De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 12 november pagina 19

12 november 1938 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

HET Dr. A, buiten zijn bedrijf , , ' M. J. Btusse AL verscheiden malen was ik in het verloop van wel meer dan veertig jaren naar Eindhoven gespoord om voor mijn voormalige rubriek Onder de menschen" in de N. R. C. stof op te doen in het groeiend bedrijf van de gloeilampen en mee van de radiotoestellen in lateren tijd. En dit waren de regelmatig opvolgende hoofd stukken van een hevig boeiend modern epos, dat ik zoo als het ware mee beleefde. Eerst Ir. Gerard Philips, de wetenschappelijke man", in het bescheiden gebouw, dat vroeger een bukskin-fabriek was geweest, en na hem zijn zestien jaar jongere broer Anton Philips, die den handelskant" voor zijn rekening had genomen,?zij hebben mij dan telkens hiervan verteld hoe zij weer hadden uitgebreid, geperfectionneerd, en waren vooruitgeboerd. De jeugdiger en roeriger compagnon liet mij geregeld na de besprekingen, in zijn storm achtig tempo, den steeds overweldigender groei zien, liefst langs al die ladders en steigers van de nieuwe aanbouwen, en overal moeide hij zich mee. Ik had vaak een toer om hem in die onmeedoogende vaart en bij al wat hij hier onderdoor aan anderen opdroeg en mij uitlegde te volgen. Eenige malen ben ik dan ook gast geweest in zijn huis, in zijn familiekring. Dan telkens weer was daar opeens die wonderlijke metamorfose van den onbuigzamen, heftigen legeraanvoerder in den slag, die, alles overziende en organiseerende, gedreven werd door den onstuimigen wil om te overwinnen, om een ieder en alles ondergeschikt te maken aan de tucht van zijn wil en zijn bezielende aanvuring : in den hartelijken père de familie, in den voorkomenden gastheer, steeds bedacht om anderen genoegen te doen. En weldra ontstond dan een vertrouwelijk contact, waarin wij beiden aan geen courant meer dachten. Dan had de machtige Dr. Philips, wien de duizenden in het bedrijf welhaast beducht naar de oogen zien, alleen nog maar een goedmoedige sfeer van gezellig heid om zich heen en, als volkomen bevrijd van alle zakelijke spanningen, was hij rustig een levendig, interessant causeur, maar die ook aandachtig kon luisteren.Want, buiten de dringende business om, is hij open voor alle dingen van zuiver menschelijken aard. DWARS door telkens weer zakelijke telefonades heen, die hij steeds zelf geduldig afdoet, kort en meteen scherp erin, ook bij gesprekken, die hij in de huiskamer en aan de intieme maaltijden voert, blijft hij opgewekt de belangstellende huis vader, een vaak humoristisch verteller, en als zijn gasten spreken over eigen levenskringen, dan vraagt hij hierop door, om er de pointes van te weten te komen en er vooral alles goed van te begrijpen. Wanneer 't dan laat in den avond werd en heel stil in zijn huis, dan voelde hij zich soms gestemd tot vertrouwelijke gesprekken over eigen problemen en eigen idealen. Is 't dan niet opmerkelijk, dat deze leider van een zoo oneindig samengesteld grootbedrijf, met zijn eisenen van welhaast iedere minuut in een omvang van steeds wisselende belangen over de heele woelige wereld, waardoor zijn taak mij wel eens duizelingwekkend voorkomt, bij die ver antwoordelijkheid, in dezen chaos van be moeiingen en prompte beslissingen op de har telijkste manier zóó genegen vertrouwd spreekt bijvoorbeeld over de bekoring van zijn honderden bunder uitgestrekt grondbezit aan Brabantsche bosschen, heidevelden en vennen, waar, als hij mij er soms rondreed aan het wiel in zijn auto, geen boomengroep, geen bloeiende struik staat, geen jonge aanplant, of opgetogen om de schoonheid ervan, verhaalde hij mij alle intieme bijzonderheden van hun wording? En dan blijkt zijn innigste ver langen te zijn, om, wanneer hij mogelijk binnen afzienbaren tijd de leiding van het concern overlaat aan het directorium van jongeren, zijn dagen vooral te mogen besteden aan dezen boschbouw, waarvoor hij, met de deskundigen samen, al lang allerlei plannen in rustieke details heeft voorbereid zóó, vooral, dat ook zijn kinderen en kleinkinderen er later het volle profijt, het volle genot van zullen hebben. VEELAL brengt het gezin hier in een eenvoudig boschhuis het weekend door mst enkele vrienden. Een van de technisch volmaakste golf banen in ons land loopt er over die zacht golvende landouwen voort. Dit is zijn ontspan ning, zijn verpoozing uit al die jachtige zorgen uit. Twee van zijn getrouwde kinderen wonen op dit uitgestrekte landgoed. Er is een clubhuis, door wijlen den architect Hanrath en Ir. Briët gebouwd bij een van die romantische vennen, waar zomers gezwommen wordt en geroeid, 's winters schaatsen gereden. En wat ik mij dan óók voorstel als ik niet meer geregeld naar kantoor zal gaan dat is, om te léren in verband met mijn schilderijen, mijn kunstvoorwerpen. Want hiervoor heb ik immers evenmin ooit gelegenheid gehad. Ik ga er dan veel over lezen, van allerlei naspeuren, musea bezoeken, hier en in 't buitenland. Mogelijk ook het catalogiseeren, met behulp van kunst historici, onder handen nemen.... Deze kant heb ik te lang moeten verwaarloozen." In dit verband spreekt hij waarlijk enthousiast vooral over de schoonheid, die hij op zijn jongste reis heeft genoten. Een illusie, waarover ik hem al sedert jaren gehoord had: om in gezelschap van mevrouw Philips nog eenmaal Indiëte mogen zien. En deze lang gekoesterde wensch is nu vervuld. Vijf en een halve maand op reis voor genoegen ! Wat een ongekende weelde. Al heeft hij natuurlijk niet kunnen nalaten ook in onze Koloniën en later in China en Japan de goede relaties te versterken tusschen allerlei menschen van grooten invloed, die hem overal voorkomend tegemoet kwamen, en Philips's bedrijven. Maar de ontmoeting met al deze aanzienlijken, de bezoeken onder meer aan de hoven van onze Indische vorsten, die het echtpaar te gast noodden, 't verhoogde voor hem alleen maar de vreugde om de belangrijkheid van de reis. En zooals hij hiervan amusant en graag bewon derend vertelt, dacht ik: Dr. Philips zou even goed een voortreffelijk journalist zijn kunnen wor den, want hoe scherp merkt hij op, hoe kleurig en onderhoudend weet hij 't anderen uit te leggen. Zoo is hij vol deskundige bewondering voor de organisatie, de techniek, de leiding van al die Indische cultuur-ondernemingen. Hij vond 't reusachtig". En met Mr. Trip, den president-directeur van de Nederlands che Bank, is hij volkomen eens, wat deze mij onlangs verzekerde: dat niets zoo bemoedi gend is voor onzen nationalen trots als het zien van wat er in onze Koloniën gewrocht is. Treffend is hierbij dat Dr. Philips op deze uiteraard vluchtige bezoeken en uit de ge sprekken met de vooraanstaande menschen zich aanstonds een zuiver zakelijk beeld vormt van al de moeilijkheden en van de merites, van de vooruitzichten. Alleen, zegt hij: zij hebben minder last dan wij in ons bedrijf. Al die landen brengen het product voort, waarop zij zich specialiseeren en verkoopen deze artikelen voor hooger of lager prijs. Maar die duizenderlei bezwaren, die wij met al onze producten nu al sedert jaren van uur op uur te overwinnen hebben, die kennen zij niet... . Inmiddels heeft hij voor zich zelf wel even den balans opgemaakt van al die culturen en al dien handel. Zijn con clusie is een eerlijk opgetogen ontzag voor den prachtigen arbeid, die geweldige energie, voor den rijkdom van de Indische aarde. En ook van Japansche industrieën heeft hij, vlug rondgaande door allerlei inheemsche fabrieken, frappante dingen opgestoken, die per slot ik ben er zeker van in Eind hoven wel verder worden uitgezocht. D( OOR den aard van mijn werk heb ik toch wel de voornaamste kopstukken op velerlei gebieden in ons land en ook wel enkelen in het buitenland nader leeren ke;:nen. In den regel bleken zij dan op het terrein van hun werkzaamheid te excelleeren, ja, soms geniaal be gaafd te zijn. Maar een in zoo velerlei richtingen harmonisch ontwikkelde kunst van het leven ten volle te leven ook buiten de toch altijd beperkte wereld van hun dagelijksche taak die heb ik zelden bij deze gros bonnets waargenomen. Dr. Philips is inderdaad nog altijd de bezielende leider van Philips' fabrieken, die welhaast de heele aarde bestrijken. Toch laat deze zoo eindeloos veel omvattende functie, dit overweldigende be stier, in hem voldoende rust, voldoende aandacht, voldoenden jeugdigen zin om te bewonderen en een groote dosis harte';jkheid voor zijn medemenschen over, waardoor l ij, behalve de magnaat Dr. A. F. Philips, een beminnelijk huisvader, een kunstzinnig, een natuur-gevoelig, een sociaal voe lend man is gebleven, buiten de vaak harde noodzaak. En wat hij dan bij zijn mediteeren over hoe 't alles zoo gekomen is dankbaar getuigt: dat is de zeldzame begaafdheid van zijn wetenschappelijken en vooral ook technisch zóó vernuftigen broer Dr. Gerard L. P. Philips. Maar bovenal ook den invloed van mevrouw Philips-De Jongh. Als dochter van wijlen den eminenten directeur van gemeentewerken, die van Rotterdam een wereld haven heeft gemaakt, nam zij van den eersten huwelijkstijd af vol belangstelling deel in den immers eveneens scheppenden arbeid van haar man, en hierbij bemoeide zij zich bij voorkeur met het wel en wee van de menschen aan de fabriek. Zij spoorde hem aan, en leidde ook zelf niet een leven van gemakzucht, maar was voortdurend in de weer, vulde haar dagen eveneens met hard werken. Vandaar, dat \rij de vacanties altijd genoten als schoolkinderen, 's Zomers een tijd in de bergen, 's winters op ski's, in gezelschap van onze kinderen en enkele goede vrienden". En door dit alles zijn we samen nu ook bij voor baat zóó opgetogen over onze plannen, om na mijn heengaan van Philips' veel te gaan reizen. Want Zuid-Afrika, Florida, Voor- en Achter Indië, China, wanneer 't er wat rustig wordt, en natuurlijk nóg eens ons eigen Oost Indië, staan nog allemaal op ons program. En dan.... zal ik óók tijd hebben om weer meer dan in die voor het concern zoo rustelooze laat ste jaren rond te gaan kijken door onze fabrieken, wat dan toch de groote aantrekkelijkheid is van het fabrikantenbestaan". Met Ivorol een super reiniging van mond en tanden, want het actieve zelfreinigend schuim dringt door tot in de meest verborgen schuilhoekjes w^ar gewone tandpasta niet komt. Tube 60-40-25 et. PAG. 19 DE GROENE No. 3206

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl