De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 26 november pagina 8

26 november 1938 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

K A N T T E E K E N I N G E N Parijsche besprekingen WEDEROM waren Engelsche en Fransche ministers in bespreking bijeen. Chamberlain en Halifax hebben Daladier en Bonnet te Parijs ontmoet. Er wordt en is ijverig gespecu leerd over den inhoud der gevoerde besprekingen, en alles is eenvoudiger dan met zekerheid te ver halen wat er nu weer besloten is. Moeilijk kan men echter zijn ongerustheid verhelen. Het publiek heeft gelijk onze teekenaar Jordaan het uit beeldde na vorige ervaringen reden om zich bezorgd af te vragen wat er thans weer ter conferen tie bekokstoofd zal zijn. Het probleem der defensie stond, zoo al niet op den voorgrond, dan toch op een voorname plaats. De Engelsche regeering maakt zich ongerust over den achterstand der Fransche vliegtuigproductie. De Fransche regeering en de openbare meening in Frankrijk wil niet aanvaarden dat in geval van oor log de Fransche soldaten het spits zouden moeten afbijten en Engeland zich vooreerst hoofdzakelijk op de beveiliging ter zee zou toeleggen. Het komt ons voor dat deze gezamenlijke defensie van Engeland en Frankrijk door velen te zeer naar voren is geschoven. Deze gezamenlijke defensie is op het oogenblik een hersenschim', wellicht een vrome wensch van menig een, mér echter niet. Engeland en Frankrijk heb ben tijdens de Sudetencrisis met alle duidelijkheid getoond, geen oorlog te wenschen. Waarom zou hun houding spoedig veranderen ? Omdat zij in versneld tempo de bewapening voortzetten? Dat doen Itali en Duitschland ook. Integendeel, de toenadering tusschen de vier groote Europeesche mogendheden neemt steeds vasteren vorm aan, getuige de spoedig te verwachten Fransch-Duitsche verklaring. Naar den inhoud zal deze verklaring weinig belangrijk zijn. Maar het feit van de verklaring spreekt boekdeelen boekdeelen voor Frankrijks angst en Duitschlands toegenomen kracht. Neen belangrijker dan de besprekingen op mili tair gebied, zullen de besprekingen inzake Spanje zijn, die op den Quai d'Orsay gehouden werden. De strijd in Spanje is min of meer op een dood punt gekomen. Generaal Franco is er na maandenlangen strijd in geslaagd, de republikeinsche troepen weer over den Ebro terug te dringen, maar of hij nog andere belangrijke strategische successen naast deze, trouwens uiterst duur gekochte overwinning, zal behalen, is zeer de vraag. De situatie wordt er daardoor niet eenvoudiger op. Mussolini heeft er geen twijfel over Jaten bestaan dat hij een volledige overwinning van Franco wenscht. Op 4 November j.l. heeft Lord Halif ax nog met alle kracht, die in hem was" gelijk hij zeide verklaard, dat hit niet de bedoeling was van het Britsch-Italiaansch accoord, inmiddels in werking getreden, om Musso lini er van te weerhouden, generaal Franco te steunen. Verbeeld je ! is men geneigd, aan te vullen. Signor Mussolini", aldus de Lord, heeft het van meet af aan duidelijk gemaakt, dat hij om bekende redenen geen nederlaag van generaal Franco zou dulden." Ergo: generaal Franco moet overwinnen. Is het verwonderlijk, dat de Spaansche republikeinsche regeering aan den vooravond van de Parijsche besprekingen een verklaring heeft gepu bliceerd, waarin zij bij voorbaat protesteert tegen Engelsch-Fransche pogingen om op kosten van het democratische deel van het Spaansche volk vrede in de Middellandsche Zee te koopen? Het vervult deze regeering met f*'~pe bezorgdheid, dat Chamberlain niet ongeneigc ^s, generaal Franco oorlogsrechten toe te kennen. Deze toekenning zou beteekenen: blokkade van de Spaansche kust, uit hongering van regeerings-Spanje, waar de voedselnood reeds zoo hoog is gestegen. Zullen de Fransche ministers voor eventueele Engelsche pressie wij ken? Zal Daladier, die veel energieker dan Blum aan Spanje steun heeft geboden, dulden dat Itali en Duitschland zich aan de Pyreneeëngrens vestigen ? Of kan Chamberlain hem garanties geven dat Franco, die in de Septemberdagen al een hoogst dubbelzinnige rol heeft gespeeld, in geen geval een protectoraat van Hitler en Mussolini zal dulden? Het is mogelijk. Hoe ook de beslis sing valt, gunstig voor Barcelona zal zij wel niet zijn. Het koloniale probleem zal te Parijs stellig ook ter tafel zijn gekomen. Dat in deze moeilijke materie spoedig een beslissing wordt genomen, is uiterst onwaarschijnlijk. Londen past ook hier de traditioneele wait-and-see" politiek toe. Laat Berlijn maar vragen en eischen: haast heeft het vraagstuk niet. Duitschland kon dreigen een inval te doen in Tsjechoslowakije, maar een inval ergens in Afrika is al heel weinig waarschijnlijk. Daar uit dit probleem voorshands dus geen oorlog geboren kan worden, is een snelle oplossing over bodig. Het principe: Duitschland's recht op kolo niën, is min of meer erkend; de uitwerking komt later wel. Nieuwe strubbelingen in Centraal-Europa DE vrede" van München dat wordt van dag tot dag duidelijker is slechts een vrede geweest voor West Europa. In Centraal-Europa is de rust nog steeds niet weergekeerd. Met vriendelijke ongegeneerdheid heeft Duitschland in de afgeloopen week nog een geringe noodzakelijke operatie op het Tsjechoslowaaksche kadaver toegepast: weer is een aantal districten geannexeerd. Duitschland heeft voorts gedaan weten te krijgen dat het een autoweg van Breslau naar Weenen mag aanleggen, waarvan het gedeelte dat over Tsjechiëloopt, Duitsch grondgebied is: een zestig-meter breede Duitsche strook, van douaneposten voorzien, scheidt voortaan Bohemen van Moravië. Een duidelijker demonstratie van Tsjechische onmacht laat zich kwalijk denken. Het uiteenvallen van den ouden Tsjechoslowaakschen staat schrijdt trouwens onophoudelijk verder. De Slowaken gedragen zich, alsof er geen centrale regeering te Praag meer bestaat en in Roetheni is van landsgezag al heel weinig te bespeuren. Het geheele gebied tusschen Polen en Hongarije is den laatsten tijd een vrijwel volslagen chaos. De staat schijnt daar eenvoudig verdwenen te zijn. Opge stookt door de Italiaansche regeering pogen Polen en Hongarije alsnog een verdeeling van Roetheni te bewerkstelligen. Weer moet Von Ribbentrop naar Rome om het tot stand komen van een gemeen schappelijke Poolsch-Hongaarsche grens, die de Duit sche penetratie naar den Balkan zou remmen, te ver hinderen. Het gist er meer en meer. Uit Boedapest worden oorlogzuchtige klanken vernomen. Minister president Imredy bleef in de minderheid. De groot grondbezitters hebben hem in den steek gelaten. Imredy zoekt namelijk steeds nauwer aansluiting bij Duitschland. Duitschland dat is het nationaalsocialisme, en de Hongaarsche nationaalsocialisten willen het grootgrondbezit verdeelen. Dus zoeken de beangste landheeren haastig aansluiting bij Italië, terwijl de handelslieden, industrieëlen en bankiers het economisch machtige Duitschland naar de oogen kijken. Wél wordt de as RomeBerlijn op een zwaren proef gesteld. Wie zullen sterker blijken te zijn: de gemeenschappelijke be langen of de gemeenschappelijke tegenstellingen? Voorshands waarschijnlijk de eerste. Het Engelsch-Amerikaansche handelsverdrag EINDE vorige week is te Washington het han delsverdrag tusschen Engeland en de Vereenigde Staten onderteekend, waarover anderhalf jaar lang door vertegenwoordigers van beide staten is onderhandeld. Deze lange duur kan slechts verklaard worden uit de gecompliceerdheid van het op te lossen probleem. Immers, niet alleen de handelsrelaties tusschen Engeland en de Vereenigde Staten, maar ook die tusschen de Vereenigde Staten en het Britsch Imperium lagen ter taf el. De Vereenig de Staten koopen in Engeland meest gespeciali seerde eindfabrikaten (de grootste post is whisky), Engeland koopt van de V. S. vooral voedingsstoffen, hout en machines. Beide landen hebben nu een aantal goederen uitgezocht, waarvoor lagere invoer rechten geheven zullen worden. Dit betreft een bedrag van tien a elf millioen pond. Terwijl de V.S. echt 5r meer producten verkoopcn naar , dan koopen uit Engeland, is hun positie t.a.v. de koloniën precies omgekeerd: daar koopen de V. S. driemaal meer dan zij verkoopen. De gesloten overeenkomst bepaalt, dat op dezen grooten import geen hoogere rechten geheven zullen worden. De Britsche Dominions vooral Canada vormden weer een geheel apart probleem. De V. S. beconcurreercn hen op de Engel sche markt: verlaging van rechten voor invoer uit de V. S. zou dus voor de Dominions een nadeel zijn. Deze verlaging is een feit geworden, maar de Dominions zijn schadeloos gesteld. Engeland heeft op de Canadeesche markt extra - voorkeur rechten laten vallen. Dit verdrag beteekent, als geheel, een groote vergemakkelijking van de handelsbetrekkingen tusschen de twee mogendheden. Nog afgezien van het politiek aspect, dat belangrijk kan worden, geeft thans reeds het economisch aspect reden tot vreugde. De Engelsche minister van handel had wellicht niet geheel ongelijk toen hij het verdrag noemde een lichtglans van het gezond verstand in een wereld die snel rijp wordt voor een krank zinnigengesticht". De toestand in het Verre Oosten MET wisselend succes wordt op het oogenblik de oorlog tusschen Japan en China voort gezet. Tsjang-kai-Tsjek schijnt te beseffen dat slechts een spectaculair succes in staat is, aan het Chineesche volk den noodigen nieuwen moed te geven. Dat spectaculair succes moet zijn: de her overing van Kanton. De Chineezen hebben Kanton vrijwel zonder verdediging prijs gegeven, thans pogen hun troepen deze belangrijke stad zoo spoedig mogelijk weer in handen te krijgen. Het schijnt dat de Japanners er inderdaad in een netelige positie zijn geraakt. Ijlings zijn uit Sjanghai en Formosa versterkingen gezonden. Vóór zij echter uit Kanton verdreven zijn, moet er, meenen wij, heel wat gebeuren. In de eerste plaats is in den modernen oorlog de verdediging meestal sterker dan de aanval. In de tweede plaats zijn zij technisch oneindig beter uitgerust. Tsjang-kaiTsjek heeft voor het offensief tegen Kanton sterke troepencontingenten uit Centraal-China terugge trokken. De Japanners rukken daar wel in een verbazingwekkend snel tempo op. Zij bevinden zich reeds meer dan vierhonderd km. ten Zuiden van Hankou. Rukken zij in dit tempo verder, dan kunnen zij binnen afzienbaren tijd de Chineesche troepen, die Kanton belagen, in den rug aanvallen. Hier komt bij, dat het tekort aan wapenen aan de Chineesche zijde zich steeds duidelijker moet gaan manifesteeren. Japan poogt ernstig den ver bindingsweg met Rusland te bezetten en over de bergpassen van Achter-Indiëzal de Chineesche generalissimus moeilijk de ontzaglijke voorraden aan wapentuig kunnen ontvangen, die in een modernen oorlog noodig zijn. Japan komt er dan ook niet zwakker voor te staan. Men kan dit ook opmaken uit de zelfbewustheid waarmee Tokio thans tot Londen en Washington het woord richt. Het verzoek om de vrije scheep vaart op de Jangtse te herstellen, wordt rustig genegeerd. Op de herhaalde pogingen van den Britschen gezant Craigie tot bemiddeling tusschen de oorlogvoerende partijen wordt geen acht ge slagen. Japan gaat zijn eigen weg. Het beschouwt China als zijn eigendom. Engeland en Amerika hebben er hun tijd gehad. Het bezoek van Koning Leopold WAARLIJK de weergoden hadden concilianter kunnen zijn dan zij zich tijdens het bezoek van koning Leopold van Belgiëhebben betoond. De grauwe hemel en de kille regen die Dinsdag en Woensdag het stadsbeeld van Amster dam beheerschten, ten nadeele van de versieringen, hebben echter niet verhinderd dat de vorst onzer Zuiderburen met groote hartelijkheid door de bevolking is ontvangen. Deze hartelijkheid sprak niet minder uit zijn eigen redevoeringen dan uit de vele toespraken die tot hem werden ge richt. Dat dit bezoek rechtstreeks politieke beteekenis heeft gehad, is aan geen twijfel onderhevig, sinds de Regeeringspersdienst heeft medegedeeld dat de ministers besprekingen hebben gevoerd waarbij cp alle belangrijke punten vergaande overeenstemming werd geconstateerd. De tafelredevoeringen die ko ning Leopold en koningin Wilhelmina Maandag avond aan den gala-maaltijd hielden, waren trouwens meer dan een uitwisseling van oprechte hoffelijk heden. Zij waren tevens een bevestiging van de Oslo-politiek, in dit blad eens aangeduid als de politiek van het Neutraal blok aller Midden standers", middenstanders die in meer dan n zin een bemiddelende positie innemen tusschen de groote mogendheden Engeland en Duitschland, welker onderlinge tegenstellingen, mochten zij tot een conflict uitgroeien, hen zouden verpletteren. ,,De toenadering-van kleine staten verruimt", zei koning Leopold, ,,de sfeer van hun actie en van hun gezag. Een solidaire houding kan den oorlog buiten onze grenzen weren." Een vraagteeken is hier, naar het ons voorkomt, wel op zijn plaats. Laat de critiek echter verder zwijgen. De harte lijke toenadering tusschen Belgiëen Nederland, de verbetering in de onderlinge sfeer door het oplossen van oude tegenstellingen en het opgeven van oude grieven, is op zichzelf een reden tot oprechte vreugde. PAG. 8 DE GROENE No. 3208

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl