De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 24 december pagina 6

24 december 1938 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN Chamberlain's moeilijkheden ONZE teekenaar heeft niet geheel ongelijk gehad, toen hij, in overeenstemming n met de klimatologische n met de politieke omstandigheden, Chamberlain afbeeldde als den vaardigen schaatsenrijder die onder algemeene belangstelling bezig is het veelgeprezen woord verzoening" op het ijs te schrijven.... Helaas, verder dan tot een poging komt het niet. De koene rijder staat op het punt, ter neder te storten, althans zijn poging op te moeten geven. Beeld en beeldspraak ter zijde latende: de gebeur tenissen van de laatste maanden zijn stellig een groote teleurstelling geworden voor den Britschen rste-minister die de kracht van den goeden wil in deze booze wereld verre heeft overschat. Het zal hem dan ook niet gemakkelijk zijn gevallen om voor de eerste maal toe te geven gelijk hij Maan dag j.l. bij het debat in het Lagerhuis moest doen dat zijn verzoeningspolitiek slechts op onverzoen lijkheid stuitte. Chamberlain wacht nog steeds op een teeken" van Berlijn. Een teeken", dat men daar ook tot verzoening bereid is. Zou hij een voor stel tot beperking der bewapening hetgeen Duitschland, waar reeds de hoogste eischen aan de draagkracht der bevolking worden gesteld, niet ondienstig zou achten beschouwen als een eerste stap op het vredespad? Waarschijnlijk wel. De hand van minister Chamberlain is gauw gevuld Voor den geest van puren machtswil die uit de Joden vervolgingen is gebleken, sluit hij de oogen. De oppositie tegen zijn bewind neemt dan ook toe. Indiscrete geruchten wekken steeds meer twijfel aan de homogeniteit van zijn kabinet. De jongeren" zijn nog steeds ongerust over den bewapenings achterstand. Gunstige vooruitzichten voor de alge meene oppositie zijn er echter niet. Daarvoor zijn de verschillende groepen die zich gezamenlijk tegen hem keeren, op alle andere punten te verdeeld. Djibouti en Suez DE spanning tusschen Frankrijk en Italië, dit stroovuur van gesimuleerde opwinding, is weer eenigermate bedaard, hetgeen niet zeggen wil, dat het vuur niet wederom kan opvlammen. Italiëheeft geëischt Frankrijk heeft geweigerd: zoover staan de zaken thans. Berlijn zegt dat het wil bemiddelen, Chamberlain gaat naar Rome, ook al om te bemidde len, na van te voren verklaard te hebben dat hij geen tegenstander is van het brengen van belang rijke concessies en nu wacht de wereld af, wat er verder gaat gebeuren. Mussolini heeft gezwegen. Wij achten het nog steeds hoogst onwaarschijnlijk dat Frankrijk óf Nice óf Corsica óf Tunis zal af staan. Met de Italiaansche eischen om Djibouti en een verlaging van de Suez-kanaal-rechten ligt de zaak echter anders. Djibouti is de Fransche haven van een Italiaansch achterland (Abessynië), dat stellig de eerstvolgende jaren in beteekenis zal winnen. Het is het eindpunt van den eenigen spoor weg die Addis Abeba met de kust verbindt. Het lijkt ons daarom vrij waarschijnlijk dat Chamberlain gewonnen zal worden voor het inzicht dat het ter vermijding van politieke spanningen aanbeveling verdient, Djibouti, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk aan Italiëaf te staan. Men zou zich een verkoop kunnen indenken, te vergelijken met dien van den Mandsjoekwo'schen spoorweg door de Sowjet-Unie, eenige jaren geleden. Ook inzake de rechten die voor het Suez-kanaal geheven worden, is veel te zeggen voor het Italiaan sche standpunt. De Suez-kanaal-maatschappij maakt reeds zeventig jaar lang buitensporig hooge winsten ten nadeele van het wereldverkeer. De passagekosten van het Panama-kanaal zijn belangrijk lager. Nu het verkeer van Italiëmet Oost-Afrika via het Suez-kanaal toeneemt meest verkeer op korten afstand, waardoor de kanaalrechten een extra-groot aandeel in de totale vervoerkosten vormen , wordt ook de roep der Italiaansche scheepvaartmaatschappijen om verlaging van de rechten steeds luider. Voorloopig houden de Franschen die zeer veel aandeelen bezitten, de beurs stijf gesloten. Het lijkt ons waarschijnlijk dat dit niet zoo zal blijven, maar dat de kanaalmaatschap pij gedwongen zal worden aan de Italiaansche Het vraagstuk der Joodsche vluchtelingen De tijd die de wonden heelt en de gewetens der meeste menschen in slaap wiegt, heeft, gelijk wij van meet af aan gevreesd hebben, ook op het vraagstuk der Joodsche vluchtelingen zijn invloed uitgeoefend. Het vraagstuk? Voor de meesten is het helaas geen vraagstuk meer. Wij staan bij niemand achter in waardeering voor het resultaat der Hollandsche offervaardig heid, zooals dat uit de cijfers van de opbrengst der nationale collecte is gebleken. Nu de regee ring echter, het positieve Christendom ten spijt, vastbesloten is de grenzen gesloten te houden en het particuliere initiatief den financieelen zorg voor de arme geëmigreerden op te laden, staat wel vast dat het overgroote meerendeel der gekwelde Duitsche Joden aan zijn lot is over gelaten. En welk een lot.. . . Men leeft hier verder. Men denkt er niet meer aan. Wie hoort nog van de Poolsche Joden die al sinds twee maanden kampeeren" op de Poolsch-Duitsche grens, in een Pool sche" temperatuur? Dat zij er nog leven", staat vast. Hoevelen zijn inmiddels van kom mer en gebrek omgekomen, hoevelen hebben in wanhoop de hand aan zichzelf geslagen? Men weet het niet. De wereld heeft geprotesteerd. Nederland heeft geprotesteerd. Zoojuist nog heeft een waarlijk treffende reeks rechtsgeleerde facul teiten geprotesteerd tegen de vervolging van andersdenkenden. Wederom een treffend protest maar wat baten protesten in dezen tijd? Het Joodsche volk is op zichzelf aangewezen, hoe men de zaak ook wendt of keert. Juist in dit verband luisterden wij met groote belang stelling naar de uitzending Hulp door Op bouw", waarbij mr. A. J. Herzberg, de voor zitter van den Nederlandschen Zionisten-Bond over het vluchtelingenvraagstuk in het algemeen sprak, en J. E. Stokvis onder den titel Giro nummer 333.000" (penningmeester Palestinasteun) de aandacht vestigde op den opbouwenden arbeid der groote Joodsche fondsen. Wij hopen dat de opbouw in Palestina ondanks tijdelijke moeilijkheden kan worden voortgezet en dat althans een kern uit het Joodsche volk daar op eigen bodem een nieuwe, eigen cultuur kan vestigen, een steentje in het mozaïek van de beschaving der menschheid. AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt verzocht bij hun bijdragen een gefrankeerd briefomslag met adres van den afzender ir te sluiten. Op het adres van stukken, voor de redactie be stemd, vermelde men geen namen van personen. eischen toe te geven, die verre van onredelijk zijn. Het is slechts te betreuren dat wederom door de laksheid die de democratieën bij het opruimen van velerlei misstanden hebben betracht, een dictator als kampioen der redelijkheid kan poseeren.... De strijd in het verre Oosten OOK in het Verre Oosten heerscht de winter in al zijn gestrengheid, maar de strijd tusschen China en Japan wordt onverdroten voortgezet. Zelfs vonden in de afgeloopen week zeer belangrijke troepenbewegingen plaats. De Japanners onder vinden veel interne moeilijkheden in Mandsjoekwo waar opstand is uitgebroken en vreezen wederom kleine aanvallen van het Roode Leger. Vandaar dat haastig enkele divisies uit Noord-China naar Mandsjoekwo overgebracht zijn. Het Japansche offensief tegen de Chineesche Verdedigings-regeeringen wordt daardoor weer minder fel. Van het centraal en zuidelijk front geen nieuws. Wel eenig nieuws van het internationale front van den strijd. Eindelijk heeft de Engelsche regee ring besloten, Tsjang-kai-Tsjek met een leening te steunen. Helaas, het is een klein bedrag een half millioen pond sterling , en wanneer men de zaak op den keper beschouwt, is het minder Tsjangkai-Tsjek die steun ontvangt dan de Engelsche industrie. Het subsidie dient namelijk voor den aankoop door de Chineesche regeering van vracht auto's in Engeland. Tsjang zal dus waarschijnlijk van het halve millioen geen penny te zien krijgen. Het gaat naar de Engelsche vrachtauto-fabrikanten. De vrachtauto's die zij leveren, zullen dienen voor het vervoer tusschen Birma en de Chineesche provincie Yoen-nan, die thans de kern van het rijk van den generalissimus vormt. Tusschen beide streken wordt thans met Engelsen kapitaal een ver binding aangelegd. Behalve de vrachtauto-fabri kanten profiteeren van het subsidie dus voorts: de Engelsche wegenbouwers alsmede de wapenfabri kanten, wier sinistere producten straks door de nieuwe vrachtauto's over den weg vervoerd zullen worden. Men doet er daarom, naar het ons voorkomt, verkeerd aan in deze bescheiden Engelsche leening een bewijs te zien voor de opvatting dat de Engel sche regeering eindelijk van politiek verandert en zich aan de zijde der Chineezen zal scharen. Deze regeering steunt China veeleer slechts voor zoover het ook in haar rechtstreeks belang is. China staat afgezien van den uit de SowjetUnie ontvangen steun nog even alleen als altijd. Dit wil niet zeggen dat Engeland niet in de toekomst bereid zal zijn Tsjang-kai-Tsjek's gouvernement in Zuid-West-China, wanneer dat levensvatbaar is, bij te staan. En mogelijke aanval van het Japan sche rijk in China kan nooit kwaad ! Japan beseft echter op het oogenblik wel, dat het niet al te agressief tegen de groote mogendheden kan optreden. Arita, de minister van buitenlandsche zaken, heeft nu uiteengezet dat zijn regeering er niet aan dacht, de relaties tusschen Japansch China en andere landen dan Japan te verhinderen. Dezelfde tactiek dus die bij Mandsjoekwo is toege past: geruststellende beloften en tenslotte langzaam de deur op slot doen, zoo geleidelijk dat hij dicht is voor men het weet. Burgemeester De Vlugt gaat heen BURGEMEESTER De Vlugt heeft besloten, geen vierden ambtstermijn als burgemeester van 's lands hoofdstad in te gaan. Als een donderslag bij helderen hemel is dit bericht niet gekomen. Desondanks zal de indruk dien het in breede kringen der bevolking wekt, niet minder diep zijn dan wanneer zulks wel het geval was geweest. De geschiedenis van Amsterdam gedurende de laatste twintig jaren is ondenkbaar zonder de figuur van De Vlugt. Het burgemeesters ambt dat hij onder moeilijke omstandigheden aan vaardde, heeft hij op voorbeeldige wijze waarge nomen. Als raadsvoorzitter betrachtte hij een strikte onpartijdigheid. Zijn snedig woord, zijn vlotte opmerkingen wisten menigmaal in critieke situaties ontspanning te brengen. Amsterdam lag hem na aan het hart. Steeds stond hij klaar om voor de belangen van zijn gemeente op te komen. Zoo ooit, dan is dit de laatste maanden gebleken in den zwaren strijd dien Amsterdam gevoerd heeft voor het behoud van Schiphol", een strijd, waarbij burgemeester De Vlugt in de voorste gelederen stond. De Vlugt is echter meer geweest dan een goed magistraat, dan een kundig burgemeester. Hij was door de groote en onverdeelde populariteit die hij in Amsterdam genoot, een symbool geworden van den burgerzin en democratischen geest die de bevol king van de Amstelstad bezielen. Hij bracht de verbondenheid met de beste vrijheids-tradities uit de zeventiende eeuw in beeld. Trouwens, kon men ook niet menigmaal zijn figuur het beste voor stellen, gestoken in het lakensche pak met den smetteloozen kanten kraag en gedekt met den zwierigen hoed der Amsterdamsche patriciërs uit de Gouden Eeuw? Amsterdam ziet burgemeester De Vlugt met droefenis vertrekken. De Groene" neemt hier de gelegenheid te baat om, thans reeds, den aftredenden magistraat een levensavond toe te wenschen, gekenmerkt door de rust die zijn drukke besognes" hem tot dusver ontzegd hebben. PAG. 6 DE GROENE No. 3212

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl