Historisch Archief 1877-1940
'S*1 **
er la n d
burgerbevolking
:
Vernieling door een
zware explosie-bom
hebben een bepaalde taak: zij voelen zich gedragen
door de maatschappij. Vandaar dat het aanbeveling
verdient om te zorgen dat een zoo groot mogelijk aan
tal burgers in geval van een luchtaanval een eigen
concrete taak bezit.
Geef den burgers een taak!
MEN heeft dat in Spanje ook ingezien. Een
voorbeeld moge het verduidelijken. Na de
paniek van 16, 17 en 18 Maart, heeft men onmid
dellijk de organisatie van den bloedtransfusie-dienst
belangrijk uitgebreid. Hierbij is gebleken, dat men
niet alleen hun die een bloedtransfusie noodig had
den, een dienst bewees, maar ook den gevers". Het
getuigde van groot psychologisch inzicht dat deze
gevers" niet als individuen werden uitgekozen,
maar als vertegenwoordigers, vertegenwoordigers
van een fabriek, een kantoor, een vakvereeniging,
een huizenblok. Wanneer na een luchtaanval de
gevers" werden opgeroepen, dan zag het personeel
van het kantoor in den vertegenwoordiger die zich
onmiddellijk naar het ziekenhuis spoedde, zichzelf
gaan. Dit personeel deed mee". Het voelde zich
door middel en in den persoon van den vertegen
woordiger deel van de maatschappij, deel van den
strijdenden en zich verdedigenden staat. Men mag
hieraan toevoegen dat deze bereidheid tot actieve
deelname aan de verdediging natuurlijk afhankelijk
is van den inhoud van den oorlog, van den vijand
tegen wien men zich verweert. Voor het
republikeinsche Spanje heeft de oorlog zin: het verdedigt
zich tegen de dictatuurstaten.
DE Amsterdamsche luchtbeschermingsdienst,
die op het oogenblik een der beste, zoo niet de
beste van het geheele land mag heeten, is op het
zoo juist ontwikkelde principe opgebouwd: dat, be
houdens de bruikbaarheid van den dienst, in geval
van oorlog een zoo groot mogelijk aantal burgers
actief bij de luchtbescherming dient te zijn betrok
ken. De dienst maakt, gelijk bekend, gebruik van
vrijwilligers, wier aantal de twaalfduizend reeds
heeft overschreden een verheugend feit. Natuur
lijk wordt onder deze vrijwilligers een behoorlijke
selectie toegepast, zoodat minder geschikte per
sonen geschrapt worden. Het systeem, om voor
de luchtbescherming uitsluitend van vrijwilligers
gebruik te maken, heeft echter groote bezwaren.
In tijden van geringe internationale spanningen
en betrekkelijken rust daalt allicht hun activiteit.
Of zij allen, jarenlang, regelmatig hun geoefendheid
op peil zullen houden, is niet geheel zeker.
Vandaar dat het aanbeveling verdient om een kern
van luchtdienstplichtigen te vormen. Deze gedachte,
vier weken geleden in ons blad gelanceerd door
den heer J. J. D. H. Verschoor, hoofd van den
luchtbeschermingsdienst te Amsterdam, vindt
men hiernaast nader uitgewerkt. Wij hopen dat dit
denkbeeld, in Denemarken reeds in de practijk
gebracht, binnenkort door de regeering ernstig in
studie wordt genomen.
De organisatie der
luehtdienstplichtig en
Hoeveel luchtdienstplichtigen?
Er zijn voor de luchtbescherming van Amsterdam
veertigduizend vrijwilligers noodig.
Naast deze vrijwilligers is een kern van lucht
dienstplichtigen gewenscht.
Driehonderd luchtdienstplichtigen zullen een
plaats vinden bij de vervanging en versterking van
den beroepsbrandweer.
Vijfhonderd zullen opgenomen worden door de
politie.
Honderdvijftig luchtdienstplichtigen moeten ge
bruikt worden voor organisatorische en administra
tieve werkzaamheden.
Driehonderd luchtdienstplichtigen worden inge
lijfd bij Eerste Hulp bij Ongelukken.
Voor driehonderd schuilplaatsen, tenslotte, zijn
drieduizend luchtdienstplichtigen noodig.
Naar lage schatting zijn dus in totaal voor Am
sterdam vierduizend-tweehonderd-vijftig luchtdienst
plichtigen noodig. Aangenomen dat dit corps in vijf
jaar tijds moet zijn gevormd, dient jaarlijks een
contingent van tegen de dnizend man te worden
opgeleid.
Wie worden luehtdienstplichtig?
PER jaar worden tusschen de zes- en acht
duizend Amsterdamsche jongens opgeroepen
voor de militaire keuring. Hiervan wordt 35 a
40 pCt. afgekeurd, d.w.z. ongeveer
vijf-en-twintighonderd personen.
Een gedeelte hiervan is natuurlijk ook voor den
luchtbeschermingsdienst ongeschikt. Het is echter
mogelijk om uit deze vijf-en-twintig-honderd per
sonen, die in het leger niet op hun plaats zijn,
duizend te kiezen voor de opleiding tot de lucht
bescherming.
Hoe worden zij opgeleid?
HET zal waarschijnlijk niet noodig zijn, om deze
duizend luchtdienstplichtigen een vol jaar
lang in actieven dienst te houden. Het is reeds
voldoende, wanneer zij verplicht en onder een
tuchtrecht staand, twee vaste middagen per week
worden geoefend onder deskundige leiding.
Regelmatig moeten herhalingsoefeningen worden
gehouden.
Aldus beschikt Amsterdam binnen enkele jaren
over een groep degelijk opgeleide luchtbeschermers
die de kern vormen waarom zich de veertigduizend
vrijwilligers scharen.
Een Nobel abuis
DE toekenning van den Nobelprijs voor
litteratuur aan Pearl Buck doet de vraag
rijzen naar de waarde van een periodieke
bekroning, die herhaaldelijk van onzuivere, want
andere dan de hoogste litteraire maatstaven blijkt
uit te gaan. Dat met tal van nevenmotieven, gelijk
b.v. de overweging dat nu weer eens een bepaalde
nationaliteit aan de beurt moet komen, rekening
wordt gehouden, is bekend genoeg, en daarmede
wijkt men dus reeds ernstig af van de eenige vraag,
welke gesteld zou moeten worden: wie is op een
bepaald tijdstip de beste auteur.
Erger is, dat deze vraag als zoodanig eigenlijk in
het geheel niet aen de orde komt. Zeker, een aantal
zeer voortreffelijke schrijvers wij hoeven als
voorbeeld slechts Thomas Mann te noemen heeft
den prijs toegekend gekregen. Maar dat was dan,
omdat hun voortreffelijkheid toevallig gepaard ging
met die andere eigenschappen, welke voor de keuze
der Zweedsche Academie blijkbaar steeds meer
gewicht in de schaal gaan leggen. Wij bedoelen
populariteit, groote verstaanbaarheid, aanhang bij
een zeer uitgebreid publiek, e.d. Op zich zelf zijn dit
zeker geen verwerpelijke kwaliteiten, maar zij ver
onderstellen toch een zekere conventioneelheid van
denken, voelen, en uitdrukkingswijze, en sluiten
vrijwel pionieren des geestes uit, gelijk op ander
gebied voor den Nobelprijs voor natuurkunde worden
aangewezen. Het is in dit verband voldoende, aan de
bekroning van Sigrid Undset en Grazia Deledda te
herinneren.
De toekenning van den prijs aan Pearl Buck sluit
zich daarbij aan en heeft dan ook een storm van
protesten ontketend. Niet, dat wij op zich zelf iets
tegen deze verdienstelijke auteur hebben. Zij heeft
enkele belangwekkende en zeer menschelijke romans
geschreven, waarvan The Good Earth" litterair
het meest geprezen verdient te worden en haar faam
gevestigd heeft. Ook Exile" is een uitnemend
geschrift. Het is bovendien wellicht de bedoeling
geweest, met deze bekroning de aandacht te vestigen
op een figuur, die met haar oeuvre belangrijk werk
heeft verricht door beter begrip te wekken voor
China en de Chineezen, een land en een volk welke
in dezen tijd aan de bitterste beproevingen zijn
blootgesteld. Dat zou dan een humanitaire bijge
dachte zijn geweest, in plaats van een litterair
hoofdmotief. Overigens kan het laatste boek van de
schrijfster, This proud heart", alleen maar onecht,
onwaarachtig en slecht worden genoemd.
MAAR dit alles betreft niet de kern van deze
aangelegenheid. Die is, onafwijsbaar, dit:
De materieel hoogste literatuurprijs ter wereld,
en waaraan in het algemeen misschien het grootste
gezag wordt toegekend, ware in elk geval, indien,
gelijk het behoort, van een zuiver letterkundig
criterium ware uitgegaan, veel eerder aan een
Wells, Malraux, Dreiser, Arnold Zweig, Dos
Passos, Van Schendel, Feuchtwanger, Green,
Romains, Gide, Virginia Woolf toegekomen, om nu
maar losweg de eerste namen te noemen die ons
invallen. Zij ware, vóór alles en allen, nu eens
eindelijk toegekomen aan Paul Valéry, die de
grootste dichter niet alleen van zijn land maar van
zijn tijd is, een schrijver gelijk er slechts enkelen in
een eeuw voorkomen.
Men vraagt zich dan ook af, welke waarde er nog
te hechten is aan een Nobelprijs, die met voorbijgaan
van de werkelijk grootsten en den werkelijk
grootste wordt gegeven aan een schrijfster die o,
stellig, verdienstelijke, onderhoudende en hier en
daar zelf zeer knappe, bovendien steeds sympathieke
romans heeft geschreven, maar toch nooit tot de
onsterfelijke namen der wereldliteratuur gerekend
zal kunnen worden. Waar moet het heen, als de
Zweedsche Academie in toenemende mate het
baanbrekend genie, den nog niet erkenden pionier
der beschaving, den eenzamen grootschen, voor de
eeuwigheid werkenden dichter gaat verwaarloozen
om best sellers" te huldigen, vriendelijke lectuur
voor het groote publiek, rijk begaafde talenten
stellig, maar zonder eigenlijke oorspronkelijk
heid?
Aan het hooge en bewonderenswaardige idealisme
van de innemende figuur Pearl Buck is met deze
laatste bekroning recht gedaan. Maar deze letter
kundige prijs heeft, litterair gezien, zijn hoogste taak
verwaarloosd. En de Schoonheid is weer eens tot de
Asschepoes gemaakt, die ongekend en vergeten in
haar hoekje blijft zitten en het gelaat omhuift.
V. E. v. V.
Wie A zegt, moet ook B zeggen.
Wie LAMP" zegt, moet JASPERS" zeggen
JASPERS CEINTUURBAAN 308'
LEIDSCHESTRAAT 11 ZIJN N!
PAG. 5 DE GROENE No. 3207