De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 19 november pagina 4

19 november 1938 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

;t ó '*ï« ?,, .-f* r De luchtbescherming van Ned k keu . De Sudetencrisis is achter den rug. De menschheid waant zich weer veilig. Eén op de twintig Amsterdammers heeft de Lubeta" bezocht: de overgroote meerderheid van de bevolking onderschat nog steeds de realiteit van het luchtgevaar. Een bittere realiteit onge twijfeld, maar een realiteit die men onder de oogen dient te zien. Wanneer men dan ook tot de regeering het verwijt richt dat zij deze urgente zaak met meer activiteit ter hand zou kunnen nemen, dan past tevens een woord van verwijt aan het adres der burgerbevolking: deze toont niet de gewenschte belangstelling. Ook in didactisch opzicht kan bij de luchtbescherming nationaal nog veel verbeterd morden. Zooals de luchtbescherming thans is georgani seerd, valt het accent op de gemeente: de bur gemeesters zijn voor een deugdelijke bescherming verantwoordelijk. Naast de gemeenten heeft het rijk en hebben ook de particulieren een taak. De vraag is echter gewettigd, of het niet gewenscht is, den particulieren sector" te beperken, althans niet zwaarder te belasten. Minister De Wilde heeft indertijd in feite de burgerij aangeraden, voor schuilloopgraven te zorgen. Afgezien daarvan, dat schuilloopgraven een twijfelachtige bescher ming geven, kunnen wij het principe niet toe juichen dat de particulieren rechtstreeks zooveel zélf moeten doen. Dit principe is niet alleen ge vaarlijk, het kan ook onrechtvaardig zijn tegenover diegenen van de burgers die minder met aardsche goederen gezegend zijn. Wanneer de minvermogen den niet bij machte zijn om zich en hun gezin van de noodige beschermingsmiddelen te voorzien, dan dient de staat in te grijpen. In de ruimte die wij hier aan het luchtbeschermingsvraagstuk wijden, gaat het ons niet om de uitwerking van een volledig plan. Wij hebben enkele treffende punten naar voren gehaald om aan te toonen dat er nog veel gedaan kan worden, indien de leidende instanties veel willen doen. Ieder verzuim op dit gebied zal zich onverbid delijk wreken. De regeering pakke daarom opnieuw de zaak der luchtbescherming aan met bekwamen spoed en zonder verwijl. Periculam in mora.' (vervolg pag. 3, 30 kolom) grenzen zijn voor hen gesloten. Te Merk'splus in Belgiëis een vluchtelingenkamp ingericht, dat plaats biedt voor 5000 personen. Ten onzent zijn in slechts enkele dagen zeer indrukwekkende offers gebracht van particuliere zijde, Joodsche en niet- Joodsche, terwijl ook verschillende gemeentelijke autoriteiten het hunne gedaan hebben. Maar dit is niet genoeg. Hier ligt een taak, neen, een dringende menschenplicht voor de overheid. Wat doet de regeering? Laat zij zich het vele herinneren, dat ten tijde van den wereldoorlog voor de Belgische vluchtelingen gedaan is. Zeker, de toestand van nu is niet de zelfde als die van toen, en wij beseffen haar moeilijkheden en ver antwoordelijkheid. Maar tot nu toe weten wij alleen, dat zij bij andere regeeringen heeft geïnformeerd wat die doen. Dat zij de bestaande regelingen van grenssluüing wel soepeler toegepast maar nog niet gewijzigd heeft. Dat zij nog geen principieele beslissing heeft genomen. Dat minister Colijn slechts de toelating van enkele duizenden" vluchtelingen voor den geest staat. Het wachten is op een daad. Enkele urgente problemen bij de beveiliging der Zijn gasmaskers noodig? HET behoeft wel geen betoog, dat het onmogelijk is, in dit bestek het gasgevaar uitvoerig te be schrijven. Het is echter boven allen twijfel verheven dat negen-en-negentig van de honderd menschen het gasgevaar buitensporig overschatten. Dit is een gevolg geweest van minder juiste voorlichting, zoo wel van extreem-militairistische als van pacifistische zijde. Vandaar ook de haast waarmee talrijke men schen zich tijdens de jongste internationale crisis een gasmasker hebben aangeschaft. In Engeland zijn negen millioen gasmaskers voor de burger bevolking uitgedeeld, die de dragers minder hadden beschermd, dan deze verwacht zullen hebben. Nu is het merkwaardig, dat hij die een gasmasker wil koopen, en dienaangaande zijn licht opsteekt, niet bij producent of distribuant, maar bij verschil lende officieele instanties, te hooren krijgt dat gasmaskers voor de burgerbevolking dat geldt niet voor hen, die actief bij de luchtbescherming betrokken worden niet direct noodig zijn: men is tegen de meeste gassen reeds voldoende be schermd, wanneer met weinig middelen de huizen gasdicht zijn gemaakt, en tegen gassen als mosterdgas helpen ook de gasmaskers niet. Is deze opvat ting juist, dan is de vraag gewettigd of het in het belang der bevolking is dat de propaganda tot aan koop van gasmaskers nog steeds wordt voortgezet. De voorlichting in deze is te vaak in handen van personen die direct of indirect bij den verkoop van gasmaskers zijn geïnteresseerd. Ideale omstandig heden voor objectieve voorlichting zijn dat niet. Het lijkt ons daarom vereischt, dat het vraagstuk van het al of niet gewenscht zijn van gasmaskers zoo spoedig mogelijk door een regeeringscommissie wordt onderzocht, welker samen stelling borg moet staan voor volledige objectiviteit. Mocht deze commissie tot de conclusie komen, dat gasmaskers voor de burgerbevolking minder noodig zijn, dan dient de !. , regeering de gasmaskers psychose" tegen te gaan en te voorkomen dat door particulieren millioenen overbodig worden uitgegeven. Is de bedoelde commissie van meening, dat het aanbeveling verdient om in geval van een lucht aanval over een gasmasker te beschikken, dan zou den wij het toejuichen, wanneer de staat zich inten sief met de productie en distributie ging bezighou den. De aankoop mag niet afhankelijk zijn van de draagkracht der bevolking. Wij vreezen trouwens dat de prijs der gasmaskers, wanneer deze uitslui tend wordt overgelaten aan de beslissingen van het particulier initiatief, voor velen een schier onover komelijk beletsel zal blijven. Een masker dat op het oogenblik ? 4.50 kost, zou bij productie op zeer groote schaal tusschen f i.?en ? 1.50 in prijs kunnen dalen. De geheele bevolking van Nederland zou in een vijftal jaren van een gasmasker voorzien kunnen worden door een fabriek met een vierhonderd-tal arbeiders, die als beginkapitaal over een bedrag zou moeten beschikken, niet grooter dan een half mil lioen gulden. Brandbommen SPANJE is, helaas, de oefenschool geworden voor den modernen oorlog. De ervaringen die men daar heeft opgedaan, hebben aangetoond dat het gevaar van brandbommen eerder over- dan onderschat wordt. Bij talrijke bombardementen op Madrid zijn slechts weinig branden uitgebroken; men kon ze bovendien vrij eenvoudig meester wor den. Wanneer dan ook in Nederland ieder blok zou beschikken over een eigen blok-brandweer, dan zou het gevaar van een catastrophe door een aanval met brandbommen zeer sterk beperkt zijn. Men kan echter ook vóórdien de noodige maatregelen nemen. Het zou gewenscht zijn, dat de regeering in de bouw verordening de bepaling opnam dat alle nieuwbouw voorzien moet worden van zolders, die deugdelijk be schermd zijn tegen brandgevaar door brandbommen; zulks niet op kosten van den huurder. Wordt deze zaak gecentraliseerd en op groote schaal aangepakt, dan zal het ook hier mogelijk zijn de kosten belangrijk te verlagen. Er is in Nederland een fabriek die gewapende asbest-cement-platen produceert, welke volgens deskundigen een doel treffende bescherming tegen brandbommen vormen. Wat dringend noodig is: I. recruteering van luchtdienstplichtigen uit hen die voor gewonen militairen dienst zijn afgekeurd. 2. instelling van een commissievan onder zoek naar het nut van gasmaskers. 3. aanvulling van de bouwverordening: nieuwe huizen moeten gasdicht zijn Zou deze fabriek speciaal voor de luchtbescherming in continu-bedrijf kunnen werken, dan zou de kostprijs der platen bij 10 mm. dik, thans ? 2.ïo per vierkante meter maar liefst met veertig pCt. kunnen dalen. Een verdere daling door uitbreiding van het bedrijf, gevolg van uitbreiding van de markt, zal stellig mogelijk zijn. De zware bommen. HET grootste gevaar in den modernen luchtoorlog komt van de zijde der zware explosiebommen. Ook in dit opzicht zijn ervaringen uit den Spaanschen burgeroorlog uiterst instructief geweest. Dat generaal Franco bij zijn talrijke aanvallen op de burgerbevolking niet van strijdgassen gebruik heeft gemaakt, kan men bezwaarlijk aan zijn hu mane gezindheid toeschrijven. Het was eenvoudig een quaestie van effectiviteit. Een vliegtuig met zware explosie-bommen geladen, berokkent den vijand veel meer schade dan hetzelfde vliegtuig, beladen met gasbommen. Van de slachtoffers van een gasaanval sterft gemiddeld n op de dertig. Van de honderd slachtoffers die zware explosiebommen maken, zijn in den regel tusschen de dertig en vijftig doodelijk getroffen. De zware bom ver nielt bovendien gebouwen op groote schaal bijgaande afbeeldingen geven daarvan een beeld en blokkeert de wegen. In een tijdsverloop van veertig uur, dat zich uit strekte over de dagen 16, 17 en 18 Maart van dit jaar, heeft Barcelona dertien luchtaanvallen door staan, die geen van alle door meer dan negen vliegtuigen tegelijk wer den uitgevoerd. In totaal is er bij deze aanvallen omstreeks vijf-en-dertig ton aan bommen gebruikt. De opgaven van het aan tal dooden varieeren tus schen duizend en driedui zend, die over het aantal zwaargewonden tusschen twee-en vijfduizend. Er werd een ontzaglijke maen een SCherfvrije schuilplaats bezitten. terieele schade aange richt. Het luchtfront" dat zich na den bominslag met een snelheid van zevenduizend km. per uur verspreidde bijna twee km. per seconde.' vernielde wijd in den omtrek deuren en ramen en rukte de lichamen der omstanders uit elkaar. Door de op dezen orkaan volgende zuiging naar het ontploffingscentrum toe, stortten de gevels van de dichtstbijzijnde huizen naar de straatzijde in. Slechts de achtermuren met kleine stukjes pla fond bleven in vele gevallen staan. Belangrijker nog dan het groote verlies aan menschenlevens, en de toegebrachte materieele schade, was de klap die aan het moreel der bevolking werd toegebracht. Dertien maal huilden in een tijdsver loop van veertig uur de sirene's over de stad en gierden de zware bommen naar beneden. Doordat de vliegtuigen over zee en met afgezette motoren naderden, kon men de burgerbevolking pas waar schuwen nadat het onheil al was geschied. De span ning groeide daardoor tot een hel. Vrijwel niemand deed een oog dicht. Opeengepakt als haringen in een ton, bracht een groot deel der bewoners de nachten door in den metro. Anderen vluchtten de stad uit. Talloozen verloren hun bezinning en gingen gaten graven in den grond. Het werkelijke gevaar van den luchtaanval schuilt daarom niet zoo zeer in het aantal slachtoffers en in de vernielingen, als wel in de mo gelijkheid tot volledige desorganiseering van het maatschappelijk leven. SLECHTS een doeltreffende organisatie kan dit gevaar voorkomen. Bescherming tegen zware explosie-bommen is verondersteld dat men den aanvaller tijdig kan melden in theorie mogelijk, ook in Nederland. Alleen echter voor de stad Amsterdam zou een der gelijke bescherming, door middel van degelijke schuilkelders voor de geheele bevolking, naar schat ting vierhonderd millioen gulden kosten. Deze mogelijkheid blijve hier verder onbesproken. Helaas: een andere mogelijkheid van volledige bescherming tegen zware explosie-bommen bestaat met. Dat bij een aanval met deze helsche verdelgingswerktuigen slachtoffers zouden vallen, spreekt vanzelf. Barce lona heeft aangetoond dat in dat geval het gevaar hierin schuilt, dat individuen niet weten wat zij moeten doen; zij zijn eenzame en verloren enke lingen. De leden van den luchtbeschermingsdienst PAG.J4 DE GROENE No.|3207

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl