De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 24 december pagina 30

24 december 1938 – pagina 30

Dit is een ingescande tekst.

KAIVtTEEKENINGEN Fntnkrijk's zorgen MÉT is de groote Duitsche historicus Leopold Von Ranke geweest die het is reeds een honderdtal jaren geleden de geschied schrijvers gewaarschuwd heeft dat zij de buiten landsche politiek van een staat slechts uit de binnen landsche zouden kunnen begrijpen. Een vruchtbaar vermaan ! Het is inderdaad onmogelijk, de houding die een staat tegenover zijn vrienden en vijanden aanneemt, te verstaan zonder kennis van de binnenlandsche toestanden. Frankrijk heeft dat de laatste jaren al bijzonder duidelijk gemaakt. Zijn inter nationale verzwakking was een gevolg van het feit dat de inwendige tegenstellingen niet tot een op lossing kwamen. De werkelijk belangrijke verbe tering laat trouwens nog steeds op zich wachten. De economische toestand verbetert slechts in een uiterst langzaam tempo. Er is veel kapitaal terug gekeerd, de koersen der staatsobligaties stijgen snel, verschillende leeningen, indertijd tegen een hooge rente aangegaan, kunnen nu in leeningen met een lageren rentevoet omgezet worden maar dat alles beteekent nog niet dat de groote verandering op komst is. De politieke oneenigheid neemt eerder toe dan af. Daladier heeft den steun der grootste partij de socialisten volkomen verspeeld. Hem wordt thans niet alleen een reactionaire binnenlandsche , maar ook een on-nationale buitenlandsche politiek verweten. De S.F.I.O. nadert daardoor weer eenigszins tot de communisten, het schijnt alles aan te duiden dat de mislukte algemeene staking niet de eenige veldslag zal blijven dien de arbeiders tegen Daladier en het grootste gedeelte van den Franschen rechtervleugel leveren. Laat ons hieraan toevoegen: ook niet de eenige verloren veldslag. Inmiddels is de Fransche zwakheid de directe aanleiding geworden tot Italië's jongste campagne. Waarlijk ondank is 's wereld loon ! Ieder die zich herinnert wat zich bij de EngelschItaliaansche spanning tijdens den Abessijnschen oorlog heeft afgespeeld, weet nog, dat het Engelsen verzet, dat het verzet van den Volkenbond was, vooral door Frankrijk is gesaboteerd. Toen de rechtsche Fransche pers in den zomer van dit jaar poogde Italiëvan Duitschland los te maken, heeft zij openlijk erkend dat de Fransche regeering niet eerder besloten heeft aan de sancties tegen Itali deel te nemen, voordat vast stond dat deze zouden mislukken. De deugd vindt geen belooning. Reeds pocht de Italiaansche pers wederom op het succes der Italiaansche troepen bij Franco's nieuwe offensief de generalissimus wint slechts langzaam terrein?, een offensief waarbij Frankrijk's belangen in geen geval gediend zijn. Reeds waagt de Italiaansche pers het, Daladier's reis naar Corsica en Tunis als een ongehoorde provocatie af te schilderen. Reeds worden aan den grens van Fransch Somaliland troepen bijeen ge trokken. Reeds worden Abessijnsche stammen op geroepen voor een overval op het moeilijk ver dedigbare Djibouti. En zoo wordt van Rome uit de situatie geleidelijk toegespitst. Waarop het zal uitloopen ? Dat Djibouti verloren zal gaan, is gansch niet onwaarschijnlijk. Corsica zal voorloopig nog wel Fransch blijven, om van Nice niet te spreken. Op Tunis zal de Ita liaansche regeering nog wel eens terugkomen. . . . De V.S. en Duitschland WAT Amerika doet, doet het grootscheeps. Wolkenkrabbers, goudvoorraden, luchtvloten, vijflingen alles grootscheeps. Een actie tegen Duitschland óók grootscheeps. Groot scheeps en openhartig. De Amerikaansche politiek verbergt zich niet, gelijk bij voorbeeld de Engelsche, in eindelooze kronkelzinnen, en tusschen punten en komma's, maar is openhartig. Zij zegt waar het op staat. Als het gewenscht is dat men te Berlijn weet dat de regeering van de Vereenigde Staten minder gunstig over Duitschland denkt goed, dan mogen de woorden der Amerikaansche staatslieden ook geen twijfel meer laten bestaan. Dan krijgt de minister van binnenlandsche zaken, Harold Ickes, opdracht de Duitsche machthebbers te vergelijken met de gangsters" die het Amerikaansche publiek van nabij bekend zijn, en dan mag de vooraan staande senator Pirtman het nog eens dunnetjes overdoen. De eventueele te Berlijn heerschende twijfel in zake de gezindheid der Vereenigde Staten is dan ook wel grondig verdwenen. Naast de woorden zijn trouwens de daden getreden. Het spionnageproces tegen de nationaal-socialisten en de onderzoekingen van de commissie-Dies naar on-Amerikaansche" handelingen waarmee in de eerste plaats die be doeld werden die van Duitschland uit geleid werden hebben zoo niet hun doel, dan toch hun uitwerking niet gemist: de bevolking der Vereenigde Staten is fel op het Derde Rijk gebeten. Het nieuwe Engelsch-Amerikaansche handelsverdrag is een zeer zware en rake klap voor den Duitschen export. Dat de geheele Amerikaansche vloot in Februari in de Caraibische Zee zal oefenen, is een onverholen waarschuwing aan het adres van Rome en Berlijn. En dan is er tenslotte de Pan-Amerikaansche confe rentie te Lima, waar de afgevaardigden der Ver eenigde Staten zich tot het uiterste hebben inge spannen om een gesloten front tegen Duitschland, Italiëen Japan te formeeren. Laat ons niet te optimistisch zijn. Er zit veel waars in de beweringen der Berlijnsche pers dat Washing ton slechts daarom tegen Duitschland ageert, omdat het de Latijnsch-Amerikaansche markt wil her overen, die in den loop der laatste jaren verloren is gegaan. Trouwens, deze opvatting huldigt ook de regeering van menige Latijnsch-Amerikaansche republiek. Vandaar dat de delegatie uit Washington op veel wantrouwen stuitte. Vandaar ook dat de resultaten der conferentie toch eigenlijk vrij negatief zijn. Een gemeenschappelijke verklaring tegen het totalitairisme (overigens: door menig totalitair minister onderteekend!) stellig het is iets. Maar of het veel practische beteekenis heeft? Het is vooral Argentiniëgeweest dat ditmaal ver dergaande besluiten gesaboteerd heeft. De regeering der Vereenigde Staten had voorgesteld, dat de mi nisters van buitenlandsche zaken der Amerikaansche republieken regelmatig bijeen zouden komen en dat de republieken eikaars grondgebied zouden respec teeren. Tegen beide punten had Argentiniëdat nu eenmaal expansie zoekt, bezwaren. Daarom is het te Lima bij een platonische verklaring gebleven en keert Cordell Huil helaas met een vrij mager resultaat naar Washington terug. Over vijf jaar komt de volgende Pan-Amerikaansche conferentie bijeen.... Hoe het er dan in het Westen zal uitzien? Spanning in het Verre Oosten VOOR de eerste maal sinds den miniatuur-oorlog bij Tsjangkoefeng in den zomer van dit jaar worden de Russisch-J apansche verhoudingen weer "7OQALS vermoedelijk wel met eiken 4-t schrijver van een politiek weekoverzicht het geval zal zijn, ziet de kantteekenaar het jaar 1938 tegelijk met vreugde en droefenis in het gemoed vertrekken. Vreugde omdat een jaar achter hem ligt dat hem wekelijks lichte hartkloppingen bezorgde of niet het overzicht door totaal onvoorziene gebeurtenissen geheel verouderd zou zijn in het tijdsverloop liggende tusschen het oogenblik waarop hij schreef en het oogenblik waarop anderen lazen. Met een lichten weemoed denkt hij nog terug aan den Donderdag dat hij een uitvoerig stuk aan de Fransche politieke verhoudingen had gewijd, dat Vrijdagavond door den Oostenrijkschen Anschluss" prompt in een niet verzonk, waaruit de welwillendheid zelfs van den aandachtigsten lezer het niet kon verheffen. Aan den anderen kant heeft hij reden om het jaar 1938 dankbaar te zijn. Dankbaar op grond van puur journalistieke overwegingen. Het heeft hem namelijk nimmer aan wekelijksche stof ontbroken. Hij had integendeel vaak moeite om binnen de hem toegemeten ruimte verslag te doen van de politieke gebeurtenissen van welgeteld zeven dagen, van Vrijdag morgen tot Vrijdagmorgen. Zijn tafel was steeds bedekt met stapels krantenknipsels en korte aanteekeningen die zich slechts weer barstig binnen het drie-kolom-pantser lieten persen. En menigmaal was de inkt die uit zijn schrijvende pen vloeide nog niet droog of een nieuwe dagbladeditie noopte weer tot aanvullingen en correcties.... Of het den armen kantteekenaar in het jaar 1939 beter zal gaan? Of hij rust zal krijgen? Of tekort aan stof een schrijnend verlangen in hem zal wakker roepen naar de voor copy" vruchtbare gebeurtenissen van 1938, naar den reeds genoemden Anschluss", naar het lenteoffensief van Franco, naar den val van op den proef gesteld. Buigen of barsten? Het zijn ditmaal de Japansche visschers die de aanleiding tot het geschil hebben gegeven. Zij visschen al tien tallen van jaren in de Russische kustwateren, met toestemming van Moskou. Jaar op jaar zijn er echter strubbelingen bij het opmaken van de voor waarden waaronder de Japanners het voor hen onontbeerlijke voedsel uit de zee mogen ophalen. Moskou heeft speciaal op het oogenblik tal van redenen om op Tokio gebelgd te zijn. De aanval op China is de eerste. Van minder belang is dan het feit dat de Sowjet-Unie nog steeds een belangrijke vordering op de Japansche regeering heeft wegens den verkoop van het Russische aandeel in den Mandsjoekwo'schen Oosterspoorweg. Wekenlang hebben Litwinow en Togo de Japansche gezant te Moskou nu reeds geconfe reerd over de nieuwe visscherij-concessie. Het heeft niet mogen baten. Begin Januari worden de onderhandelingen voort gezet. Waarschijnlijk zullen beide partijen wel tot overeenstemming komen. Desondanks zal het niet aan wrijving ontbreken. Is het wonder dat de Japan sche legerleiding haastig de grensbewaking van Mandsjoekwo weer heeft versterkt? De spanning stijgt maar dat de uitbarsting juist nu zal komen, is maar weinig waarschijnlijk. Inmiddels zet Japan in China stevig door. Het offensief in de Noordchineesche provincies wint weer aan kracht en in het Zuiden worden nieuwe landingen voorbereid. Tsjang-kai-Tsjek heeft eenigen steun uit Engeland en de Vereenigde Staten ontvangen, maar het ziet er toch wel allerminst naar uit, dat hij de Japanners weer van het vasteland zal verjagen. Het schijnt integendeel dat de rechter vleugel van de Chineesche nationalistische partij steeds meer voelt voor een wapenstilstand. Van uitstel zou afstel kunnen komen, en zoo kunnen wij misschien binnenkort het schouwspel beleven dat Japan onder eindelooze moeite China's binnenland onder de knie poogt te krijgen, en de Chineesche generalissimus in het Zuidoosten met niet minder moeite een kleine zelfstandige Chineesche staat sticht die onder een zeker protectoraat van Frankrijk en Engeland staat. iiiiiiiiiiiiiiiiiii i iiiniii iiiiiiiiimiiimmimiiiititiiii Nanking, Hankou en Kanton, naar den strijd om de heuvels van Tsjangkoefeng, naar de Tsjecho-Slowaaksche crisis, naar de Joden vervolgingen, naar het Italiaansche offensief, naar de conferentie van Lima, naar de poli tieke spanningen in Engeland, Frankrijk, België, Polen waar al niet? De kantteekenaar vreest dat al deze vragen ontkennend beantwoord zullen worden. Groote gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit, en de schaduwen die nu reeds van het jaar 1939 uit over het pad der menschheid geworpen worden, wekken in hem de troostende hoop dat hij in het komende jaar nimmer met een leeg hoofd in trillende handen boven een vel onbeschreven papier zal zitten, zuchtend en steunend dat er déze week toch wel heelemaal niets is gebeurd, noch in het buitenland, noch in het binnenland. . . . De eerbare traditie wil dat de diplomaten aller landen elkaar op Nieuwjaarsdag het beste komen wenschen. De pen van onzen teekenaar heeft de voornaamste staatslieden afgebeeld, als daar zijn Hitler en Roosevelt, Mussolini en Daladier, Stalin en Konoje, gelijk zij elkaar bij den aanvang van 1939 boos zitten aan te kijken, ondertusschen zich wapenend tegen de wederzijdsche kwade bedoelingen. Neen de kantteekenaar durft als kant teekenaar de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien! Daar schittert reeds de Fransch-Ita liaansche spanning. Daar weerklinkt al de echo van de woordenwisseling tusschen Washington en Berlijn. Daar rommelt al de donder in het Verre Oosten, waar het zwerk tusschen Japan en de Sowjet-Unie voortdurend somberder wordt. Wat ons weer te wachten staat? Wij wachten af. Het geduld der menschheid is blijkbaar even eindeloos als haar lijden. SitlflllllllIlllllllllllIIIIIIIIIIMfIHMIfffllllllllllllltllllllllllJlllimlIlmlIIIIIIIIIlflIIIIIIIIUIIIIflIIIHIUIflIlllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIUIIIII PAG. 6 DE GROENE No. 3213

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl