Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
Nieuwe verwikkelingen in Frankrijk
MOET men den vreeselijken brand die
Marseille Vrijdag j.l. heeft geteisterd en die
door het volkomen falen van politie en
brandweer, afgezien nog van de materieele schade,
aan bijna zeventig menschen het leven heeft gekost,
symptomatisch achten voor den verwarden en niet
altijd even georganiseerden toestand waarin Frank
rijk verkeert? Het zou misschien te veel gegenerali
seerd zijn: Marseille is zeker niet de ordelijkste stad
van het land. In elk geval wierp deze brand felle
schaduwen op het congres der radicaal-socialistische
partij en gaf hij, zij het ook ongewild, relief aan de
vele verklaringen dat de politieke en economische
kracht van Frankrijk versterkt moest worden.
Daladier heeft een redevoering gehouden, die in
mineur begon en in majeur eindigde. De financiëele
en economische toestand werd zwart afgeschilderd.
Terecht: het tekort op de begrooting voor 1939
bedraagt wederom ruim dertig milliard frs., zijnde
een achtste van het nationaal inkomen. Daladier
wekte daarbij op tot vergrooting van de productie:
menig scherp woord uitte hij aan het adres van de
vakvereenigingen en de communisten, wien hij
verweet het economisch leven en de defensie te
saboteeren.
Van hun kant hebben de leiders der arbeiders
beweging «r op gewezen dat zij gaarne de weer
kracht willen versterken, maar dat zij geen ver
trouwen stellen in de wijze waarop de Daladier's en
Bonnet's de versterkte weerkracht wenschen te
gebruiken. Hoeveel redelijks ook in deze opvatting,
bezien van het standpunt der arbeiders uit, aanwezig
is , wij verwachten niet dat zij op den duur
gehandhaafd kan en zal worden. De Frangais
moyen" duldt geen verder achterblijven van zijn land
bij het Derde Rijk. Ergo zal binnenkort de arbeids
tijd wel verlengd worden en zullen de reëele loonen
verder dalen deze daling is toch reeds een feit
door de voortdurende, zij het ook langzame stijging
van de kosten van levensonderhoud. Deze politiek
is de politiek van de Banque de France", welker
leiders voortdurend aan invloed hebben gewonnen.
Een andere politiek ware mogelijk geweest: een
politiek van het vragen van offers, niet alleen van
de arbeiders en ambtenaren, maar ook van de groote
en kleine kapitaalbezitters. Men zou een vermogens
heffing kunnen houden, men zou de rente op staats
obligaties object kunnen maken van de inkomsten
belasting daardoor alleen zou al een kwart van
het begrootingstekort gedekt zijn , men zou het
belastingstelsel kunnen hervormen in progressieven
zin. Het is merkwaardig dat iedere minister van
financiën na verloop van tijd tot een dergelijke
politiek wil overgaan. Marchandeau is er na een
half jaar practisch werk toe bekeerd, terwijl hij
zijn post als minister van financiën dankte aan het
feit dat hij voor een tegenstander van deze, reeds
door Blum voorgestelde maatregelen, gold. Mar
chandeau heeft zijn portefeuille verwisseld voor
die van justitie wonderlijk veelzijdig zijn die
Fransche politici! , en Paul Reynaud zal nu
zijn schouders onder de begrooting zetten. Daladier
heeft hiermede een koers ingeslagen die tot verdere
verzwakking van het land moet leiden. Deze politiek
kan noch zal worden volgehouden.
Inmiddels is de gemeenschappelijke verklaring
van Hitler en Daladier die de aanvulling moest
zijn van die tusschen Hitler en Chamberlain, nog
niet verschenen. Zij zal ook nog wel eenigen tijd
op zich laten wachten. Fransche politici hebben
zich intusschen weer herhaaldelijk uitgesproken
tegen een volledig losmaken van de banden met
de Sowjet-Unie. Het zou ons dan ook verbazen,
wanneer deze alliantie officieel werd ontbonden.
De Sowjet-Unie ware dan volledig geïsoleerd en
Frankrijk zou zijn overgeleverd aan Engeland en
Duitschland: het zou het einde van zijn
buitenlandsche politieke onafhankelijkheid beteekenen.
Merkwaardig was voorts de Marseillaansche motie,
waarbij de radicaal-socialisten principieel alle
Duitsche koloniale eischen afwezen: een heel wat
onverzoenlijker standpunt dan dat der Engelsche
conservatieven. Het is niet onmogelijk dat hierdoor
binnenkort ernstige spanningen ontstaan tusschen
de beide groote democratieën. Schijnbaar is op het
oogenblik alles pais en vree; in werkelijkheid zijn
de politieke verschuivingen die het gevolg waren
van de Sudetencrisis, nog lang niet tot rust gekomen.
Het Britsch-ltaliaansch accoord treedt
in werking
EINDELIJK! Men ging er waarlijk langzamer
hand aan wanhopen dat dit accoord nog ooit
werkelijkheid zou worden. Nu is het dan zoover.
Op 16 April van dit jaar hebben de Italiaansche
en Britsche regeeringen een overeenkomst opge
steld, die echter eerst in werking zou treden wan
neer het Spaansche vraagstuk was geregeld". De
Italiaansche regeering had zich verplicht haar z.g.
vrijwilligers terug te trekken volgens de bepalingen
van de Non-Interventie-Commissie op basis van
de Britsche formule. De Non-Interventie-Commissie
heeft drie maanden geleden een plan opgesteld.
Barcelona heeft het geaccepteerd. Burgos heeft
Londen aan het lijntje gehouden. Barcelona heeft
daarop zelfstandig alle buitenlandsche vrijwilligers
huistoe gezonden onder controle van een Volken
bondscommissie. De Italfaansche regeering heeft
van haar troepen die in Spanje strijden en waarvan
de schattingen variëeren tusschen twintig- en
negen.tigduizend man, tienduizend man teruggetrokken.
De keuze is daarbij gevallen op hen die voor verderen
dienst ongeschikt waren. Inmiddels is deze regeering
ijverig doorgegaan met het zenden van materieele
hulp: het zijn nog steeds in hoofdzaak Italiaansche
tanks en Italiaansche vliegtuigen die de
regeeringlinies bestoken. Het aantal Britsche koopvaardij
schepen dat in den grond werd geboord, is legio.
Bovendien hebben Ribbentrop en Ciano die einde
van de vorige week te Rome geconfereerd hebben,
verklaard, dat zij een volledige overwinning van
generaal Franco voor absoluut noodzakelijk houden.
En met dat alles is dan het Spaansche vraagstuk
naar het inzicht der Engelsche conservatieven
geregeld" ! Nu is dan het langverbeide moment
gekomen waarop het Britsch Imperium de brute
verovering van Abessyniëgaat erkennen. Wat
krijgt het in ruil? Beloften van hen, die slechts
beloften schenden. Misschien ook de hoop op rustige
verdere exploitatie van de Spaansche delfstoffen.
De strijd in Spanje is hiermee niet geëindigd,
zij het ook dat de republiek nog maar weinig
buitenlandschen steun geniet. Engeland houdt zich
afzijdig; Frankrijk is niet langer officieel vertegen
woordigd te Barcelona; met de Sowjet-Unie is
het contact verzwakt: tenzij er een plotselinge
stijging intreedt, zal de Sowjet-Unie over het
loopende jaar slechts een zevende aan Spanje hebben
geleverd van wat zij het vorige jaar geleverd heeft.
Slechts met de Vereenigde Staten onderhoudt de
Spaansche republiek zeer hartelijk contact, hetgeen
te verklaren is uit het opmerkelijk offensief dat
Washington met name in Zuid-Amerika tegen de
as Rome?Berlijn?Tokio heeft ingezet.
Hoe reageert Engeland?
HET is een feit dat het Engelsche volk weinig
neiging vertoont om Chamberlain het ver
trouwen op te zeggen. Bij de tusschentijdsche
Lagerhuis-verkiezing te Oxford werd weliswaar de
regeeringsmeerderheid gehalveerd dit was echter
een plaatselijk verschijnsel, te verklaren uit de
populariteit van den oppositie-candidaat. De gemeen
teraadsverkiezingen werden echter een vrij groot
succes voor de conservatieven. Chamberlain, de
vredestichter" doet" het nog steeds goed bij het
Engelsche publiek. Intusschen heeft de premier
in zijn kabinet eenige belangrijke wijzigingen aan
gebracht. De benoeming van Sir John Anderson,
die als gouverneur van Bengalen naam heeft
gemaakt, tot grootzegelbewaarder, tevens belast
met de organisatie der luchtbescherming, heeft
een goeden indruk gemaakt. De overige aanvullingen
vonden slechts matig waardeering. Er zijn ook vele
conservatieven die niet het gevoel hebben, dat
Chamberlain de defensie versterkt op de wijze die
noodig is. Desondanks is het vrij waarschijnlijk,
dat algemeene verkiezingen op het oogenblik een
succes zouden worden voor den premier. In het
Lagerhuis beschikt hij nog steeds over een groote
en volgzame meerderheid, die hem in staat telt
tegen de oppositie op te treden met een agressiviteit
die den bezadigden Baldwin volkomen vreemd was.
Trouwens, met het argument, dat iedere andere
politiek dan de zijne onvermijdelijk tot oorlog zou
hebben gevoerd een argument dat wij voos
achten , maakt hij eiken tegenstander mond
dood, beter: laat elke tegenstander zich monddood
maken.
Het is frappant, hoeveel vernederingen deze
Engelsche regeering over haar kant laat gaan.
Punt 5 van de overeenkomst te München luidt
woordelijk: de hoofden van de regeeringen der
vier mogendheden verklaren dat het vraagstuk der
Poolsche en Hongaarsche minderheden in
TsjechoSlowakije, indien het niet binnen drie maanden
door een overeenkomst tusschen de betreffende
regeeringen is opgelost, voorgelegd zal worden
aan een nieuwe bijeenkomst van de hoofden van
de regeeringen der vier mogendheden." Tezamen
zouden Duitschland, Italië, Frankrijk en Engeland
dus over deze minderhedenquaesties moeten beslis
sen. Polen en Tsjechoslowakije zijn het zelfstandig
eens geworden. Hongarije en Tsjechoslowakije
hebben de vaststelling van de grens aan Duitsch
land en Italiëovergelaten. Niet naar den vorm,
maar wel naar den inhoud is daarmee de zooveelste
bepaling van de overeenkomst van München
geschonden. Ciano en Ribbentrop hebben de zaak
in een gemoedelijk onder-onsje tot een einde ge
bracht. De beslissing die zij genomen hebben,
beteekent dat een belangrijke Slowaaksche en
Roetheensche minderheid in Hongarije komt te
wonen, dat Hongarije er eenige belangrijke streken
bij krijgt belooning voor trouw aan Rome en
Berlijn , maar van de gemeenschappelijke
PoolschHongaarsche grens komt niets: een belangrijk
succes voor het Derde Rijk. Londen en Parijs zijn
behandeld als quantiténégligeable". Geen woord
van protest
Trouwens, ook in het Verre Oosten heeft
Engeland's macht weer een geduchte knauw gekregen.
Chamberlain had in zijn redevoering, Dinsdag j.l.
er op gezinspeeld dat de City maar al te graag
Japan zou bijspringen met belangrijke leeningen
ter exploitatie van Noord- en midden- China.
Prins Konoje is het antwoord niet schuldig ge
bleven : we zullen, zeide hij, slechts kapitaal aan
nemen van geestverwante" staten. Konoje zal
op den duur misschien moeten bijdraaien. Deson
danks, welk een vernedering is deze uiting voor
den Engelschen premier. Hij wordt afgescheept als
een ongewenschte bedelaar.
De maatregelen tegen de jeugdwerkloosheid
UIT een belangrijke redevoering die minister
Romme Zaterdag j.l. heeft uitgesproken en
uit de zoo juist verschenen Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer betreffende de algemeene
beschouwingen over de rijksbegrooting, zijn thans
de plannen bekend geworden die de regeering
koestert ten aanzien van de bestrijding der jeugd
werkloosheid. Er is veel te loven en veel te laken.
Beginnen wij met er onze vreugde over uit te
spreken dat deze urgente zaak eindelijk met de
energie wordt aangepakt, waarop het Nederlandsche
volk en waarop de jeugdige werkloozen zélf vijf
jaren en langer gewacht hebben. Wat de regeering
thans voorstelt is, in het kort, dit: ten eerste, tijdelijk
verbod van ondernemingsarbeid voor veertien
jarige jongens, uitgezonderd in den landbouw; ten
tweede, blijvende wering van het meisje uit het
ondernemingsmilieu tot haar zestiende jaar; ten
derde, invoering van een staat-van-dienst-boekje
voor eiken leerplicht-vrijen, minderjarigen jongen;
ten vierde, uitbreiding van de jeugdregistratie en
tijdelijke uitbreiding van den cultureelen zorg
voor jongeren.
Dat de leeftijd waarop jongeren in het bedrijfs
leven opgenomen kunnen worden, verhoogd wordt,
juichen wij toe. Het beteekent dat enkele jaar
klassen ouderen werk zullen vinden. De noodzake
lijke aanvulling: verlenging van den leerplicht,
ontbreekt echter bij de regeeringsvoorstellen, het
geen wij betreuren. Thans zal de jeugd slechts
een vacantie krijgen van vrij langen duur
stellig hoogst aangenaam, maar opvoedkundig
niet de beste oplossing. De uitbreiding van de jeugd
registratie en de uitbreiding van den cultureelen
zorg voor jongeren zijn verheugende maatregelen:
wil de regeering de jongeren in de genoemde
vacantie eenigermate opvangen"? De oplossing
zou niet ideaal zijn: geregeld onderwijs is beter.
Tegen de invoering van een staat-van-dienst-boekje
voor minderjarige jongens na het verlaten der
schoolbanken rijst menig bezwaar. Een dergelijk
boekje brengt met zich mee dat de jongere die
een licht vergrijp heeft begaan, jaren en jarenlang
geteekend is en daardoor belemmerd zal worden
bij het vinden van een betrekking. Beter lijkt ons,
dat bij zulk een vergrijp een kleine geldsom wordt
ingehouden. Het boekje hoeft niet, maar kan heel
wél ontaarden tot een godsdienstig en politiek
discriminatie-middel. Ook om deze reden zouden
wij het betreuren wanneer dit onderdeel van een
overigens zeer belangrijk complex van maatregelen,
tot wet werd verheven.
AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bi| hun bijdragen een gefrankeerd
briefomslag met adres van den afzender In te sluiten.
Op het adres van stukken, voor de redactie
beitemd, vermelde men geen namen van personen.
PAG. 6 DE GROENE No. 3205