De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 24 december pagina 31

24 december 1938 – pagina 31

Dit is een ingescande tekst.

?//? J l wiilltfttA, ? 'caerittcvt Een reportage van oen Rijks-Jrostcn que'en (jriro-oienst WEET U nog, wanneer Floris V vermoord is ? Natuurlijk, dat is, met 1600, het jaar van den Slag bij Nieuwpoort, het eenige jaartal dat elke Hollander weet: 1296. Laten we nu eens veronderstellen dat de arme graaf Floris V in het genoemde jaar niet om hals was gebracht, maar de hebbelijkheid had aangenomen om guldens neer te tellen, elke seconde n gulden, en dat hij daarmee uur na uur, dag na dag, jaar na jaar, eeuw na eeuw was doorgegaan. Deze Floris V zou dan eerst thans gereed zijn met het neertellen van het bedrag dat de Rijks-Postchèque-en-Giro-dienst in het simpele jaar 1938 zal hebben omgezet: zijnde negentien milliard gulden.... Een fantastisch bedrijf, de Postch que-en-Girodienst. Fantastisch van omvang (vijftienhonderd arbeids krachten), maar bovenal fantastisch van accu ratesse. Het is een bedrijf met een aantal klanten dat thans al aardig naar de driehonderd-vijftig-duizend loopt. Op de rekeningen van deze driehonderd-vijftigduizend klanten worden door anderen bedragen gestort; zij storten zelf bedragen; zij raken geld kwijt en ontvangen geld door overschrijvingen; zij geven cheques uit. Dat is zoo het normale werk, dat aangevuld wordt door het abnormale: rekening houders die failliet gaan, rekeninghouders die over lijden, rekeninghouders die hun biljetten verkeerd invullen, rekeninghouders die laat ons aannemen: per ongeluk gelden van hun rekening willen overschrijven, terwijl er geen saldo meer is zoo zijn er duizenden per dag ! rekeninghouders die verhuizen enz. enz. Een berg, neen een gebergte van werk dat zich dag in, dag uit opstapelt en dat dag in, dag uit nog dienzelfden dag moet worden weggewerkt. De service" eischt het. IN zakken, manden en kisten wordt 's morgens om half zes de post uit het geheele land aan het Cen trale Girokantoor in Den Haag afgeleverd. Daar zijn de stortingsformulieren en verzamelstaten van vierhonderd postkantoren uit het land; voorts de verzamelstaten van uitbetaalde cheques; een twin tigduizend cheque-adviezen; en, vóór alles, eindelooze hoeveelheden rose enveloppen met overschrij vingen van rekeninghouders. Hun aantal varieert: vijftigduizend rose enveloppen is normaal. Er zijn overschrijvingen bij van kleine en groote rekening houders, van onnoemelijke Jansen's en Pietersen',s van Appingedam tot Zevenaar, en van de aller grootste klanten van den dienst: de Telefoon-Incasso, de Belastingen, de Omroep-vereenigingen. Er zijn groote overschrijvingen bij van duizenden guldens en heel kleine, zooals die cent dien een goed vriend onlangs op mijn rekening overschreef, wetende dat ik juist op dien dag een overschrijving van honderd gulden verwachtte. Maar groot of klein, iedere overschrijving, van Jan en Piet of Klaas, wordt met gelijke zorg be handeld. Rits-rits-rits worden de enveloppen geopend; per machine twintigduizend per uur. De geopende enve loppen gaan naar de sorteertafels. Met duivelsche snelheid worden ze verdeeld naar de rekening nummers: eerst in tienduizend-tallen, dan in dui zendtallen, dan in honderdtallen. De honderdtallen verdwijnen naar de af deeling Rekening-Courant. DE af deeling Rekening-Courant: vier enorme zalen met eindelooze rijen tafels. Naast de tafels: rekenmachines, doode. Aan de tafels: óók rekenmachines, levende. Meest meisjes. Meisjes, blonde en bruine, gladharigen en krullebollen, in jumpers, blouses, ja ponnen, effen en gestreept, rood, blauw en beige; meisjes, stil en luidruchtig, levendig en onbewege lijk, in het dagelijksch leven elk een apart menschenkind met aparte neigingen, verlangens en ideeën hier allemaal gelijk: rekenende wezens, gewapend met het lichte geschut van potlood en papier en het zware der totalisators. Zij werken in groepjes van drie. Elk drietal bewerkt voortdurend dezelfde reke ninghouders, hetzelfde aantal honderdtallen. 's Morgens krijgen zij de afschrijvingen, laat ons aannemen voor alle nummers tusschen 100.000 en 100.800. Zijn van de saldi dier rekeningen de af schrijvingen en de cheques afgetrokken, dan ver dwijnen de strooken weer naar de sorteer-afdeeling. De odresseer-afdee!;r.<> op het centrale Girokantoor te^Den Haag Daar worden ze opnieuw gesorteerd, nu naar de nummers van de bijschrijvingen, 's Middags worden de saldi van de nummers tusschen 100.000 en 100.800 vergroot met de bedragen dier bijschrijvin gen. Boekhouding en tegenboekhouding moeten kloppen. En dan gaan de groene enveloppen de deur uit, opdat de rekeninghouder den volgenden och tend weet, hoe rijk of hoe arm hij nog is. Twee razendsnelle machines plakken per seconde vijftien groene enveloppen dicht en stempelen ze in n moeite door. INDERDAAD een fabelachtige accuratesse is in dit bedrijf bereikt. Aan het eind van den dienst moet het totaal bedrag van de giro-afschrijvingen kloppen met dat van de bijschrijvingen. Het bedrag van de stortingsbijschrijvingen moet kloppen met het totaal van de bijschrijvingsstaten der postkantoren. Welnu sinds 1924 is geen dag voorgekomen, dat deze over eenstemmingen zoowel voor giro's als voor stortin gen niet uiteindelijk werden bereikt. Een schitterend resultaat maar hoeveel meer extra-moeite van de afdeeling Eind-controle is niet vaak noodig om deze overeenstemming te bereiken, en de vier a vijf fouten te elimineeren die gemiddeld op de drie- a vier-honderd-duizend boekingen per dag worden gemaakt! De directeur zette mij juist uiteen, hoeveel van het totaal-aanwezige saldo op het oogenblik twee-honderd-zestig-millioen gulden belegd was, en hoeveel bij de schatkist gedeponeerd, toen een ambtenaar binnenkwam. Kloppen de cheques nog niet?" We missen nog ? 24.?" (u bedenke: bij twintig-duizend cheques!). Het was ? 34.?niet? Zoek nog maar even door." Een half uur later toen een der hoofdcommiezen mij rondleidde over de afdeeling Rekening-Courant vol geroezemoes van meisjesstemmen en geklik-klak van machines, waren de ? 24.?gevonden. Geluk kig maar," dacht ik. r Persoonlijkheden defileeren SERVICE" dat wil de Postch que-en-Girodienst geven. Men behoeft slechts korten tijd te spreken met de leiding-gevende personen, of het nu de directeur is of een afdeelingschef, om te voelen dat deze menschen doordrongen zijn van de behoefte om'hun bijna driehonderd-vijftig-duizend klanten in alles ter wille te zijn. De klant is hier koning moderner uitgedrukt: dictator. Bovendien is deze klant vaak een lastig mensch. Wanneer hij bij ongeluk een keer vergeet zijn rekeningnummer op de rose envelop te schrijven iets, dat per dag honderdvijf tig klanten vergeten en hij wordt deswege door de directie vriendelijk op de vingers getikt, dan stuurt hij menigmaal een boozen brief. Er zijn gelukkig ook vriendelijke klanten, menschen die trouw aan het einde van het jaar directeur Wesselink verrassen met een dankbetuiging voor de correcte diensten die zijn bedrijf hun het geheele jaar door met nooitfalende accuratesse bewezen heeft. Het zou vergeefelijk zijn wanneer de directeur voor deze attenties ergens hél diep in zijn hart toch een beetje gevoelig is. Tenslotte is hij het geweest, die in samenwerking met den vorigen directeur, den heer Lasonder, orde heeft geschapen in den chaos waarin in de jaren '23 en '24 het Postchèque-en-Giro-bedrijf ver keerde. Ik herinner mij nog dat in een stiilboekje op mijn middelbare school onder het hoofdstuk volks humor" of iets dergelijks, als voorbeeld werd ver meld: de Post-échec-en-om-te-gieren-dienst, het geen waarschijnlijk met de genoemde debacle sa menhing. Ik zou willen voorstellen dit onteerende voorbeeld te schrappen. De Post-chèque-en-Giro-dienst kent geen checs meer. Evenmin is het een bedrijf om-te-gieren, integen deel : men laat er den zwaren deur achter zich dicht vallen, vervuld van bewondering voor het organi satietalent van het nietig schepsel homo sapiens". Teekening van Stefan Strobl Mr. G. C. J. D. Kropmaii Wethouder van Amsterdam Gijsbertus Cornelis Joannes Dominicus Kropman heeft een kuif die iets weg heeft van dien van den befaamden joligen Theo". Hij heeft ook in andere opzichten een uitermate sympathiek gezicht, een zakelijk gezicht namelijk, maar gansch niet onhartelijk. Een ge zicht dat staat" boven een bureauministre in een ruime wethouders kamer aan het Prinsenhof. Krop man dringt zijn persoonlijkheid niet op aan den bezoeker. Hij blijft altijd rustig en bedaard. Hij weet van geven... en nemen.Een voortreffelijk magistraat lijkt hij. Niet magistraal maar hoe weinigen mogen op dat zeldzaam praedicaat aanspraak maken.... PAG. 7 DE GROENE No. 3213

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl