De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 3 december pagina 16

3 december 1938 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

IIGOd fpB»»»" l VAN door Wi/Iy C. van Hemert HET mist. Een koude, klamme damp pakt je al in het voortuintje, vanwaar je de straat lantaarns nog maar net als lichtwolkjes kan onderscheiden, 't Is niks gedaan buiten", zegt Dirk, ,,'k blijf d'r in. Binnen is het trouwens óók niks gedaan. Waschdag is een ramp voor alle Dirken en Pieten. Je kan niets vinden. Kleine Doortje loopt met je pijp en een afgezakte broek door de kamer te waggelen, Tineke dreint uit ver veling, Toontje en Wimpie zitten elkaar te plagen en Dirk junior hangt met een indianenboek op een stoel bij de kachel. En moeder neemt de heele tafel in beslag. Haar roode armen plonsen in de teil met sop. Grauwe onderbroeken, flanelletjes, lijfjes bobbelen in het schuim. Moeder blaast een haar voor haar oogen weg en verbiedt schril de kibbelende jongens. Het is een traditioneel maar altijd weer ergerlijk Vrijdagsbeeld. Dirk staat er zoo maar een beetje bij, zonder gedachten, traag en willoos als de mist voor de ramen. Wat heeft ie nou gedaan vandaag? Aard appels geschild, brood gesneden, een stukje glas gehaald bij den schilder voor het ruitje van de keukenkast; een ommetje gemaakt. En nu is hij net zoo moe, als toen hij nog aan het viaduct bij den betonmolen stond, net zoo moe en veel minder ondernemend. Vroeger, als hij bek-af thuis kwam, at hij als een wolf en dan zei Dora: Dirk, ga nou lekker zitten, want je ben moe." Maar Dirk had geen rust en er was altijd nog iets te doen, in den tuin, in de schuur, of er was een wild spel met de jongens. Nu had Dora al twee weken gezegd: Dirk, maak dat ruitje in de kast, ik haal er me hande aan op", en hij was er maar niet toe gekomen. Als hij ging stempelen en hij trof een bekende uit het vak, dan kon hij wel even opknappen, dan was je even mannen onder elkaar, want dat was het: je werd een theetante, een huiskees, een pottenkijker. Dora houdt even op om uit te blazen: Heb ie 't weer?" Wat heb ik?" Loop d'r is uit, dan ken je meteen koffie meebrenge." 't Mist zoo D'r is nog koffie Heb ie last van me ?" Kleine Doortje komt aan zijn broekspijp trekken. Vader, mag ik me schoen zette? 't Is al Vrijdag" Sinterklaas is verkouwe.... Hij zit bij Franco in de kasemat, is 't nou goed?" Doortje begrijpt het niet: "Moe.... moeder, mag ik me schoen zette?" Zet jij je schoen maar hoor liefie, 'n Suikertje ken d'r nog wel op overschieten". Nou komme ze alle maal", zegt Dirk en hij gaat sloffend den tuin in om kolen te scheppen. Je mot wat onderneme, je kniest je dood". Ze zitten ieder aan een kant van de kachel naar het rijtje schoenen te staren. De kinderen zijn naar bed. Ken jij zegge? d'r Is niks." "As je zóó praat, kom ie niet verder". Het is stil, de wekker op den schoorsteen tikt, alsof hij bang is, te laat te komen. De mist staat wit tegen de ruiten. Ik heb een ideei', zegt Dora, maar je doet 't tóch niet". Hou 't dan maar voor je". Ik dacht eraan, omdat Doortje d'r schoen wou zette." .... Mot ik soms voor Sinterklaas spele?" Dirk kijkt kwaad naar zijn vrouw, maar zij kijkt goedig en vertrouwelijk in zijn oogen: Waarom niet?", aarzelt ze, as je wat verdiene ken...." Dirk loopt zijn dagelijkschen gang. Jan Blonk zal er al wel zijn. Die zal wel weten, hoe je zooiets aanpakt. Jan is zoo'n beetje de encyclopaedie van het stempellokaal. Hij kent een beetje Duitsch, hij weet, wat er gisteren in de Tweede Kamer be sproken is en hij ken je precies vertellen, wat voor weer we morgen hebben. Nee", denkt Dirk, ,,'t wordt tóch niks. Ik ken niet voor gek spele en waar mot ik een baard vandaan hale?" Jan Blonk is er al. Hij staat met de handen in de zakken over de wilde bussen te praten. De spoorwege benne een rijksinstelling, dat is 't", zegt Bertus en hij knikt zorgelijk, alsof hij het Rijk is. Nee", zegt Jan, de spoorwegen worden door den staat financieel gesteund, dat is heel iets anders." Dirk komt er een beetje bij staan. Ja," zegt ie, ,,'n Mensch maak wat mee".... Ze praten er almaar over door. Er komen er meer bij staan. Er blijft niets van die arme spoorwegen over. Dirk knikt maar zoo'n beetje van ja. Wat kunnen hem die wilde bussen schelen !.... Maar hij kan nu toch maar niet zoo over Sinterklaas beginnen. Hij loopt nog een beetje om de groep heen, maar hij schaamt zich en er komt niets van. 