Historisch Archief 1877-1940
;t
ó
'*ï« ?,,
.-f*
r
De luchtbescherming van Ned
k keu .
De Sudetencrisis is achter den rug.
De menschheid waant zich weer veilig.
Eén op de twintig Amsterdammers heeft de
Lubeta" bezocht: de overgroote meerderheid van
de bevolking onderschat nog steeds de realiteit van
het luchtgevaar. Een bittere realiteit onge
twijfeld, maar een realiteit die men onder de
oogen dient te zien.
Wanneer men dan ook tot de regeering het
verwijt richt dat zij deze urgente zaak met meer
activiteit ter hand zou kunnen nemen, dan past
tevens een woord van verwijt aan het adres der
burgerbevolking: deze toont niet de gewenschte
belangstelling. Ook in didactisch opzicht kan bij
de luchtbescherming nationaal nog veel verbeterd
morden.
Zooals de luchtbescherming thans is georgani
seerd, valt het accent op de gemeente: de bur
gemeesters zijn voor een deugdelijke bescherming
verantwoordelijk. Naast de gemeenten heeft het
rijk en hebben ook de particulieren een taak.
De vraag is echter gewettigd, of het niet gewenscht
is, den particulieren sector" te beperken, althans
niet zwaarder te belasten. Minister De Wilde
heeft indertijd in feite de burgerij aangeraden,
voor schuilloopgraven te zorgen. Afgezien daarvan,
dat schuilloopgraven een twijfelachtige bescher
ming geven, kunnen wij het principe niet toe
juichen dat de particulieren rechtstreeks zooveel
zélf moeten doen. Dit principe is niet alleen ge
vaarlijk, het kan ook onrechtvaardig zijn tegenover
diegenen van de burgers die minder met aardsche
goederen gezegend zijn. Wanneer de minvermogen
den niet bij machte zijn om zich en hun gezin van
de noodige beschermingsmiddelen te voorzien, dan
dient de staat in te grijpen.
In de ruimte die wij hier aan het
luchtbeschermingsvraagstuk wijden, gaat het ons niet om de
uitwerking van een volledig plan. Wij hebben
enkele treffende punten naar voren gehaald om
aan te toonen dat er nog veel gedaan kan worden,
indien de leidende instanties veel willen doen.
Ieder verzuim op dit gebied zal zich onverbid
delijk wreken.
De regeering pakke daarom opnieuw de zaak
der luchtbescherming aan met bekwamen spoed
en zonder verwijl.
Periculam in mora.'
(vervolg pag. 3, 30 kolom)
grenzen zijn voor hen gesloten. Te Merk'splus in
Belgiëis een vluchtelingenkamp ingericht, dat plaats
biedt voor 5000 personen. Ten onzent zijn in slechts
enkele dagen zeer indrukwekkende offers gebracht van
particuliere zijde, Joodsche en niet- Joodsche, terwijl
ook verschillende gemeentelijke autoriteiten het hunne
gedaan hebben. Maar dit is niet genoeg. Hier ligt een
taak, neen, een dringende menschenplicht voor de
overheid. Wat doet de regeering? Laat zij zich het vele
herinneren, dat ten tijde van den wereldoorlog voor de
Belgische vluchtelingen gedaan is.
Zeker, de toestand van nu is niet de zelfde als die
van toen, en wij beseffen haar moeilijkheden en ver
antwoordelijkheid. Maar tot nu toe weten wij alleen,
dat zij bij andere regeeringen heeft geïnformeerd wat
die doen. Dat zij de bestaande regelingen van
grenssluüing wel soepeler toegepast maar nog niet gewijzigd
heeft. Dat zij nog geen principieele beslissing heeft
genomen. Dat minister Colijn slechts de toelating
van enkele duizenden" vluchtelingen voor den geest
staat.
Het wachten is op een daad.
Enkele urgente problemen bij de beveiliging der
Zijn gasmaskers noodig?
HET behoeft wel geen betoog, dat het onmogelijk
is, in dit bestek het gasgevaar uitvoerig te be
schrijven. Het is echter boven allen twijfel verheven
dat negen-en-negentig van de honderd menschen
het gasgevaar buitensporig overschatten. Dit is een
gevolg geweest van minder juiste voorlichting, zoo
wel van extreem-militairistische als van pacifistische
zijde. Vandaar ook de haast waarmee talrijke men
schen zich tijdens de jongste internationale crisis
een gasmasker hebben aangeschaft. In Engeland
zijn negen millioen gasmaskers voor de burger
bevolking uitgedeeld, die de dragers minder hadden
beschermd, dan deze verwacht zullen hebben.
