Historisch Archief 1877-1940
KU9N6 KRANT
lichtpunt}*
DE KLEKVE KRANT
r
DE KLEINE KRANT
Het achterlichtje van
De Groene
T
Een Hcbtnummer van de
Kleine krant
A» Klein*Krant, immer actief
m vindingrijk, brtngt haar b
talenden abonnis deze week een
cftfnuMmèr. Verschillend*
oOermegiagen hebben ons hiertoe be
wegen. Allereerst wil het publiek
in het huidige tijdvak nu eenmaal
licht» ttaf, daar het andera
«xrJgèpf naar de. lichtkranten. Maar
dm ook achten wij het den p-licht
aan een weekblad, dat zichzelf
ntpecteert, het duister van dezen
tijd heider tt belichten. En ten
slotte wilden mij bij De Groene
niet achterblijven, hoewel wij
natvurKjksteeds achter bij DeGroene
biljoen.
BtoftenUnd
*"^lE TOESTAND
door pnf. mr. dr. Hendrik Opmercator
T ANGZAMERHAND krijgt men de
*?* overtuiging, dat de Italiaansche
«*cben ««dg* vliegers waren, die
4wr den Ouoe maar eens opgelaten
werden, 00» te kijken, boe Frankrijk
ftaageerde. Frankrijk voelde »ch echter
allicht ia geenen deete opgelaten. Iets
«Men , of het in staat en bereid zal
aijn, Itaite's overwinning in Spanje
lagen te gaan. Dat ziet er donker uit.
Duitsehiand probeert Litauen een
beetje lichter te maken. En Polen moet
ritjnUcht maar eens ie Rusland op gaan
4tken. Neen licht riet het er niet uit
in de w*r*kL Totdat alles in lichtelaaie
fltaati
teit*
""""" K MJFAVT f AH MOMOUNI
:Stefam meldt uit Rome, dat de
olifant van MuasoUni door den Duce
g«wogen en te licht bevonden is. Hij
moet nu met Ffansch krachtvoer
bijfevoederd «orden.
D« lichte muxe
SCHIJVBNSCHOUW
Op het gebied der lichte muze zijn
Otter verschillende interessante platen
uitgekomen, di» een bespreking
overwaard zijn.
Polydoor G. 334: Lichte Cavalier ie
(Lichting '39); keerzijde: Liethauen
Wort»" (Marsch).
This Master*s Voice, M. 1038: Een
aardige plaat; aan de eene zijde Osole
mio"; aan den anderen kant: Mare
nostro" (Marsch).
Dieca F. 134: £5 leuchtet der
Frieden" (Neoille); keerzijde: Ich hab
mem' land in Godesberg verloren"
(Ralph Benejski).
Ook op het gebied der ernstige muziek
veel interessants. Militdrmarsch" van
Adolf en belangwekkende opnamen van
Corsische vendetta-muziek en
trommeldansen uit Tunis.
UIT HET DIERENRIJK
Kan JIJ fesforiseenn?"
Engeland
Het Londentche Persdiner
Van onzen specialen afgevaardigde
Hendrik.
rpELKENJARE is het diner van de
?»? binnen- en buitenlandsche pers in
Engeland een der hoogtepunten van den
season", doch zoo schitterend en amu
sant als het dit keer was, was het nog
nooit. De aanwezigheid van den mi
nister-president en de afwezigheid der
Duitsche gasten was hier voor een
groot gedeelte debet aan.
Als vertegenwoordiger van
Neerland's eerste weekblad, zat ik naast den
vertegenwoordiger van Duitschland's
derde rijk, den specialen afgevaardigde
van Hitler, den heer Aschmann, die
eveneens niet gekomen was.
Een toepasselijke naam hebt u,
meneer Asch-mann", begon ik het ge
animeerde gesprek.
Stilte.
Nu ja," rei ik vergoelijkend, u
hebt gelijk. Asch is verbrande turf.
Maar," hield ik vol, hoe staat het met
de Memelkwestie? Hoeveel zal uw
Meester van zijn toezeggingen van
geen territoriale eisenen" nu hou
den?"
Niets.
Maar meneer Aschmann", zei ik
verontwaardigd, u wil toch niet
zeggen, dat Adolf H. den roep om
vrede in de wereld niet hoort?"
Geen antwoord.
En de* Oekraïne, Polen en Litauen.
Het kan toch maar niet, dat daar oor
log om komt? Wat moet daarvan het
einde zijn?"
Doodsche stilte.
Meneer Aschmann," zeide ik wan
hopig tot mijn buurman, ziet u zelf
dan niet in, dat de misdadige politiek
van uw regeering...."
Zwijgen.
Aschmann, Aschmann, ik smeek
je"; riep ik, laat ons niet allen redde
loos verloren gaan. Gij zijt toch ook
menschen.... ?"
Toen begon Chamberlain zijn rede.
Voor de vrouw
JffEN vraag, die vele lezeressen mij
?" stellen, en die in het kader van
dit lichtnummer zeer goed past i's:
Lieve Henryette, hoe moet ik, als ik
bezoek krijg, op mijn voordeeligst be
lichten?" En daar deze rubriek alleen
door vrouwen gelezen wordt, kan ik
hier wel eenige intimiteiten verraden,
die elke vrouw onweerstaanbaar maken.
A. i. Heerenbezoek. Als u
heerenbezoek krijgt moet u er voor zorgen, dat
er niet te veel licht in de kamer staat.
Geen man is zich zélf onder 2 millioen
kaarsen. En dat willen wij toch immers
niet, lieve lezeressen?
A. 2. Damesbezoek. Zet op uw be
zoekster een Jupiterlamp van 80 ampère
en blijf in de schaduw.
B. 2. Gemengd bezoek. Daar doet
het er niet toe. Elk licht is goed, mits
voldoende.
C. i. Uitgaan. Veel aandacht moet
u aan het licht besteden als u uitgaat.
Uw avondjapon is op zich zelf duur
genoeg. Laat dus thuis nergens het licht
branden. Laat mannie dus even alle
kamers in en uit loopen.
D. 2. Fuifjes thuis. Als u thuis een
van die losse, aardige kokteelpaarties
geeft, is het licht volkomen bijzaak.
Giïenryeffe
De Kleine Krant
l> h«t knlpoofanda lichtbaken van
d* Nadarlandsch* JournalUtlak
Neem 'n binnenaanvaringsabonnement
Binnenland ,
HET LICHT DER
VADERLANDSCHE POLITIEk
Guichelaar over den toestand
Het licht der Nederlandsche
politiek, partijgenoot Chr. K.
Guichelaar Jr., lid der ade Kamer
der St. Gen., was zoo vriendelijk,
onderstaand artikel voor ons te
schrijven.
OF ik een beschouwing over het
Licht in de politiek" wilde
schrijven, was de beleefde vraag van
den hoofdconducteur van uw
veelgeleende blad, mijn vriend, professor
Opmercator. Natuurlijk wilde ik dat;,
want allereerst is uw blad, waarvan ik
de eer heb president-commissaris te zijn,
mij uiterst sympathiek; maar anders
zins is ook in den tegenwoordigen tijd"
'een ernstig woord van opwekking, mits
komend van een staatsman met erkend
gezag, zeer zeker niet misplaatst.
Toen ik in 1922 mij voor het eerst
met de politiek bezighield, door het
insturen van een ingezonden stuk voor
de rubriek: Meeningen van lezers",
in het, sindsdien verdwenen, weekblad,
Haarlemmermeerkwartier", over het,
mijns inziens, te laat op Zaterdag
leegen van de vuilnisbakken in de
Tweede Jan Hengelstraat, van no. 22
(even zijde) tot aan het doodloopende
stuk van het Bakkersveld, welk ar
tikel met een zeer waardeerend
schrijvan van den toenmaligen redacteur
van genoemd blad aan mij geretour
neerd werd, begreep ik, als met een
helderziende intuïtie, bij tooverslag,
wat in Nederland mijn taak en strijd
zou zijn. Mijn vrouw trouwens ook.
En aan mijn geliefde gade (mevrouw
Annemarie Guichelaar?Janssen. Red.)
dank ik in de eerste plaats, wat ik in
ons dierbaar vaderland heb mogen
worden.
Het is immer verkeerd, zich op zijn
gaven te laten voorstaan. Ik doe dat
dan ook niet. Maar het zou een mis
dadig tekort aan verantwoordelijkheids
besef zijn, als ik niet hier duidelijk naar
voren bracht, wat mijn arbeid in de
Tweede Kamer der Staten Generaal
van ons dierbaar Neerland voor volk
en regeering beide beteekent; van
welk een eminente waarde ik dit zelf
acht, is hier natuurlijk volkomen irre
levant (van nul en geender waarde).
De geschiedenis zal richten! Dat is
mij een voldoende belooning voor
lichtende opoffering en hoogstaande
zelfverloochening l
w.g. GUICHELAAR, CHR. K. JR.
Inlichtingen
Vertrouwelijke vragenbus
Mej. H. 't H. te H. Inderdaad, lieve
Hetty, zooals ik u maar heel familiaar
zal noemen, uw geval is niet makkelijk.
Ik zou u echter raden, in dit geval den
lichtmatroos maar te laten varen.
Allicht komt er een minder licht
zinnig jongmensch.
Jannetje G. te N. Het was heel
verkeerd van u, beste Jannetje, dien
pasfotograaf in de donkere kamer te
bezoeken. U bent blijkbaar nog erg
onontwikkeld of u hebt fixaties.
Mej. H. T. te U. De man, die den
meter op kwam nemen, kan nooit de
directeur geweest zijn. Als ik u was,
zou ik de politie er van in kennis
stellen. Maar ik bén u niet.
Jan P. Ik heb uit uw brief niet
kunnen lezen, of het gaat over een
lichtje of over een nichtje. Schrijft u
nog even? Alle andere vragenstellers
moeten een weekje wachten.
Populair wetenschappelijke rubriek
MET HEMELLICHTEN
SPECTODIAQROSCOPISCH GEZIEN
De oudere theorieën
derFranscheprofessoren Lebrun en Fernand
Dugras op hun waarde getoetst.
Hun verwerping door den
genialen Engetschman Sir Erton
Juemth.
De uiterst belang wekkende onder
zoekingen van prof. Hooigras.
Een poging tot theorieverklaring
door professor dr. Opmerck,
hoogieeraar in de Physische
WeerHchtkunde aan de Universiteit te
Schevenlngen.
HET vereérend verzoek van de
hoofdconducüe van De Kleine
Krant, dat mij telefonisch gewerd,
bracht mij eerlijk gezegd i)
eenigszins in verlegenheid. Want een
dergelijk althans voor leeken
ingewikkeld onderwerp in korte zinnen
te behandelen, is, vooral sedert de
nieuwere theorieën van mijn waarden
collega Schimburg te Leeuwarden,
niet wel 2) doenlijk.
Dat ik er tenslotte toch toe over
gegaan ben, vindt zijn reden 3) in een
klein boekje, dat mij dezer dagen toe
vallig in de hand kwam 4).
Plaatsgebrek gebiedt mij echter, op
dit punt mijn beschouwing te onder
breken. Ik kan dus nu nog niet
spreken over de eigenlijke theorieën
der Bliksemvorming" 5). Een vol
gend maal hoop ik echter hierop uit
voerig terug te kunnen komen 6).
Noot i; eerlijk gezegd; ik was n.l. op
dat moment niet thuis. De conductie
moest mjj dus nog eens opbellen. Deze
herhalingsdrang komt in hoofdzaak voor
bij de ongeleede dieren en, als
degeneratieverschijnsel, bij geamputeerde
angorakonijnen, zonder dat dit hen echter blijkt
te schaden. Vrglk. ook Prof. Heinrich
Romsbach in zijn merkwaardige studie:
Die Führer des III. Reiches'' pag. 234 en
volgende en de belangwekkende noot
op pag. 245, links onder.
Noot 2 : Prof. Schimburg in Beschou
wingen over Donder n bliksem"
(Nederlandsch Tijdschrift voor Techniek en
Krachtuitdrukkingen, 1923, bldz. 1522
en volgende) definieert den schildluis als
volgt: een ongeveer 3 tot 35 centimeter
lang huisje, met kop en staart en twee
lichtgroene of violette oogjes, listig ver
borgen achter een parasolletje, en met
twee venijnige kaken of kaakjes; een uit
gesproken vijand van den mensch, die hij
steeds met zichtbare antipathie tegemoet
komt. Dus heel anders dan ik reeds in
1911 sit venia verbo te Bussum in
een lezing voor het Nut uiteenzette; zie
Gooi en Eembode Maandag 13 Maart
1911, vierde kolom, tweede blad onder
de advertentie van: Walsmit's Beter
Schoenwerk".
Noot 3: reden: vrglk. Besluit van den
Minister van Onwijs, Klunsten en Weten
schapen van 12 Juniari daaraanvolgende:
wanneer ik reeden schrijf, heeft dat zijn
reden" (Sic !).
Noot 4: N.B. de rechterhand ! Dit ter
onderscheiding van de linker. Zie ook de
studie van mevrouw G.
Holberg-Justerman: Is de mensch tweehandig? Zoo ja,
waarom ? Zoo nee, dan niet!''
Noot 5.' Bliksemvorming" is dan na
tuurlijk het populaire woord. Wetenschap
pelijk zou het moeten heeten:
Bliksemsvorming; maar dit is nauwelijks gebrui
kelijk. Zie noot 3 en het belangrijke werk
van den helaas te vroeg overreden collega
Basdorp.
Noot 6: Zie De Eventueele Kleine
Krant van 28 Januari 1943.
LICHT LACHT!
LACHT LICHT!
Abonneert U op De Kleine Krant
De Groene cadeau!
Draai de pagina om ! Daar staat de bon!
PAG. 36 DI GROENE No. 3211