Historisch Archief 1877-1940
?f«
en
Jie teckntek
HET overgroote succes van Sneeuwwitje en
De Zeven Dwergen", die nu deze week in
Amsterdam hun Hollandsche première
beleven, en die daar verder vijf maal per dag zeer
waarschijnlijk een groot publiek zullen trekken,
doet de vraag opkomen naar de methode, naar het
procédé,' waarmede de Disney-studio's gewerkt
hebben om deze sprookjesfilm tot stand te brengen.
Eigenlijk is het principe van de teekenfilm niet
veranderd, sinds de journaalcameraman en
teeke. naar Walt Disney (die toen al een avontuurlijk en
hard leven achter den rug had) omstreeks 1920
zijn eerste teekenfilm, Roodkapje", vervaardigde.
Verschillende teekeningen, die de opeenvolgende
fases van een bepaalde beweging vormen, worden
achtereenvolgens door een filmcamera gefotogra
feerd waaruit dan een bewegende figuur ontstaat.
Met deze methode ging Disney te werk; en hij
vervaardigde verschillende series, waarvan Oswald
bekend, Mickey Mouse beroemd werd. Poëzie, hu
mor, liefde voor dieren en een uiterst begaafde
teekenstift schiepen deze figuren. Een vurig
enthousiasme en vertrouwen in het eigen werk,
gepaard aan vasthoudendheid om de eigen methodes
en opvattingen te doen zegevieren, brachten Disney
reeds met de in smart geboren Mickey Mouse het
gewenschte succes. De Silly Simphonies, ontstaan
bij de opkomst van geluidsfilm en kleurenfilm,
waarin dus muziek en kleur tot essentieele
bestanddeelen werden, bracht de toen reeds machtig uit
gegroeide Disney-organisatie roem en geld.
Dit geld werd echter niet uitgekeerd als dividend
(de studio's en het materiaal behooren den Disneys
zelf) en ook niet weggeborgen als winst, maar het
werd gebruikt voor de aanschaffing van moderne
apparaten en voor grootscheepsche onderzoekingen.
Disney, de jeugdige, eischt technische vervolmaking
en steeds voortgaande verbeteringen. En uit uit
vindingen in het eigen bedrijf en de toepassing
daarvan groeide Sneeuwwitje.
WANNEER een idee in dit geval het sprookje
van Sneeuwwitje verfilmd zal worden,
verzamelen zich de voornaamste van Disney's ruim
acht honderd medewerkers, tot een conferentie,
waarin de idee besproken en uitgewerkt en de voor
naamste figuren geschetst worden. Dan gaan de
belangrijkste teekenaars aan het werk; de compo
nisten en tekstdichters vangen hun werkzaamheden
aan, en er ontstaan verschillende figuren, begelei
dingen, dialogen. Dit alles wordt geschift, opnieuw
gemaakt, verbeterd. Er wordt geëxperimenteerd'
onverbiddelijk afgewezen. De figuren worden
definitief vastgesteld en geteekend in de belangrijkste
scènes. Achtergronden ontworpen, songs geschreven
en ook reeds uitgevoerd. Ook dialogen en begeleiding
zijn in veel gevallen reeds klaar, vóór de bijhoorende
scène geteekend is. Zoo waren voor Sneeuwwitje
bepaalde songs en dialogen reeds drie jaar klaar
vóór de scènes geteekend werden. De teekenaar
moet dan aan de geluidsstrook zien, uit hoeveel
beelden een bepaalde scène moet bestaan, op welk
punt een bepaalde mondstand voor een bepaald
woord moet komen. Hij gaat dan aan het werk en
schetst zijn figuur, gewoon met potlood op papier,
in een formaat, dat voor hem het makkelijkste is.
Nu heeft men bij Sneeuwwitje voor het eerst een
procédétoegepast, waaraan de film in hoofdzaak
zijn merkwaardig schilderachtige en ook natuur
getrouwe atmosfeer ontleent: zeer veel scènes zijn
eerst gespeeld door gecostumeerde en geschminkte
actrices en acteurs; van deze scènes zijn filmstrooken
vervaardigd. En deze filmstrooken kan de teekenaar
laten afrollen in een miniatuur projectieapparaat,
dat bij elke teekentafel staat. Dan kan hij elke scène
afdraaien als geheel, of ontleed in beelden. Zoo is
ruim 60% van deze film eerst ,,in werkelijkheid"
opgenomen geweest.
Jxunstnanael
DE BRUG"
PRINSENGRACHT 969 bij de Vij zei s t raa t
TELEFOON 31663 AMSTERDAM
* Anliquileden :
meubelen - koper - tin - ceramiek - sieraden
* Jloclerne gebruiksvoorwerpen:
pottenbakkerswerk - sieraden in zilver
en halfedelsteen - wandversiering
Komt U ceiu kyken, kijken kojlg
BIJ DE FOTO'S
Hiernaast: Walt Disney maakt kennis met
de zeven dwergen. Onder: Een teekenaar
bestudeert zijn eigen ge/oatsuitdrukkmg om
den dwerg Dopey te teekenen.
De teekenaar maakt nu zijn schetsen; en
als hij er een aantal klaar heeft, zendt hij
ze naar een camera-afdeeling, waar ze
na elkaar op een filmstrook worden opge
nomen. Binnen weinige minuten krijgt de
teekenaar het ontwikkelde strookje terug,
zoodat hij in zijn projectietoestel onmid
dellijk zijn geteekende schetsen kan
controleeren op expressie, beweging, na
tuurlijkheid, en welke eischen hij ver
der stelt. Op die wijze kan men ook de aan
sluiting verifieeren van het werk van verschillende
teekenaars. Zijn de schetsen goedgekeurd, dan
worden ze beeld voor beeld op gelijke grootte op
celluloid gereproduceerd; zoo verkrijgt men dus
duizenden beelden. Deze platen worden nu met
speciale verfstoffen gekleurd en keurig genummerd
opgeborgen.
Het opnemen geschiedt op twee manieren: de
oude en een nieuwe, door Disney uitgevonden. Bij
de oude wijze wordt de op celluloid geteekende en
gekleurde figuur op den achtergrond gelegd, en de
twee platen samen worden gefotografeerd, en wel
drie maal: n maal met een blauwen, n maal met
een rooden en tenslotte met een gelen filter.
De verbetering der techniek in Sneeuwwitje was
de multiplane-camera": drie tot vijf horizontale
vlakken, waarin men boven elkaar achtergrond,
decors", de tot leven te wekken personen of
dierenbeelden, geteekende voorwerpen op den voorgrond,
kon leggen, om al die dingen boven elkaar en tegelijk
te fotografeeren, waardoor men, als bij een echt
tooneel, of bij een echte filmopname, relief kreeg
van drie tot vijf plans. Dit is de tweede afwijking
van Sneeuwwitje's procédémet dat van oudere
teekenfilms. Het spreekt van zelf, dat deze wijze
van werken oneindig gecompliceerd is. De afzonder
lijke instelling der vijf vlakken (die alle weer in alle
richtingen beweegbaar zijn), de mogelijkheid, de
camera om haar as te laten draaien of ook de scène
in te laten dalen", al deze mogelijkheden, welke die
van een normale filmopname nabij komen, eischen
voor elke opname van n beeldje (terwijl er 24
in de seconde moeten verschijnen en de heele
film 80 minuten duurt) 64 manipulaties. Ook hier
weer wordt elke opname drie maal gedaan, apart
voor de drie kleuren. Het ingewikkelde
technicolorsysteem, dat een samenvoeging van verfijnde
kleuren-fotografische en verfijnde kleurendruk
methoden is, verwerkt dan de 3 losse filmstrooken
mét den geluidsstrook tot het driekleurige
Technicolor-geluidsproduct, dat in de duizenden bioscopen
der wereld thans gedraaid wordt.
IN het Theater aan de Amsterdamsche
Reguliersbreestraat praten de sneeuwwitte heldin en haar
vriendjes, de booze koningin, annex heks,
Nederlandsch. In Parijs waren zij verfranscht, elders
spreken zij Duitsch, Poolsch en elke taal die maar
kapitaalkrachtig is. De taal van het land kan een
zeer groote attractie zijn. En daar bij deze teeken
film geluid toch steeds na-of ' vóór-synchronisatie
is, is het technisch zeer goed doorvoerbaar.
Het boek met den Amerikaanschen tekst,
werd daartoe in het Hollandsch vertaald. Voor den
acteur, die dezen Hollandschen tekst moest
naspreken, werd dan op een gramofoon de
Amerikaansche tekst, die precies gevolgd moest worden,
met het oog op het beeld, gedraaid, net zoolang, tot
de acteur, die met de koptelefoon dien tekst volgde,
precies rhythme en intonatie (in verband met
gestes) in het hoofd had. Op de Amerikaansche
woorden werden dan de Nederlandsche nagesproken.
De Nederlandsche tekst moest dus in het aantal
lettergrepen en soms ook wat betreft accent en
bepaalde klanken identiek met den oertekst" zijn.
Zoo draait dan ook hier het sprookje. Het werd
gemaakt in de kameraadschappelijke organisatie
van de Disney-studio's, waar iedereen spreekt van
Walt" en niet van Mr. Disney", waar in demo
cratische vrijheid door allen hard gewerkt wordt
met veel idealisme, en en daar is Disney trotsch
op met zeer goede betaling. Die arbeid draagt
vrucht. En zoo bracht de film, die ondanks de
geraamde twee honderd vijftig duizend dollar er
anderhalf millioen kostte nu reeds een kleine
tien millioen dollar in. Dat is het moderne sprookje
op een oud gegeven. H. B. FORTUIN
Schilderkunst
J
an van
H
tl e I\i',nslzaal
erwijnen
ir ?
n l.,ier
HET artikel, dat nu volgt, is nog niet het arti
kel, dat ik, ten slotte, had willen schrijven.
Het is korter en meer voorloopig. Ik had
gaarne eens een soort eindartikel gegeven, en de
aanleiding daar toe was de hoop: op een zoo volledig
mogelijke tentoonstelling, op zijn vijftigste jaar
want zóó jeugdig worden wij allen langzamer
hand en zoo jeugdig wordt het volgende jaar Van
Herwijnen. En er zijn vele dingen die tot zulk artikel
opwekken. Van Herwijnen is een Hollandsch schilder.
Hij heeft niets van dat Duitsche in zich, waartoe
een bepaalde cöterie zich tegenwoordig getrokken
gevoelt en waarover te sterker mijn opinie zich
openbaart, naarmate ik me herinner hoe weinig de
Hollandsche kunst van nature in de laatste jaren
baat gevonden heeft bij dat Duitsche, ondanks vele
wederzijdsche lust tot nauwkeurigheid. De nauw
keurigheid van de Hollanders is blijvender, naar
mate zij materieeier is en plastisch determineerender
(ge vindt dat ook in nieuwere litteratuur), de Duit
sche nauwkeurigheid was meer een reactie, de Hol
landsche is meer onmiddellijke natuur, de Duitsche
nauwkeurigheid veronderstelt meer een anderen
grond in het diepste wezen. Ge moet hieruit begrij
pen, dat de geestelijke verhouding tusschen Van
Herwijnen en die anderen een onwillige is en zeker
nooit een blijvende zal zijn. Van Herwijnen en
die anderen verdragen malkaar niet en zullen
malkaar nooit verdragen.
Ik wil dit theoretisch artikel niet eindigen, ik ging
daarvoor naar Amsterdam, zonder van de tentoon
stelling daar werken te noemen die dat
Hollandschblijvende in zich hadden: de vetplant, het kan
netje met kastanjes, de Zinnia's, de blanke vruch
ten enz.
ALB. PLASSCHAERT
PAG. 13 DE GROENE No. 3206