Historisch Archief 1877-1940
theorie en practijk
zien van andere practische moeilijkheden brengt
dit bij het gecompliceerde menschelijk wezen het
bezwaar mee, dat geen twee individuen na de
geboorte gelijk zijn behalve .ieiïge twee
lingen.
Wanneer men nu den invloed van de omgeving
op de ontwikkeling der persoonlijkheid wil nagaan,
is de beste, maar uiteraard moeilijkst toe te pas
sen methode van onderzoek, het milieu, de van
buiten af inwerkende invloeden voor beide helften
van de tweeling verschillend te maken om dan na
verloop van tijd na te gaan hoe zij zich ontwikkeld
hebben.
ONLANGS is te Chicago een studie verschenen
over n-eiige tweelingen, die in zulk een ver
schillend milieu zijn opgevoed. Het betrof meestal
kinderen, die door armoede der ouders aan een
weeshuis waren afgestaan en door verschillende
personen geadopteerd. Zooals dat in Amerika
behoort, heeft men met behulp van pers en radio de
aandacht op het onderzoek gevestigd en men is
er in geslaagd, negentien van deze, ongetwijfeld
zeer zeldzame tweelingen aan een uitvoerig onder
zoek te onderwerpen. Het was voor de leiders een
bioloog, een psycholoog en een statisticus
uiteraard vrij moeilijk, om de proefpersonen te
bewegen, naar Chicago te komen tenslotte
heeft men het meerendeel gelokt met een bewijs
van vrijen toegang tot de tentoonstelling: Een Eeuw
van Vooruitgang, in 1936, benevens vergoeding
van reis- en verblijfkosten. Het toeval wilde, dat
twee paren, twee dames en twee heeren, terzelfder
tijd in Chicago vertoefden; zij konden het samen
uitstekend vinden en verwekten een kolossale op
winding op het tentoonstellingsterrein, waar zij,
man en vrouw twee-aan-twee gearmd, de verschil
lende paviljoens bezochten.
De geschiedenissen van de negentien onderzochte
paren waren stuk voor stuk bijna ongeloofwaardig,
indien de onderzoekers niet herhaaldelijk verzeker
den, dat zij slechts de feiten laten spreken. Het fraaist
is wel het verhaal van Ed en Fred, die beiden door
stiefouders duizend mijlen van elkaar werden opge
voed en elk niet wisten, dat zij nog een broeder beza
ten. Zij kregen ongeveer dezelfde school- en vakoplei
ding en werden reparateur bij dezelfde groote
telefoonmaatschappij. Zij trouwden in hetzelfde
jaar met vrouwen, die, zooals later bleek, zeer veel
op elkaar geleken, kregen n zoon en bezaten een
foxterrier, die beiden Trixie noemden. Op zekeren
dag werd Ed met Hallo, Fred !'" aangesproken
door een kameraad, die juist uit een andere plaats
was overgekomen en halsstarrig weigerde aan te
nemen, dat het Fred niet was. De dramatische
ontmoeting der broeders was nu slechts een kwestie
van tijd !
De schrijvers komen na hun uitermate minutieus
onderzoek tot de conclusie, dat verandering in
omgeving en opvoeding bij biologisch gelijke per
sonen belangrijke verschillen in intelligentie,
schoolkennis en karaktertrekken bewerkstelligt, zoodat
zij de uitspraak van prof. Jennings kunnen onder
schrijven, dat erfelijkheid en omgeving, wat de
persoonlijkheid betreft, in grove trekken hetzelfde
kunnen bewerkstelligen.
Verder onderzoek is natuurlijk ook hier geboden
het tweelingschap gaat nog een grootsche toe
komst tegemoet!
: gispen
i l woninginrichting
J meubelen lampen
amsterdam den haag rotterdam
Een beroemde tweeling: ds Belgische professor Piccard
met zijn tweelingbroer, hoogleeraar in Amerika
Ik ben van een tweeling'
/K ben van een tweeling".
Het heeft voordeelen en het heeft nadeelen.
Laat ik met de nadeelen beginnen.
Het voornaamste nadeel is dat iedereen die
mij ziet, grappig wil zijn, en vraagt: Ben jij
het nou, of is het je broer?" U vindt het misschien
overgevoelig van me, dat ik dit als een nadeel
betitel, maar heusch, waarde lezer, het zou ook
u gaan irriteeren als uw authenticiteit voor de
duizendste maal in twijfel werd getrokken. Een
geringer nadeel is, dat ik inderdaad herhaaldelijk
voor mijn broer word aangezien en daardoor
gedwongen word eenigen tijd een geraffineerd spel
te spelen: doen alsof ik hem ben. Dat is geen
minderwaardigheidscomplex van me, maar uit
sluitend gemakzucht: ik ben vaak te lui om het
verhaal af te draaien van: Nee, ik geloof dat u
zich vergist. U denkt zeker dat u mijn broer voor
hebt? Nee, die is het heusch niet. Ik ben zij n twee
lingbroer.... Als twee druppels water, zegt u?
Ja, dat is meer beweerd.... Van wie kan ik de
groeten overbrengen?" Deze dialoog verveelt op
den duur.
T\E voordeelen.
Ik ben nooit alleen geweest (of is dit
een nadeel ?) Ik heb geen ouderen broer gehad die
mij tyranniseerde, noch een jongeren broer wiens
geboorte volgens de onverbiddelijke wetten der
psychologie stormen van jalouzie in mij zou
hebben opgewekt. Ik ben altijd met z'n tweeën
geweest. Ik had altijd iemand om mee te knikkeren,
te schaken en te voetballen.
Wij zijn overigens niet met tweelingzusters ge
trouwd. Er zijn veel menschen die zich daar bij
voorbaat op verheugd hadden.
T^ERLIJK gezegd: het is een doodgewoon
gevoel om van een tweeling" te zijn. Het heeft
me pas verontrust, sinds ik in een wetenschappe
lijk proefschrift las dat de tweeling de naderende
degeneratie beteekent". Er bestaat namelijk vol
gens Fransche auteurs een sterk verband tusschen
tweelingschap en tal van schrikwekkende afwij
kingen, zooals epilepsie, hysterie, krankzinnigheid,
alcoholisme, enzoovoort, enzoovoort. Gelukkig is
deze akelige theorie alweer verlaten.
Ik ben me nooit bewust, dat ik een tweeling
broer heb, behalve in n geval: als ik een andere
tweeling tegenkom. Dan moet ik wel eens denken :
Zouden wij er net zoo gek hebben uitgezien?"
"[7AN een drieling" zou ik niet willen zijn.
u Dat vind ik juist iets te veel. In een
drieling is geen evenwicht. Dat moet altijd
twee tegen n zijn. En bij een vierling twee
tegen twee.
De vijfling Dionne lijken me de ongelukkigste
menschen ter wereld.
Een tweeling is nét genoeg.
Wat moet gij doen, wanneer gij een tweeling krijgt?
TEN eerste het hoofd koel houden.
Ten tweede de wettelijk vereischte forma
liteiten vervullen.
Heeft u er wel eens over nagedacht hoe u een
tweeling moet aangeven? Laat ons maar rustig
aannemen, dat u in een uitermate opgewonden
toestand bij den Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand arriveert. U zult hem natuurlijk met een van
trots stralend gezicht tegemoet roepen: ,,Ik kom
een tweeling aangeven !" De ambtenaar raakt daar
echter tot uw diepe teleurstelling in het geheel niet
van in de war. U had maar n wieg klaar staan,
maar op den Burgerlijken Stand is papier genoeg.
De tweelingen worden niet, zooals u het zich trots
had voorgesteld, in n acte vermeld, maar van
ieder hunner wordt een afzonderlijke acte opgemaakt.
In die acten moet het tijdstip van de geboorte
vermeld worden, maar terwijl u anders tot volle
uren mag afronden, moet het nu tot in minuten
opgegeven worden, opdat blijkt welk kind het oudste
is. Dit is van belang voor later; denkt u maar aan
de loting voor den militairen dienst.
INDIEN geen bepaald verschil van den tijd der ge
boorte kan worden vermeld, hetgeen niet aan
de natuur, maar uitsluitend aan uw opwinding zou
moeten worden toegeschreven , zult u toch moe
ten verklaren, welk kind het eerst ter wereld is ge
komen. U hebt hierbij vrije keus. Volgens de volg
orde der geboorten zullen de acten worden inge
schreven.
Uw tweeling is dan in rechte uiteen gevallen in
twee afzonderlijke rechtssubjectjes, maar op de
telkaarten voor de bevolkingsstatistiek wordt ver
meld dat zij behooren tot een tweeling-geboorte.
Uw dubbele vadertrots wordt dus toch nog heel
even gestreeld.
Ten slotte: U zult het toch niet in uw hoofd halen
kinderen denzelfden naam te geven? Het zou u
trouwens niet gelukken, want de ambtenaar zal stel
lig weigeren, de verwarring, die door het bestaan
van tweelingen veroorzaakt kan worden, nog te
vergrooten.
De wereld is al verward genoeg. . . .
PAG. 5 DE GROENE No. 3210