Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal voor De Groene
van Albert Heiman
ER leefde eens in het gebergte een
kluizenaar, die een sombere,
koude grot bewoonde, waarin hij
elke dag boete deed, en van de vroege
morgen tot de late avond gebeden
opzei en psalmen zong, terwijl hij
nauwelijks een paar minuten stil hield
om wat droge wortels en kruiden te
eten. Dit alles deed hij in de hoop,
daarmee de hemel te verdienen en een
erg mooie plaats te krijgen aan de
rechterhand van God's troon. Al
twintig jaar had hij doorgebracht in
dezelfde ijver voor de mooiste ge
beden en de godvruchtigste gezangen,
en op een keer, terwijl hij weer daar
mee bezig was, bad hij: Lieve God,
is er op het ogenblik iemand ter
wereld die u beter dient en prijst dan
ik? Als er zo iemand bestaat, laat mij
het dan weten, want ik vraag het niet
uit ingebeeldheid of hoogmoed, maar
om in de gelegenheid te zijn iets te
leren van iemand die u nóg beter dient
dan ik. Gaarne zou ik zijn dienaar
willen zijn, om u op deze manier zelf
nog beter te kunnen dienen".
To*& Jij) zijn gebed geëindigd had,
hoorde de kluizenaar in het ruisen van
de wind buiten zijn grot, en in het
borrelen van de beek die daar voorbij
liep, een Stem die hem antwoordde:
Er is iemand die mij nog meer prijst
en beter dient dan jij. Ga naar het
dorp Valducells, daar zul je een spek
slager zien, omringd door een menigte
lieden. Hij is degeen die nog meer ver
dienste heeft dan jij!"
De kluizenaar ging zonder dralen
op weg naar het dorp, en daar aan
gekomen zag hij al spoedig een spek
slager in zijn winkel staan, bezig met
het verkopen van worst en ham en
ribbetjes aan de dorpsvrouwen. Maar
wat een taal werd daar uitgeslagen ! De
kluizenaar kon zijn oren niet geloven.
Deze spekslager was nog ruwer dan
slagers gewoonlijk zijn.
Pak aan, je varkenspootjes, ouwe
heks. De soep loopt je al uit je haak
neus". En tegen een ander: Wat, be
vallen die koteletjes je niet ? Loop dan
naar de bliksem ! Ze zijn veel te goed
voor je". En weer tegen een ander:
Zo lachbekje, mot je weer spek
vreten vandaag? Pas op dat je niet
barst van de dikkigheid! En jij, een
pond rollade? Vooruit dan maar, kat
die je bent. Verduiveld nog toe, pak
aan l Het is meer dan je gevraagd
hebt, slons".
Ik heb mij zeker vergist, dacht de
kluizenaar, en hij sloop stilletjes weg.
Maar nergens vond hij in het dorp
een andere spekslager omringd door
mensen, zodat hij vanzelf terug
kwam bij de eerste, die nog altijd bezig
was met ruwe grappen te maken.
Wat is er van je dienst, ouwe
baardaap?" vroeg de spekslager toen
hij de kluizenaar ontdekte.
Een aalmoes, alsjeblieft!" sprak
de kluizenaar.
De slager sneed een stukje worst af,
en stopte het de kluizenaar toe met de
woorden: Hier heb je een stompje,
zo groot als je neus. Steek dat in je
waffel en wacht op me tot ik klaar
ben". En ongestoord ging hij verder
met het verkopen aan de gichelende
of kijvende vrouwen. Steeds verbaas
der stond de kluizenaar daar toe te
zien en te luisteren. Hij had het liefst
willen weglopen, maar hij durfde niet
goed meer, want de slager was een
potige kerel, met een mond nog
groter dan de handen waarmee hij
klappen uitdeelde aan de stukken
varkensvlees op het hakblok. Stilletjes
bad de kluizenaar: O Heer, ik heb
zeker verkeerd verstaan, ik ben zeker
in het verkeerde dorp terecht gekomen,
want zo'n beest van 'n vent heb ik
van mijn leven nog niet meegemaakt,
laat staan dat zo iemand nog heiliger
en beter zou zijn dan ik".
Toen de slager met de laatste
klanten klaar was, veegde hij zijn
handen aan zijn schort af, en kwam
naar de kluizenaar toe. Hij pakte hem
onder de arm en zei: Je gaat natuur
lijk met me mee naar huis, ouwe
dondersteen. Daar zullen we kijken
wat de pot schaft l" En goedschiks of
kwaadschiks nam hij de kluizenaar
mee, schoof een stoel voor hem aan
tafel, en liet hem mee-eten.
Wat bliksem-nog-toe", zei hij,
we zullen eens kijken of je geen eet
lust hebt". En toen de kluizenaar nog
een beetje tegenstribbelde: ,,De duivel
hale je, wanneer je dit stuk spek niet
helemaal opvreet, en gauw! Je ziet
er uit als een bonestaak, kerel l" En
tegen zijn vrouw: Schep hem een
dubbele portie op, voor wat hij gisteren
tekort gekomen is".
Of hij wilde of niet, de kluizenaar
at meer dan hij ooit in zijn leven ge
daan had, en toen ze klaar waren
sprak hij tegen de spekslager: Hoor
eens, vriend, nu moet je me toch eens
iets vertellen. Ik ben een arme kluize
naar die in een sombere grot leeft, en
dag en nacht doorbrengt met vasten
en bidden, met boete-doen en psalmen
zingen. Op een keer heb ik God ge
vraagd, of er nog iemand ter wereld
was, die hem beter prijsde en diende
dan ik, opdat ik van die persoon iets
leren kon, om zelf nóg beter te worden.
En God antwoordde mij, dat er zo
iemand werkelijk bestond, en dat jij
die man bent. En nu vraag ik je
nederig, mij te zeggen hoe dat komt,
dat God je zo hoog schat, ofschoon je
rauwe taal uitslaat als een Turk, gek
heid maakt met de meisjes, en eet
voor tien!"
Nu was het de spekslager zijn beurt
om verbaasd te zijn. Hij schudde het
hoofd en dacht een ogenblik na.
Daarna antwoordde hij: Voor jou
behoef ik geen geheimen te hebben,
want jij bent een vrome kluizenaar.
Ga mee".
En hij bracht de heremiet naar een
mooie opkamer aan de zonnige kant
van het huis. Daar zagen ze een oude
man met sneeuwwitte haren in een
grote zetel zitten. De slager begon hem
te wassen en te kammen en hem
vriendelijk toe te spreken. Daarna
ging hij op zijn knieën zitten voor de
grijsaard, en begon hem met veel ge
duld en liefde te voeden. Dat duurde
een hele poos, want de grijsaard was
al zo oud, dat hij bijna niet meer
slikken kon. Maar de slager behan
delde hem met groot respect en een
eindeloos geduld.
Dat is zeker je vader", zei de
kluizenaar toen de grijsaard eindelijk
gereed was.
Neen", antwoordde de spekslager.
Mijn vader is allang gestorven. Deze
man hier heeft hem vermoord, en
omdat hij moest vluchten voor het
gerecht, heeft hij zich in mijn huis
verborgen. Ik heb hem toen hier ge
houden en hem twintig jaar lang ge
voed en gekleed en verzorgd, zoals
ik het mijn vader zou gedaan heb
ben".
De kluizenaar sloeg de handen ineen
en boog het hoofd. Inderdaad, vriend,
je hebt meer gedaan dan ik. Niet onze
woerden, maar onze daden vormen
onze verdienste".
En beschaamd ging hij heen, terwijl
de spekslager hem nariep: Denk
erom, verdikkeme, dat je je waffel
houdt over wat je gezien hebt, baard
man !"
PAS VERSCHENEN
OVERSTE P. W. Scharroo heeft in
een boek, getiteld Het Heden, de
Toekomsten Wij" (Zuidholl. Uitg. mij.
den Haag) zijn gedachten over de
menschheid in het algemeen en de
situatie waarin zij thans verkeert in
het bijzonder, neergelegd. Het is een
goedwillend'boek van een goedwillend
man, gevuld met citaten uit Bo Yin
Ra, Napoleon, Ferreno, Lazarus, de
Fliegende Blatter, en zeer vele anderen.
Met te waardeeren openhartigheid
deelt de schrijver mede dat het op
pag. 65 prijkende, treffende citaat van
Victor Hugo (?Espère, enfant!
demain l et puis demain encore ! Et puis
toujours demain ! Croyez dans l'avenir!
d.w.z. Heb geloof in de toekomst l")
door hem ontleend is aan zijn kalender.
