van dit jaar honden drie ge meenten in ons land bogen op een inwoners aantal beneden de 250. Serooskerke op Schou wen telde 244 inwoners, Katwoude in Noord-Holland 242, maar Hemmen bij Nijmegen spande met 214 zielen de kroon. Tweehonderd-veertien menschen, minus n burgemeester, minus n gemeente-secre taris (ze verdienen samen minder dan een Amsterdamsche tramconducteur), minus twee wethouders, minus zeven raadsleden (een verhoudingsgewijs even groote Amsterdamsche raad zou slechts in het Stadion kunnen vergaderen....), minus n gemeente-ont vanger annex gemeente- en postbode, minus n rijksveldwachter, n gemeente-wegwerker en twee onder wijzers rest: honderd-negen-en-negentig gewone burgers. Ze leven er grootendeels van den land- en tuinbouw, in de kleinste gemeente van ons land. De boerderijen, die er allen behoorlijk uitzien, zijn op een enkele uitzondering na het eigendom van het kasteel", zijnde het vroegere particuliere landgoed van de adellijke familie Van Lynden, die in 1361 den eersten Heer van Hemmen heeft opgeleverd en zeven jaren geleden met den vier-en-negentig jarigen zeventienden Heer is uitgestorven. Diens neven wei gerden de hooge successie-rechten te betalen, zoodot het voorvaderlijk slot thans toebehoort aan een genoot schap voor in- en uitwendige zending, dat er regel matig conferenties en dergelijke organiseert. Het is een idyllisch leven, daar, in de kleinste administra tieve eenheid van ons land. De veldwachter heeft in drie maanden tijd slechts twee personen kunnen be keuren voor zonder licht rijden. De raad kent geen partijen, de gemeente kent geen werkloozen, sinds de eenige jongeman die te haren laste viel, bij de spoor wegen emplooi heeft gevonden. Arme boeren komen er niet voor.: het stichtingsbestuur past, zoodra er een boerderij openvalt, een scherpe selectie toe op de candidaten, waarbij niet alleen op hun kerkelijke over tuiging, maar ook op hun economisch weerstandsvermo gen wordt gelet met 'n zeer bijzondere zorgvuldigheid. Het gevolg van een en ander is, dat Hemmen een betrekkelijk rijke gemeente mag heeten. Veel is er trouwens niet noodig: de begrooting sluit op een bedrag tusschen de zeven- en negenduizend gulden. Het is niet zoo vreemd, wanneer men dan een bedrag van f 350, gevergd voor het maken van een pomp voor den gemeente-veldwachter, door den secretaris een geweldig groot bedrag" hoort noemen. De ge meente kan zich de weelde van lage belasting-tarie ven veroorloven ! Men betaalt in Hemmen ongeveer een derde minder belasting dan in Amsterdam. Tal rijke personen uit omliggende gemeenten willen zich dan ook in deze oase van financieele onbezorgdheid vestigen, hetgeen echter door het bestuur dier oase even krachtig als doeltreffend wordt tegengegaan. Handel en bedrijf beperken zich tot n winkel annex caféannex bakkerij. Een kapper .is er niet en de dokter moet uit Zetten komen. Een merkwaardige sensatie overigens om een burgervader en zijn secre taris te hooren redetwisten over het juiste aantal nieuwe inwoners sinds het begin van dit jaar, dat reeds op het gebied van de geboorten een record heeft gevestigd: zes Hemmenaren zagen sinds den isten Januari het levenslicht, er komt er nog n", werd ons reeds verzekerd, en nog maar twee" hebben het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld. Och verder heeft de burgemeester, de heer A. R. den Hartog, niet heelemaal ongelijk, wanneer hij in een artikel van zijn eigen hand, opgenomen in het Geldersch Landbouwblad" d.d. 18 Februari j.L, constateert, dat het plaatsje Hemmen zelf nauwelijks te onderscheiden is van de vele plattelandsdorpen, die ons land telt. De huizen zijn netjes, er staat een woonwagen, de meisjes gichelen er en een zachte October-zon streelt er met wat speelsche stralen de boomen langs den weg. Die Erde ist die gleiche, berall . ." Hemmen en Amsterdam 't verschil is minder groot dan men zou denken. PAG. S DE GROENE Ne. 32Q4

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl