Historisch Archief 1877-1940
ZON
EN
GEZONDHEID
Iets over stralen met genezende kracht
Dr. J. Oudenbosch
HET gebeurde in 1903, dat dr. Bernhard, een
Zwitsersche dorpsdokter, bij een Italiaan
werd geroepen. De man had een woorden
wisseling gehad met een dorpsgenoot, waarbij
tenslotte de messen getrokken waren, om het pleit
te beslechten. Hij was er nogal slecht afgekomen,
en moest met zeven steekwonden naar het kleine
hospitaal vervoerd worden. Het mes had den
borstwand op n plaats doorboord, gelukkig zonder hart
of longen te treffen, maar het was erger gesteld
met den buik, die door twee diepe steken getroffen
was, welke lever en milt geraakt hadden.
"jNadat men de milt verwijderd had, werd de wond
op de gebruikelijke wijze gedesinfecteerd en ge
sloten maar genezen wilde zij niet; integendeel:
er ontstond een afscheiding, die voortdurend sterker
werd en dr. Bernhard met zorg vervulde.
Zoo was het met den Italiaan gesteld, toen de
dokter op een prachtigen, helderen morgen zijn
visite langs de bedden ging maken. De ramen
stonden wijd-open, de zon scheen naar binnen, de
frissche, krachtige berglucht vulde de zaal. De
zuster verwijderde de lagen verband en mistroostig
moest dr. Bernhard vaststellen, dat de wond er
allerminst beter ging uitzien. Plotseling hoe wist
hij niet schoot hem de eigenaardige wijze te
binnen, waarop de bergbewoners hun slachtvleesch
tegen bederf vrijwaren: zij hangen het een paar
dagen buiten op, zoodat zon en lucht hun reinigende
en klaarblijkelijk bacterie-doodende werking kunnen
uitoefenen. Dat een wond schoongemaakt, gedes
infecteerd wordt, goed maar waarom haar voort
durend bedekken met gaas en watten, afsluiten
van de lucht, beschermen tegen het zonlicht? Zou
de natuur de genezing hier niet kunnen bewerk
stelligen?
Zuster, hier komt gén nieuw verband op!
We laten de wond nu eens open en bloot. En wilt
u zorgen, dat het bed voor het raam wordt gezet,
zoodat de zonnestralen direct op de wond vallen?"
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Anderhalf uur later was er een duidelijk zicht
bare verbetering en binnen een week had de wond
zich gesloten. De eerste, bewuste, schrede op het
pad der lichttherapie was gedaan.
HET behoort tot het domein der wetenschap,
om de factoren welke het leven in den
ruimsten zin des woords in stand houden, te
bestudeeren, Het is hier niet de plaats dieper op dit
vraagstuk in te gaan, maar n van de belangrijkste,
zoo niet de belangrijkste, factor is ongetwijfeld de
zon. Hoewel haar temperatuur langzaam maar
gestadig daalt, is deze nog steeds hoog genoeg, om
de aarde en haar atmospheer op een warmtepeil
te houden, dat met het leven vereenigbaar is, en
het in de naaste" toekomst nog wel zal blijven
óók. Men kent weliswaar bacteriën, die bij honderd
graden Celsius onder nul in hun element zijn, maar
het komt ons onwaarschijnlijk voor, dat hoogere
en oneindig gecompliceerde wezens als de mensch,
een voortdurenden Poolnacht met evenveel genoegen
zouden doorstaan. Dadelijk zou om te beginnen de
voedselvoorziening spaak loopen: de groene planten
vormen uit koolzuur, dat in de atmospheer en
water, hetwelk in den bodem voorkomt, suikers, die
als brandstof voor ieder dierlijk en menschelijk
organisme onontbeerlijk zijn. Voor de vorming der
suikers is energie noodig, die door het zonlicht
geleverd wordt. Als dit laatste ontbreekt en ns
zal het zoo ver zijn kan de reactie niet plaats
vinden en zijn plant en dier gedoemd, een ellendigen
hongerdood te sterven. Is het dan te verwonderen,
dat vele volkeren instinctief de zon aanbidden
zonder iets af te weten van photochemische
reacties of ultraviolet licht?
JA het utraviolet licht l
Werklust, energie, krachtsinspanning.... bij
alles schijnt men het tegenwoordig noodig te hebben.
Bekend is het verhaal van een slimmen directeur
in Amerika, die het gewone vensterglas dat
ultraviolette stralen niet laat passeeren voor
vele harde dollars liet vervangen door kwartsglas,
T.b.c.-pot/ënt/es die
te Leysin in de zon
onderwijs genieten
waar ze wél doorheen gaan, natuurlijk in de mee
ning, dat hij de onkosten met rente goed zou maken
wijl zijn personeel nu harder zou gaan werken,
gezeten als ze waren in het kostelijk ultraviolet'
iederen dag zes uren lang. Het effect was natuurlijk
nihil en wat de stralen betrof, zouden de kantoor
bedienden dagelijks evenveel absorbeeren, als hij
ze van twaalf uur tot twee minuten over twaalven
buiten in het zonnetje liet wandelen! De geringe
hoeveelheid, die zij per dag noodig hadden, zou op
deze wijze wel wat goedkooper verworven worden.
Het is evenmin noodig, dat de stralen op het
geheele lichaam inwerken. Indien dus de marechaus
sees aan het Zandvoortsche strand angstvallig er
tegen waken, dat een teveel aan licht, lucht en
vreemde oogen wordt blootgesteld, dan gaan zij
van een althans physiologisch gezond principe
uit, dat overdaad schaadt. Zelfs de kunstzijde van
de kleurige japonnetjes vormt geen barrière tegen
ultraviolette stralen zulks in tegenstelling met
crêpe-de-chine en flanel.
DAT de mensch in den zomer dus ruimschoots
genoeg krijgt, is boven allen twijfel verheven
anders staat het echter in den winter. Hoewel
wij dan een kleinere portie zonlicht, met vél minder
ultraviolette stralen ontvangen, is de hoeveelheid,
behalve bij jonge kinderen, voldoende, en aan een
hoogtezon- of andere lamp in ieder Nederlandsch
huisgezin, die met haar stralen de vereenigde familie
koestert om ziekte en ouderdom op een afstand te
houden, bestaat o.i. geen behoefte. Het kan trouwens
aanleiding geven tot complicaties, getuige het in de
litteratuur beschreven geval van een
twee-enzeventig jarige, die iederen avond een kunstmatig
zonnebad placht te nemen. De lamp was boven het
bed bevestigd en vóór de grijsaard ging slapen, liet
hij gedurende tien minuten de weldadige stralen
op zich inwerken. Alles ging goed, tot hij op een
noodlottigen avond blijkbaar zoo vermoeid was,
dat hij al zonnebadende indommelde, om na
anderhalf uur, gekweld door heftige pijnen wakker
te worden en bij zichzelf een uitgebreide tweede
graads verbranding kon constateren, die hij pas na
weken te boven kwam. Afgezien van dergelijke,
sporadische ongelukken kan de lichtbehandeiing
in serieuze handen op goede resultaten wijzen.
De schoonste triomph geldt naast de Engelsche
ziekte de tuberculose, voorzoover deze niet de
longen heeft aangetast. Merkwaardig, dat hierbij
de toepassing van een kunstmatige bron, de
koolspitslamp, voorafgegaan is aan de natuurlijke: de
zonbestraling. Finsen, de Deensche Nobelprijs
winnaar, had reeds talrijke gevallen van
huidtuberculose met goed gevolg behandeld, toen Rollier
in Leysin er mee begon, lijders aan been- en
gewrichtstuberculose zonnebaden te geven. Het is
een felle strijd geweest tusschen zon en koolspits,
Natuur en Techniek, maar men is tenslotte meer
en meer gaan inzien, dat de zon de beste bron is,
en dat een surrogaat slechts dan even goede resul
taten geeft, indien diens spectrum dat van de zon
zooveel mogelijk benadert. De medische staf van
het Finsen-instituut te Kopenhagen staat op het
standpunt, dat ook stralen met langer golflengte
dan de ultraviolette, zooals de zichtbare lichtstralen
VICTORIAWATER
verhoogt
Uw
GEZONDHEID
ECHT
NATUURLIJK
BRONWATER
en de infraroode warmtestralen, van belang zijn bij
het genezingsproces.
Het is hier uiteraard niet de plaats, diep op de
techniek van de behandelwijze in te gaan. Lang
zamerhand heeft echter de overtuiging veld gewon
nen, dat paradoxaal uitgedrukt de duisternis
er even belangrijk bij is, als het licht. Het was nl.
bekend, dat de grootste therapeutische invloed werd
uitgeoefend door de morgenzon, hoewel diens stralen
veel minder sterk waren dan die van 's middags.
Dit kon slechts daardoor verklaard worden, dat de
tegenstelling: zwak licht?duisternis, het organisme
meer stimuleerde, dan welke sterkere prikkel ook:
voortdurende zonnebaden zouden niet zulke goede
resultaten geven als de afwisseling van licht en
schaduw, warmte en koude. Een week van bewol
king en regen is dus bij een zonnekuur gedurende
Juli of Augustus van het grootste gewicht. Het
grillig klimaat van onze koele Noorderstranden kan
volgens deze redeneering dezelfde geneeskrachtige
werking hebben als het constant-zonnige van de
Zwitsersche bergdalen.
IEDER kent het simpele gedichtje van Adema
van Scheltema, dat begint met de woorden:
O zon, gij komt mij weer genezen...." Waar
de dichter zich tevreden stelt met het bezingen
der feiten, graaft de wetenschappelijke onderzoeker
dieper: ook hij is verheugd, dat het licht hem helpt
in zijn strijd, maar hij wil tevens weten, hoe het
effect tot stand komt.
In honderden publicaties hebben vele geleerden
hun experimenten beschreven, hun theorieën
uiteengezet, het resultaat is echter vrij onbevre
digend. Vast staat, dat het licht door reflexwerking
het rhythme van pols en ademhaling beinvloedt, de
bloeddruk doet dalen, maar hierdoor wordt het
pathologisch proces niet beïnvloed. Alleen bij de
Engelsche ziekte heeft men zich een goede voor
stelling kunnen verwerven: de ultraviolette stralen
zetten sterolen, die in de huid voorkomen, orn in
vitamine D, dat gelijk bekend rachitis geneest
en voorkomt. Hoe het zonlicht bij de tuberculose
een specifieke werking kan uitoefenen, is op het
oogenblik nog speculatie: wij weten niet in welken
vorm de energie gebruikt wordt, welke reactie aan
de gang wordt gebracht of beïnvloed. Waarschijn
lijk zal de bestraling ook hier bepaalde stoffen doen
ontstaan, hetzij eindproducten van beschadigde of
door het licht gedoode cellen, stoffen, die door
verhoogde activiteit ontstaan, of producten, die in
het bloed voorkomen en door de opgenomen energie
veranderd, elders in het lichaam de zieke weefsels
tot genezing kunnen brengen.
Wij weten het niet hopenlijk gunt de zon ons
nog voldoenden tijd, om deze raadselen te ontwarren !
PAG.21 DE GROENE No. 3211