De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 26 november pagina 16

26 november 1938 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

f'ïi en Vrouwenleven a* Losse nummers van De Groene: 20 cent. Ouder dan 3 maanden : 60 cent. Toezending uitsluitend n a ontvangst van het bedrag. Luchtkastelen...? .... onze prijzen maken ze tot werkelijkheid, maken het mogetijk, zich ook met een beschei den beurs moderne meubelen aan te schaffen, meubelen, speciaal voor den koper vervaardigd. PAUL SCHONGS-AMSTELVEENSCHEWEG 1030-AMSTERDAM-Z'TEL. 22871 Engelsche ziekte bedreigt ^^ ook Uw kind ^^ Hall [Fan uif de l van H e i l b o + 60 maal sterker en OO maal gemakkelijker in te nemen <fntt levertraan. U kent ze wel en heeft ze wel vaker gezien, de kleine stumpertjes, met hun zielige gezicht jes. Hun buikje steekt vooruit, hun beentjes zijn wat spichtig, gebogen en ze staan er wat onzeker op, hun figuurtje is wat armetierig en min of meer opgeblazen. Dat zijn rachitis kinderen. Hun beenderstelsel wilde niet meer groeien, hun tanden en kiezen gingen achteruit en al de kinderziekten namen maar al te graag bezit van hen. Als ze er van opkwamen, ble ven ze toch voor hun leven ziekelijk, middel matig in groei en ontwikkeling, gekenteekend voor hun heele leven, omdat hun ouders niet zorgden voor voldoende vitaminen in hun jeugd. Rachitis (Engelsche ziekte) is het gevolg van een tekort aan vitaminen, de geheimzinnige substanties, die ontstaan door de inwerking van de zonnestralen in den zomer en die onmisbaar zijn voor de instandhouding van de levenskracht. In herfst, winter en voorjaar kun nen de ultra-violette stralen van de zon niet door de grauwe at mosfeer heenkomen en vitaminen vormen, noch in de voedingsstof fen, noch in het lichaam zelf. Dan lijden Uw kinderen gebrek aan vitaminen en staan onbeschermd bloot aan ziekten. Rachitis (En gelsche ziekte), verkoudheden, bronchitis, griep, besmet telijke ziekten wachten er al op, een lichaam zonder weerstand binnen te dringen en vooral dat van een kind. Bescherm Uw kindereen tegen deze gevaren. Houd de Engelsche ziekte van hen vandaan. Geef hun kracht en weerstand, geef hun Halitran, de gouden, welsmakende olie uit de lever van heilbot, uiterst licht verteerbaar. 60 maal sterker en 100 maal gemakkelijker in te nemen dan levertraan. Halitran bezit een grooten rijkdom aan natuurlijke vitaminen A en D. groei en Vitamine D is onmisbaar voor de vorming geeft aan het lichaam het noo- van een krachtig beenderstelsel, dige weerstandsvermogen tegen sterke tanden en kiezen en ter voorziekten. koming van Engelsche ziekte. bevordert den De Eskimo's, die welhaast het geheele jaar van de zon verstoken zijn, hebben bij instinct gevonden, waf hen beschermt en weerstand geeft tegen ziekten, hen gezond houdt en den krachtigen groei van hun kinderen verzekert. Ze nemen de olie in uit de levers van zekere visschen en geven ze pok hun kin deren. De geheimzinnige substan ties, waaraan de olie naar kracht dankt, zijn door de geleerden ge dentificeerd als vitaminen A en D. ?1.25 Flacon voor een maand In alle Apotheken en Drogisterijen Halitran wordt ingenomen op een schijfje sinaasappel, in melk, op suiker of brood. DE CHOM/-CHOVI/ IEMAND ontmoette een echtpaar met een chow. Hij sprak het aan en het vrouwelijke deel van het paar vond niets aan den hond". Is dat juist? vroeg de iemand mij later. Tja, er zijn menschen, die ook andere Chineesche preciosa niet begrijpen. Dat komt zoo voor. Dat is het merk ik blijf liever nuchter". Maar mij was Charlie Brown nader, de baas van het groote, soms zér ruwe zeemansdanshuis in Londen's havenkwartier, die boven een uitgebreide verzameling had van grootendeels mooie dingen en van alle een nietig beeldje van een Chineeschen landarbeider met een vrachtje op den rug, het meest liefhad. Charlie had heel vaak gevochten en nóg ont zag onder de bende, maar ach, hoe gelukkig was hij, wanneer men iets van zijn beeldje snapte. Toen ik hoorde, dat hij dood was, dacht ik dadelijk of hij het missen zou. Er zijn menschen, die zich niet uiten kunnen. Hun hart wil hen laten spregeur, indruk of wat het zij moet hem pakken. Dan ontstaat dat mooie. Dan geeft Confucius hem vrij af of wellicht ook breekt de chow voor dien eenen mensch den vorm. Met hem speelt de ingetogen somberaar op zijn vier stokkebeentjes net als een jong hondje zoo dol. Ik woonde eens na vier maanden scheiding het weerzien van een chow en zijn mensch bij en voelde me beschaamder, dan wanneer ik onver wacht en door haar ongewenscht in een kamer zou zijn geraakt, waarin een vrouw ontkleed stond. Ik ken thans een beter passend paar. Een man, een in-fijne kerel en dan ook bijbehoorend arm, met een chow, die rijkeluis-hond is geweest. Hoeveel die eerste menschen voor hem over had den bewijzen de buitengewone toewij ding, kosten en moeiten aan hem be steed. Doch nu is hij gelukkig, in zijn bestaan met dien nen mensch. Welke Chineesche God heeft den somberen Tao langs zooveel omwegen eindelijk bij Een veel bekroonde chow-chow. (Eig. H. van Wingerden te Nijmegen) ken, handelen, maar tong en handen weigeren. Zij leven hél moeilijk. Dit moet ook het geval met den chow we zen. Hij is een hond, een hél mooie hond, goed, maar een hond, zooals u en ik menschen zijn. Hij heeft dus be hoefte zich te uiten, spontaan te zijn. Maar.... Confucius. Mops en Pekingees hebben veel, als bijvoorbeeld moed, zelfbewustheid en taaiheid van gestel met den chow gemeen, maar zij leven vrijer. Confucius' vormen binden den chow. In zijn eigenwaarde, die nooit grappig wordt als bij den Peek. In den vorm zijner steile achterbeenen, soms met omklappend gewricht, die hem den korten, stootenden gang verleenen, in zijn oog, dat ons op afstand moet houden, in het blauw zijner slijm vliezen, een kleur, die hij slechts met den ijsbeer deelt, in den streng voor geschreven dracht van zijn staart, stijf tegen de ruggegraat, recht naar voren en ook in de nkleurigheid van zijn vacht. Maar het meest in zijn aard. Iets in den chow zegt hem steeds: het mag niet", of het moet zóó". LES extrèmes se touchent. Ik, die leijf u uit" tot mijn parool stelde en hield, ik aanbid den chow chow, den hond der lang vóór hem vastgestelde vormen. Het is zoo ingrappig. Met geld kan men alles koopen. Every man has his price" zei Cecil Rhodes. Met geld koopt men ook honden, zelfs chows. Doch men koopt allén het lichaam, niet de liefde van een hond. Toch, houdt men zelf veel van hern, geeft men hem zijn pretjes, het heerlijke uitgaan, samen stoeien en samen praten, dan verovert men de meeste rassen. Maar niet den chow. Die moet de coup de foudre" van ons krijgen. Iets, hetzij uitstraling, den man gebracht, bij wien hij blijkbaar behoort en wiens leven nu blij is? NIET altijd belandt de chow zoo goed. Soms vindt hij niemand. Soms geen weerklank. Of het ergste: ontrouw; verraad. Hij kan er niets aan doen. Hij kiest niet. Het Noodlot voert hem. Hij is gebondener nog dan wij zelf schijnen. Why did I kiss that girl? Why ! Why ! Why l" Het is grof. Maar zoo schreeuwt de mensch wel eens een scheur in zijn verdriet, daar hij zich dan als een dwaas ziet en om zichzelf lacht. Maar banale chows zijn al even ondenkbaar als zingende of lachende. Het ras is somber óf gelukkig. Een chow zonder mensch" is stilweg on gelukkig en leeft als een wachtende mensch, die zich door geen tijdpasseering laat afleiden van het groote, dat uitblijft. Keezen zijn van een zér vroegen tijd af overal geweest en in China wer den zij chow. Ook daar als overal de hond van den kleinen man: keuter boer, schipper, vrachtrijder. De rijke man at zijn jongen, zijn arme baas soms hemzelf. Hij bewaakte scheepje, huisje en eenzaam rijstveld. Hij hielp in het Noorden mee jagen en zijn krui singen trokken er ook wel. Een kees is maar een kees. De Chineesche kees hult zijn rijken aard in Confucius' vormen, als in de middeleeuwen de kuische vrouw heur begeerd lichaam in een wijden mantel en men vraagt zich af of het een God was of een Duivel, welke hem zegende of pijnigde met een zóó volkomen devotie voor n bepaalden en niet te vervangen mensch, als in andere ras sen slechts bij uitzondering voorkomt. P. M. C. TOEPOEL PAG. 16DE GROENE No. 3208

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl