Historisch Archief 1877-1940
Werk van Pietó* "Starreveld
WANNEER ons gevraagd wordt iets te
willen zeggen over het werk van anderen
en meer nog over het werk van een vrij
kunstenaar, gaan we nog eens even kijken en
trachten te luisteren en het vibreerende na te voe
len. Men laat nogmaals hetgeen men ziet op zich
inwerken en verheugt zich over ieder gevoelen, dat
men meent mede te beleven.
Het werk van bovengenoemden kunstenaar ten
toongesteld in den kunsthandel De Brug" te Am
sterdam is dit ten volle waard.
Het doet goed aan elk ding weer opnieuw te be
merken hoe hard en onvermoeid hij werkt. Toch is
het zeker niet alleen deze vlijt; ook de spontane
en de enthousiaste wijze waarmee door hem op de
dingen ingegaan wordt stemt zeer hoopvol voor zijn
verdere ontwikkeling. Het zijn geen afbeeldingen,
maar zeer intense aanteekeningen. Het zijn geen
uitbeeldingen maar wel sterk beleefde voorstel
lingen. Dit keer koos hij dieren (veulens, kalfjes,
herten, vogels enz.) maar men kan zich indenken
dat hij evengoed zou kunnen vertellen van boomen
en struiken, van bloemen, misschien ook van kin
deren of spelende kleuters. Alle dingen die hij
maakte hebben dat moedige aanpakken en zijn vol
van herinneringen die hij beleefde. Deze zijn het die
hij in linoleum heeft gesneden, vaak twee en soms
zelfs in vier of vijf kleuren over elkaar. Hij koos
zich een techniek die hooge eischen aan het voor
stellingsvermogen van den kunstenaar stelt en het
is zeker waard er op te wijzen, met welk een aan
dacht, en met welk een overleg hij de verf mengde
en op zijn drukplaat aanbracht alvorens af te druk
ken. Ongetwijfeld zocht hij langen tijd naar het
voor dit doel juiste mengsel der verfstof; niet met
de verfrol maar vaak bijna tastend bracht hij de
verf met de vingertoppen op de stok-. Zoo konden
deze prentjes, deze teere prentkunst ontstaan.
TOCH vormde voor hem de techniek van het
drukken niet de belangrijkste factor. Het inte
resseerde hem voor zoover hij het noodig had. Zoo
ook dacht hij er niet aan een schilderij te maken of
een prent die aan den wand zal hangen; hij dacht
slechts aan het lieve gevoelige en levende wezen
waarvan hij behoefte had te vertellen en niet aan
het vlak en de grenzen ervan. Zoo zijn deze mooie
prenten in al hun volheid toch ook zeer
een
K/eurenhoutsnede
van P/eter
Starreve/d
zijdig, tezeer alleen van het object uit bekeken, en
de compositie, zooals de schilder die zou opbouwen,
is wel eens niet aanwezig. Ergens op het veld staat
het zorgvuldig volgehouden en met uiterste liefde
gadegeslagen wezentje. Het staat daar als middel
punt, alles op zich betrekkend. Zelfs de vogels, en
nog wel als ze vliegen, zijn eigenlijk toch alleen
maar vogels: de door hen doorkliefde en in span
ning gezette ruimte is er niet. We zagen destijds
van Starreveld de mooie vogels gebeeldhouwd in
eschdoornhout aan de twee trapbalusters op het
stoomschip de Nieuw Amsterdam. Waren ook deze
niet te zeer in zich zelf gevormd en was niet de hen
omringende ruimte te weinig gezien ? Wel het posi
tieve, het ingesloten volume was vol aandacht
gevolgd en hij was daar zeker boven het naturalis
tische uitgekomen. Maar het andere, het lucht
volume" is er ook, verlangt ook de volle aandacht
en is stellig niet minder belangrijk. Dit zelfde zie
ik ook in verschillende van zijn prenten. Hij leefde
mee met de wezentjes die hij uitbeeldde, hij drong
in iedere spanning van die teere lichaampjes door
maar vergat dan vaak de groepeering van al die
vormen en accenten binnen de grenzen van zijn
prent. Het duidelijkst zag ik dat bij de twee me
rels". Twee dieren vol actie, vol beweging. Maar,
zijn het, zooals de linoleumdruk daar hangt, geen
donkeren gaten? Het oog kan de teere nuancen,
de subtiele grijzen en de fijne teekening der veeren
niet waarnemen onmiddellijk naast dat heftige con
trastvan den donkeren vogel tegen den lichten achter
grond. Misschien zou het echter toch juist goed zijn
wanneer men zou merken dat hij daar de vogels losliet
en dat hij de ruimten tusschen de vogels vormde.
MISSCHIEN kijk ik te veel als architect en ver
lang ik, dat ook de vrije kunsten" tot vertol
king komen van dezelfde gevoelens als die we
aantreffen in de beste werken der moderne bouw
kunst. Misschien heb ik te sterk het gevoel dat we
vandaag geen dingen meer maken, die
een-wereldop-zich-zelf" zijn, die afgesloten zijn van 't overige.
Bij ieder ding zien we tevens dat wat er naast is.
Naast het plus" zien we het minus". Een wand
bezien we als deel van een ruimte en we weten deze
ruimte weer onderdeel van een grooter geheel. We
kunnen iets ontwerpen, we kunnen het koesteren
met de teerste gevoelens en streven naar een subtiel
evenwicht van massa en van materiaal, maar we
kunnen ons niet vrij maken van het besef dat het
bouwwerk deel van een straat is, dat de straat gele
gen is in een wijk en dat ieder ding als zoodanig
een taak heeft, een plaats heeft en een vorm.
Wanneer ik echter toch aan de lust voldeed
om bij het werk van Pieter Starreveld iets te schrij
ven, dan was dat omdat het zoo belangrijk is dat
hier de kunst aan diepte, aan sterk beleven gewon
nen heeft. MART STAM
L/narles Evck
door Jan Engelman
Tentoonstelling In de Kunstzaal van I, ie r. A'dam
HOEWEL zij zijn werk onvoldoende kennen
verklaren een aantal critici ten Noorden
van de groote rivieren, als bij afspraak, dat
dat Charles Eyck een oppervlakkig" schilder is
en dat men in hem hoogstens heeft te zien een
habiel navolger van de Parijsche School. Het is
nu eenmaal zoo in het nadenkelijke Holland: wie
zichzelf en de dingen niet tot probleem maakt,
wie geen dieperik is of diepzinnigheden voorwendt,
vindt moeilijk genade. Het probleem-Van der Leek
kennen we allemaal, en als het er niet was zouden
de Bremmerieten het wel voor hem aandragen,
maar heeft u ooit het probleem" van Mozart
gevonden in zijn muziek voor de Bruiloft van
Figaro? Volgens zijn correspondentie was het dit:
hoe kom ik snel genoeg klaar om mijn rivaal
Salieri voor te wezen. Verder is er muziek, die zoo
volkomen van harmonie is, dat zij in haar welving
af en toe op Gregoriaansch begint te lijken en
haar dramatiek is volkomen uitgebalanceerd in
het gave klankbeeld. Er is meer gevoeligheid
en intelligentie noodig om den achtergrond" van
apollinische werken te verstaan dan om de con
flicten te begrijpen van menschen die met hun
conflicten te koop loopen. Eenkennigheid is, bij
critici, werkelijk geen deugd. Het is eerder gebrek
aan cultuur te noemen, indien men niet toegankelijk
is voor onderscheiden werken en zich inbeeldt, dat
men de Hollandsche schildersbeschaving van dit
oogenblik zou kunnen verbieden, zich uit te breiden
en te verrijken met invloeden uit het buitenland.
Dat was zelfs in de zeventiende eeuw niet mogelijk:
de romanistische idealisten werkten naast de realis
ten, en wat in Holland idealistisch was, gold in
Italiëweer als realisme.... De criticus van kunst
zoeke zijn normen in de eerste plaats in het werk
Kunsthandel SANTEE LANDWEER
Werken van den Hollandschen schilder
H A N HARLOFF
(Parijs)
tot 23 December 1938
Keizersgracht 465, (Leidsctestraat) AMSTERDAM
dat voor zijn neus staat en hij dient vol argwaan te
zijn tegenover de eigen Begleitgefühle".
DE critici die Eyck zoo oppervlakkig vinden,
zullen mij, hoop ik, thans niet verwijten, dat
ik zijn schilderkunst op n niveau stel met de
muziek van Mozart, maar zij zouden mij bovendien
een pleizier doen als zij eens een reisje maakten
naar Zuid-Limburg en daar zijn schilderingen in
de St. Hubertuskerk te Beek en in de kerk te
Heerlerheide gingen bekijken. Het kan zijn dat de
iconografie hun wat studie kost, maar zullen zij
ontoegankelijk blijven voor de macht en de vaart
dezer ruischende en bloesemende peinture?
Ook de tentoonstelling van Eyck's schilderijen
bij Van Lier kan dienstig zijn tot een billijk oordeel.
Wie zoo snel en overvloedig produceert als deze
kunstenaar, maakt natuurlijk altijd een aantal
werken die onvoldragen aanzet of schets blijven,
waarin de gebaren en de stemmingen niet tot
dieper gebieden reiken. Een oud Hollandsch spreek
woord zegt echter, dat hij die in het veen zit niet
op een turf behoeft te kijken. Eyck heeft verschei
dene schilderijen gemaakt, die eigenlijk meer
geteekend dan geschilderd waren: niet bezonken
in de kleur gevoeld. Maar wat hier bij Van Lier
hangt noem ik een goeden oogst. Niet dat de teeke
naar zich verloochent. Charles Eyck is een man die
teekent zooals een ander brieven schrijft. Het is een
prachtig naturel, na Jan Toorop hier eigenlijk
niet meer vertoond, en het is vanzelfsprekend een
gevaar ieder talent schept het eigen gevaar,
maar dit is geen reden om ondankbaar te zijn voor
de geschonken genade. Eyck's snelle teekening
is menigmaal een vaste teekening, de hand is zeker
en de lijnen leggen een ornament over het vlak,
dat de sierlijkheid en de vrijheid heeft van de
nerven in den tegenkant van boombladeren.
DAARBIJ komt nu, in de schilderijen die
Van Lier laat zien, een sterk en gezond
kleurgevoel. De kleur is geen bekleedsel meer, de kleur
gaat mee in het zich-vormen der vormen, zij krijgt
een niet zwaren, maar penetranten toon, de kleur
krijgt klank en ademt met volheid. Wie, na Van
Gogh, een ding schildert als het stoutmoedige
blauwe Maanlandschap, en dan niet schatplichtig
blijkt, is een persoonlijkheid die uit het eigen glas
drinkt en kan blijven drinken.
De meeste landschappen heeft de schilder gezien
uit het atelierraam van zijn nieuwe huis, dat op
een heuvel staat ergens tusschen Schimmert en
Valkenburg. De herfst vaart er door, met wind en
vochtigheid, de kleuren zijn zat en frisch. Een der
mooiste is het Ravenbosch, met het witte beeld,
een warreling van stervende vegetatie, maar ge
ordend door ruimtelijken inkijk, door een nauw
merkbaar intoomen van de spontaneïteit.
In de kinderportretten is een teederheid die geen
kleinheid kent en het Bruidje, met de lange
witte jurk en het zeer fraai geschilderde bouquetje,
geeft een blankheid die vol feestelijke variatie is.
Verrassing baren twee instantanées". Het eene
is een Begrafenis, met weinig kleur geschilderd
(een virtuoos gebruik van het wit), in de stemming
van een nuchterheid die gevoel geenszins uitsluit.
De groepen zijn sterk geordend, zij sluiten zich
a. h. w. aaneen om den intocht van het lijk. Het
andere is Het Bruidspaar van den Dag", onweer
staanbaar van humor: een spot die niet navrant
is, maar wel ondeugend, en vol van werkelijkheids
zin, beheerschte persiflage.
De Jonge", door Charles Eyck
PAG. II DE GROENE No. 3209