Nu is het merkwaardig, dat hij die een gasmasker
wil koopen, en dienaangaande zijn licht opsteekt,
niet bij producent of distribuant, maar bij verschil
lende officieele instanties, te hooren krijgt dat
gasmaskers voor de burgerbevolking dat geldt
niet voor hen, die actief bij de luchtbescherming
betrokken worden niet direct noodig zijn:
men is tegen de meeste gassen reeds voldoende be
schermd, wanneer met weinig middelen de huizen
gasdicht zijn gemaakt, en tegen gassen als
mosterdgas helpen ook de gasmaskers niet. Is deze opvat
ting juist, dan is de vraag gewettigd of het in het
belang der bevolking is dat de propaganda tot aan
koop van gasmaskers nog steeds wordt voortgezet.
De voorlichting in deze is te vaak in handen van
personen die direct of indirect bij den verkoop van
gasmaskers zijn geïnteresseerd. Ideale omstandig
heden voor objectieve voorlichting zijn dat niet.
Het lijkt ons daarom
vereischt, dat het vraagstuk
van het al of niet gewenscht
zijn van gasmaskers zoo
spoedig mogelijk door een
regeeringscommissie wordt
onderzocht, welker samen
stelling borg moet staan
voor volledige objectiviteit.
Mocht deze commissie
tot de conclusie komen,
dat gasmaskers voor de
burgerbevolking minder
noodig zijn, dan dient de !. ,
regeering de gasmaskers
psychose" tegen te gaan en te voorkomen dat
door particulieren millioenen overbodig worden
uitgegeven.
Is de bedoelde commissie van meening, dat het
aanbeveling verdient om in geval van een lucht
aanval over een gasmasker te beschikken, dan zou
den wij het toejuichen, wanneer de staat zich inten
sief met de productie en distributie ging bezighou
den. De aankoop mag niet afhankelijk zijn van de
draagkracht der bevolking. Wij vreezen trouwens
dat de prijs der gasmaskers, wanneer deze uitslui
tend wordt overgelaten aan de beslissingen van het
particulier initiatief, voor velen een schier onover
komelijk beletsel zal blijven. Een masker dat op het
oogenblik ? 4.50 kost, zou bij productie op zeer groote
schaal tusschen f i.?en ? 1.50 in prijs kunnen dalen.
De geheele bevolking van Nederland zou in een
vijftal jaren van een gasmasker voorzien kunnen
worden door een fabriek met een vierhonderd-tal
arbeiders, die als beginkapitaal over een bedrag zou
moeten beschikken, niet grooter dan een half mil
lioen gulden.
Brandbommen
SPANJE is, helaas, de oefenschool geworden
voor den modernen oorlog. De ervaringen die
men daar heeft opgedaan, hebben aangetoond dat
het gevaar van brandbommen eerder over- dan
onderschat wordt. Bij talrijke bombardementen op
Madrid zijn slechts weinig branden uitgebroken;
men kon ze bovendien vrij eenvoudig meester wor
den. Wanneer dan ook in Nederland ieder blok zou
beschikken over een eigen blok-brandweer, dan zou
het gevaar van een catastrophe door een aanval met
brandbommen zeer sterk beperkt zijn. Men kan
echter ook vóórdien de noodige maatregelen nemen.
Het zou gewenscht zijn, dat de regeering in de bouw
verordening de bepaling opnam dat alle nieuwbouw
voorzien moet worden van zolders, die deugdelijk be
schermd zijn tegen brandgevaar door brandbommen;
zulks niet op kosten van den huurder.
Wordt deze zaak gecentraliseerd en op groote
schaal aangepakt, dan zal het ook hier mogelijk zijn
de kosten belangrijk te verlagen. Er is in Nederland
een fabriek die gewapende asbest-cement-platen
produceert, welke volgens deskundigen een doel
treffende bescherming tegen brandbommen vormen.
Wat dringend noodig is:
I. recruteering van luchtdienstplichtigen
uit hen die voor gewonen militairen
dienst zijn afgekeurd.
2. instelling van een commissievan onder
zoek naar het nut van gasmaskers.
3. aanvulling van de bouwverordening:
nieuwe huizen moeten gasdicht zijn
Zou deze fabriek speciaal voor de luchtbescherming
in continu-bedrijf kunnen werken, dan zou de
kostprijs der platen bij 10 mm. dik, thans ? 2.ïo
per vierkante meter maar liefst met veertig pCt.
kunnen dalen. Een verdere daling door uitbreiding
van het bedrijf, gevolg van uitbreiding van de
markt, zal stellig mogelijk zijn.
De zware bommen.
HET grootste gevaar in den modernen
luchtoorlog komt van de zijde der zware
explosiebommen. Ook in dit opzicht zijn ervaringen uit den
Spaanschen burgeroorlog uiterst instructief geweest.
Dat generaal Franco bij zijn talrijke aanvallen op
de burgerbevolking niet van strijdgassen gebruik
heeft gemaakt, kan men bezwaarlijk aan zijn hu
mane gezindheid toeschrijven. Het was eenvoudig
een quaestie van effectiviteit. Een vliegtuig met
zware explosie-bommen geladen, berokkent den
vijand veel meer schade dan hetzelfde vliegtuig,
beladen met gasbommen. Van de slachtoffers van
een gasaanval sterft gemiddeld n op de dertig.
Van de honderd slachtoffers die zware
explosiebommen maken, zijn in den regel tusschen de dertig
en vijftig doodelijk getroffen. De zware bom ver
nielt bovendien gebouwen op groote schaal
bijgaande afbeeldingen geven daarvan een beeld
en blokkeert de wegen.
In een tijdsverloop van veertig uur, dat zich uit
strekte over de dagen 16, 17 en 18 Maart van dit
jaar, heeft Barcelona dertien luchtaanvallen door
staan, die geen van alle door meer dan negen
vliegtuigen tegelijk wer
den uitgevoerd. In totaal
is er bij deze aanvallen
omstreeks vijf-en-dertig
ton aan bommen gebruikt.
De opgaven van het aan
tal dooden varieeren tus
schen duizend en driedui
zend, die over het aantal
zwaargewonden tusschen
twee-en vijfduizend. Er
werd een ontzaglijke
maen een SCherfvrije schuilplaats bezitten. terieele schade aange
richt. Het luchtfront"
dat zich na den bominslag
met een snelheid van zevenduizend km. per uur
verspreidde bijna twee km. per seconde.'
vernielde wijd in den omtrek deuren en ramen
en rukte de lichamen der omstanders uit elkaar.
Door de op dezen orkaan volgende zuiging naar
het ontploffingscentrum toe, stortten de gevels van
de dichtstbijzijnde huizen naar de straatzijde in.
Slechts de achtermuren met kleine stukjes pla
fond bleven in vele gevallen staan.
Belangrijker nog dan het groote verlies aan
menschenlevens, en de toegebrachte materieele schade,
was de klap die aan het moreel der bevolking werd
toegebracht. Dertien maal huilden in een tijdsver
loop van veertig uur de sirene's over de stad en
gierden de zware bommen naar beneden. Doordat
de vliegtuigen over zee en met afgezette motoren
naderden, kon men de burgerbevolking pas waar
schuwen nadat het onheil al was geschied. De span
ning groeide daardoor tot een hel. Vrijwel niemand
deed een oog dicht. Opeengepakt als haringen in een
ton, bracht een groot deel der bewoners de nachten
door in den metro. Anderen vluchtten de stad uit.
Talloozen verloren hun bezinning en gingen gaten
graven in den grond. Het werkelijke gevaar van den
luchtaanval schuilt daarom niet zoo zeer in het aantal
slachtoffers en in de vernielingen, als wel in de mo
gelijkheid tot volledige desorganiseering van het
maatschappelijk leven.
SLECHTS een doeltreffende organisatie kan dit
gevaar voorkomen.
Bescherming tegen zware explosie-bommen is
verondersteld dat men den aanvaller tijdig kan
melden in theorie mogelijk, ook in Nederland.
Alleen echter voor de stad Amsterdam zou een der
gelijke bescherming, door middel van degelijke
schuilkelders voor de geheele bevolking, naar schat
ting vierhonderd millioen gulden kosten. Deze
mogelijkheid blijve hier verder onbesproken. Helaas:
een andere mogelijkheid van volledige bescherming
tegen zware explosie-bommen bestaat met. Dat bij
een aanval met deze helsche verdelgingswerktuigen
slachtoffers zouden vallen, spreekt vanzelf. Barce
lona heeft aangetoond dat in dat geval het gevaar
hierin schuilt, dat individuen niet weten wat zij
moeten doen; zij zijn eenzame en verloren enke
lingen. De leden van den luchtbeschermingsdienst
PAG.J4 DE GROENE No.|3207