Historisch Archief 1877-1940
Twintig jaar
wapenstilstand
rNhet wezen van de zaak is er sinds
denwapenI stilstand weinig veranderd. Het oude spel, dat tot
?L den grooten oorlog voerde, wordt, nog altijd ge
speeld, alleen de rollen zijn verwisseld. En in zekeren
zin is de toestand ongunstiger nog dan vóór den oor
log. Er zijn door de vredesregeling meer nationale
minderheden, die naar bevrijding snakken, dan
vroeger. Van zuid naar oost ligt er in Europa een
gordel van landen, die dictatoriaal of semi-dictatoriaal
worden bestuurd, waar het gezag op militaire macht
berust. Helaas, ook in de democratieën" heerscht de
nationalistische geestesgesteldheid nog onder vele
der machthebbenden. Mogen echter allen wien het
geluk der menschheid ter harte gaat, opnieuw zich
verbinden met alle kracht te blijven streven naar de
verwezenlijking van de idealen van vrede,
volkerenverzoening en internationale samenwerking, zonder
welke een nieuwe ramp te wachten staat, in omvang
en gevolg nog vreeselijker dan de oorlog van 1914
1914...-"
TCJfET deze woorden besloot de redactie, neen, niet van
*»?* Het Volk", maar van het Algemeen Handels
blad" op 10 November 1928 het artikel waarin zij
het tweede lustrum van den wapenstilstand herdacht.
Er is sindsdien veel veranderd. Het economisch leven
is tweemaal ineengestort, en er heeft zich een bewa
peningswedloop van ongekende en ontstellende afme
tingen ontwikkeld. Geen volk of het acht het, ondanks
geruststellende verklaringen, veiliger om zich tot
de tanden te wapenen. Het totalitarisme maakt zich
onder dezen of genen vorm van den eenen staat na
den anderen meester. Het Verre Oosten wordt door
Japan ingepalmd: een botsing met de Sowjet-Unie
kan op den duur niet uitblijven. Duitschland wordt
totalitair bestuurd en de door velen verkondigde spoe
dige economische ineenstorting van het nieuwe régime
blijkt steeds meer een hersenschim te zijn. In de
democratische landen worden de vrijheden steeds
verder beknot. Reeds achtte een Engelsch premier het
wenschelijk, dat de openbare critiek verzacht, zoo
niet verboden werd. 1928 was het jaar van het
Kelloggpact, waarbij de oorlog plechtig werd uitgebannen.
In 1938 meende Europa weer tot tweemaal toe in
Mei en September op den rand te staan van den
afgrond. De Volkenbond is een schaduw geworden
van wat hij was. Zelfs het Christendom schijnt in
vele landen niet langer bestand te zijn tegen den
vloedgolf van chauvinisme en.rassenwaan,
rassenwaan die het Joodsche volk met mokerslagen treft en
in Middeleeuwsche ghetto's wil terugjagen. De scha
duw van het hakenkruis zweeft boven Europa. Uit
beduchtheid voor de macht van het Derde Kijk willen
machtige groepen in andere staten zich ter wille van
vrede, volkerenverzoening en internationale samen
werking" verbinden met hen, die de jeugd in
militairistischen zin drillen, die hun tegenstanders in con
centratiekampen monddood maken en internationale
samenwerking slechts op prijs stellen, voorzomer zij
er zelve baat bij behalen.
Het is geen blinde haat die ons tot dit oordeel brengt.
Steeds erkennen wij, en gaarne erkennen wij ook
thans de talrijke groote eigenschappen van het
Duitsche volk, zooals die aan den dag traden eer een
terreur en een psychose ze onherkenbaar verminkten.
\f/IJ gelooven niet, dat de menschheid op het
" moment dat de trompetter op dien
gedenkwaardigen uen November 1918 den wapenstilstand
blies, zoo optimistisch was en zoo vervuld van blijden
hoop voor de toekomst als het haar thans in de herin
nering voorkomt. Ook in 1918 besefte men, dat de
strijd niet afgeloopen was, al had de wereldoorlog ook
zijn einde gevonden. De staatslieden trachten thans
angstig de komst van een nieuw Armageddon te be
zweren. Helaas de cijfers van de diverse begroo
tingen van defensie spreken een andere taal. Geen
wonder dat onder hen die op Christelijke of
humanitische overwegingen vrede en vrijheid liefhebben, de
wanhoop om zich heen grijpt.
Wij blijven hopen. De geschiedenis, speciaal van
deze lage landen bij de zee, toont aan na welk een
nood eerst de eenheid onder de elkaar bestrijdende
landsdeelen geboren werd. Het zal internationaal niet
anders zijn. De volkerengemeenschap wordt niet in
een vloek en een zucht geboren. De tijden zijn nu
blijkbaar nog niet rijp voor de werkelijke internatio
nale samenwerking. Toch is aan deze gedachte, hoe
vertrapt en vernederd zij nu ook moge zijn, de
toekomst.
In dit teeken en met deze gedachte voor oogen her
denken wij thans den wapenstilstand.