ZIJ die zich voor de geschiedenis
van Amsterdam interesseeren,
wijzen wij gaarne op het belangrijke
proefschrift van mej. dr. Greta Gros
heide, getiteld: Bijdrage tot de Ge
schiedenis der Anabaptisten in Am
sterdam" (Uitg. J. Schipper Jr.
Hilversum). Haar werk dat op uitge
breid bronnenonderzoek berust, geeft
een geheel ander beeld van de ook in
sociaal opzicht interessante
Wederdoopersbeweging dan men tot dusver
veelal aanhing. Met name de opvatting
dat het werklieden waren die de kern
der Wederdoopersbeweging vormden,
moet menige veer laten.
VAN De Roever en Dozy's Het
Leven van onze Voorouders" is in
de door dr. F. H. Fischer geheel op
nieuw bewerkte derde druk het tweede
deel verschenen, een statig boekdeel,
keurig uitgevoerd, fleurig geïllustreerd.
De tekst is, zooals men dat van dr.
Fischer gewend is, ongemeen boeiend
en interessant, doorspekt met treffende
uitdrukkingen, rijk aan origineele
perspectieven. Een der belangrijkste
cultuur-historische werken van den
laatsten tijd !
EEN van de fraaiste publicaties van
het afgeloopen jaar op maat
schappelijk gebied is stellig het
Engelsche standaardwerk Een overzicht
van Afrika" (?An African Survey
A study of problems arising in Africa
south of the Sahara", Oxford
University Press), dat zoo juist als een mach
tig deel van over de achttienhonderd
pagina's te Londen is verschenen. Aan
het boek hebben ongeveer tweehonderd
geleerden onder leiding van den oud
gouverneur van de Britsch-Indische
Vereenigde Provinciën, Lord Hailey,
samengewerkt. Deze, de redacteur,
heeft vijf jaar aan het overzicht
besteed en er een reis van dertig
duizend km. voor gemaakt. Het be
hoeft wel geen betoog dat het ondoen
lijk is om zelfs binnen het bestek van
een geheele pagina Afrika's problemen
en de mogelijke oplossingen, zooals zij
hier worden geschetst, weer te geven.
Volstaan wij bij deze aankondiging
derhalve met de opmerking dat dit
monument van vlijt en objectiviteit
stellig enkele decenniën lang het
standaardwerk over Afrika zal zijn
hetgeen tegelijk den samensteller
eert, de medewerkers, de uitgeefster
en het Royal Institute of International
Affairs", onder welker auspiciën dit
boek het licht zag.
DR. P. J. BOUMAN schreef een
boek, getiteld Van Renaissance
tot Wereldoorlog" met als ondertitel:
Vier eeuwen Europese cultuurge
schiedenis". (Paris, Amsterdam). Wij
weten, eerlijk gezegd, met dit boek
niet goed raad. Is het een wetenschap
pelijk werk? Het berust op degelijke
studie, maar bestrijkt in kort bestek
een te uitgebreid terrein om waarlijk
wetenschappelijk te mogen
heetenIs het een leerboek voor de hoogste
klassen van het middelbaar onderwijs?
Eigenlijk ook niet, want daarvoor is
het te moeilijk en staan er ook te veel
polemieken in die met het onderwerp
op zichzelf weinig te maken hebben.
Hoe het zij: wetenschappelijk werk of
leerboek lezenswaardig is het, en
dat kan niet van iedere historische
studie gezegd worden.
HET bekende sociaal-democratische
kamerlid Dr. J. van den Tempel
heeft de pen ter hand genomen om zijn
visie weer te geven op de crisis die wij
beleven. Zulks is geschied in een kloek
werk: De Wereld in Stormtij" (Tjeenk
Willink, Haarlem), dat wil zijn een
Onderzoek naar oorzaken, zin en
verloop van de economische en maat
schappelijke spanningen". De schrijver
heeft niet weinig hooi op zijn vork
genomen ! Het boek heeft ons dan ook
eenigermate teleurgesteld. Het is iet
wat kleurloos, en van een eclecticisme
dat hier en daar niet ver van
oncritischheid verwijderd is. De stijl is nu eens
zeer populair en min-of-meer gewild
abrupt, dan weer langademig en duis
ter. Als compilatie heeft dit werk
echter zijn qualiteiten, en hun die
een eerste oriëntatie op het moeilijk
terrein der hedendaagsche economie en
conjunctuur wenschen te verkrijgen,
kan het zonder voorbehoud en warm
aanbevolen worden.
PAG. 31 DE GROENE No. 3211