Historisch Archief 1877-1940
U l T H U U l G H E D E M
Film
Sneeuwwitje en de zeven dwergen
ER was eens.... een sprookje, dat
zooveel energie bezat, dat het
na honderden jaren nog springlevend
was en dat het aan de film wilde en
ook kwam. Het werd opnieuw aan
gekleed, het werd opgekleurd en weer
heelemaal nieuw verteld. En alsof het
vandaag gemaakt was en zeer actueel,
genoot jong niet te jong en oud
er weer van.
Dat is Walt Disney's Sneeuwwitje
' dat in het omgetooverde sprookjesslot
Nöggerath aan Reguliersbreestraat vijf
maal per dag draait. Een sprookje ! Een
stof, die wij kennen. Maar een onge
kende sfeer van liefelijkheid en
vroolijkheid, van poëzie, van kleine vogel
tjes en jonge gazellen, van
eekhoorntjes en hertjes, van marmotjes en
bevers, En van een roman van een
prinsesje en van een prins, als in
sprookjes voorkomen, en eigenlijk 'in
alle films, die dag aan dag in alle
steden van alle landen draaien.
Betooverend is dit alles; onver
wacht, nieuw, blij en onbezorgd. En
het is een vreugde, uit de straat met de
jachtende menschen, met rumoerige
taxis en lawaaierige fietsers, met ver
keersproblemen en bellende trams weg
te duiken naar het sprookje, met de
zoetvloeiende muziek en grappigen
dialoog.
We zijn nog zoo kinderlijk, We zijn
zoo dankbaar als Oom Disney weer
vertelt. En deze film is het beste be
wijs, dat de wereld nog niet volwassen
is en nog graag gelooft in sprookjes.,
En dat is maar goed ook, als kinderen
er niet heen mogen. In vele huisgezin
nen heeft het verbod voor kinderen
onder 14 jaar tot ontzettende scènes
aanleiding gegeven. Jantje, die een
maand niet nagels gebeten heeft, om
naar Sneeuwwitje te komen, heeft nu
spijt als nagels aan zijn vingers (ze zijn
er nu trouwens weer af, ge'ijk heeft
Jantje). Marietje had haar vriendinne
tjes er op haar verjaardag mee heen
mogen nemen. Nu moeten ze charade
spelen en Van Staveren mag weten,
wat ze dan voor gruwelverhalen gaan
opvoeren ! Want zoo zijn kinderen en
ook Disney, die zijn en onze kinderlijk
heid geëxploiteerd heeft en blijkbaar
raak was.
Men" in Amsterdam en men" in
verder Nederland spreekt over Sneeuw
witje en de 7 dwergen, het is ook zoo
prettig als er iets prettigs is om over te
praten. Vond je het mooi? Is het nu
werkelijk zoo mooi? Kon je het ver
staan ? Zou die film het doen ? Waarom
komt hij daar ? Komt hij gauw hier ?
Men praat en men kijkt. Het was
erg mooi! Piet vond het niks, maar
die houdt alleen van voetbalfilms ! Moe
wil er niet heen ? Gerrit kon vanavond
niet.
En Sneeuwwitje, haar gelaat lelie
blank, heur haren ravenzwart, en de
zeven dwaze dwergen, met de prach
tig uitgewerkte karakters, met het
koddige idioom en de heerlijke
kopjes, draaien vijf maal per dag
over de eindeloos veel rollen en
radertjes van het projectietoestel en
zien elkaar duizend maal vergroot op
het witte en thans kleurige doek. Ze
draaien en buitelen, zooals sprookjes
figuren dat moeten doen. En zij.... wel
ik geloof, dat we tevreden zijn.
Het geheim van St. Agil
(De Uitkijk)
ZOO al Sneeuwwitje ons aan de
prille jeugd herinnert, de film
van de Uitkijk herinnert aan onze
jongens- (en meisjes-) jaren. Een kost
school, waar geheimzinnige dingen ge
beuren: waar twee jongens verdwijnen,
waar een leeraar een ongeluk krijgt
dat er geen is en drie vrienden een
geheime club hebben. En alweer blijkt,
dat een levensfase, die ver af behoorde
te liggen, nog ergens opgeborgen is
vlakbij, en dat er een deurtje in onze
ziel openspringt, als wij weer in
die jongensboekenatmosfeer getrokken
worden. Het is nu niet aardig van mij,
om het te zeggen, maar zoo iets hebben
we toch al gezien in Emiel en zijn
detectives". Ja, natuurlijk hebben wij
het daar gezien. Maar was dat niet
aardig? Nou, wat wil je meer. Dit ook.
Wat? Nou, natuurlijk, het valsche
geld vervaardigen! Sssst! Dat komt
toch eerst later uit, als blijkt, dat er
achter het schoolbord in de klas een
kamertje zit en dat de directeur van het
instituut.... Toe stil nou, bederf niet
mijn plezier. Wat heb je er aan, alles al
te vertellen ? Laat me toch zelf kijken !
Goed dan ! Kijk maar. Maar als je naar
mij geluisterd had, had je alles al ge
weten. Dan zat je niet meer zoo in
spanning. Nu maak ik ook niet meer
mijn intelligente opmerkingen over
het merkwaardig zuivere van die
jongens-acteurs. Dat mis je lekker !
Kijk jij maar ! Ik ga nooit meer met je
naar den bioscoop !
Stad en land
Het is ook niet noodig, om te zeggen,
dat Erich von Stroheim de sympathieke
leeraar speelt, die eerst verdacht wordt,
omdat hij een vreemdeling is en zoo
stil en merkwaardig. Of het nu van zijn
Stroheim is of niet: het is een stille en
merkwaardige leeraar en hij had het
best gedaan kunnen hebben. Gedaan?
Tooneel
De wilde bussen
DE kranten zijn nog voller van de
wilde bussen dan het land. De
minister, die op de voorplaat van De
Groene staat, zal er slecht van
droomen; en als hij goed slaapt wentelen
zich in ieder geval de busexploitanten.
Want als ze nu nog niet rijk geworden
zijn, is hun kans verkeken. Tenzij ze
misschien aandeelen van de spoor
wegen opkoopen !
Stad en land is vol gerucht.
Zijgespande motoragenten omcirkelen brave
bussen als de horzel het paard. Nu en
dan steken ze ook. Passagiers moeten
uit- of instappen, al naar het aantal
knoopen van den commissaris. Die zit
Don Carlos (Stadsschouwburg)
GEWETENSDWANG en vrij
willige gebondenheid aan den
eenen kant, aan den anderen
de niet te lesschen dorst naar vrijheid,
menschenmin, gerechtigheid in haar
hoofdmotieven heeft deze typische bloem
der Duitsche Romantiek, Schiller's
drqmatisches Gedicht", haar geur
behouden. De vele bekende, met ver
geten van de bron reeds lang tot
scheurkalender-aphorismen geworden frag
menten, heel de beroemde scène bijvoor
beeld tusschen Posa en Philips,
culmineerend in de hartstochtelijke uit
barsting geben Sie Gedankenfreiheit",
zijn in onze dagen actueeler dan ooit
geworden, neen, gebleven. Heel dit van
geest schitterend, vurig en edelmoedig
stuk, doortrokken van de wilde, vurige,
bezielde jeugd van den dichter (die
drie-en-twintig was toen hij het schreef)
en van heel een tijdvak, heeft dan ook
niet nagelaten op ons publiek van ander
halve eeuw later een diepen indruk te
maken. De politieke opstand tegen
knechtende dwingelandij en onderdruk
king is in Don Carlos innig vervlochten
met het conflict tusschen den nobelen
zoon, die zijn zuivere, zachtmoedige
(stief) moeder aanbidt, en den
tyrannieken, harden, strengen vader. Voor
het dooreenspelen van zulke beeld
motieven", welke vaste menschelijke
gevoelswetten vertegenwoordigen, is de
tegenwoordige toeschouwer, ook al heeft
hij nooit van Freud gehoord, vanzelf
misschien nog ontvankelijker dan de
tijdgenoot van den genialen Schiller,
die uiteraard geheel onopzettelijk, uit
oluter poëtische intuïtie, deze
dubbeltragedie in levende symbolen verbeeldde.
Het Nederlandsch Tooneel heeft zich
zeer verdienstelijk gemaakt met het
aandurven van dit groote theaterwerk
van het klassieke repertoire. Het heeft
moeite noch kosten gespaard om er een
weidsch opgezette, uiterst verzorgde en
monumentale vertooning van te geven,
en wie billijk is, zal aan deze kunst
zinnige daad, in een tijd van verslapte
tooneelbelangstelling, de noodige erken
ning, eerbied en dankbaarheid niet
kunnen onthouden.
Of die vertooning dan volmaakt was?
Stellig niet. Elke tooneelvoor stelling
interpreteert een dramatisch werk naar
de subjectieve inzichten van den regis
seur, en het spreekt vanzelf dat wel
niemand het in zoo'n geval tot in
onderdeelen met alles eens kan zijn. Dit
vooropstellend, moet men Van Dalsum de
eer geven, geen dood academisme maar
een boeiend en levend verzendrama ten
tooneele gebracht te hebben. Het sterke
wegmoffelen van de eindrust bij enjam
bementen is, voorts, een euvel, dat het
verzenzeggen van schier eiken acteur
aankleeft, en te betreurenswaardiger in
deze blank verses" waar geen
accentueerend rijm afgedempt (en om zeep
gebracht) hoefde te worden. Bij de
vertaling van J. C. de Joode, over het
geheel lang niet slecht, moest men hier
en daar een vraagteeken zetten; ook bij
enkele coupures. Ten slotte: er zijn
altijd wel rollen, die men zich anders
heel den dag uit te tellen. De minister
heeft aan zijn grijze pak een even aan
tal en aan zijn zwarte een oneven
omdat mevrouw Goseling vergeten
heeft naar den mouw te kijken. Men
kan beter kindermoordenaar zijn dan
buschauffeur. Maar nog beter minis
ter. Want die heeft altijd gratis reizen,
niet alleen met de bus maar ook met
den trein. De vraag is, wat er met al
die bussen moet gebeuren, die straks
over zijn. We kunnen toch niet alle
maal vier dagen na^r Parijs"? Want
als dat eventjes gaat loopen moet je
ook halverwege uitstappen en" te voet
verder gaan. En sta maar eens midden
in Frankrijk op een winderigen weg
met een ongeldig buskaartje. Misschien
kunnen ze de bussen ombouwen tot
vliegtuigen. Dat mag. Althans kan de
politie ze bezwaarlijk onderweg aan
houden en de passagiers laten uitstap
pen. Als u met alle geweld uithuizig wilt
zijn, doet het niet per bus.
Het schaafctornooi
ALS reizende accrobaten trekt de
stoet grootmeesters en
kampioennen van het schaken door ons land.
Eiken avond houden zij ergens halt
en buigen zij zich over de velden en de
stukken en doen geniale dingen Een
schaakwedstrijd paart voor den toe
schouwer de opwindendheid van voet
bal aan de rust van een avonddutje.
Een ideale combinatie tenzij ge niet
van schaken houdt.
opgevat kan denken.
MAAR daarmede zijn dan ook
vrijwel alle bezwaren opgesomd,
en voor het overige hebben wij niets dan
lof. Van Dalsum, die zich een
prachtigen kop had gemaakt, speelde Philips II
niet naar den koninklijken, ijskouden,
gevoelloozen kant, maar eer naar den
menschelijken: een oud man, door
twijfel, knagenden zielstrijd en inner
lijke onzekerheid aangevreten een van
de gebruikelijke afwijkende vertolking,
maar welke eveneens haar recht van
bestaan heeft. Frits van Dijk was als
Don Carlos jong, impulsief, mee
slepend, fel, juist wat hij zijn moest.
De Posa van Jacques de Haas, een even
moeilijk uit te beelden rol, daar de
klinkende welsprekendheid hier geen
oogenblik hol mag klinken, bleef steeds
volop overtuigend en geloofwaardig.
Hans van Meerten was een prachtige
Groot-Inquisiteur. De geheele regie was
overigens, naar Van Dalsum's hier
boven genoemde interpretatie, vooral op
de menschelijke, meer dan op de
reprensatieve zijde der karakters af
gestemd. Daardoor zette Loudi Nijhoff
haar overigens treffende
koninginnefiguur in de hevig-ontroerde passages
wel wat sterk aan; daardoor ook bleef
de zoo frissche en charmante Eboli van
Ank van der Moer soms wel wat te
speelsch onschuldig. Het spelen als
geheel echter wij moeten ons ten
uiterste beperken, al zouden wij gaarne
nog andere namen genoemd hebben
stond, ook als samenspel, op zeer hoog
peil. Snoek had bizonder fraaie decors
ontworpen, en met een doorloopende
muzikale illustratie tijdens alle
tafereelwisselingen en changementen heeft Arn.
Juda opmerkelijk wzrk verricht.
Otaosscliouwourg
N.V.IIET NEDERLANDSCH TOONEEL
Directeur Cor van der Lugt Melsert
Zaterdag 12 Nov. 8 uur
Zondag 13 Nov. 8 uur
U
on
U. d. P. Ken
iel van groot en schoon iooneel
PAG. 17 DE GROENE Np. 3106