REVUE VAN HET TE
Decorum
OVER een bekend, thans sinds lang overleden
hoogleeraar hoorde ik eens opmerken: het
is net, of hij altijd in zijn hemdsmouwen zit
te schrijven. De eenigszins ongegeneerde onacht
zaamheid van des professors stijl werd hiermede
voortreffelijk gekarakteriseerd. Inderdaad bestaat
er een diep en zinrijk verband tusschen uiterlijk en
innerlijk, en kan men zich moeilijk een keurig en
zorgvuldig-ciseleerend stylist voorstellen, die en
profond négligé", morsig en slecht gekamd, zijn
geschriften vervaardigt.
De voegzaamheid welke zich in passende kleedij
uit, heeft tot doel de menschen van elkander te on
derscheiden in hunne onderlinge betrekkingen. Het
schitterend gala-gewaad van den kardinaal vervult
in dit opzicht geen ander oogmerk dan de streeptrui
des voetballers, het grootkruis van het Legioen van
Eer, de gouden bies van den cafetaria-piccolo of van
den admiraal, het rokje van de balletteuse, of het
bloote-hoofd van staatsraad Kan. Men zie er geen
oneerbiedigheid in, dat wij zoo heterogene zaken in
n adem wagen te noemen: ze zijn, wereldsch of
heilig, belangrijk of onbelangrijk, alle distinctieven.
Als zoodanig zijn ze, oorspronkelijk, uitvloeisel
van een levensstijl, van een het geheele leven op elk
gebied doordringende traditie en conventie, welke
in onzen alles vervlakkenden en gelijkmakenden tijd
bezig zijn te verkwijnen. Toch zal de noodzaak der
onderscheidenheid in voorkomen en dracht, gedeel
telijk ontstaan uit ambtelijk gebruik, gedeeltelijk uit
eerbetoon, nooit geheel uit het openbare leven ver
dwijnen. Daarvoor is psychologisch de hang naar
zichtbaarheid en veraanschouwelijking van functies
en verschillen den mensch te zeer ingeschapen. Zij
zijn hem onmisbare hulpmiddelen bij het beant
woorden van zekere levensstaten en situaties met
gemoedsstemmingen en handelingen, welke daarbij
behooren, daarbij verwacht en noodzakelijk zijn.
Zij zijn bronnen der verbeelding: niet voor niets
sieren en travesteeren zich kinderen bij het spel,
lang vóór zij in padvinderij vermaak vinden.
MEN kan de politiek hier buiten laten, al speelt
uiteraard bij haar het onderscheiden" door de
corum en ceremonieel, ook in kleedij, een groote rol.
Maar de klu-klux-klan heef t zijn ambtsgewaden, hoe
kinderachtig ook, evengoed als de brave democrati
sche brigadier; de minister evengoed als de bode. Me
vrouw van Ammers-Küller heeft van Hitler een
decoratie ontvangen, maar Gorki ontving er een
van Stalin. Zoo ziet men dat er geen politieke
richting is of zij bedient zich van de symbolische wer
king der uiterlijk zichtbare onderscheidingen. Zoo
lang de mensch een zinnelijk wezen is en nog geen
abstractie, zoolang zal hij openstaan voor den
invloed van het zintuiglijk waarneembare, en dus
in de eerste plaats voor het uiterlijk van zijn mede
mensen, vooral indien in dat uiterlijk officieel diens
sociale plaats en taak liggen aangegeven, en datgene
wat hem hetzij met den toeschouwer vereenigt,
hetzij van dezen (onder)scheidt. En zoolang de
mensch voor dien invloed openstaat zal hij zich
ervan bedienen, en (zij het ten onzent wat minder
dan bij de conventioneeler en dus ceremonieeier Brit
ten) gaarne voor een goeden maaltijd in rok of smo
king verschijnen in het gebouw, waar ook de kok
een imposant beroepskleed draagt, en waar aan de
deur het uniform eener heilsoldate, die haar strijd
kreet vent, hem maant, aan andere dan culinaire
dingen te denken.
Indien de contemplatie van een kristal den dich
ter of mysticus in een grenzenlooze extaze kan
storten; indien orgelspel, wierook en misgewaden
tot de stemming medewerken waarin de geloovige
zich op de dingen des geloofs concentreert, dan heeft
het ook een diepen zin dat wij ons voor een begrafe
nis of een bruiloft verkleeden; dat Sanson, de beul
van Marie-Antoinette, een driekanten steek ophad;
dat Maria Stuart zich twee uur lang, van zes tot
acht uur 's morgens, voor het schavot kleedde. Met
sabelbont was haar donkerbruin fluweelen kleed
afgezet en met een witten kraag; zij droeg een
langslependen, zwartzijden mantel, een weduwsluier,
juweelen rozekransen, wit marokkijnen schoenen,
batisten zakdoek met goudfranje, bloedroode
onderkleeding en handschoenen.
En is niet het tenue, waarmede Phryne haar rech
ters vermurwde en vrijspraak verkreeg, het oudste
dat zijn rechten op den mensch deed gelden?
V. E. v. V.
Links:
De
Edelgrootachtbare Heer
President van
het
Amsterdomsche Ge
rechtshof
Rechts :
De heer Mr.
J. Kruseman
PAG. 4 06 GROENE No. 3206