Historisch Archief 1877-1940
IIGOd
fpB»»»"
l VAN
door Wi/Iy C. van Hemert
HET mist. Een koude, klamme damp pakt je
al in het voortuintje, vanwaar je de straat
lantaarns nog maar net als lichtwolkjes
kan onderscheiden, 't Is niks gedaan buiten",
zegt Dirk, ,,'k blijf d'r in. Binnen is het trouwens
óók niks gedaan. Waschdag is een ramp voor alle
Dirken en Pieten. Je kan niets vinden. Kleine
Doortje loopt met je pijp en een afgezakte broek
door de kamer te waggelen, Tineke dreint uit ver
veling, Toontje en Wimpie zitten elkaar te plagen
en Dirk junior hangt met een indianenboek op een
stoel bij de kachel.
En moeder neemt de heele tafel in beslag. Haar
roode armen plonsen in de teil met sop. Grauwe
onderbroeken, flanelletjes, lijfjes bobbelen in het
schuim. Moeder blaast een haar voor haar oogen
weg en verbiedt schril de kibbelende jongens. Het
is een traditioneel maar altijd weer ergerlijk
Vrijdagsbeeld.
Dirk staat er zoo maar een beetje bij, zonder
gedachten, traag en willoos als de mist voor de
ramen. Wat heeft ie nou gedaan vandaag? Aard
appels geschild, brood gesneden, een stukje glas
gehaald bij den schilder voor het ruitje van de
keukenkast; een ommetje gemaakt. En nu is hij
net zoo moe, als toen hij nog aan het viaduct bij
den betonmolen stond, net zoo moe en veel minder
ondernemend. Vroeger, als hij bek-af thuis kwam,
at hij als een wolf en dan zei Dora: Dirk, ga nou
lekker zitten, want je ben moe." Maar Dirk had
geen rust en er was altijd nog iets te doen, in den
tuin, in de schuur, of er was een wild spel met de
jongens. Nu had Dora al twee weken gezegd: Dirk,
maak dat ruitje in de kast, ik haal er me hande aan
op", en hij was er maar niet toe gekomen. Als hij
ging stempelen en hij trof een bekende uit het vak,
dan kon hij wel even opknappen, dan was je even
mannen onder elkaar, want dat was het: je werd
een theetante, een huiskees, een pottenkijker.
Dora houdt even op om uit te blazen: Heb ie 't
weer?" Wat heb ik?" Loop d'r is uit, dan ken je
meteen koffie meebrenge." 't Mist zoo D'r is
nog koffie Heb ie last van me ?" Kleine Doortje
komt aan zijn broekspijp trekken. Vader, mag ik
me schoen zette? 't Is al Vrijdag" Sinterklaas is
verkouwe.... Hij zit bij Franco in de kasemat,
is 't nou goed?" Doortje begrijpt het niet: "Moe....
moeder, mag ik me schoen zette?" Zet jij je
schoen maar hoor liefie, 'n Suikertje ken d'r
nog wel op overschieten". Nou komme ze alle
maal", zegt Dirk en hij gaat sloffend den tuin in
om kolen te scheppen.
Je mot wat onderneme, je kniest je dood".
Ze zitten ieder aan een kant van de kachel naar
het rijtje schoenen te staren. De kinderen zijn naar
bed. Ken jij zegge? d'r Is niks." "As je zóó
praat, kom ie niet verder". Het is stil, de wekker
op den schoorsteen tikt, alsof hij bang is, te laat te
komen. De mist staat wit tegen de ruiten. Ik heb
een ideei', zegt Dora, maar je doet 't tóch niet".
Hou 't dan maar voor je". Ik dacht eraan, omdat
Doortje d'r schoen wou zette." .... Mot ik soms
voor Sinterklaas spele?" Dirk kijkt kwaad naar zijn
vrouw, maar zij kijkt goedig en vertrouwelijk in
zijn oogen: Waarom niet?", aarzelt ze, as je wat
verdiene ken...."
Dirk loopt zijn dagelijkschen gang. Jan Blonk
zal er al wel zijn. Die zal wel weten, hoe je zooiets
aanpakt. Jan is zoo'n beetje de encyclopaedie van
het stempellokaal. Hij kent een beetje Duitsch,
hij weet, wat er gisteren in de Tweede Kamer be
sproken is en hij ken je precies vertellen, wat voor
weer we morgen hebben. Nee", denkt Dirk,
,,'t wordt tóch niks. Ik ken niet voor gek spele en
waar mot ik een baard vandaan hale?"
Jan Blonk is er al. Hij staat met de handen in de
zakken over de wilde bussen te praten. De
spoorwege benne een rijksinstelling, dat is 't", zegt
Bertus en hij knikt zorgelijk, alsof hij het Rijk is.
Nee", zegt Jan, de spoorwegen worden door den
staat financieel gesteund, dat is heel iets anders."
Dirk komt er een beetje bij staan. Ja," zegt ie,
,,'n Mensch maak wat mee".... Ze praten er
almaar over door. Er komen er meer bij staan. Er
blijft niets van die arme spoorwegen over. Dirk
knikt maar zoo'n beetje van ja. Wat kunnen hem
die wilde bussen schelen !.... Maar hij kan nu
toch maar niet zoo over Sinterklaas beginnen. Hij
loopt nog een beetje om de groep heen, maar hij
schaamt zich en er komt niets van.
's Avonds staat hij bij Jan voor de deur. Ha die
Dirk". Ha die Jan Ja, 'k zal effe binne
komme". Ze zitten tegenover elkaar aan tafel. Dirk
is al een beetje verlept, een beetje vaal-geel en
ongewasschen, Jan is veel jonger, een frissche,
pootige vent. Dirk krijgt een kop koffie en zelfs een
sigaar. Het is fijn rustig, want Jan heeft geen
kinderen. Hij is maar alleen met zijn jonge, viefe
vrouwtje, een naaistertje. Ja", begint Dirk moei
lijk, ik had zoo gedacht, tegenwoordig mot je alles
anpakke. En nou dacht ik zoo, d'r mot deze week
toch wat te verdiene weze als Sinterklaas". Hij
trekt zwaar aan zijn sigaar; 't is ook zoo belachelijk,
een groote kerel, een wegwerker met handen als
broodplanken, die met een langen baard om
pepernooten gaat strooien.
Heb je een costuum?" Nee, 'k heb niks....
't Was zoo maar een idee". En je moet een ver
gunning hebben En heb je al een Piet?" Nee",
zegt Dirk, ik zie 't al " Hij is maar blij, dat
hij eraf is. Dora zal voor zooveel argumenten wel
zwichten. Maar Jan is niet voor niets de encyclopae
die. Je oudste kan voor Piet spelen", zegt hij, en
die vergunning moet je bij de politie aanvragen; ik
ga wel mee En wat dat pak betreft, ik weet wel
een knul, die ze verhuurt Vijf gulden....
Heb je die?" Ja, die heeft Dirk Je haalt ze er
dubbel en dwars uit".
DRIE December. Het regent. Hier staan Dirk
senior en Dirk junior in de deur van Jan's
woning te wachten tot het droog wordt. Het pak
is mooi. Paars is het. Zeven vijftig en twee vijftig
voor de Piet, maar dat haalt Dirk er dubbel en
dwars uit. Er staat nu al een troep joelende kinderen
voor de deur. Er is belangstelling genoeg. Als je
blijft wachten, sta je hier op tweeden Kerstdag nóg",
lacht Jan, ik zou maar gaan". Er kietelt een haartje
in Dirk's neus. Het is zeer warm. Kleine Dirk staat
al naar buiten te grijnzen en te dreigen met zijn roe.
Hij heeft succes, kleine Dirk. Hij heeft er lol van:
Kijkje 'm is knijpe, vader !" Nou, succes, hoor,"
zegt Jan.
. . . .Nu loopen ze al een uur door den regen. Zijn
mantel slobbert moeilijk en zwaar om zijn beenen.
De myter begint langzaam op een mislukte pudding
te gelijken. Vader kijkt recht voor zich uit. Zijn
gezicht is nat, regen of zweet? Hij verliest niets van
zijn krampachtige statigheid. Sinterklaas!....
Sinterklaas kapoentje goedheilig man,.... zie de
maan schijnt....", het suist ver en zeer dichtbij
dwars door zijn hoofd. Kleine Dirk heeft zich het
eerste half uur goed gehouden. Hij heeft de kleine
meisjes achterna gezeten en Sapperrrrloot" ge
gromd, maar nu is zijn gezicht streeperigwit ge
regend en hij loopt met een nijdig smoel stil naast
zijn vader. Er loopen nog wel kinderen mee, maar
die zijn plotseling aan het jouwen geslagen: Hij
heb ze paard in de garasie laten staan !... . Baas,
heb ie geen pepernoote?.... 't Is geen echte, bij
heb een mombakkes voor"....
Soms trekt een brutale aan de veer op Dirkjes
baret. Vaders staf tikt regelmatig op de natte tegels
van het trottoir. Waar gaan we nou heen, vader?....
Motte we geen cente ophale?" Vader zwijgt. Hij
loopt nu ook veel te hard voor een ouden bisschop.
Hij ziet trouwens niets meer, hoogstens de glans
van een neonreclame, weerkaatsend in het asphalt,
of de lichtplek van een feestelijk etalage, waar hij
langs moet, al bleef hij liever in den schemer. Er is
iets radeloos in dit nuttelooze voortstappen, straat
in, straat uit. Er staat een knorrige agent bij den
hoek. Die houdt niet van grapjes. Heb je ver
gunning?" Vader staat stil. Dadelijk is er een kring
van geamuseerden. Ja, meneer" zegt vader schor.
De agent houdt zwijgend zijn hand op. Deze tabbert
gaat van achteren dicht. Vader moet hem ophijschen
om in zijn broekzak te kunnen komen. Hij staat
lang te zoeken, deze Sinterklaas met zijn grauwe
vischgraat-pantalon, en de agent blijft zijn hand
ophouden en kijkt afwezig naar die groote, vreemde,
potsierlijke Sinterklaas. Daar is de vergunning.
Hm", zegt de agent, vooruit dan maar".
Dit is een stille straat. Groote huizen. Voor iedere
deur een auto, Nou mot ik toch wat doen", hamert
ergens achter in Dirk's hoofd een wanhopige ge
dachte en hij ziet daarbij voortdurend zijn vrouw
bij de dampende waschtobbe. Zonder het eigenlijk
te weten, belt hij aan. Het is een groote, zware,
eiken deur. Er staat niets op. Is 't hier?" vraagt
Dirkje. Het duurt lang. Dan knipt het licht in de
vestibule aan. Een flits van een zwart en wit dienst
meisje, een vage geur van gebraden vleesch. Nu is de
straat weer stil en donker, en vol gedruip van trage
regen. Dirkje haalt almaar zijn neus op. Snuit je
wekker", bromt vader, maar Dirkje heeft geen
zakdoek in deze Spaansche pofbroek.
C. Arend, med. drs. arts voor oor-, neus- en
keelaandoeningen". Waar is de bel ?.... Daar !.. ..
Een oude dame met wit haar. Wel ?" zegt ze. Dirk
staat daar met zijn zoon. Wij hebben geen kin
deren, hoor man". Dan grijpt ze in een bakje, dat
op een Empire muurtafeltje staat. Kijk is", zegt ze.
Ze kirt een beetje, zooals een scharrelende duif op
het natte erf. Op de deur staat een bordje van
Armenzorg". St. Nicolaas loopt de straat ten einde.
Hij loopt voorbij de hooge deuren. Een parmantige
Pekingees gaat een eindje meeloopen, tot hij een
geschikten boom bindt. Verdomme," zegt vader
alsmaar zachtjes, verdomme". Hij drukt de twee
centen bijna krom in zijn groote hand. Dirkje
begint te draven, want vader neemt veel te groote
passen. Gaan we nou naar huis?", hijgt hij. Hou
je bek, kreng!"
Hier beginnen de villa's. Ja, 't zijn maar stads
villa's. Maar ze hebben ieder een naam, en tuinen
rondom. Er valt een houten hekje met een klap
in het slot. St. Nicolaas loopt door den voortuin
over de Engelschroode tegels. Er is een klopper.
St. Nicolaas staat onder de glas-in-lood lantaren,
zijn knechtje aan de hand. Er zijn lachende kinder
stemmen achter de lage ramen. Nog 'es", denkt
Dirk. De klopper valt. Het duurt dezen keer wel
heel erg lang. Dan zijn er dribbelpasjes in de
vestibule, de deur gaat met schokjes open. Kleine
Anneke kan nog maar net bij het slot. Ze heeft
groote, blauwe oogen. Dat worden nu groote,
blauwe schrikoogen. Oooh", zegt ze, oooh !..'.."
Dan keert ze zich om en loopt hard het huis in.
Mams", roept ze, er is een heele enge Sinter
klaas. ..." Dirk hoort dan vaag een kind huilen.
Kom", zegt ie. Het houten hekje valt met een
klap in het slot. Even later staat er nog een jonge
man in de deur. Hij staart den voortuin in. Zie je
nu wel", zegt hij, er is niets; morgen komt St. Nico
laas bij kleine Anneke".... Dirk loopt buitenom
naar huis terug. Dat is nog een heel eind. Op de
weilanden staan de koeien tot aan hun buik in den
damp
't Is mooi", zegt Dora en dat is alles.,.. Dirk
staat op zijn kousen wezenloos voor zich uit te
staren. Hij heeft nog geen stom woord gezegd.
Later zitten ze ieder aan een kant van de kachel.
Dirk laat zijn koffie koud worden. Dora kijkt op
van haar naaiwerk. Zij laat het even in den schoot
vallen. Ze kijkt haar grooten kerel aan. Ze lacht.
Kom", zegt ze, vader, stop 'es 'n pijpie". Ach",
weert hij kribbig, en plotseling begint zijn wang
te trekken en zijn onderlip gaat heel erg beven.
Moeder zucht. Ze komt bij hem staan. Dirk's
handen liggen zwaar en ruw op zijn knieën. Kom
jonge", zegt Dora, trek 't je niet aan"; en dan
buigt ze zich over zijn schokkenden kop: We
hebben 't same toch nog altijd gebolwerkt?". . ..
Ze bedenkt iets hartelijks, iets, dat zijn tranen
heelemaal los zal maken: Me groote zoon", zegt ze.
PAG. 16DE GROENE No. 3209