Historisch Archief 1877-1940
DE ROL VAN HET ONBEWUSTE
bij den compositoriscfien arbeid
Willem Pijper
r
Beste W
ik heb nog een toezegging van
je, dat je voor de Groene duizend
woorden zoudt schrijven over:
j. de rol van het onbewuste bij
den compositorischen arbeid,
2. enz.
3. enz.
Hartelijken groet, je V."*
Beste V.,
In 1000 woorden gaat dat lastigl Het zijn er dan
namelijk een paar honderd te veel, of ettelijke dui
zenden te weinig. Maar laten wij het bed van
Prokrustes bestijgen.
Ik vraag mij af, welken arbeid wij zouden kunnen
verrichten, zonder dat het onbewuste daar een rol
bij speelt. Niet veel, dunkt me. Het onbewuste
functionneert mee als wij een brief schrijven, een
kolom cijfers optellen, een portret schilderen, een
acte opmaken, de hond uitlaten of een maaltijd
bestellen. Zóó algemeen zul je het dus wel niet
bedoeld hebben. Misschien was je belangstelling,
toen je het over dit onderwerp had, meer speciaal
gericht op die onbewuste of halfbewuste ge
voelens, die geacht worden een rol te spelen bij het
totstandkomen van kunstwerken in het algemeen.
Het komt mij voor, alles wel beschouwd, dat de taak
van het onbewuste bij de artistieke creatie vooral
niet grooter is dan bij onze andere bezigheden. Eer
kleiner.
Dit is een aanval op de inspiratie", zal men
zeggen. Toch niet. Voor het ontstaan van een kunst
werk is de persoon van den maker van meer belang
dan de omstandigheden waaronder hij leeft en
werkt; de persoonlijkheid als geheel doet er meer toe
dan de invloeden, van buitenaf en van binnenuit
^?d.w.z. van het onbewuste uit die men achteraf
meent te kunnen aantoonen. Dat Beethoven te
midden van oorlogen en geruchten van oorlogen de
Pastorale corrtponeerde, is niet in de eerste plaats
toe te schrijven aan de waarschijnlijkheid dat het
rumoer van de buitenwereld hem tot een Flucht
ins Kinderland" genoopt zou hebben. Als het een
tijdperk van vrede, van opbloei geweest was, zou hij
zijn Pastorale ook wel geschreven hebben, denk ik.
Al Beethoven's driften, bewuste en onbewuste,
leidden hem bij zijn autoprojecties. In zijn geval:
autoprojecties in klank; bij schrijvers en schilders
moeten wij de materie anders noemen: kleur, lijn,
begrip.
Wanneer een componist zijn vrees voor het leege
papier overwonnen heeft en zich tot den arbeid gaat
zetten, dan ontstaat de schepping in een bepaald
eigen tempo. Dat tempo is voor iedereen anders, ja
zelfs voor elk werk van denzelfden auteur verschil
lend. Muziek wordt uitgedrukt in tijd, en de
tijdeloosheid van den beeldenden kunstenaar, die in n
oogopslag, in een ondeelbaar moment, zijn heele
werk voor zijn geestesoog (en als het voltooid is,
ook voor zijn schildersoog) kan zien, bestaat voor
den componist dus niet. De bezigheid van het
schrijven, het nadenken over instrumentatorische of
constructieve détails, vraagt tijd. Veel tijd soms.
De functie van het componeeren is een proces van
verheldering. Hetgeen zich in eerste instantie als
amorphe klank-complexen aandient, dus: uit het
onbewuste te voorschijn komt, moet onder noten"
gebracht worden. Gelijk de dichter zijn gevoelens
onder woorden" tracht te brengen. Zijn de ge
voelens, die aan Pierre Louys' Chansons de Bilitis
ten grondslag lagen, dezelfde die Debussy in zijn
Epigraphes antiques tot klank heeft gebracht?
Niemand zou dat kunnen uitmaken. De resultaten
van Louys' en Debussy's werkzaamheden schijnen
zich, voor ons gevoel althans, dicht in elkanders
buurt te bevinden. Maar dat beteekent niet dat dus
ook het punt van uitgang hetzelfde geweest moet
zijn. En dit betreft nog een geval van zeer heldere,
weinig gecompliceerde of maskeerbare driften. Als
de kosmos of het hiernamaals er bij komen, is er
meestal geen gedachten-uitwisseling meer mogelijk.
Lees de commentaren op de symphonieën van
Mahler of Bruckner.
Met dit laatste onderwerp hebben wij het ons
gestelde gebied eigenlijk al weer verlaten. Dit nieuwe
terrein zou kunnen heeten de rol van het onbe
wuste bij het beoordeelen van muzikale scheppin
gen." Wat dacht je, zou daar nog een artikel voor
de Groene in zitten ?
Hartelijke groeten, je W. P."
e artisf in gala
HET Gemeentebestuur van Amsterdam geeft veelal blijk van het goedbedoelde streven, af en toe
iets officieels te doen waaruit de erkenning spreekt van de beteekenis voor de cultuur van die
slechts half maatschappelijk-erkende kaste, die de kunstenaars zijn. Het geven van opdrachten
en subsidies, het aankoopen van schilderwerken enz. behooren, naast plannen op litterair en drama
tisch gebied, waarvan men in de bladen heeft kunnen lezen, tot deze bemoeiingen. Wanneer voorts het
Gemeentebestuur in het openbaar een plechtige kunstmanifestatie organiseert, gelijk thans het gala
concert ter eere van Z.M. Koning Leopold van België, dan noodigt het daartoe enkele in aanmerking
komende kunstenaars mede uit.
Wij juichen dit toe, maar moesten toch even glimlachen toen wij zulk een gedrukte
uitnoodiging in handen kregen, waaronder vermeld staat Dames: avondtoilet, Heeren: uniform, ambtsgewaad
of rok en witte das". Ongetwijfeld bedoelt het Gemeentebestuur den betrokken artisten iets
aangenaams aan te doen, maar laat het hun dan een gezellig uurtje in een besloten lokaliteit aanbieden
met goed verzorgd buffet. Want van welke paradijsachtige maan zijn deze goedwillende autoriteiten
op deze slechte wereld neergedaald, dat zij niet weten, hoe in onze samenleving kunstenaars zoo weinig
tellen, dat hun sociale en dus financieele positie hen niet in staat stelt te voldoen aan de overigens
zeker alleszins redelijke eischen van het, een minimum van welstand veronderstellende, gala-decorum ?
De bedoeling is goed, maar, gelijk gezegd, dit is de goedheid van maanbewoners. De kunst
schilder Jan Grégoire stelde ons in de gelegenheid hier het request af te drukken, dat hij in antwoord op
de door hem ontvangen uitnoodiging tot het Gemeentebestuur heeft gericht.
Amsterdam, 5 Nov. 1938.
Aan het Gemeentebestuur
van Amsterdam.
(-\NDERGETEEKENDE, geeft met
ver^ schuldigden eerbied te kennen, dat hij artist
zijnde van uw Edelachtbaren een uitnoodiging
heeft ontvangen van het Gala-Concert van Zijne
Majesteit den Koning van Belgiëevenals vroeger
voor het feest van het Concertgebouw.
: dat hij geboren en getogen zijnde Limburger
van geboorte is en als zoodanig den Belgiquezeer
bemind, maar nog meer Nederland en Amsterdam,
wonende aldaar reeds 27 jaren, een mooi land en
mooie stad en democratisch en vrij en zoo, maar
niks gedaan wat de verdienste betreft, maar wel
veel etiket, zoodoende verplicht is avondtoilet voor
dames en heeren, rok, die ik niet heb, maar mijn
vrouw wel.
: dat hij wel een geleend heeft van mij n zwager,
maar te krap, en hij er uitziet als bijgaande af
beelding en ook nog een net donker grijs pakje
heeft met omliggende kraag, dat ontvlekt kan wor
den en opgeperst bij kwieker de kwiek, voor vijf en
dertig cent, hetgeen ik er gaarne voor over heb.
: maar dat hij niet weet of de supoosten, die ik
nog goed ken van vroeger, toen ik nog goed had
om naar de volksconcerten te gaan, omdat ik leek
op Debussy in het leelijk, hem er soms uit moeten
zetten, en zij dit niet gaarne zullen doen daar zij
mij kennen.
reden waarom hij verzoekt om een speciaal be
wijs van uw colege dat hij blijven kan zooals hij is.
van uw Edelachtbare Heeren
de dw. dienaar,
JAN GRÉGOIRE,
artist-schilder.
Glas en Lampee
Nieuwe Glaswerken van A. D. Copier.
Nieuwe Lampen van W. H. Gispen.
Toonzalen N. V. Gispen, Den Haag.
ER zijn lampen en er zijn. . . . Lampen. Die van
Gispen behooren tot de laatste categorie. Hij
stelt thans een aantal nieuwe ontwerpen ten
toon. Er zijn er bij die nog onmiddellijk aansluiten
bij de voorgaande periode zijner ontwikkeling. De
periode indien ik het zoo noemen mag van
chroom en wit glas. Natuurlijk zijn er nieuwe
variaties, maar het blijven variaties op een bekend
thema. Hetgeen overigens het worde uitdrukke
lijk vermeld allerminst afbreuk doet aan hun
bruikbaarheid en hun heldere, koele schoonheid.
Maar men ziet ook op deze belangwekkende expositie
enkele lampen, die wijzen op een nieuwe fase. Ik
bedoel niet zoozeer de kleine schemerlampen met
aardewerk-voet van Gerrit de Blanken die van een
weldadige intimiteit zijn, maar ik heb voornamelijk
het oog op enkele groote staanlampen: een van rood
en geel koper met een kelk van crème glas en een
tomback van gepatineerd rood koper, grillig en
fantasierijk gevlamd. Gispen's nieuwe producten
mogen dan wellicht aan volstrekte zakelijkheid
hebben verloren, zij wonnen ontegenzeggelijk aan
warmte.
Het glaswerk van A. D. Copier doet mij altijd
huiveren. Tenslotte zal het toch ook wel eens
gewasschen moeten worden, en stel dat zulks het
geval zal zijn met die prachtige sierschaal, welke ge
hier kunt zien, van geëtst glas, waarin de teekens van
den Dierenriem zijn verwerkt, en ge zoudt eensklaps
een stem uit de keuken vernemen: Ik hield de
stukken zóó in m'n hand." Het is om er het leven
bij te laten....
Gekheid terzijde. Er zijn hier vernuftige en zeer
geslaagde blijken van Copier's rijk talent. Prachtig
is een zware glazen kom met pe vele
waziggroene figuren, die de verrassende en voortdu
rend wisselende schoonheid heeft van een aquarium.
Aan de wanden hangen reclame-foto's van Studio
Kraus, die te opvallend zijn om niet even te worden
vermeld. Zij munten uit door een kloek plastisch
vermogen en een direct aansprekende kracht.
op
Tweka.
Pullovers, Blouses,
Onderkleeding.
in alle goede
zaken ziet U
Tweka Fabrikaten.
PAG. 12 DE GROENE No. 3207