De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 14 januari pagina 12

14 januari 1939 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven VROUWEN IN DE OUDHEID Waren zij Ijretcnen s ot JJelilan s \ Mr. Annie Hol WIL men zich een denkbeeld vormen van de waardeering, die de vrouw de heele oud heid door, in Griekenland en in Rome genoot, dan moet men niet de wet boeken of de bepalingen van het recht naslaan. Wat daar ook al aan de vrouw ontzegd was, een afspiegeling van den waren toestand geeft het wetboek niet. De geschiedschrijvers leeren ons an ders; in de geschiedenis, die zij ver halen en in de geschiedenissen, waar mee zij hun boeken als het ware illustree-e i, laten zij zoo dikwijls het initiatief van een vrouw uitgaan. En dat niet bij gebeurtenissen van beperkte strekking alleen, maar zelfs bij oor logen en omwentelingen, zoodat men bijna tot het besluit komt overal, achter ieder gebeuren, een vrouw als stuwkracht te zoeken. Wanneer Herodotus voor de Grieksche staten in de vijfde eeuw en Livius voor Rome zijn geschiedverhaal voor zooverre wij het over hebben, loopt tot 168 v. Chr. aan de vrouw esn zoo ingrijpenden invloed op den gang van zaken toekennen, dan kunnen zij dat niet gedaan hebben of zij waren ervan overtuigd, dat hun lezers, hun tijdgenooten, voor Livius dus de halve eeuw voor Chr., de macht van de vrouw op de staatszaken voor mogelijk hielden, haar invloed op den man, zelfs op den man met een verant woordelijk regeeringsambt grif er kenden. Dat de juristen in hun starheid toch vasthielden aan de grondregelen van hun leer, vloeide misschien ook voort uit vrees, dat de vrouw nog grooter invloed krijgen zou, wanneer zij met den man gelijk gesteld zou worden. De priesters hebben haar niet ge weerd uit de godsdienstige gemeen schap. Reeds in het oude Troje was de vrouw een groote rol toebedeeld: de voornaamste tempel had een prinselijke priesteres; vrouwen hielden bij rampen biddagen; bij de Romeinen wordt het staats-haardvuur in Vesta's heiligdom juist door vrouwen onderhouden, door de Vestaalsche maagden, de eenige vrouwen die de beschikking over hun eigen vermogen hadden, zonder bij stand van een man, maar die dan ook niet mochten trouwen. In Athene rust op de gehuwde vrouwen de plicht, te zorgen voor de ceremonieën van de feesten van Demetei; ook overigens waren zij bij godsdienstige plechtigheden met een eigen taak belast. r" EN middagbezoek, ook in Rome, d van de dames uit de hooge krin gen, niet, gelijk in ons vorig stuk, in het jaar 160 v. Chr. bij Cornelia, de vrouw van den consul Tiberius Sempronius Gracchus, maar ruim twee eeuwen vroeger, anno 377 v. Chr. ten huize van Servius Sulpicius, een officier die deel uitmaakte van het regeeringscollege, dat de bevoegdheden van een consul had. Mevrouw Sulpicius, van zichzelf een Fabia, had bezoek, ook haar jongere zuster Fabia minor die getrouwd was met Gajus Licinius Stolo, een man van aanzien, goede reputatie en van wiens toekomst men veel ver wachtte, maar een plebejer, en om deze afkomst uitgesloten van het consulaat, was aanwezig. Terwijl de dames den tijd verdrijven met het praten over koetjes en kalfjes, wordt er plotseling op de deur geklopt. De bode, die Sulpicius van het Forum naar huis begeleidde, kondigt de aankomst van den heer des huizes aan, zooals ge woonte was. Fabia minor schrikt, haar zuster lacht haar uit en verwondert zich erover dat zij om zoo iets gewoons bang wordt. Dit lachen en deze spot kon de jongere zuster niet verdragen; het stak haar, dat haar zuster zoo voornaam getrouwd was, terwijl haar man, een plebejer, tot zulk aanzien nooit komen kon, omdat nu eenmaal voor een plebejer practisch de weg tot de hoogste waardigheden in den staat afgesloten was. OP weg naar huis ontmoet zij haar vader Marcus Fabius; Hoe gaat het?" vraagt hij, bedoelend: waarom zie je er zoo ontdaan uit? Zij vertelt hem de reden van haar verstoordheid. Als het anders niet is dan dit, wees gerust, dit komt terecht." Een gesprek met zijn schoonzoon volgt. Een jaar later wordt Licinius volkstribuun, met zijn collega Sextius stelt hij o.a. de wet voor, die het consulaat herstelt en het voor plebejers toegankelijk maakt, krachtens welke wet hij zelf als eerste tot consul uit die groep gekozen wordt. Zoo leidt Livius het verslag in van een der diepst ingrijpende veranderingen in de staatsregelingvan de stad Rome. Er zijn voorbeelden, ook bij Hero dotus, van een dergelijke strekking, merkwaardig genoeg om ze te zijner tijd mede te deelen, omdat juist uit zijn tijd Xanthippe, de onsterfelijke vrouw van Socrates, als voorbeeld aangehaald wordt van de minderwaardigheid van haar sekse. Maar daarin vergist men zich. De huisvrouw die haar plicht doet binnen haar woning werd naar waarde geschat. Pleit daarvoor in Rome het beroemde grafschrift domi mansit, lanam fecit", zij is thuis gebleven, zij heeft haar wol bewerkt? Voor Athene kan men uit menig gesprek van So crates, door Xenophon bewaard, dui delijk lezen hoe de man zich bewust was, zonder goede hulp thuis het niet te kunnen stellen. Dat hij zich min of meer als haar beschermer gevoelde, behoeft geen verwondering te wekken wanneer men bedenkt dat op vijftien jarigen leeftijd het Atheensche meisje door haar ouders uitgehuwelijkt werd. Misschien niet als regel maar het gebeurde dan toch. dan 7~~\ E ho\enslaande rersregel zon nog -ecel raker geci-L-~^ Iccrd zeurden, ((/.s dal ;.r<v ,,cic/i" ei' maar niet in stond. Xatit-nrUjl; ,i/.v/ de dichtci' ziclt anders geen raad met de zersmaat, en in zijn tijd gebruikte uien liet zotnils ie/i ui/i den liaeerklap ,,sorr\:" zeggen --- maar toch hederjt dal ,,ue/i" liet - zeant zeij einden liet per slot niets erg, dat er /,eet Seelen in onze horst \eonen. IIV \eillen er, nis 't moet, ,eel tien lierhe/'ge/i óók' \\~at dat niet een ;ei n/erspoii-zest Ie maken heejt^ Alles. Het doel is namelijk ('ean kleedtngstandpitnt gezien dan i om gekleed te :;/;/ naarde nioclc, \eal een zekeren graad -eau iinijorniiteit heteekent. (rnoi'cil hij de zeintersport, \eaar hei donkere slticostnnm steeds z'erre in de meerderheid hlijjti en «in zich daarnaast zooveel mogelijk 'ean alle anderen te onderseheiiien. l ,eee tegengestelde neigingen in tien menseh, die zonder elkander Ie itinderen ,,in seiner iïritst" leonen, en zeaarean de iniste synthese (HK heet. Dits: een trut met /Hingen, o/ngeshigen hoord (nnijorni) \ een geruite rok zuur schaatsenrijden ui ',eantlelen : en het eigene: een 'eest :ean gezerjde se/iapen,i'<>/ en bijpassende tot/ne. Het 'eest is ge-enerd met lielzeljde jlanel \eaar-ean de hol ean de nints gemaakt is. Het geheel: bekoorlijk, ;earm, en persoonlijk. PAG. i? or C5ROENE NU 3JI1:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl