Historisch Archief 1877-1940
fff'"
f;"
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 3SS, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
3 DEC.
1938
VAN HET NIEUWE DENKEN
WE zijn geneigd als een axioma aan te
nemen, dat we van n ding op de wereld
zeker kunnen zijn: dat stilstand alleen
een denkbaarheid, maar dat het leven beweging is.
Indien dit zo is, dan is diéfaculteit van de mens,
welke een allesbeheersende rol vervult bij het in
beweging houden: het denken wel het sterkst in
beweging. De scheppende intelligentie is de motor
van ons leven.
Telkens rijst een nieuw denken, als de wereld
vastgelopen is of schijnt vastgelopen te zijn. Soms
zijn het vloedgolven zoals ten tijde der renaissance
en de opbloei der romantiek, dan weer zijn het meer
individuele impulsen of kleine golfjes, zoals in het
laatste kwart der 196 eeuw.
Soms is het als een orkaan, die de mensheid
beurt over een hoge dijk van weerstand, zoals aan
het begin van onze jaartelling, toen ze geheven
werd uit de oudheid, waar in de eerste plaats de
massa gold, naar de nieu.w.^ :ti}d, waarin het indivi
dualisme zou zegevieren.
Sprongsgewijs krijgen we dan hier in Europa de
beweging naar de top van de berg, waarheen het
individu zijn stijging nam, gedreven door de ne,
alles overheersende impuls: Vrijheid.
Vrijheid van beweging, die inzette onder de kruis
tochten, om in onze dagen zijn grens te bereiken in
de stratosfeer.
Gewetensvrijheid, die begon met de renaissance.
Burgervrijheid, die culmineerde in de Franse
revolutie.
Economische vrijheid met de ongelimiteerde
krachten der moderne techniek.
Vrijheid voor de vrouw, zodra ze in onze tijd tot
bewustzijn kwam van haar waarde en kracht.
Vrijheid voor het kind in de moderne
schoolbeweging.
Wanneer dit alles verkregen is en er op aarde
niets meer te veroveren lijkt, dan blikt de mens naar
binnen om plotseling zijn gebondenheid te ervaren
aan eigen onvolkomenheid, aan eigen kwellend
gedachtenleven. En dan zet in een golf van nieuw
denken, een nieuwe impuls: de bevrijding van het
eigen ik.
DAT is het denken van onze tijd, waarin meer
over bevrijding wordt gesproken dan over
vrijheid door hen, die de richting der samenleving
bepalen.
Dit denken wordt niet bepaald door de erkende
wijsgeren der wereld, niet door de dictatoren, die
menen in de voorste gelederen te gaan en hopeloos
achteraan komen. Dit denken wordt bepaald door
een kleine minderheid van individuen over de
gehele wereld verspreid, waaruit nu en dan een
naam oplicht. Zij vormen het zuurdesem voor het
denken van de nieuwe tijd.
f- Het is hyper-indïvidualistisch hoe zou het
anders kunnen ? Uit de kuddegeest hief de mens zich
op als individu, met alle dwaze beperktheden ont
sproten aan een beperkt reagerend brein. En uit het
individualisme der vorige eeuw zal het zich op
heffen tot een sur-individualisme dat zich zelf
bevrijdt, niet van uiterlijke, maar van innerlijke
banden.
Deze beweging is ingezet. Men ervaart haar
kracht in de nieuwe opvoeding, in 't begin dezer
eeuw begonnen.
ZE laat zich samenvatten in de volgende punten:
i. De mens is een ondeelbare eenheid. Alle
pogingen van de godsdienst, de wijsbegeerte en de
psychologie om hem in stukjes te verdelen, zijn
hierop uitgelopen, dat men hem in een of ander
hokje is gaan opsluiten met het gevolg, dat het
universele wij-bewustzijn vervangen werd door een
dor en uiterst beperkt ik-bewustzijn.
Een nieuwe oriëntatie is noodzakelijk, uitgaande
van de ene, ondeelbare mens.
2. De grootste dwaling van het menselijk denken
is, dat het zich zelf of een deel van zich zelf is gaan
onderscheiden als een ,,ik"; waardoor de mens op
tragische wijze verdwaalde in een woestijn van
afgescheidenheid. De, wellicht symbolische, tocht
door de woestijn uit het oude testament is een
dwalen van 40 jaar door een uitzichtloos innerlijk,
met slechts hier en daar een armzalige oase. Met het
klimmen van de gemiddelde leeftijd van het individu
in onze tijd is 't voor de meesten geworden tot een
tocht van 60 jaar en meer.
3. En toch is niets vluchtiger dan het ik, niets
meer sterfelijk, niets meer onzeker: het ik is zich
zelf geen twee seconden gelijk.
4. Want wat is dit ik? Een opeenhoping van
gedachten, begrippen, oordelen, vooroordelen, die
op mysterieuse wijze tot een conglomeraat
samenklitten en in haar totaliteit een afgescheiden
ikbewustzijn" vormen, het ik" van meneer Jansen
of juffrouw Pietersen.
Er zijn interessante beschouwingen te openen
over de oorsprong van dit samenklitten van hetero
gene bestanddelen tot n ik", dat geneigd is zich
zelf als blijvend en onvergankelijk te beschouwen.
Wij kunnen dit hier niet doen, resumeren slechts.
5. De eerste trick", die dit ik-bewustzijn ons
speelt is, dat het ons afsnijdt van al het universele;
dat het ons bant uit de hemel; Ons knelt in de mirage
van ruimte en tijd, ons slaaf maakt van een een
zijdige, analytische verstandelijkheid, ons over
levert aan lijden, ziekte, dood.
6. Het nieuwe denken constateert dit met snij
dende scherpte en het komt tot de conclusie: reken
af met dit ik" en de genade van een ongekende
zaligheid staat u te wachten.
ER zijn er tallozen, die instinctief de bedriegelijke,
de tergende, de verleidelijke, de fatale werking
van dit ik" hebben geconstateerd en proberen het
te ontvluchten met behulp van de drank, de opium,
de gezelligheid, de radio, het spel, de sport en hon
derden andere verdovingsmiddelen. Maar, zegt het
nieuwe denken, dan kan nooit een genezen worden,
evenmin als het toedienen van insuline aan een
diabeet hem gezond kan maken.
Er zijn echter universele genademiddelen, waar
van ieder mens zich kan bedienen, omdat hij ze als
een onvervreemdbaar recht meedraagt vanaf zijn
geboorte.
Ze zijn drie in getal:
a. de scheppende handeling of wat daarop gelijkt.
In de scheppende handeling zinkt het ik weg, de
ziele luistert, een onbekende kracht roept de inhoud
van ons innerlijk tot een nieuw leven, tot nieuwe
ordening. De scheppingsroes is heilig bij kind en
volwassene: ze is zaligheid.
b. de uitstromende liefde, om deze stapelvorm te
gebruiken, want liefde is altijd stromend, altijd
koesterend, altijd omhullend. Wie liefheeft is aan
zich zelf onttogen, hij wordt een ander mens, hij
wordt vaker een held dan een lafaard: de liefde
loutert, omdat ze ont-ikt.
c. de stilte, als alles wegzinkt en slechts nzijn blijft.
In de stilte verzwindt weer het ik, de mens
ervaart de universaliteit van zijn wezen: hij is en
ervaart zich zonder denkingals wij".
In al deze momentert verzinken tijd en ruimte;
in deze momenten leeft de mens in het eeuwige nu;
hij ervaart het leven als geluk, omdat hij onttogen
werd aan zijn ik, dat tot object werd in hem zelf.
De nieuwe opvoeding, waarin zich het nieuwe
denken verwerkelijkt, heeft haar methode intuïtief
gebouwd op deze eeuwigheidsfactoren. Zij brengt
het kind zo vroeg en zo vaak mogelijk tot schep
pende handeling; zij brengt hem tot de liefde in de
samenwerking, die voert tot sociaal besef, en ze
geeft hem de gelegenheid stil te zijn om de eeuwige
bron van alle leven te speuren in eigen binnenste,
waar de polsklop wordt gehoord der oneindigheid.
J. H. BOLT
Vooroordeelen tegen actieve werkloosheidspolitiek
Ir. I. Th. \Vesthoff, rijksinspecteur voor de werkverschaffing
W!
r IJ leven thans nog steeds in de illusie,
dat de Staat de werkloosheid kan op
heffen door zelf als grootwerkgever op
te treden en maken tegelijkertijd, door de ontzaglijk
zware lasten die daartoe aan het volk moeten worden
opgelegd, de wederopleving van de natuurlijke
werkgelegenheid steeds moeilijker. Wij voeren een
steunbeleid in allerlei vorm, bijv. met betrekking
tot den landbouw, hetwelk er op gericht is, de be
staande bedrijven op kostprijsbasis in stand te
houden en zien voorbij, dat door het wegnemen van
de onmisbare bedrijfsrisico's een landhonger wordt
gekweekt die wij daarna wederom door zeer kostbare
ontginningen trachten te verminderen in de illusie,
dat wij daardoor productieven arbeid verrichten,"
aldus de oud-thésaurier-generaal van het Departe
ment van Financiën, de heer mr. dr. A. van
Doorninck in zijn artikel Het tekort op de
Rijksbegrooting voor 1939" in Econ. Stat. Berichten
van 23 Nov. 1938.
In het bovenstaande komen een aantal zinsneden
voor, welke niet onweersproken mogen blijven.
Zooals bekend geacht mag worden, meenen wij,
en velen met ons, dat een effectieve bestrijding der
werkloosheid in de gegeven omstandigheden te ver
wezenlijken is, door het uitvoeren van cultuur
technische werken op groote schaal. Dit laatste is
echter alleen te bereiken, als de Staat hier activeerend
en financierend optreedt. Slaat men dezen weg
doelbewust in, dan zullen de jaarlijksche uitgaven op
de Staatsbegrooting eerder een tendenz vertoonen tot
verlaging dan tot toeneming, en wel als gevolg van
de omstandigheid, dat de toe te kennen subsidies
zullen blijven beneden de anders uit te geven be
dragen aan steun, hierbij rekening houdend met de
hoogere belastingopbrengst tengevolge van de uit
voering van deze werken.
Deze gunstige uitkomsten betreffen alleen de
uitvoering van cultuurtechnische werken, maar
daarnaast hebben wij bovendien nog de blijvende
besparingen en inkomsten, omdat wij hier te doen
hebben met een productiemiddel dat blijvende
werkverruirning in het leven roept. De hier ge
noemde besparingen overtreffen verre het bedrag
dat de niet agrarische volksgroepen moeten op
brengen" ten bate van het landbouw-crisisfonds.
TERLOOPS willen wij nog opmerken dat de
cultuurtechnische werken, welke wij voorstaan,
slechts voor 30 a 40 % zullen bestaan uit werken,
die uitbreiding van den bestaanden cultuurgrond
tengevolge zullen hebben, terwijl het resteerende
deel, bestaande uit ontwatering, ruilverkaveling en
verbetering van den bestaanden cultuurgrond, zal
beteekenen: kostprijsverlaging", en langs dien weg
zal kunnen leiden tot vermindering" van den
landbouwsteun. De kosten van deze productiekosten
verlaging bestaan in feite alleen uit de rente en
aflossing van de niet-loon-uitgaven", welke juist
bij cultuurtechnische werken van zeer geringen
omvang zijn.
De landhonger van thans is in geenen deele
abnormaal; alleen een gezond volk heeft land
honger, een ziek volk kent dien niet. Laten wij toch
waardeering hebben voor hen, die het boeren
bedrijf met al zijn beslommeringen en risico's ver
kiezen boven een bestaan in de industrie met de
groote mogelijkheid om op lateren leeftijd ingelijfd
te worden bij het groote leger dat iederen dag reeds
meer dan zeven jaren de stempellokalen bevolkt.
En nu ten slotte deze algemeene opmerking.
Nu de uitvoer wordt bemoeilijkt, als gevolg van
het feit dat de omliggende staten hun kapitaal
intensief productie-apparaat beschermen, is de eenige
oplossing, dat wij meer voor de binnenlandsche
markt gaan werken, waardoor men twee vliegen in
n klap vangt, immers men bestrijdt op een doel
treffende wijze de bestaande werkloosheid en men
verbetert het productie-apparaat, waardoor econo
mischer kan worden voortgebracht.
ckampaqnekruq
t /-,»., KI c c «rVnnM?£? r, R O N l N G E N-"1-*
PAG. 3 DE GROENE No.3209