Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
24 DEC.
1938
BEMOEDIGING
Victor E. van Vriesland
:
HET is een feit, dat in de eerste drie decenniën
van deze eeuw velen der meest vooraan
staanden onder de jongste, opkomende gene
raties van intellectueelen en kunstenaars zich van
het begrip democratie hebben afgewend. Bij deze
kleine, maar voor den loop der cultuur uiteraard
invloedrijke groep van tusschen 1880 en 1920 ge
borenen, behoorde het tot den goeden toon, met
smalende geringschatting een heerschappij der
meerderheid te beschouwen. De geringe weerklank,
welken werkzaamheid op geestelijk en cultureel ge
bied in de samenleving vindt, was de hoofdoorzaak
der individualistische houding van deze jongelieden.
De ontwikkeling der politieke wereldgebeurtenissen
in het vierde decennium werd daarna de aanleiding,
dat de meesten hunner het gevaar van deze
reactionnaire zienswijze begonnen te begrijpen en naar het
democratische standpunt terugzwenkten. De
zoogeheeten lessen der historie" worden gemeenlijk
eerst aan het nageslacht openbaar; hier werden zij
aan tijdgenooten duidelijk.
Overwegingen die zoo nauw aan onze geheele
levensbeschouwing verbonden zijn, plegen echter
niet in afgetrokken denkstelsels haar oorsprong te
vinden. Het zijn, op den klankbodem van den
voorbeschikkenden persoonlijken aanleg, de ervaringen
welke daarbij den doorslag geven. Na de verguizing
der democratie keerde men tot haar terug, omdat
degenen die in de massa de grootste bedreiging van
al hun individueele vrijheden hadden gezien, door
den gang der jongste geschiedenis tot ander inzicht
kwamen. Zij zagen in, dat het juist de verderfelijke
fascistische krachten waren, die metterdaad in een
minderheid hun steunpunt vonden. En dat het de
door deze weinigen onder terreur gehouden meer
derheid juist was, die als eenig bolwerk der
regenereerende, thans door ondergang aangegrijnsde vrij
heidsidee moest worden beschouwd. Aldus vond deze
generatie van jongeren alle waarden, welke zij aan
vankelijk slechts in den schoot der reactie gezocht
had, nog maar alleen in de weleer zoo verguisde
democratie terug. Dit aanschouwelijk onderwijs is
wellicht de eenige gunstige werking, die de fascis
tische stroomingen gehad hebben.
HET was niet alleen vrijheidszin, die vele voor
aanstaande jongere denkers en schrijvers
afkeerig had gemaakt van een democratie, welker
beteekenis (niet als verwerkelijkte macht maar als
idee) nog niet door de tragiek der gebeurtenissen
was gedemonstreerd. Het was tevens het besef, dat
die vrijheid van het persoonlijke denken en scheppen
eerst tot vollen wasdom kon komen in een vrij
willig aanvaarde gebondenheid, orde en tucht. Het
was vooral een stelling nemen tegen de vulgaire
bandeloosheid van een uitsluitend rationalistische
wereldbeschouwing, welke als voornaamste erfenis
eener vorige eeuw werd begrepen.
In hoever de hooge wetenschappelijke idealen
dier eeuw inderdaad met het simpele machtswoord
rationalisme verworpen mogen worden, blijve hier
buiten bespreking. Vast staat, dat men ook van
de door Bergson en anderen uitgedragen mystiek
is teruggekomen. Met de democratie werd, bij de
toonaangevende jongeren, de rede in eere hersteld,
toen als wezen der totalitaire verwording het be
roep was onderkend, dat de fascistische ideologieën
doen op het driftleven, de instincten, een (misbruikte)
mystiek.
Naar gelang de gewelddadige machtspositie der
fascistische mystiek won aan overwicht op de demo
cratische rede, werd deze laatste opnieuw in haar
oorspronkelijke zuiverheid door een
geestesaristocratie aangehangen. Totdat de fascistische dicta
turen aan het bewind kwamen had een idealistische
VOOR ELKE BEURS 'N
maatschappijkritiek zich vanzelfsprekend tegen het
heerschende stelsel der democratie gericht. Niet
zoodra echter had de loop der dingen duidelijk ge
maakt wat men losgelaten, en wat men daarvoor in
de plaats gekregen had, of men besefte, welke krach
ten men had helpen ontketenen, en keerde tot
de verdediging der democratie terug als tot de
eenige redding der menschheid. Men zag in, dat orde
en tucht, dat ook denkdiscipline, niet noodzakelijk
aan dwang van buiten en aan een vergoddelijkte
staats- en leidersidee gebonden zijn. Men zag in,
dat ook de ware democratie orde beteekent, een
orde echter op hooger plan, op vrijwillige
menschelijke samenwerking en instemming stoelend, en
op het vertrouwen in een eenheid, welke nitt eerst
door uitschakeling der logisch oordeelende rede ont
staat. Men zag tevens in, dat het heil der gemeen
schap geen afbreuk behoeft te doen aan den eerbied
voor de menschelijke waardigheid. Men zag, ten
slotte, misschien in, dat het handhaven dier waardig
heid niet een vreesachtige vlucht voor de gruwelijke
fascistische dreigingen van het heden naar de
idyllischer concepten der i8e eeuw moet inhouden,
maar dat zij met een vernieuwd en gezuiverd
hedendaagsch gemeenschapsgevoel volkomen
vereenigbaar is.
OOK de democratie is een mystiek, bevat althans
mystieke elementen. Zij is namelijk afhankelijk
van een zeker geloof in de menschheid. Niet in de
goedheid van het menschelijk karakter,
evolutionnistisch gezien, gelijk de i8e eeuw dit begreep. Maar
in de redelijke oordeelskracht van den mensch.
Een pas verschenen, belangwekkend werk van
dr. Kurt Baschwitz, privaat-docent aan de universi
teit van Amsterdam, getiteld Du und die Masse",
een geschrift waarop wij ons voorstellen nader
terug te komen, geeft op overtuigende gronden
te kennen, dat de positieve, uit democratisch oog
punt opbouwende krachten der massa door een
verouderde psychologie onderschat werden. Het
cultuurpessimisme, dat als een angstneurose onzen
tijd, van den aanvang der eeuw af in toenemende
mate, overwoekert, valt op grond der exacte mo
derne massapsychologie niet langer te verdedigen.
Maar de buitenredelijke impulsen, die in de
staatsmystiek van het fascisme zulk onnoemelijk en
menschonteerend kwaad hebben aangericht en ons
tot primitieve ontwikkelingsstadia van lang vóór de
Middeleeuwen deden terugzinken, deze mystiek
kan en zal, anders gericht, de hoeksteen worden
waarop het gebouw eener gezuiverde democratie
wordt opgetrokken. De volledige, harmonische
mensch kent zoowel rede als intuïtie en kan slechts
door een evenwichtige uitwisseling van beide tot
een vrije, levenskrachtige samenleving komen.
De ongehoorde mate van vrees, spanningen en
onlust, waartoe het gezicht van dezen tijd den
mensch beweegt, de vertwijfeling ten aanzien der
toekomst van onze cultuur, dit alles zou de bloem
eener tusschen dwalingen en uitzichtloozen angst
geslingerde jeugd niet naar het ideaal eener
rationeele democratische staatsinstelling teruggevoerd
hebben, zoo die terugkeer niet gedragen was door
eenzelfde onweerstaanbare kracht, die in de fascis
tische verwording haar omkeering en ontkenning
vindt.
Die kracht is het geloof. Het geloof, niet in de
goedkoope leuzen van het evolutionnistische en ratio
nalistische verleden. Niet in de goedheid des
menschen. Maar het geloof, dat van de vroegste tijden
als een droom geleefd heeft in de menschheid. Het
geloof in die menschheid zelf, in haar sluimerende
krachten, in haar steeds zichzelf vernieuwende mo
gelijkheden.
Wij hebben bij een vorige gelegenheid harde woor
den gezegd tot de ontwortelde jeugd van nu. Maar
het is bemoedigend, dat alreeds de besten van haar
steeds meer door dat geloof gedragen worden.
Zonder dat geloof zou er geen licht ter wereld
bestaan, licht genoeg om het afgrondelijk duister
van ons leven te doorlichten.
cm, van,
l /t9 l
ket vlecht
BROCHES
20 STUKS
MEER dan honderd juridi
sche faculteiten van uni
versiteiten in de
Vereenigde Staten, Engeland, Frankrijk,
België, Canada, Zuid-Afrika, Fin
land, de Philippijnen,
NieuwZeeland, Britsch- en Nederlandsch
Indiëen Nederland hebben in een
oproep, gericht tot de geheele
wereld, geprotesteerd tegen het
feit dat in sommige landen
talloozen worden vervolgd en ge
kweld om reden van geloof, ras of
overtuiging, en met name in de
zoogenaamde concentratiekampen
onschuldig en zonder eenige ver
oordeeling, zijn onderworpen aan
een onmenschelijke behandeling".
Dit feit gaf dezen faculteiten aan
leiding tot een fel protest tegen de
genoemde methoden en tot een
beroep op het geweten der mensch
heid tot ondersteuning van het
protest.
Wij verwachten niet dat dit
adres veel zal uitwerken.
Iets anders is, dat het toch, zoo
als het hier voor ons ligt en zooals
het over de geheele wereld is
bekend gemaakt, een belangrijke
gebeurtenis mag heeten, die des
te belangrijker geacht zal worden
door ieder, die ook maar uit de
verte op de hoogte is met de
traagheid waarmee men menig
maal in universitaire kringen tot
onderling contact komt ter feera
ming van een gemeenschappelijk
protest, laat staan tot uiting daar
van. Als symptoom van een ge
lukkig nog internationaal voor
komende gezindheid van afschuw
jegens de hemeltergende
rechtsmethoden der totalitaire mogend
heden is dit adres van belang, als
symptoom ook van den blijkbaar
nog bestaanden moed om gemeen
schappelijk tegen de aldaar ge
pleegde excessen die helaas den
regel vormen te velde te
trekken.
HET heeft ons bedroefd, dat
sommige vooraanstaande
Nederlandsche dagbladen aan dezen
oproep niet de aandacht hebben
gewijd, die hij objectief verdiende.
Verbaasd heeft ons dat niet. Moe
deloosheid en angst om zich de
vingers te branden winnen voort
durend, ook in ons land, veld.
Wat de Nederlandsche Universi
teiten betreft, was de oproep for
meel onderteekend door de beide
Amsterdamsche faculteiten en die
van Groningen. Er is reden om
aan te nemen dat in de Leidsche
faculteit die onder een andere
reeks voorkwam , slechts een
meerderheid der hoogleeraren voor
onderteekening van het genoemde
adres te vinden was. Dat Leiden
om formeele redenen niet als
collectiviteit kon teekenen, is vrij
onwaarschijnlijk, aangezien deze
universiteit denzelfden status heeft
als Groningen.
De rechtsgeleerde faculteiten
van Utrecht en Nijmegen schitter
den door afwezigheid.
Van Nijmegen is dit des te
bevreemdender omdat tal van ka
tholieke faculteiten elders het
protest wél onderteekend hebben.
De afwezigheid van de Utrechtsche
faculteit baart meer smart dan
verwondering. Toch vraagt men
zich niet zonder diepe bezorgdheid
af, wat de gevolgen zijn van onder
wijs op maatschappelijk gebied,
zooals het rechtsonderwijs is, dat
gegeven wordt door hoogleeraren
die weigeren tegen een der meest
grievende verschijnselen van
flagrante rechtsverkrachting te
protesteeren.
Hun ontbreekt klaarblijkelijk óf
de drang óf de moed.
Men weet niet wat erger is.
PAG. 3 DE GROENE No 32I2