De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 12 november pagina 4

12 november 1938 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Twintig jaar wapenstilstand rNhet wezen van de zaak is er sinds denwapenI stilstand weinig veranderd. Het oude spel, dat tot ?L den grooten oorlog voerde, wordt, nog altijd ge speeld, alleen de rollen zijn verwisseld. En in zekeren zin is de toestand ongunstiger nog dan vóór den oor log. Er zijn door de vredesregeling meer nationale minderheden, die naar bevrijding snakken, dan vroeger. Van zuid naar oost ligt er in Europa een gordel van landen, die dictatoriaal of semi-dictatoriaal worden bestuurd, waar het gezag op militaire macht berust. Helaas, ook in de democratieën" heerscht de nationalistische geestesgesteldheid nog onder vele der machthebbenden. Mogen echter allen wien het geluk der menschheid ter harte gaat, opnieuw zich verbinden met alle kracht te blijven streven naar de verwezenlijking van de idealen van vrede, volkerenverzoening en internationale samenwerking, zonder welke een nieuwe ramp te wachten staat, in omvang en gevolg nog vreeselijker dan de oorlog van 1914 1914...-" TCJfET deze woorden besloot de redactie, neen, niet van *»?* Het Volk", maar van het Algemeen Handels blad" op 10 November 1928 het artikel waarin zij het tweede lustrum van den wapenstilstand herdacht. Er is sindsdien veel veranderd. Het economisch leven is tweemaal ineengestort, en er heeft zich een bewa peningswedloop van ongekende en ontstellende afme tingen ontwikkeld. Geen volk of het acht het, ondanks geruststellende verklaringen, veiliger om zich tot de tanden te wapenen. Het totalitarisme maakt zich onder dezen of genen vorm van den eenen staat na den anderen meester. Het Verre Oosten wordt door Japan ingepalmd: een botsing met de Sowjet-Unie kan op den duur niet uitblijven. Duitschland wordt totalitair bestuurd en de door velen verkondigde spoe dige economische ineenstorting van het nieuwe régime blijkt steeds meer een hersenschim te zijn. In de democratische landen worden de vrijheden steeds verder beknot. Reeds achtte een Engelsch premier het wenschelijk, dat de openbare critiek verzacht, zoo niet verboden werd. 1928 was het jaar van het Kelloggpact, waarbij de oorlog plechtig werd uitgebannen. In 1938 meende Europa weer tot tweemaal toe in Mei en September op den rand te staan van den afgrond. De Volkenbond is een schaduw geworden van wat hij was. Zelfs het Christendom schijnt in vele landen niet langer bestand te zijn tegen den vloedgolf van chauvinisme en.rassenwaan, rassenwaan die het Joodsche volk met mokerslagen treft en in Middeleeuwsche ghetto's wil terugjagen. De scha duw van het hakenkruis zweeft boven Europa. Uit beduchtheid voor de macht van het Derde Kijk willen machtige groepen in andere staten zich ter wille van vrede, volkerenverzoening en internationale samen werking" verbinden met hen, die de jeugd in militairistischen zin drillen, die hun tegenstanders in con centratiekampen monddood maken en internationale samenwerking slechts op prijs stellen, voorzomer zij er zelve baat bij behalen. Het is geen blinde haat die ons tot dit oordeel brengt. Steeds erkennen wij, en gaarne erkennen wij ook thans de talrijke groote eigenschappen van het Duitsche volk, zooals die aan den dag traden eer een terreur en een psychose ze onherkenbaar verminkten. \f/IJ gelooven niet, dat de menschheid op het " moment dat de trompetter op dien gedenkwaardigen uen November 1918 den wapenstilstand blies, zoo optimistisch was en zoo vervuld van blijden hoop voor de toekomst als het haar thans in de herin nering voorkomt. Ook in 1918 besefte men, dat de strijd niet afgeloopen was, al had de wereldoorlog ook zijn einde gevonden. De staatslieden trachten thans angstig de komst van een nieuw Armageddon te be zweren. Helaas de cijfers van de diverse begroo tingen van defensie spreken een andere taal. Geen wonder dat onder hen die op Christelijke of humanitische overwegingen vrede en vrijheid liefhebben, de wanhoop om zich heen grijpt. Wij blijven hopen. De geschiedenis, speciaal van deze lage landen bij de zee, toont aan na welk een nood eerst de eenheid onder de elkaar bestrijdende landsdeelen geboren werd. Het zal internationaal niet anders zijn. De volkerengemeenschap wordt niet in een vloek en een zucht geboren. De tijden zijn nu blijkbaar nog niet rijp voor de werkelijke internatio nale samenwerking. Toch is aan deze gedachte, hoe vertrapt en vernederd zij nu ook moge zijn, de toekomst. In dit teeken en met deze gedachte voor oogen her denken wij thans den wapenstilstand. REVUE VAN HET TE Decorum OVER een bekend, thans sinds lang overleden hoogleeraar hoorde ik eens opmerken: het is net, of hij altijd in zijn hemdsmouwen zit te schrijven. De eenigszins ongegeneerde onacht zaamheid van des professors stijl werd hiermede voortreffelijk gekarakteriseerd. Inderdaad bestaat er een diep en zinrijk verband tusschen uiterlijk en innerlijk, en kan men zich moeilijk een keurig en zorgvuldig-ciseleerend stylist voorstellen, die en profond négligé", morsig en slecht gekamd, zijn geschriften vervaardigt. De voegzaamheid welke zich in passende kleedij uit, heeft tot doel de menschen van elkander te on derscheiden in hunne onderlinge betrekkingen. Het schitterend gala-gewaad van den kardinaal vervult in dit opzicht geen ander oogmerk dan de streeptrui des voetballers, het grootkruis van het Legioen van Eer, de gouden bies van den cafetaria-piccolo of van den admiraal, het rokje van de balletteuse, of het bloote-hoofd van staatsraad Kan. Men zie er geen oneerbiedigheid in, dat wij zoo heterogene zaken in n adem wagen te noemen: ze zijn, wereldsch of heilig, belangrijk of onbelangrijk, alle distinctieven. Als zoodanig zijn ze, oorspronkelijk, uitvloeisel van een levensstijl, van een het geheele leven op elk gebied doordringende traditie en conventie, welke in onzen alles vervlakkenden en gelijkmakenden tijd bezig zijn te verkwijnen. Toch zal de noodzaak der onderscheidenheid in voorkomen en dracht, gedeel telijk ontstaan uit ambtelijk gebruik, gedeeltelijk uit eerbetoon, nooit geheel uit het openbare leven ver dwijnen. Daarvoor is psychologisch de hang naar zichtbaarheid en veraanschouwelijking van functies en verschillen den mensch te zeer ingeschapen. Zij zijn hem onmisbare hulpmiddelen bij het beant woorden van zekere levensstaten en situaties met gemoedsstemmingen en handelingen, welke daarbij behooren, daarbij verwacht en noodzakelijk zijn. Zij zijn bronnen der verbeelding: niet voor niets sieren en travesteeren zich kinderen bij het spel, lang vóór zij in padvinderij vermaak vinden. MEN kan de politiek hier buiten laten, al speelt uiteraard bij haar het onderscheiden" door de corum en ceremonieel, ook in kleedij, een groote rol. Maar de klu-klux-klan heef t zijn ambtsgewaden, hoe kinderachtig ook, evengoed als de brave democrati sche brigadier; de minister evengoed als de bode. Me vrouw van Ammers-Küller heeft van Hitler een decoratie ontvangen, maar Gorki ontving er een van Stalin. Zoo ziet men dat er geen politieke richting is of zij bedient zich van de symbolische wer king der uiterlijk zichtbare onderscheidingen. Zoo lang de mensch een zinnelijk wezen is en nog geen abstractie, zoolang zal hij openstaan voor den invloed van het zintuiglijk waarneembare, en dus in de eerste plaats voor het uiterlijk van zijn mede mensen, vooral indien in dat uiterlijk officieel diens sociale plaats en taak liggen aangegeven, en datgene wat hem hetzij met den toeschouwer vereenigt, hetzij van dezen (onder)scheidt. En zoolang de mensch voor dien invloed openstaat zal hij zich ervan bedienen, en (zij het ten onzent wat minder dan bij de conventioneeler en dus ceremonieeier Brit ten) gaarne voor een goeden maaltijd in rok of smo king verschijnen in het gebouw, waar ook de kok een imposant beroepskleed draagt, en waar aan de deur het uniform eener heilsoldate, die haar strijd kreet vent, hem maant, aan andere dan culinaire dingen te denken. Indien de contemplatie van een kristal den dich ter of mysticus in een grenzenlooze extaze kan storten; indien orgelspel, wierook en misgewaden tot de stemming medewerken waarin de geloovige zich op de dingen des geloofs concentreert, dan heeft het ook een diepen zin dat wij ons voor een begrafe nis of een bruiloft verkleeden; dat Sanson, de beul van Marie-Antoinette, een driekanten steek ophad; dat Maria Stuart zich twee uur lang, van zes tot acht uur 's morgens, voor het schavot kleedde. Met sabelbont was haar donkerbruin fluweelen kleed afgezet en met een witten kraag; zij droeg een langslependen, zwartzijden mantel, een weduwsluier, juweelen rozekransen, wit marokkijnen schoenen, batisten zakdoek met goudfranje, bloedroode onderkleeding en handschoenen. En is niet het tenue, waarmede Phryne haar rech ters vermurwde en vrijspraak verkreeg, het oudste dat zijn rechten op den mensch deed gelden? V. E. v. V. Links: De Edelgrootachtbare Heer President van het Amsterdomsche Ge rechtshof Rechts : De heer Mr. J. Kruseman PAG. 4 06 GROENE No. 3206

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl