De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 24 december pagina 11

24 december 1938 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

memoriam J. C. Schröder Johan Luger And if we laugh at any mortal thing, 't Is that we may not weep." IN zijn Dagboek van een Amster dammer" citeerde Barbarossa een maal deze regels van Byron, bij wijze van excuus aan een geschandaliseerden abonné, die Schröders hoekje in De Telegraaf niet ernstig vond. Liever dan treuren bij zij n heen gaan het treuren was hem zelf vreemd moge men dankbaar ge denken dat hij gedurende een paar generaties ons volk heeft doen lachen, -onze saaie vaderlandsche journalis tiek heeft vervroolijkt door zijn bou tades en de levende spot was in een land dat geen spotternij verstaat en geen sotterny, althans niet vóór Schröder begon te schrijven. In het deftige huis van onze va derlandsche journalistiek, was Schr der het Montessorikindje dat alles deed en dat men begaan liet. Geen ooms en geen tantes waren veilig voor zijn kinderlijke invallen. Hij imiteerde de deftige oom die Van Dag tot Dag heette: Op de boot van de De Ruyierkade naar het Tolhuis reisde ik de vorige maand met een Chinees, die mij zeide, dat de Chineesche staatslieden en man nen van zaken in de eerste jaren vooral aandacht zouden geven aan bestuur bare luchtballons. De bestuurbare lucht ballon is de hoeksteen van den moder nen oortog zei deze Chinees mij. Dit scheen mij een merkwaardige bevestiging van wat een oude Engelsche dame, die ik te Buiksloot sprak, mij onlangs schreef. Hoe legt men het aan, vroeg ze mij, schietende op een luchtschip, den kogel niet op den kop te krijgen? Schiet je recht naar boven en je mist, dan valt het ding terug in je nek. En raak je, dan komt, tegelijk met de granaat, Zeppelin en z'n ballon naar beneden op je kruin. En schiet je schuin, dan heb je kans, dat je op een kilometer je eigen soldaten wegblaast. Dit nu is een onmogelijke toestand ! Er is maar n middel. Een bestuurbare ballon te construeeren, die zoo hoog zweeft, dat ze de kogels, op het oogenblik dat ze op hun doode punt zijn, met een schepnetje in de wacht sleept. Als nu eens een Hollander dat uitvond." Hij dreef den spot met de heeren van den Gemeente raad, met de Kamers en met de Ministers hij ver sierde hen met namen die zij tot hun dood toe bleven behouden een van hen was De Machtige" en een ander was De Eenvoudige Boekdrukker". Hij spotte met het parlementarisme en met de revo lutie, met de demping van het Rokin en met het Raadhuis-Paleis, met de journalistiek en met de wetenschap, met de prinselijke zwijnen en de com missies van Bijstand, met de hoofdletters van de hofberichten en het Oranje-gesol, met de muziek, het theater, de steentjes van Lisser en met Zuurbier, Albert van der Horst, den generaal. De aan gevallenen lachten witjes en verheugden er zich op dat een volgenden keer een ander aan de beurt kwam. Schröder zwom als een vroolijke karper in den vijver der Nederlandsche publiciteit en hapte speelsch naar alles. Men schold hem uit, men dreigde hem, zijn post bevatte de liefelijkste brieven. Een morgen telefoneert hem een onbekende: ben jij die ploert die dat en dat geschreven heeft? Dat ben ik, zegt Schröder. Dan kom ik bij je om je een pak op je.... Uitstekend meneer, ik ben in mij bureau. SCHRÖDER was een sterke kerel, en jaren van sportbeoefening voetbal, cricket maakten hem geen aangename wederpartij in een scrimmage. Doch de onbekende meldde zich aan, werd oogenblikkelijk toegelaten, nam een sprong over de schrijftafel heen en rolde met Schröder over den grond. Eindelijk wij waren natuurlijk allemaal gaan kijken vond onze scheepvaartredacteur het welletjes. Hij was een oud gezagvoerder op de groote vaart en van een fameuze lichaamskracht. Op een oogenblik dat in het gevecht een onbekend costume onder zijn bereik kwam, lichtte hij den drager op droeg hem over den gang en liet hem bij de trap opening zakken. Schröder was niet bang en zijn physieke kracht J. C. Schröder zal er menigeen van afgehouden hebben op den schrijver van het Dagboek verhaal te zoeken. Tijdens den oorlog stond er een prijs op zijn hoofd en het is eenige malen gebeurd dat hij, op zijn zwerftochten langs de grens met Raemakers, door een vergissing van den chauffeur op Duitsch gebied terecht kwam. Bij die gelegenheden ging zijn pols wel iets sneller Persoonlijkheden defiieeren want zijn lot zou niet twijfelachtig geweest zijn. Lezers van De Groene" zullen zich herinneren hoe Schröder, als redacteur en ook als vaste mede werker, jarenlang in zijn veelzijdige bijdragen (o.a. als de Alida Zevenboom" der Croquante Croquetjes") dit blad met zijn vlijmscherp vernuft en sprankelenden stijl heeft opgeluisterd. De jonge journalisten die onder zijn leiding werk ten vereerden hem, al was het natuurlijk niet aan genaam dat de autoriteit die je van plan was te interviewen, juist dien morgen in een raadsoverzicht zoo belachelijk gemaakt was dat hij geneigd scheen op den reporter te wreken wat de hoofd redacteur hem aangedaan had. Schröder doceerde het vak in enkele snijdende zinnetjes. Hij was zelf een impulsief mensch en omdat hij het vak in de gelederen geleerd had, kon hij ook veel van zijn redacteuren verdragen. Er behoorde echter eenige courage toe hem lastig te vallen wanneer hij aan zijn dagboekje bezig was zijn humor was name lijk ernstiger dan de ernst van anderen. Het geheim van zijn werk is het geheim van alles wat voortreffe lijk is hij werkte en was nooit tevreden. Hij had er plezier in jonge menschen te ontdekken die aan leg hadden voor het métier hij meende dat een stadsbericht en een brandverslag even goed boeiend kon zijn als een duur verhaal uit Perzië, dat een muziekverslag en een tooneelrecensie óók iets zeggen moesten aan iemand die het stuk niet had bijge woond, ja zelfs aan iemand die nooit een concert zaal of een schouwburg bezocht. En het mocht niet high brow" zijn, want de krant was er zoo goed voor den schoenmaker in zijn pothuis als voor den meneer van den Parkweg. In zijn omgang met menschen had Schröder iets on-Hollandsch?hij had een breed en joyeus gebaar en zelden verraste een situatie hem. Hij had het leven van Verkade niet bepaald veraangenaamd door zijn critieken en op een gegeven oogenblik het was tijdens de tooneelstaking zou Verkade een conferentie hebben met de Amsterdamsche theatercritici. De ontmoeting van Schröder en Verkade gade te slaan, in het kantoor van den Stadsschouwburg, was een verfijnd genoegen. De heeren traden op elkander toe en Schröder stak de hand uit.... In het hol van den leeuw ! zei Schröder. Zegt u liever: de leeuw bij het lam ! meende Verkade. De roman van dezen romantischen journalist is niet geschreven. Er was er nooit een zooals hij, in Nederland. Zoo vechtlustig, zoo geestig, zoo fan tastisch, met zooveel charme, zelfs in zijn fouten. Teekening van Stefan Strobl HOOFDCOMMISSA RIS van politie van een wereldstad dat moet wel een gestreng heer zijn met een uiter mate barsch en schrikaanjagend uiterlijk ! Tot mijn verbazing (en op luchting !) zag hoofdcom missaris Versteeg er ech ter, althans uit de verte, zeer gemoedelijk uit. Een rustig, levenslustig en een voudig heer met een res pectabele dosis gezond verstand ziedaar Ver steeg. Maar neen zoo is hij toch niet volledig geschetst. Hier ontbreekt nog het persoonlijke, hét zekere en directe dat hem kenmerkt, zijn kapi teinsaard". Hij is, denk ik, veel nuchterder dan hij laat merken. Ik was eigenlijk een een beetje blij, toen de zitting afgeloopen was... De Amsterdamsche hoofdcommissaris Mr. ]. Versteeg Caricatuur van den hoofdcommissaris, geteekend en face" en en profil", zooals dat bij zijn beroep past PAG. II DE GROENE No.3212

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl