De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 17 december pagina 30

17 december 1938 – pagina 30

Dit is een ingescande tekst.

f k ?' if 'LICHTING en VERDUISTERING DE begrippen licht. en duister veranderen van karakter zoo dra men een dier fantasielooze gebouwen binnentreedt die in Nederland aan het recht gewijd zijn, en waar het stof der jaren langzaam zakt over acten en bewijsstukken. In sombere toga's fladderen jonge lieden langs de cbrridors, tot de tijd hun schreden vertraagt en weer nieuwe jongelingen de verouderden en de ouden vervangen alleen de gebou wen verouderen niet. Zij zijn er te oud voor. In het schemerduister van deze gebouwen, waar het licht gedempt door de hooge vensters valt, is zelfs iedere poging tot oplichting strafbaar. Het onlogische echter is wel dat ook verduistering strafbaar is gesteld, zoodat men geneigd is Justitia toe te roepen: make up your mind !" Wat is verduistering? Een voorwerp dat verduisterd wordt, geraakt daar door in een toestand van onzichtbaar heid. De niet strafbare verduisteringen, zooals de zons- en maansverduisteringen, plegen bij een weinig geduld, en vertrouwen in de dagbladastrono men, vanzelf weer op te houden en zijn soms, als verduistering, in het geheel niet waarneembaar. De ver duistering van een horloge veroorzaakt echter niet de onzichtbaarheid van het voorwerp. Het verandert van sfeer. En aangezien men zulke voorwerpen in een vestzak pleegt te dragen, gaat het van duister naar duister en ver andert hoogstens van luchtje. Het paradoxale op strafrechterlijk gebied is wel dat de verduistering eerst recht verduistering wordt zoodra zij aan het licht komt. Toch spreekt men hardnekkig van verduistering, terwijl het horloge vlak voor den president der rechtbank op de groene tafel ligt en nooit zooveel en zoo lang het licht opving, als juist bij deze gelegenheid, nu er over de verduistering van dat voorwerp ge sproken werd. GESCHIEDT de verduistering in het licht, zoo is het merkwaardig dat de oplichting meestal in het duister geschiedt. Want zij is verborgen achter een weefsel van bedrog. Deze misdaad vereischt een groote kennis van ver lichting en alleen het stralende intel lect is in staat het weefsel te spinnen waarachter zich de oplichting ver bergt. De verduisteraar kan, lichttechnisch gesproken, een kind zijn. Hij verduistert een goed dat hem op de een of andere wijze was toevertrouwd: door een algemeene volmacht, in zijn kwaliteit van notaris of bankdirecteur, van portier, voogd, dienstbode, collec tant-met-of-zonder-bijbehoorend-speldje, kassier, vriend, impressario, veen dammer, verhuizer of anderszins. De oplichter heeft fantasie noodig om in u het licht der geloovigheid te ont steken. De kapitein van Köpenick was geen oplichter in den waren zin des woords, want hij had een geheel sys teem achter zich dat iedereen dwong datgene te aanvaarden wat hij ver kondigde hij werkte niet met een weefsel maar met een uniform, wat schijnbaar hetzelfde is. Het genie begint daar, waar het visueele zelfs tegenwerkt. Wanneer iemand met een zeer ongunstig voorkomen er in slaagt u gelden af te zetten voor het aankleeden van bloote negerkindertjes, dan is hij zoo aan het weven geweest dat er van oplichting gesproken kan worden. Slaagt iemand er in een paar ton op valsche schilderijen te krijgen en hij komt na de veroordeeling terug en slaagt er nóg eens in een halven ton te incasseeren, dan dwingt zoo'n daad onverheelde bewondering af van zelfs het voornaamste weversgilde. De op lichter is sympathieker dan de ver duisteraar het is gemakkelijker het licht te dooven dan het te ontsteken. En is de daad van den oplichter af keurenswaardig zijn verhaal kan goed zijn. Hij heeft zich de moeite getroost u iets te vertellen dat, op straf fe van onvruchtbaarheid, interessant moet zijn. Hij wekt uw medelijden op en prikkelt uw lust naar winstbejag. Hij heeft zich voorgedaan als oud adjudant van Czaar Nicolaas II en het streelde uw ijdelheid hem enkele bank biljetten ter hand te stellen de hand die vroeger naar hartelust kon oor vijgen. Gij hebt uw sensatie gehad en hij is betaald. Hij heeft u portie beloofd in een echte Rembrandt, die nog slechts een certificaat behoefde van professor Zangzaai wat ten slotte óók niet onoverkomelijk is. Het schilderij be vindt zich in een kasteel in Bohemen en het kan zóó afgehaald worden. Gij betaalt en het blijkt later een echt schilderij te zijn een echte Jansen namelijk. Is uw verontwaardiging niet onredelijk? Is de Staatsloterij een oplichterstroep omdat gij nu al jaren op uw twintigje hoogstens eenmaal met eigen geld zijt uitgekomen ? Dit is iets omtrent licht en duister in het wezen van het recht dat men verduisteraars en oplichters in cellen plaatst waar gelijke donkerte heerscht is weer een andere zijde van het vraag stuk. .. . JOH. VAN HOORN HET VOORTREFFELIJKSTE LICHT VERSCHAFT EEN LAMP VAN GISPEN LEIDSCHESTR. 27 AMSTERDAM PARLEMENTARIA THUISKOMENDE eene ex presse missive van de ge-eerde redactie om eenigen spoed te betrachten met de inzending dezer regelen, maar ook een bode is een mensch en wanneer hij in die qualiteit van 's morgens twaalven tot 's avonds eenen het vaderland trouw heeft gediend en daarbij heeft geluisterd naar wat Nederland's meest verlichte geesten te berde hebben gebracht over landbouwaangelegenheden dan verlangt hij naar het nederige gloeipitje boven zijne sponde; edoch de arbeid gaat voor en dies heb ik tegen haar, die reeds zoovele jaren mijne schreden begeleidt, en die in de foutieve suppositie verkeerde dat ik bij zang en snarenspel een licht zinnig vertier had gezocht (haha! vertier!!), gezegd dat men wachtte op mijn schuchtere beschouwingen. Ik ont stak mijne bureaulamp (nog van mijn laatste jubileum) en zette mij tot schrijven. Het was eene dag met weinig ver maak, want de duisternis begon reeds spoedig te heerschen in de zaal zoodat plotseling overal de lichten aangloeiden. Het licht is eene edele uitvinding, maar dat niet alle uitvindingen volmaakt zijn bleek uit het weigeren van de geluids versterker zoodat de woorden van den edelen Weitkamp, die als gewoonlijk trouwhartige dingen zeide, werden onder broken door geluiden als van knetterend mitrailleurvuur-en-zoo en die na hem kwamen, waren al niet gelukkiger. De wanhoop lag op zijn blozend aangelaat en dankt ondergeteekende den hemel dat de nobele afgevaardigde zich wist te beheerschen en niet dacht dat men een loopje met hem wilde nemen, want dan waren er wellicht stukken van gekomen gelijk het vorig jaar toen hij de woorden waar maakte dat men in het veen niet op een turf je pleegt te zien". Men heeft langdurig geredekaveld maar ik die als bode de doolpaden der wettelijke maat regelen dien te kennen, verklaar plechtig dat ik den weg niet zou weten in het labyrinth der crisis- en steun-maatregelen voor den landbouw. Daarvoor moet ge eenen Steenberghe zijn om deze bergen van steen te verzetten. En blijft Excellentie er maar jeugdig uitzien, daar niet van. En 's avonds kreeg die arme meneer van Buuren, die iets verlegens heeft, er van langs omdat hij iets heeft tegen bussen en de graaf-met-den-vreemden tongval, die zijn licht in Utrecht op pleegt te steken, zei dat de spoorwegen van het Derde Rijk groot waren en dat hij best hun profeet wilde zijn. Meneer Faber, die een vriendelijk man is en die zeker vriendelijke dochters moet hebben als hij dochters bezit, deed een goed woord voor de stationskruiers, wier pad ook niet over rozen gaat wanneer men aan al die rappen denkt en meneer van Buuren kreeg het aan den sabel met den Gene raal, zoodat onze voorzitter moest ingrij pen met een vermanend woord, waarna wij naar huis mochten, waar ik als bode de lampen brandend hield BODE BAREND PAG. 30 DE GROENE No. 3211

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl