De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 3 december pagina 11

3 december 1938 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Werk van Pietó* "Starreveld WANNEER ons gevraagd wordt iets te willen zeggen over het werk van anderen en meer nog over het werk van een vrij kunstenaar, gaan we nog eens even kijken en trachten te luisteren en het vibreerende na te voe len. Men laat nogmaals hetgeen men ziet op zich inwerken en verheugt zich over ieder gevoelen, dat men meent mede te beleven. Het werk van bovengenoemden kunstenaar ten toongesteld in den kunsthandel De Brug" te Am sterdam is dit ten volle waard. Het doet goed aan elk ding weer opnieuw te be merken hoe hard en onvermoeid hij werkt. Toch is het zeker niet alleen deze vlijt; ook de spontane en de enthousiaste wijze waarmee door hem op de dingen ingegaan wordt stemt zeer hoopvol voor zijn verdere ontwikkeling. Het zijn geen afbeeldingen, maar zeer intense aanteekeningen. Het zijn geen uitbeeldingen maar wel sterk beleefde voorstel lingen. Dit keer koos hij dieren (veulens, kalfjes, herten, vogels enz.) maar men kan zich indenken dat hij evengoed zou kunnen vertellen van boomen en struiken, van bloemen, misschien ook van kin deren of spelende kleuters. Alle dingen die hij maakte hebben dat moedige aanpakken en zijn vol van herinneringen die hij beleefde. Deze zijn het die hij in linoleum heeft gesneden, vaak twee en soms zelfs in vier of vijf kleuren over elkaar. Hij koos zich een techniek die hooge eischen aan het voor stellingsvermogen van den kunstenaar stelt en het is zeker waard er op te wijzen, met welk een aan dacht, en met welk een overleg hij de verf mengde en op zijn drukplaat aanbracht alvorens af te druk ken. Ongetwijfeld zocht hij langen tijd naar het voor dit doel juiste mengsel der verfstof; niet met de verfrol maar vaak bijna tastend bracht hij de verf met de vingertoppen op de stok-. Zoo konden deze prentjes, deze teere prentkunst ontstaan. TOCH vormde voor hem de techniek van het drukken niet de belangrijkste factor. Het inte resseerde hem voor zoover hij het noodig had. Zoo ook dacht hij er niet aan een schilderij te maken of een prent die aan den wand zal hangen; hij dacht slechts aan het lieve gevoelige en levende wezen waarvan hij behoefte had te vertellen en niet aan het vlak en de grenzen ervan. Zoo zijn deze mooie prenten in al hun volheid toch ook zeer een K/eurenhoutsnede van P/eter Starreve/d zijdig, tezeer alleen van het object uit bekeken, en de compositie, zooals de schilder die zou opbouwen, is wel eens niet aanwezig. Ergens op het veld staat het zorgvuldig volgehouden en met uiterste liefde gadegeslagen wezentje. Het staat daar als middel punt, alles op zich betrekkend. Zelfs de vogels, en nog wel als ze vliegen, zijn eigenlijk toch alleen maar vogels: de door hen doorkliefde en in span ning gezette ruimte is er niet. We zagen destijds van Starreveld de mooie vogels gebeeldhouwd in eschdoornhout aan de twee trapbalusters op het stoomschip de Nieuw Amsterdam. Waren ook deze niet te zeer in zich zelf gevormd en was niet de hen omringende ruimte te weinig gezien ? Wel het posi tieve, het ingesloten volume was vol aandacht gevolgd en hij was daar zeker boven het naturalis tische uitgekomen. Maar het andere, het lucht volume" is er ook, verlangt ook de volle aandacht en is stellig niet minder belangrijk. Dit zelfde zie ik ook in verschillende van zijn prenten. Hij leefde mee met de wezentjes die hij uitbeeldde, hij drong in iedere spanning van die teere lichaampjes door maar vergat dan vaak de groepeering van al die vormen en accenten binnen de grenzen van zijn prent. Het duidelijkst zag ik dat bij de twee me rels". Twee dieren vol actie, vol beweging. Maar, zijn het, zooals de linoleumdruk daar hangt, geen donkeren gaten? Het oog kan de teere nuancen, de subtiele grijzen en de fijne teekening der veeren niet waarnemen onmiddellijk naast dat heftige con trastvan den donkeren vogel tegen den lichten achter grond. Misschien zou het echter toch juist goed zijn wanneer men zou merken dat hij daar de vogels losliet en dat hij de ruimten tusschen de vogels vormde. MISSCHIEN kijk ik te veel als architect en ver lang ik, dat ook de vrije kunsten" tot vertol king komen van dezelfde gevoelens als die we aantreffen in de beste werken der moderne bouw kunst. Misschien heb ik te sterk het gevoel dat we vandaag geen dingen meer maken, die een-wereldop-zich-zelf" zijn, die afgesloten zijn van 't overige. Bij ieder ding zien we tevens dat wat er naast is. Naast het plus" zien we het minus". Een wand bezien we als deel van een ruimte en we weten deze ruimte weer onderdeel van een grooter geheel. We kunnen iets ontwerpen, we kunnen het koesteren met de teerste gevoelens en streven naar een subtiel evenwicht van massa en van materiaal, maar we kunnen ons niet vrij maken van het besef dat het bouwwerk deel van een straat is, dat de straat gele gen is in een wijk en dat ieder ding als zoodanig een taak heeft, een plaats heeft en een vorm. Wanneer ik echter toch aan de lust voldeed om bij het werk van Pieter Starreveld iets te schrij ven, dan was dat omdat het zoo belangrijk is dat hier de kunst aan diepte, aan sterk beleven gewon nen heeft. MART STAM L/narles Evck door Jan Engelman Tentoonstelling In de Kunstzaal van I, ie r. A'dam HOEWEL zij zijn werk onvoldoende kennen verklaren een aantal critici ten Noorden van de groote rivieren, als bij afspraak, dat dat Charles Eyck een oppervlakkig" schilder is en dat men in hem hoogstens heeft te zien een habiel navolger van de Parijsche School. Het is nu eenmaal zoo in het nadenkelijke Holland: wie zichzelf en de dingen niet tot probleem maakt, wie geen dieperik is of diepzinnigheden voorwendt, vindt moeilijk genade. Het probleem-Van der Leek kennen we allemaal, en als het er niet was zouden de Bremmerieten het wel voor hem aandragen, maar heeft u ooit het probleem" van Mozart gevonden in zijn muziek voor de Bruiloft van Figaro? Volgens zijn correspondentie was het dit: hoe kom ik snel genoeg klaar om mijn rivaal Salieri voor te wezen. Verder is er muziek, die zoo volkomen van harmonie is, dat zij in haar welving af en toe op Gregoriaansch begint te lijken en haar dramatiek is volkomen uitgebalanceerd in het gave klankbeeld. Er is meer gevoeligheid en intelligentie noodig om den achtergrond" van apollinische werken te verstaan dan om de con flicten te begrijpen van menschen die met hun conflicten te koop loopen. Eenkennigheid is, bij critici, werkelijk geen deugd. Het is eerder gebrek aan cultuur te noemen, indien men niet toegankelijk is voor onderscheiden werken en zich inbeeldt, dat men de Hollandsche schildersbeschaving van dit oogenblik zou kunnen verbieden, zich uit te breiden en te verrijken met invloeden uit het buitenland. Dat was zelfs in de zeventiende eeuw niet mogelijk: de romanistische idealisten werkten naast de realis ten, en wat in Holland idealistisch was, gold in Italiëweer als realisme.... De criticus van kunst zoeke zijn normen in de eerste plaats in het werk Kunsthandel SANTEE LANDWEER Werken van den Hollandschen schilder H A N HARLOFF (Parijs) tot 23 December 1938 Keizersgracht 465, (Leidsctestraat) AMSTERDAM dat voor zijn neus staat en hij dient vol argwaan te zijn tegenover de eigen Begleitgefühle". DE critici die Eyck zoo oppervlakkig vinden, zullen mij, hoop ik, thans niet verwijten, dat ik zijn schilderkunst op n niveau stel met de muziek van Mozart, maar zij zouden mij bovendien een pleizier doen als zij eens een reisje maakten naar Zuid-Limburg en daar zijn schilderingen in de St. Hubertuskerk te Beek en in de kerk te Heerlerheide gingen bekijken. Het kan zijn dat de iconografie hun wat studie kost, maar zullen zij ontoegankelijk blijven voor de macht en de vaart dezer ruischende en bloesemende peinture? Ook de tentoonstelling van Eyck's schilderijen bij Van Lier kan dienstig zijn tot een billijk oordeel. Wie zoo snel en overvloedig produceert als deze kunstenaar, maakt natuurlijk altijd een aantal werken die onvoldragen aanzet of schets blijven, waarin de gebaren en de stemmingen niet tot dieper gebieden reiken. Een oud Hollandsch spreek woord zegt echter, dat hij die in het veen zit niet op een turf behoeft te kijken. Eyck heeft verschei dene schilderijen gemaakt, die eigenlijk meer geteekend dan geschilderd waren: niet bezonken in de kleur gevoeld. Maar wat hier bij Van Lier hangt noem ik een goeden oogst. Niet dat de teeke naar zich verloochent. Charles Eyck is een man die teekent zooals een ander brieven schrijft. Het is een prachtig naturel, na Jan Toorop hier eigenlijk niet meer vertoond, en het is vanzelfsprekend een gevaar ieder talent schept het eigen gevaar, maar dit is geen reden om ondankbaar te zijn voor de geschonken genade. Eyck's snelle teekening is menigmaal een vaste teekening, de hand is zeker en de lijnen leggen een ornament over het vlak, dat de sierlijkheid en de vrijheid heeft van de nerven in den tegenkant van boombladeren. DAARBIJ komt nu, in de schilderijen die Van Lier laat zien, een sterk en gezond kleurgevoel. De kleur is geen bekleedsel meer, de kleur gaat mee in het zich-vormen der vormen, zij krijgt een niet zwaren, maar penetranten toon, de kleur krijgt klank en ademt met volheid. Wie, na Van Gogh, een ding schildert als het stoutmoedige blauwe Maanlandschap, en dan niet schatplichtig blijkt, is een persoonlijkheid die uit het eigen glas drinkt en kan blijven drinken. De meeste landschappen heeft de schilder gezien uit het atelierraam van zijn nieuwe huis, dat op een heuvel staat ergens tusschen Schimmert en Valkenburg. De herfst vaart er door, met wind en vochtigheid, de kleuren zijn zat en frisch. Een der mooiste is het Ravenbosch, met het witte beeld, een warreling van stervende vegetatie, maar ge ordend door ruimtelijken inkijk, door een nauw merkbaar intoomen van de spontaneïteit. In de kinderportretten is een teederheid die geen kleinheid kent en het Bruidje, met de lange witte jurk en het zeer fraai geschilderde bouquetje, geeft een blankheid die vol feestelijke variatie is. Verrassing baren twee instantanées". Het eene is een Begrafenis, met weinig kleur geschilderd (een virtuoos gebruik van het wit), in de stemming van een nuchterheid die gevoel geenszins uitsluit. De groepen zijn sterk geordend, zij sluiten zich a. h. w. aaneen om den intocht van het lijk. Het andere is Het Bruidspaar van den Dag", onweer staanbaar van humor: een spot die niet navrant is, maar wel ondeugend, en vol van werkelijkheids zin, beheerschte persiflage. De Jonge", door Charles Eyck PAG. II DE GROENE No. 3209

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl