Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
Chamberlain's moeilijkheden
ONZE teekenaar heeft niet geheel ongelijk
gehad, toen hij, in overeenstemming n
met de klimatologische n met de politieke
omstandigheden, Chamberlain afbeeldde als den
vaardigen schaatsenrijder die onder algemeene
belangstelling bezig is het veelgeprezen woord
verzoening" op het ijs te schrijven.... Helaas,
verder dan tot een poging komt het niet. De koene
rijder staat op het punt, ter neder te storten, althans
zijn poging op te moeten geven.
Beeld en beeldspraak ter zijde latende: de gebeur
tenissen van de laatste maanden zijn stellig een
groote teleurstelling geworden voor den Britschen
rste-minister die de kracht van den goeden wil
in deze booze wereld verre heeft overschat. Het zal
hem dan ook niet gemakkelijk zijn gevallen om
voor de eerste maal toe te geven gelijk hij Maan
dag j.l. bij het debat in het Lagerhuis moest doen
dat zijn verzoeningspolitiek slechts op onverzoen
lijkheid stuitte. Chamberlain wacht nog steeds op
een teeken" van Berlijn. Een teeken", dat men
daar ook tot verzoening bereid is. Zou hij een voor
stel tot beperking der bewapening hetgeen
Duitschland, waar reeds de hoogste eischen aan de
draagkracht der bevolking worden gesteld, niet
ondienstig zou achten beschouwen als een eerste
stap op het vredespad? Waarschijnlijk wel. De hand
van minister Chamberlain is gauw gevuld Voor
den geest van puren machtswil die uit de Joden
vervolgingen is gebleken, sluit hij de oogen.
De oppositie tegen zijn bewind neemt dan ook toe.
Indiscrete geruchten wekken steeds meer twijfel
aan de homogeniteit van zijn kabinet. De jongeren"
zijn nog steeds ongerust over den bewapenings
achterstand. Gunstige vooruitzichten voor de alge
meene oppositie zijn er echter niet. Daarvoor zijn
de verschillende groepen die zich gezamenlijk
tegen hem keeren, op alle andere punten te verdeeld.
Djibouti en Suez
DE spanning tusschen Frankrijk en Italië, dit
stroovuur van gesimuleerde opwinding, is weer
eenigermate bedaard, hetgeen niet zeggen wil, dat
het vuur niet wederom kan opvlammen. Italiëheeft
geëischt Frankrijk heeft geweigerd: zoover staan
de zaken thans. Berlijn zegt dat het wil bemiddelen,
Chamberlain gaat naar Rome, ook al om te bemidde
len, na van te voren verklaard te hebben dat hij
geen tegenstander is van het brengen van belang
rijke concessies en nu wacht de wereld af,
wat er verder gaat gebeuren.
Mussolini heeft gezwegen.
Wij achten het nog steeds hoogst onwaarschijnlijk
dat Frankrijk óf Nice óf Corsica óf Tunis zal af
staan. Met de Italiaansche eischen om Djibouti en
een verlaging van de Suez-kanaal-rechten ligt
de zaak echter anders. Djibouti is de Fransche
haven van een Italiaansch achterland (Abessynië),
dat stellig de eerstvolgende jaren in beteekenis zal
winnen. Het is het eindpunt van den eenigen spoor
weg die Addis Abeba met de kust verbindt. Het lijkt
ons daarom vrij waarschijnlijk dat Chamberlain
gewonnen zal worden voor het inzicht dat het ter
vermijding van politieke spanningen aanbeveling
verdient, Djibouti, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk
aan Italiëaf te staan. Men zou zich een verkoop
kunnen indenken, te vergelijken met dien van den
Mandsjoekwo'schen spoorweg door de Sowjet-Unie,
eenige jaren geleden.
Ook inzake de rechten die voor het Suez-kanaal
geheven worden, is veel te zeggen voor het Italiaan
sche standpunt. De Suez-kanaal-maatschappij maakt
reeds zeventig jaar lang buitensporig hooge winsten
ten nadeele van het wereldverkeer. De
passagekosten van het Panama-kanaal zijn belangrijk
lager. Nu het verkeer van Italiëmet Oost-Afrika
via het Suez-kanaal toeneemt meest verkeer
op korten afstand, waardoor de kanaalrechten
een extra-groot aandeel in de totale vervoerkosten
vormen , wordt ook de roep der Italiaansche
scheepvaartmaatschappijen om verlaging van de
rechten steeds luider. Voorloopig houden de
Franschen die zeer veel aandeelen bezitten, de beurs
stijf gesloten. Het lijkt ons waarschijnlijk dat dit
niet zoo zal blijven, maar dat de kanaalmaatschap
pij gedwongen zal worden aan de Italiaansche
Het vraagstuk der Joodsche
vluchtelingen
De tijd die de wonden heelt en de gewetens
der meeste menschen in slaap wiegt, heeft,
gelijk wij van meet af aan gevreesd hebben, ook
op het vraagstuk der Joodsche vluchtelingen
zijn invloed uitgeoefend.
Het vraagstuk? Voor de meesten is het
helaas geen vraagstuk meer.
Wij staan bij niemand achter in waardeering
voor het resultaat der Hollandsche offervaardig
heid, zooals dat uit de cijfers van de opbrengst
der nationale collecte is gebleken. Nu de regee
ring echter, het positieve Christendom ten spijt,
vastbesloten is de grenzen gesloten te houden en
het particuliere initiatief den financieelen zorg
voor de arme geëmigreerden op te laden, staat
wel vast dat het overgroote meerendeel der
gekwelde Duitsche Joden aan zijn lot is over
gelaten.
En welk een lot.. . .
Men leeft hier verder. Men denkt er niet
meer aan. Wie hoort nog van de Poolsche
Joden die al sinds twee maanden kampeeren"
op de Poolsch-Duitsche grens, in een Pool
sche" temperatuur? Dat zij er nog leven",
staat vast. Hoevelen zijn inmiddels van kom
mer en gebrek omgekomen, hoevelen hebben in
wanhoop de hand aan zichzelf geslagen?
Men weet het niet.
De wereld heeft geprotesteerd. Nederland
heeft geprotesteerd. Zoojuist nog heeft een
waarlijk treffende reeks rechtsgeleerde facul
teiten geprotesteerd tegen de vervolging van
andersdenkenden.
Wederom een treffend protest maar wat
baten protesten in dezen tijd?
Het Joodsche volk is op zichzelf aangewezen,
hoe men de zaak ook wendt of keert. Juist in
dit verband luisterden wij met groote belang
stelling naar de uitzending Hulp door Op
bouw", waarbij mr. A. J. Herzberg, de voor
zitter van den Nederlandschen Zionisten-Bond
over het vluchtelingenvraagstuk in het algemeen
sprak, en J. E. Stokvis onder den titel Giro
nummer 333.000" (penningmeester
Palestinasteun) de aandacht vestigde op den opbouwenden
arbeid der groote Joodsche fondsen.
Wij hopen dat de opbouw in Palestina
ondanks tijdelijke moeilijkheden kan worden
voortgezet en dat althans een kern uit het
Joodsche volk daar op eigen bodem een nieuwe,
eigen cultuur kan vestigen, een steentje in het
mozaïek van de beschaving der menschheid.
AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun bijdragen een gefrankeerd
briefomslag met adres van den afzender ir te sluiten.
Op het adres van stukken, voor de redactie be
stemd, vermelde men geen namen van personen.
eischen toe te geven, die verre van onredelijk zijn.
Het is slechts te betreuren dat wederom door de
laksheid die de democratieën bij het opruimen van
velerlei misstanden hebben betracht, een dictator
als kampioen der redelijkheid kan poseeren....
De strijd in het verre Oosten
OOK in het Verre Oosten heerscht de winter in
al zijn gestrengheid, maar de strijd tusschen
China en Japan wordt onverdroten voortgezet.
Zelfs vonden in de afgeloopen week zeer belangrijke
troepenbewegingen plaats. De Japanners onder
vinden veel interne moeilijkheden in Mandsjoekwo
waar opstand is uitgebroken en vreezen wederom
kleine aanvallen van het Roode Leger. Vandaar
dat haastig enkele divisies uit Noord-China naar
Mandsjoekwo overgebracht zijn. Het Japansche
offensief tegen de Chineesche
Verdedigings-regeeringen wordt daardoor weer minder fel.
Van het centraal en zuidelijk front geen nieuws.
Wel eenig nieuws van het internationale front
van den strijd. Eindelijk heeft de Engelsche regee
ring besloten, Tsjang-kai-Tsjek met een leening
te steunen. Helaas, het is een klein bedrag een
half millioen pond sterling , en wanneer men de
zaak op den keper beschouwt, is het minder
Tsjangkai-Tsjek die steun ontvangt dan de Engelsche
industrie. Het subsidie dient namelijk voor den
aankoop door de Chineesche regeering van vracht
auto's in Engeland. Tsjang zal dus waarschijnlijk
van het halve millioen geen penny te zien krijgen.
Het gaat naar de Engelsche vrachtauto-fabrikanten.
De vrachtauto's die zij leveren, zullen dienen voor
het vervoer tusschen Birma en de Chineesche
provincie Yoen-nan, die thans de kern van het
rijk van den generalissimus vormt. Tusschen beide
streken wordt thans met Engelsen kapitaal een ver
binding aangelegd. Behalve de vrachtauto-fabri
kanten profiteeren van het subsidie dus voorts: de
Engelsche wegenbouwers alsmede de wapenfabri
kanten, wier sinistere producten straks door de
nieuwe vrachtauto's over den weg vervoerd zullen
worden.
Men doet er daarom, naar het ons voorkomt,
verkeerd aan in deze bescheiden Engelsche leening
een bewijs te zien voor de opvatting dat de Engel
sche regeering eindelijk van politiek verandert
en zich aan de zijde der Chineezen zal scharen.
Deze regeering steunt China veeleer slechts voor
zoover het ook in haar rechtstreeks belang is.
China staat afgezien van den uit de
SowjetUnie ontvangen steun nog even alleen als altijd.
Dit wil niet zeggen dat Engeland niet in de toekomst
bereid zal zijn Tsjang-kai-Tsjek's gouvernement
in Zuid-West-China, wanneer dat levensvatbaar is,
bij te staan. En mogelijke aanval van het Japan
sche rijk in China kan nooit kwaad !
Japan beseft echter op het oogenblik wel, dat het
niet al te agressief tegen de groote mogendheden
kan optreden. Arita, de minister van buitenlandsche
zaken, heeft nu uiteengezet dat zijn regeering er
niet aan dacht, de relaties tusschen Japansch
China en andere landen dan Japan te verhinderen.
Dezelfde tactiek dus die bij Mandsjoekwo is toege
past: geruststellende beloften en tenslotte langzaam
de deur op slot doen, zoo geleidelijk dat hij dicht is
voor men het weet.
Burgemeester De Vlugt gaat heen
BURGEMEESTER De Vlugt heeft besloten,
geen vierden ambtstermijn als burgemeester
van 's lands hoofdstad in te gaan.
Als een donderslag bij helderen hemel is dit
bericht niet gekomen. Desondanks zal de indruk
dien het in breede kringen der bevolking wekt, niet
minder diep zijn dan wanneer zulks wel het geval
was geweest. De geschiedenis van Amsterdam
gedurende de laatste twintig jaren is ondenkbaar
zonder de figuur van De Vlugt. Het burgemeesters
ambt dat hij onder moeilijke omstandigheden aan
vaardde, heeft hij op voorbeeldige wijze waarge
nomen. Als raadsvoorzitter betrachtte hij een strikte
onpartijdigheid. Zijn snedig woord, zijn vlotte
opmerkingen wisten menigmaal in critieke situaties
ontspanning te brengen.
Amsterdam lag hem na aan het hart. Steeds stond
hij klaar om voor de belangen van zijn gemeente
op te komen. Zoo ooit, dan is dit de laatste maanden
gebleken in den zwaren strijd dien Amsterdam
gevoerd heeft voor het behoud van Schiphol",
een strijd, waarbij burgemeester De Vlugt in de
voorste gelederen stond.
De Vlugt is echter meer geweest dan een goed
magistraat, dan een kundig burgemeester. Hij was
door de groote en onverdeelde populariteit die hij
in Amsterdam genoot, een symbool geworden van
den burgerzin en democratischen geest die de bevol
king van de Amstelstad bezielen. Hij bracht de
verbondenheid met de beste vrijheids-tradities uit
de zeventiende eeuw in beeld. Trouwens, kon men
ook niet menigmaal zijn figuur het beste voor
stellen, gestoken in het lakensche pak met den
smetteloozen kanten kraag en gedekt met den
zwierigen hoed der Amsterdamsche patriciërs uit
de Gouden Eeuw?
Amsterdam ziet burgemeester De Vlugt met
droefenis vertrekken.
De Groene" neemt hier de gelegenheid te baat
om, thans reeds, den aftredenden magistraat een
levensavond toe te wenschen, gekenmerkt door de
rust die zijn drukke besognes" hem tot dusver
ontzegd hebben.
PAG. 6 DE GROENE No. 3212