De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 24 december pagina 14

24 december 1938 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

(Jrouwen en vrouwenleven Over Indl KERSTLICHT EERSTE Kerstdag ik begin met uit te slapen en verschijn pas om zeven uur op 't plat je, waar we ons verzamelen om onze morgenkoffie te genieten. Stralende zon, maar wel dadig koel is 't; tusschen de boomen hangen nog fijne, doorlichte nevels, duiven koeren tevreden van 't dak van de bijgebouwen, vogels lawaaien en spelen over 't gazon en overal schitte ren de bloemenkleuren in 't al felle licht. En daar ligt, wonderlijke tegen stelling, de krant met 't plaatje van 't Leidscheplein in de sneeuw.. ?. Holland. Even doe je je oogen dicht en verdiep je je intens in dat plaatje. Kerstmis," zeg ik tegen baboe, weet baboe wat Kerstmis is?" Ja" zegt ze net als Sinterklaas, veel persèns" en veel lawaai". Dat pleit niet erg voor de familie waar ze vorige Kerstmis was. In de kerk is 't heel vol en heel warm ; enkele dames verkoelen zich met kleine waaiert]es, de dominee veegt zich steeds maar weer 't gezicht af met z'n zakdoek. Maar de preek is goed: ernstig, streng en toch blij. Thuis ver sieren we de achtergalerij, we hebben een groote boom die bedriegelijk veel op een echten spar lijkt, ook ons groen stamt van boomen die toch in ieder geval familie van de dennen moeten zijn. Overal zetten we roode kaarsen, gebruiken veel rood lint. Maar als dan n een pakje uit Holland openmaakt en er stroomt ons plotseling de geur van echte sparretakjes tegemoet, dan vergeten we even alles, buigen ons over de doos en snuiven dien geur op geur van ver weg, van Holland, van thuis en achter onze dichte oogen komt 't beeld van alle dierbaren die daar nu Kerstfeest vieren in een koud, donker, besneeuwd land. Daar wordt 't licht ontbeerd, dat wij hier zoo over vloedig bezitten. Maar we weten ook dat gelijkelijk voor ons schijnt, daar in de koude verte n hier, dat Licht dat door geen duisternis ooit over wonnen zal worden. En daarover praten we met elkaar, terwijl buiten de zon stralender en warmer dan ooit is en de vogels al slaperiger geluidjes gaan maken. En 's avonds, als in de hooge achter galerij de lichtjes in den boom branden en wij onder een hoogen stralenden sterrenhemel buiten zitten, dan is 't of de levende, warme stilte van dezen nacht van dezelfde wondere geladen stilte is als die nacht, eeuwen geleden, het oogenblik vóórdat de hemelen vervuld werden van den gloriezang der engelen. We halen herinneringen op aan Hollandsche, witte Kerstmissen, aan een kleurige, Zweedsche Kerst viering en ondertusschen luisteren we naar de stilte van dezen Indischen nacht, in de warme, vochtige atmosfeer van de tropen. Want toch is het een heerlijk weten: waar ook, Kerstmis blijft Kerstmis. SAJA Kinderen Het huwelijksprobleem ZOO nu en dan komt b ij het viertal de vraag ter sprake of het, in een verre en ietwat wazige toekomst, ooit zal trouwen. Freek heeft een zeer besliste meening daaromtrent van negatievenaard. Ik zou je danken", zegt hij, en dan zeker alles wat ik heb met zoo'n vrouw moeten deelen? Ik niet, hoor! Ik ga varen of ik koop een auto'tje. Een vrouw heb ik niet noodig. Niets dan last J" Het Zusje weet n ding heel zeker: Kinderen wil ze niet! Kinderen zijn alleen maar stout en vervelend en kosten veel geld. Ze kibbelen altijd en wat heb je er aan?" Ze gaat zelfs wel eens zoover, dat ze zegt: Als u mij maar allén had, vader en moeder, wat een goed leventje zouden we dan hebben " Maar een bepaalde blik in vader's oogen waarschuwt haar dan om toch liever niet verder te gaan. Broer vindt het huwelijksvraagstuk zoo lastig niet. Sedert zijn aller prilste dagen had hij al een soort los-vaste ver keering met moeder, maar wanneer er een vrouwmensch in zijn omgeving komt, dat hem zeer aanstaat, pleegt hij rustig breach of promise" ten opzichte van moeder en vraagt zoo'n andere dame (tijdelijk) ten huwelijk. Hij heeft de naaister al eens gevraagd of ze met hem trouwen wil en het vierjarig buurmeisje Nini; en als een echte man weet hij reeds nu, dat deze beloften hem tot niets binden. Op een of anderen dag komt hij wel weer tot moeder terug, die tenslotte steeds bij de hand is en die hij het beste kent. Maar Guus probeert, met echt Guusachtige wijsgeerigheid, het probleem wat dieper uit te boren. Vader," zegt hij,, voor den lan gen spiegel staande en zijn tenger figuurtje ernstig opnemend .-?Vader, ik ben niet zoo rg leelijk, hè?" Neen," zegt vader, benieuwd waar heen deze inleidende vraag voeren zal. En ik zal ook wel groot worden, hè?" Dat hopen we zeker, Guus", is de hartelijke repliek. Nou.... en.... en, ah ik een jaar of vijf en twintig ben, dan ben ik zeker wel groot, denkt u niet?" Ik denk het wel," beaamt vader. En kan ik dan trouwenf" Zeker, Guus!" Dan zegt Guus met beslistheid, ga ik naar een vrouw zoeken, die zoo ongeveer is als moeder".... Hij kijkt vader even onderzoekend aan en die knikt instemmend. Maar", vervolgt Guus, en er klinkt een zekere ongerustheid uit zijn stem, maar, denkt u vader, dat er dan nog zoo'n exemplaar te vinden is.... ?" ERICA Mod e van vanaaa OP het gebied der hoeden is het aantal variaties groot. Zoo hebben we nu weer twee nieuwe modellen. De bovenste op de teekening is een Bretonsch model van zwart vilt met een gedeeltelijk fluweelen bol en fluweelen linten. Het andere hoedje, van fijn stroo, bestaat voor de helft uit een groote fluweelen rose roos. De hier afgebeelde tasschen zijn smaakvol en praktisch. Het ronde taschje van kalfsleer heeft aan den onderkant een garneering van leeren lusjes. Bij de andere tasch, die van zwart antilopenleer is, past een ceintuur die met dezelfde koperen knopjes bewerkt is. De z.g. beauty-case, welke het avondtaschje langzamer hand begint te vervangen, heeft nadeelen. Het compacte etui voor poeder, rouge, lippenstift, crème, cigaretten, lucifers enz. laat immers geen plaatsruimte over voor zakdoek, portemonnaie en sleutels. Het hier gereprodu ceerde model heeft aan de achterzijde een apart taschje om voorwerpen naar eigen keuze in op te bergen. Aardig zijn de suède-handschoenen die op zij tot aan den top van den pink met een veter gesloten zijn; gelukkig is deze sluiting slechts ornament.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl