Historisch Archief 1877-1940
(Jrouwen en vrouwenleven
Over Indl
KERSTLICHT
EERSTE Kerstdag ik begin met
uit te slapen en verschijn pas om
zeven uur op 't plat je, waar we
ons verzamelen om onze morgenkoffie
te genieten. Stralende zon, maar wel
dadig koel is 't; tusschen de boomen
hangen nog fijne, doorlichte nevels,
duiven koeren tevreden van 't dak van
de bijgebouwen, vogels lawaaien en
spelen over 't gazon en overal schitte
ren de bloemenkleuren in 't al felle
licht. En daar ligt, wonderlijke tegen
stelling, de krant met 't plaatje van
't Leidscheplein in de sneeuw.. ?.
Holland. Even doe je je oogen dicht
en verdiep je je intens in dat plaatje.
Kerstmis," zeg ik tegen baboe,
weet baboe wat Kerstmis is?"
Ja" zegt ze net als Sinterklaas,
veel persèns" en veel lawaai".
Dat pleit niet erg voor de familie
waar ze vorige Kerstmis was.
In de kerk is 't heel vol en heel warm ;
enkele dames verkoelen zich met kleine
waaiert]es, de dominee veegt zich
steeds maar weer 't gezicht af met z'n
zakdoek. Maar de preek is goed:
ernstig, streng en toch blij. Thuis ver
sieren we de achtergalerij, we hebben
een groote boom die bedriegelijk veel
op een echten spar lijkt, ook ons groen
stamt van boomen die toch in ieder
geval familie van de dennen moeten
zijn. Overal zetten we roode kaarsen,
gebruiken veel rood lint. Maar als dan
n een pakje uit Holland openmaakt
en er stroomt ons plotseling de geur
van echte sparretakjes tegemoet, dan
vergeten we even alles, buigen ons
over de doos en snuiven dien geur op
geur van ver weg, van Holland, van
thuis en achter onze dichte oogen
komt 't beeld van alle dierbaren die
daar nu Kerstfeest vieren in een koud,
donker, besneeuwd land. Daar wordt
't licht ontbeerd, dat wij hier zoo over
vloedig bezitten. Maar we weten ook
dat gelijkelijk voor ons schijnt, daar
in de koude verte n hier, dat Licht
dat door geen duisternis ooit over
wonnen zal worden. En daarover
praten we met elkaar, terwijl buiten de
zon stralender en warmer dan ooit is
en de vogels al slaperiger geluidjes
gaan maken.
En 's avonds, als in de hooge achter
galerij de lichtjes in den boom branden
en wij onder een hoogen stralenden
sterrenhemel buiten zitten, dan is 't
of de levende, warme stilte van dezen
nacht van dezelfde wondere geladen
stilte is als die nacht, eeuwen geleden,
het oogenblik vóórdat de hemelen
vervuld werden van den gloriezang der
engelen. We halen herinneringen op
aan Hollandsche, witte Kerstmissen,
aan een kleurige, Zweedsche Kerst
viering en ondertusschen luisteren we
naar de stilte van dezen Indischen
nacht, in de warme, vochtige atmosfeer
van de tropen. Want toch is het een
heerlijk weten: waar ook, Kerstmis
blijft Kerstmis.
SAJA
Kinderen
Het huwelijksprobleem
ZOO nu en dan komt b ij het viertal
de vraag ter sprake of het, in
een verre en ietwat wazige
toekomst, ooit zal trouwen. Freek heeft
een zeer besliste meening daaromtrent
van negatievenaard. Ik zou je danken",
zegt hij, en dan zeker alles wat ik heb
met zoo'n vrouw moeten deelen? Ik
niet, hoor! Ik ga varen of ik koop een
auto'tje. Een vrouw heb ik niet noodig.
Niets dan last J"
Het Zusje weet n ding heel zeker:
Kinderen wil ze niet! Kinderen zijn
alleen maar stout en vervelend en
kosten veel geld. Ze kibbelen altijd en
wat heb je er aan?" Ze gaat zelfs wel
eens zoover, dat ze zegt: Als u mij maar
allén had, vader en moeder, wat een
goed leventje zouden we dan hebben "
Maar een bepaalde blik in vader's
oogen waarschuwt haar dan om toch
liever niet verder te gaan.
Broer vindt het huwelijksvraagstuk
zoo lastig niet. Sedert zijn aller prilste
dagen had hij al een soort los-vaste ver
keering met moeder, maar wanneer er
een vrouwmensch in zijn omgeving
komt, dat hem zeer aanstaat, pleegt hij
rustig breach of promise" ten opzichte
van moeder en vraagt zoo'n andere
dame (tijdelijk) ten huwelijk. Hij
heeft de naaister al eens gevraagd of ze
met hem trouwen wil en het vierjarig
buurmeisje Nini; en als een echte man
weet hij reeds nu, dat deze beloften hem
tot niets binden. Op een of anderen dag
komt hij wel weer tot moeder terug, die
tenslotte steeds bij de hand is en die hij
het beste kent.
Maar Guus probeert, met echt
Guusachtige wijsgeerigheid, het probleem
wat dieper uit te boren.
Vader," zegt hij,, voor den lan
gen spiegel staande en zijn tenger
figuurtje ernstig opnemend .-?Vader, ik
ben niet zoo rg leelijk, hè?"
Neen," zegt vader, benieuwd waar
heen deze inleidende vraag voeren zal.
En ik zal ook wel groot worden,
hè?"
Dat hopen we zeker, Guus", is de
hartelijke repliek.
Nou.... en.... en, ah ik een jaar
of vijf en twintig ben, dan ben ik zeker
wel groot, denkt u niet?"
Ik denk het wel," beaamt vader.
En kan ik dan trouwenf"
Zeker, Guus!"
Dan zegt Guus met beslistheid,
ga ik naar een vrouw zoeken, die zoo
ongeveer is als moeder".... Hij kijkt
vader even onderzoekend aan en die
knikt instemmend.
Maar", vervolgt Guus, en er klinkt
een zekere ongerustheid uit zijn stem,
maar, denkt u vader, dat er dan nog
zoo'n exemplaar te vinden is.... ?"
ERICA
Mod
e van vanaaa
OP het gebied der hoeden is het aantal variaties groot.
Zoo hebben we nu weer twee nieuwe modellen.
De bovenste op de teekening is een Bretonsch model van
zwart vilt met een gedeeltelijk fluweelen bol en fluweelen
linten. Het andere hoedje, van fijn stroo, bestaat voor de
helft uit een groote fluweelen rose roos. De hier afgebeelde
tasschen zijn smaakvol en praktisch. Het ronde taschje
van kalfsleer heeft aan den onderkant een garneering van
leeren lusjes. Bij de andere tasch, die van zwart
antilopenleer is, past een ceintuur die met dezelfde koperen knopjes
bewerkt is.
De z.g. beauty-case, welke het avondtaschje langzamer
hand begint te vervangen, heeft nadeelen. Het compacte
etui voor poeder, rouge, lippenstift, crème, cigaretten,
lucifers enz. laat immers geen plaatsruimte over voor
zakdoek, portemonnaie en sleutels. Het hier gereprodu
ceerde model heeft aan de achterzijde een apart taschje
om voorwerpen naar eigen keuze in op te bergen.
Aardig zijn de suède-handschoenen die op zij tot aan
den top van den pink met een veter gesloten zijn; gelukkig
is deze sluiting slechts ornament.