's Avonds staat hij bij Jan voor de deur. Ha die Dirk". Ha die Jan Ja, 'k zal effe binne komme". Ze zitten tegenover elkaar aan tafel. Dirk is al een beetje verlept, een beetje vaal-geel en ongewasschen, Jan is veel jonger, een frissche, pootige vent. Dirk krijgt een kop koffie en zelfs een sigaar. Het is fijn rustig, want Jan heeft geen kinderen. Hij is maar alleen met zijn jonge, viefe vrouwtje, een naaistertje. Ja", begint Dirk moei lijk, ik had zoo gedacht, tegenwoordig mot je alles anpakke. En nou dacht ik zoo, d'r mot deze week toch wat te verdiene weze als Sinterklaas". Hij trekt zwaar aan zijn sigaar; 't is ook zoo belachelijk, een groote kerel, een wegwerker met handen als broodplanken, die met een langen baard om pepernooten gaat strooien. Heb je een costuum?" Nee, 'k heb niks.... 't Was zoo maar een idee". En je moet een ver gunning hebben En heb je al een Piet?" Nee", zegt Dirk, ik zie 't al " Hij is maar blij, dat hij eraf is. Dora zal voor zooveel argumenten wel zwichten. Maar Jan is niet voor niets de encyclopae die. Je oudste kan voor Piet spelen", zegt hij, en die vergunning moet je bij de politie aanvragen; ik ga wel mee En wat dat pak betreft, ik weet wel een knul, die ze verhuurt Vijf gulden.... Heb je die?" Ja, die heeft Dirk Je haalt ze er dubbel en dwars uit". DRIE December. Het regent. Hier staan Dirk senior en Dirk junior in de deur van Jan's woning te wachten tot het droog wordt. Het pak is mooi. Paars is het. Zeven vijftig en twee vijftig voor de Piet, maar dat haalt Dirk er dubbel en dwars uit. Er staat nu al een troep joelende kinderen voor de deur. Er is belangstelling genoeg. Als je blijft wachten, sta je hier op tweeden Kerstdag nóg", lacht Jan, ik zou maar gaan". Er kietelt een haartje in Dirk's neus. Het is zeer warm. Kleine Dirk staat al naar buiten te grijnzen en te dreigen met zijn roe. Hij heeft succes, kleine Dirk. Hij heeft er lol van: Kijkje 'm is knijpe, vader !" Nou, succes, hoor," zegt Jan. . . . .Nu loopen ze al een uur door den regen. Zijn mantel slobbert moeilijk en zwaar om zijn beenen. De myter begint langzaam op een mislukte pudding te gelijken. Vader kijkt recht voor zich uit. Zijn gezicht is nat, regen of zweet? Hij verliest niets van zijn krampachtige statigheid. Sinterklaas!.... Sinterklaas kapoentje goedheilig man,.... zie de maan schijnt....", het suist ver en zeer dichtbij dwars door zijn hoofd. Kleine Dirk heeft zich het eerste half uur goed gehouden. Hij heeft de kleine meisjes achterna gezeten en Sapperrrrloot" ge gromd, maar nu is zijn gezicht streeperigwit ge regend en hij loopt met een nijdig smoel stil naast zijn vader. Er loopen nog wel kinderen mee, maar die zijn plotseling aan het jouwen geslagen: Hij heb ze paard in de garasie laten staan !... . Baas, heb ie geen pepernoote?.... 't Is geen echte, bij heb een mombakkes voor".... Soms trekt een brutale aan de veer op Dirkjes baret. Vaders staf tikt regelmatig op de natte tegels van het trottoir. Waar gaan we nou heen, vader?.... Motte we geen cente ophale?" Vader zwijgt. Hij loopt nu ook veel te hard voor een ouden bisschop. Hij ziet trouwens niets meer, hoogstens de glans van een neonreclame, weerkaatsend in het asphalt, of de lichtplek van een feestelijk etalage, waar hij langs moet, al bleef hij liever in den schemer. Er is iets radeloos in dit nuttelooze voortstappen, straat in, straat uit. Er staat een knorrige agent bij den hoek. Die houdt niet van grapjes. Heb je ver gunning?" Vader staat stil. Dadelijk is er een kring van geamuseerden. Ja, meneer" zegt vader schor. De agent houdt zwijgend zijn hand op. Deze tabbert gaat van achteren dicht. Vader moet hem ophijschen om in zijn broekzak te kunnen komen. Hij staat lang te zoeken, deze Sinterklaas met zijn grauwe vischgraat-pantalon, en de agent blijft zijn hand ophouden en kijkt afwezig naar die groote, vreemde, potsierlijke Sinterklaas. Daar is de vergunning. Hm", zegt de agent, vooruit dan maar". Dit is een stille straat. Groote huizen. Voor iedere deur een auto, Nou mot ik toch wat doen", hamert ergens achter in Dirk's hoofd een wanhopige ge dachte en hij ziet daarbij voortdurend zijn vrouw bij de dampende waschtobbe. Zonder het eigenlijk te weten, belt hij aan. Het is een groote, zware, eiken deur. Er staat niets op. Is 't hier?" vraagt Dirkje. Het duurt lang. Dan knipt het licht in de vestibule aan. Een flits van een zwart en wit dienst meisje, een vage geur van gebraden vleesch. Nu is de straat weer stil en donker, en vol gedruip van trage regen. Dirkje haalt almaar zijn neus op. Snuit je wekker", bromt vader, maar Dirkje heeft geen zakdoek in deze Spaansche pofbroek. C. Arend, med. drs. arts voor oor-, neus- en keelaandoeningen". Waar is de bel ?.... Daar !.. .. Een oude dame met wit haar. Wel ?" zegt ze. Dirk staat daar met zijn zoon. Wij hebben geen kin deren, hoor man". Dan grijpt ze in een bakje, dat op een Empire muurtafeltje staat. Kijk is", zegt ze. Ze kirt een beetje, zooals een scharrelende duif op het natte erf. Op de deur staat een bordje van Armenzorg". St. Nicolaas loopt de straat ten einde. Hij loopt voorbij de hooge deuren. Een parmantige Pekingees gaat een eindje meeloopen, tot hij een geschikten boom bindt. Verdomme," zegt vader alsmaar zachtjes, verdomme". Hij drukt de twee centen bijna krom in zijn groote hand. Dirkje begint te draven, want vader neemt veel te groote passen. Gaan we nou naar huis?", hijgt hij. Hou je bek, kreng!" Hier beginnen de villa's. Ja, 't zijn maar stads villa's. Maar ze hebben ieder een naam, en tuinen rondom. Er valt een houten hekje met een klap in het slot. St. Nicolaas loopt door den voortuin over de Engelschroode tegels. Er is een klopper. St. Nicolaas staat onder de glas-in-lood lantaren, zijn knechtje aan de hand. Er zijn lachende kinder stemmen achter de lage ramen. Nog 'es", denkt Dirk. De klopper valt. Het duurt dezen keer wel heel erg lang. Dan zijn er dribbelpasjes in de vestibule, de deur gaat met schokjes open. Kleine Anneke kan nog maar net bij het slot. Ze heeft groote, blauwe oogen. Dat worden nu groote, blauwe schrikoogen. Oooh", zegt ze, oooh !..'.." Dan keert ze zich om en loopt hard het huis in. Mams", roept ze, er is een heele enge Sinter klaas. ..." Dirk hoort dan vaag een kind huilen. Kom", zegt ie. Het houten hekje valt met een klap in het slot. Even later staat er nog een jonge man in de deur. Hij staart den voortuin in. Zie je nu wel", zegt hij, er is niets; morgen komt St. Nico laas bij kleine Anneke".... Dirk loopt buitenom naar huis terug. Dat is nog een heel eind. Op de weilanden staan de koeien tot aan hun buik in den damp 't Is mooi", zegt Dora en dat is alles.,.. Dirk staat op zijn kousen wezenloos voor zich uit te staren. Hij heeft nog geen stom woord gezegd. Later zitten ze ieder aan een kant van de kachel. Dirk laat zijn koffie koud worden. Dora kijkt op van haar naaiwerk. Zij laat het even in den schoot vallen. Ze kijkt haar grooten kerel aan. Ze lacht. Kom", zegt ze, vader, stop 'es 'n pijpie". Ach", weert hij kribbig, en plotseling begint zijn wang te trekken en zijn onderlip gaat heel erg beven. Moeder zucht. Ze komt bij hem staan. Dirk's handen liggen zwaar en ruw op zijn knieën. Kom jonge", zegt Dora, trek 't je niet aan"; en dan buigt ze zich over zijn schokkenden kop: We hebben 't same toch nog altijd gebolwerkt?". . .. Ze bedenkt iets hartelijks, iets, dat zijn tranen heelemaal los zal maken: Me groote zoon", zegt ze. PAG. 16DE GROENE No. 3209

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl