Historisch Archief 1877-1940
DE VLUCHTELINGEN
?r r ET koude pogrom" in Duitschland schrijdt
r?j voort. Thans is het betreden van bepaalde
?*? ?* wijken den Joden verboden; deze maatregelen
zullen nog worden uitgebreid, zoodot practisch de
weder-instelling van ghetti wordt voorbereid, gelijk
trouwens was aangekondigd. De ont-Joodsching
van het Duitsche economische leven is zoover gevor
derd, dat men zich afvraagt of het openbaar en zicht
baar geweld inderdaad wel wreeder was dan dit lang
zame maar zekere worgingsproces op groote schaal.
Overigens is het de vraag, of dergelijke rampzclige
pogromen tot het Duitsche Rijk beperkt zullen blijven,
nu elders de daar geldende opvattingen eveneens offi
cieel zijn voorgeschreven. Dat de Westersche mogend
heden hun bemoeiing met het emigratieprobleem
slechts tot de. Duitsche Joden uitstrekken, gaf een
leidend Poolsch blad reeds aanleiding tot de dreigende
opmerking, dat een dergelijke houding een premie
geeft aan gewelddadigheden. Een waarschuwing
welke aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat.
De Zuid-Afrikaansche minister Pirow heeft be
toogd, dat het geld, dat in de plaats van het in Duitsch
land aan de uitgewekenen ontroofde bezit moet komen,
gevonden zou moeten worden door een internationale
leening, waarvoor de landen die zich van hun vluch
telingen wenschen te ontdoen verantwoordelijk moeten
zijn, doch welke door de andere groote mogendheden
zou moeten gewaarborgd worden. Een dergelijk voor
stel draagt al de kenmerken van dilettantisme en
naïefheid. Deze laatste althans kan niet worden toe
geschreven aan het kwasi-project, dat de leider der
N.S.B, in zijn teerhartige bezorgdheid voor de Joden
den Nederlandschen minister-president heeft voor
gelegd: koloniseering in de volkomen tropische ge
bieden der drie Guyana's. Dat deze verbanning naar
een duizendvoudig Duivelseiland" gelijk prof.
van Gelderen met een herinnering aan Dreyfus het
noemde de ernstigste gevolgen zou hebben, ligt voor
de hand.
De ware offers komen nog steeds van particuliere
zijde; in ons land had Donderdag de nationale collecte
bijna 4 ton opgebracht, hoewel van 100 gemeenten de
aanvullende resultaten nog moesten binnenkomen.
De regeeringen daarentegen houden voorbereidende
besprekingen, maar hebben nog weinig concreets ge
daan. Weliswaar wil Australiëin drie jaar 15000
vluchtelingen toelaten en wil mevr. Perkins, de
Amerikaansche minister van arbeid, een internationale
organisatie vormen om jonge Joden voor landbouw
op te leiden en oudere te steunen. Weliswaar over
weegt, volgens Reuter, Frankrijk toelating van 10.000
personen mits.... ook de Vereenigde Staten en
Groot-Brittanniëconcessies doen. Maar dit alles zijn
slechts plannen ; geschied is er nog o, zoo weinig.
En Nederland?
Hoe de toatind is, vindt men voortreffelijk samenge
vat in de zoojuist verschenen lezenswaardige brochure
van mr. J. Baert, De vluchteling in Nederland".
Wanneer de vreemdelingenwet van 1848 niet uitvoer
baar is, dan dient zij door een andere vervangen te
worworden. Te Evian heeft de Nederlandsche gedelegeerde
tusschen de binnenkomst van emigranten en het
werkloozen vraagstuk een verband gelegd, dat geenszins stand
houdt, gelijk de schrijver overtuigend aantoont. Zij,
die in naam der geschokte volksconscientie hun stem
verheffen, worden door minister Goseling als lastige
meepraters en bemoeiallen gequalificeerd.
De schrijver bepleit registratie der duizenden
bereidverklaringen tot hulp (onderdak, voedsel enz.) ;
dit lijkt ons verstandig gezien, want men moet reke
ning houden met de mogelijkheid, dat het slechts een
snel oplaaiend en weer doovend stroovuur geldt. Er
zou een adviescollege ingesteld behooren te worden om
het recht op beroep tegen uitwijzing te onderzoeken,
in de gevallen dat levensgevaar bestaat.
Tot zoover mr. Baert. Wij zouden daaraan nog
willen toevoegen, dat waarborgen voor de tijdelijkheid
van het asylrecht gevonden zouden kunnen worden
door een verband te leggen tusschen tijdelijke toe
lating in ons tand en het te verwachten aantal immi
gratie-certificaten voor Palestina. Daarmede zou
echter alleen nog maar de jeugd geholpen zijn, niet
de volwassenen. Maar ook dit is reeds veel. In ver
band hiermee verdient het verheugende verschijnsel de
aandacht, dat dank zij de toenemende pacificatie van
Palestina steeds meer Arabieren zich, zij het nog niet
zonder risico, tegen de terreur durven uitspreken.
Een vergadering van veertig aanzienlijke Arabieren,
notabelen, sheiks en leidende persoonlijkheden,
van wie sommigen onder dwang nog kort tevoren tot
de opstandige aanvoerders behoorden, verklaarde nog
onlangs dat de ex-moefti en zijn aanhang niet als
vertegenwoordigers der Palestijnsche Arabieren be
schouwd mochten worden. Met de Joden, zoo luidde
het in deze verklaring, wenschen wij in vrede te leven;
de Joodsche immigratie was voor ons Arabieren
veel minder schadelijk dan de Arabische terreur.
Als wij in afwachting van de resultaten van
het internationaal overleg", aldus prof. mr. B. M.
Telders in De Gids, ,,10.000 vluchtelingen hadden
toegelaten, en als daarvan na bijv. drie jaren nog
8000 waren overgebleven, wil msn dan in allen ernst
beweren, dat het onmogelijk ware geweest, die 8000
voor de keus te stellen of in Nederlandsch overzees :h
gebied, bijv. in Suriname, een landbouwkolonie te
vormen óf naar elders te vertrekken?" De schrijver
betoogt voorts, dat particuliere offervaardigheid in
hun onderhoud zou kunnen voorzien, en dat de regee
ring in drie jaren in staat zou hooren te zijn, een der
gelijke kolonie te organiseeren.
Wat bij de interpellatie-Albarda door dr. Colijn is
medegedeeld, bewijst, dat de regeering inderdaad dili
gent is, en niemand zal zich haar groote moeilijkheden
ontveinzen, noch de groote mate van haar afhankelijk
heid ten dezen van de intergouvernementeel vluch
telingencommissie. Toch, bij alle waardeering, waren
er genoeg punten, waarop het ministerieele antwoord,
al schonk het in sommige opzichten voldoening, niet
vermocht te bevredigen. Spoed en voortvarendheid
blijven dringend geboden !
r
Persoonlijkheden defileeren
Onze wekelijksche caricatuur
Teekening en tekst van Stefan StrobI
Mr. J. R. H, VAN SCHAIK
Voorzitter van de Tweede Kamer,
Oud-Minister van Justitie
HET zou in de toekomst wel eens kunnen
gebeuren dat ook politici pas na een
psychologischen proef afgelegd te hebben,
tot hun beroep" toegelaten werden. Zoodra
dit het geval zal zijn is allereerst noodig, te
preciseeren op welk speciaal gebied de proef
persoon zich wenscht te bewegen.
De hoofd-criteria voor het beroepsadvies zou
echter in elk geval ongeveer inhouden: Allereerst
e«n groot aanpassingsvermogen. Een flinke
dosis krijgslist", beoefend met omzichtigheid.
Vermogen, de schommelingen van de politieke
conjunctuurcurve in de lucht te voelen. Leven
dige en bewegelijke intelligentie. Redenaars
talent, en wat daarmee nauw verbonden is, het
vermogen anderen te overtuigen. Tenslotte een
minimum aan sentimentaliteit.
Ik wil hieraan slechts toevoegen dat mr. van
Schaik deze psychologischen proef met glans
. zou doorstaan.
Slaap Uw verkoudheid weg met Dampo
's Avonds aangewend 's Morgens reeds opgeknapt. Pot 50 et. Tube 40 et. Doos 30 et.
TWEELINGEN, in
Van elke tachtig menschen zijn er twee die een
tweeling" vormen. Het aantal tweelingen dat op
deze aarde leeft, is derhalve volgens een eenvoudige
berekening, ongeveer het zesvoudige van de geheele
Nederlandsche bevolking. Aan dit simpele feit
ontleent De Groene" het recht, het
twzelingenprobleem nader te be;chouwsn. In hoeverre zijn
twielingen voor de biologie en psychologie inte
ressante objecten? Welke juridische moeilijkheden
zitten aan het tweeling-zijn vast? Hoe oordeelt een
tweeling over het feit van zijn tweelingschap? Zie
daar de onschuldige problemen die hieronder be
handeld worden.
Biologie van het
tweelingschap
ER zijn, wetenschappelijk gesproken, tweelingen
a tweelingen
De nuchtere zakelijkheid, waarmee de voort
brengselen der natuur bestudeerd worden, scheidt
ook hier kaf van koren. Twee fragiele stemmetjes,
vier spartelende beentjes, grijpende handjes, zijn
begrippen, die uiteraard bij de familie opwinding en
consternatie verwekken de wetenschap houdt
zich niet bezig met romantisch of tragisch getinte
omstandigheden, maar verlangt allereerst te weten,
of de nieuwe wereldburgers n- dan wel twee-eiïg
zijn. In het eerste geval heeft de taak van de be
vruchte eicel in de eerste uren daaruit bestaan, dat
zij zich in twee helften splitste, die zich voortaan
onafhankelijk ontwikkelden, in het andere geval
zijn toevallig twee verschillende eicellen bevrucht.
Eeneiïge tweelingen bezitten derhalve volkomen
gelijke, van hun ouders overgeërfde eigenschappen
twee-eiïge daarentegen kunnen zich slechts in
een gemeenschappelijken geboortedatum verheugen,
maar verschillen verder evenveel of even weinig als
broeders en zusters, die met grooter tusschenruimte
geboren worden.
Hoe het komt, dat een bepaald huwelijk met twee
lingen gezegend wordt, is nog steeds grootendeels
een raadsel. Eén ding is zeker, namelijk: dat ook
hierbij erfelijke eigenschappen van belang zijn.
Gén tweeling, of in de familie komen mér voor,
en de gezinsuitbreiding gaat door deze speling der
natuur wel eens vlugger dan gewenscht wordt !
Bekend is het authentieke geval van Feodor
Wasiljef'f, een Russischen boer, wiens eerste echtgenoote
hem negen-en-zestig kinderen schonk, te weten
vier vierlingen, zeven drielingen en zestien twee
lingen, terwijl zijn tweede met twee drielingen en
zes tweelingen het totaal op zeven-en-tachtig bracht,
waar volgens de overlevering vier-en-tachtig van
in leven bleven. Helaas had de wetenschap toenter
tijd nog weinig belangstelling voor twee- en meer
lingen tegenwoordig pakt men het in Rusland
anders aan ! In Moskou bevindt zich het
MaximGorki-Instituut voor medisch-biologisch onderzoek,
waar men in de laatste jaren achthonderd paren
tweelingen heeft bestudeerd. Aan het instituut is
een internaat verbonden, zoodat de kinderen voort
durend onder controle staan. Men wil op deze wijze
licht brengen in de belangrijke kwestie van nature
and nurture", natuur en opvoeding, den invloed van
aangeboren en latere inwerkende factoren op
lichaam en geest in het algemeen, het vóórkomen
van erfelijke afwijkingen in het bijzonder.
HET bestaan van tweelingen nu, heeft aanleiding
gegeven tot een der interessantste weten
schappelijke studies van den laatsten tijd, dat
betrekking had op het zooeven genoemd probleem:
wat was belangrijker voor het volwassen individu,
zijn erfelijke aanleg of het milieu waarin hij is opge
groeid?
Wij vermeldden reeds, dat n-eiïge tweelingen,
erfelijk gesproken, identiek zijn een feit, dat
voor psychologie en pathologie van groote waarde
is. Het erfelijkheidsonderzoek is, evenals andere
takken der biologie, genoodzaakt, een groot deel
der conclusies te trekken uit experimenten op plan
ten en dieren, die op zichzelf niet voor den mensch
geldigheid behoeven te bezitten: er blijft in analo
gieën altijd een element van onzekerheid achter, dat
slechts door directe controle te vermijden is.
AfgePAG. 4 DE GROENE No. 3210