De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 14 januari pagina 13

14 januari 1939 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

L-ei»den en I-ij-deo! OP den prachtigen, zomersenen winterdag van n December 1938, trok ik met mijn hond het Gooi in, om te genieten van de groote, vrije natuur die ons, Amster dammers, op bereikbaren afstand ge spaard is gebleven. We namen den trein tot Bussum en zoolang we liepen langs bebouwde wegen met vele menschen, auto's en fietsen, ging mijn makker keurig naast mij aan de lijn. Onderweg vertelde ik hem in een taal, die allén wij tweeën verstaan, dat heel spoedig de groote pret zou beginnen en even buiten het dorp, aan het eerste zand pad gekomen, ging de halsband af plus het lijntje dat er aan vast zat. Als een pijl uit den boog, schoot het gelukkige dier de boschjes in en rende in het rond, om al de struiken. Zoo nu en dan kwam hij op me aangestormd om zijn vreugde te betuigen, sprong met z'n groote pooten tegen mijn zondagsche jas, likte even mijn handen uit dankbaarheid voor dit vrijheidsfeest en ging er dan weer vandoor. Nu slaan we samen een boschpad in en laten de groote weg links liggen. Plotseling blijft Peter staan: Ooren gespitst, staart naar beneden. Hij hoort wat! Ik luister ook. Heel in de verte hoor ik het geluid van een trom. We wachten even en al nader komt het geluid. We kijken beide in de richting van den grooten straatweg, waar de rom-bom-bom vandaan komt en daar, nu vlak bij ons, zien we een heele rij aardige, flinke kindertjes van 8 tot 12 jaar, marcheeren op de maat van de trom. Met doodernstige gezicht jes, kijken ze strak voor zich uit. Ze hebben allemaal dezelfde rokjes aan en dezelfde hoedjes op. Aan den rechterkant van de rij loopt, manskordaat, in hetzelfde mooie pakje, alleen wat grooter formaat ? de leidster . Ze zien geen bosch, ze zien geen groen, ze hooren alleen maar de maat van de trom en heb ben werk om in de pas te blijven. Peter en ik kijken elkaar eens aan. Ik zie iets van medelijden in zijn oogen. NA een half uur komen we aan wat wij noemen De Vallei, een groote, open zandvlakte, met prachtige vliegdennen hier en daar. Dit is ons gezamenlijke speelterrein. Een oude tennisbal gooi ik zoover ik kan over het veld en zonder mankeeren brengt Peter mij springend en kwispelstaartend den bal terug, om ontelbare malen dit spel te herhalen. Dan wor den we gestoord. Een troep opgeschoten jongens, alweer allemaal gelijke broek jes aan en gelijke mutsjes op, komt het veld opgemarcheerd Eén - twee; n - twee; n - twee, hoor ik een ietwat grootere slungel commandeeren. Hij gaat vooraan De Leider. Met verheffing van stem, brult hij den miniatuur soldaatjes iets toe. De colonne zwenkt naar rechts en dan volgen er een heeleboel oefeningen en commando's, die ik me nog her inner uit mijn Harderwijker tijd. Maar .... hoe oud was ik toen ? En hoe oud zijn zij? Waarom spelen deze kinderen niet net als Peter met een bal op het open veld ? Waarom ravotten en rennen zij niet als Peter, op dezen zonnigen winterdag, ongedwongen in de vrije natuur? Waarom stellen zij zich tevreden met minder genot dan Peter, mijn hond? Waarom verkiezen zij te marcheeren op het n twee -, - n - twee van een Leider boven spelen en stoeien, wat van hun leeftijd is? Hoe is het mogelijk, dat deze kinderen die leiding niet voelen als een lijden? Ik roep Peter, die met kennelijke verbazing zit toe-te-kijken op dit droevige schouwspel. We gaan een^anderen kant uit, maar het wil vandaag niet lukken. En als ik onvoldaan naar huis keerend, al mijn belevenissen van den dag reconstrueer, hoor ik in mijn geest het geroffel van de trom n- twee n - twee ten - twee en zie ik al die onschuldige kinderen systematisch opgeleid te lijden. Brrr. . . . Gelukkige Peter ! Kinderen x fc </as fort'//t e iel. OMDAT er in de Kerstweek gasten in huis waren, die o.rn. Guusje's kamer en Guusje's bed bezetten, is Guus bij broer ingekwar tierd. Gezellig en knus worden ze samen des avonds in Broer's bed ingepakt, ze liggen dan, gedurende een paar tellen stil en zoet als aardige jongetjes van een plaatje. Maar nauwelijks heeft moeder het licht uitgeknipt en de hielen gelicht of het tafreel verandert. Tenzij Guus een verhaaltje vertelt. Guus vertelt graag verhaaltjes, maar aan zijn voorraad komt, zelfs met het aanbrengen van variaties en met doubleeren toch onherroepelijk een eind, ts me3r omdat Broer veeleischead is en na het eerste verhaaltje steevast om een tweede en derde soebat. Maar, op dien eenen avond dan, dat Guus moe van het vertellen en Broer moe van het luisteren tenslotte in slaap gesukkeld lijn, schiet Guus laat op den avond huilend overeind, hij heeft ean van zijn angstdroomen gehad en omdat hij het nauw heeft in bed met Broer naast zich, voelt hij zich dubbel beklemd. Gillend en ver schrikt ontwaakt ook Broer. Even neemt hij de situatie in oogenschouw. Wat heb je, Guus?" Zoo akelig," jammert Guus, ,,zoo'n kiespijn. ..." Hij zegt en gebaart het zoo expressionistisch als alleen Guus PAG. 13 DE GROENE No. 3215 dat maar kan en Broer wordt er akelig van. Hij blijft nog even stil en kaarsrecht liggen, maar Guus naast hem wriemelt jammerend door het bed rond. En dat kan Broer niet langer harden. Hij er uit, hij naar beneden, naar Vader en Moeder. Ze zien zijn pyjama-figuurtje in de plots geopende kamerdeur opduiken. ,,Maar Broer. . . ., wat is er aan de hand?" ,,O moeder. . . .," Broer nestelt zich dadelijk behaaglijk op moeder's schoot, o moeder, Guus is zoo akelig en hij heeft zoo'n kiespijn. Toen ben ik maar uit bed gegaan, 't Geeft niet, dat het mij n bed is, Guus mag wel alleen liggen. En ikke. ... ik mag wel bij u, hè?" ZOO is de situatie opgelost. Maar als dan, een paar tellen later, Broer gezellig in een hoekje van het ouderbed ligt, en nog altijd geweeklaag van Guus klinkt, gaat moeder toch eens even kijken. Wat scheelt er aan, Guus?" Zóó'n kiespijn''. . . ., huilt Guusje, met tranenkraaltjes over zijn wangen. Aan wel vier kiezen tegelijk...." En dan klinkt opeens vertroostend van beneden de stem van Broer, die heeft mee-geluisterd en die zegt: Nota,daar heb je dan nu in ieder geval de ruimte voor. ... !" ERICA Rimpels Niemand is een "eeuwige jeugd" beschoren, dus komen vroeg of laai ook rimpels in Uw gezicht! Maar vroeg hoeven ze niet te komen, want rimpels horen niet bij de jeugd. Daarom moet U er voor zorgen, dat Uw huid zo lang mogelijk glad en zacht blijft. Dit zal U gelukken, als U dage lijks de juiste crème gebruikt, om Uw teint te verzorgen. Vinolia Vanishing Cream is de crème, die U zoekt voor Uw huid! Door haar speciale bestanddelen en extra fijne emulgering is zij een ware schoonheids-crême. Vinolia «Creams voor liet goed ver zorgde interieur tapijten N.V. KON. VER. TAPIJTFABRIEKEN roAM. A-DAM. DEVENTER. MOORDRECHT TOONZALEN TE AMSTERDAM: SINGEL 404 OUD GOUD JUWEELEN enz. tegen h o o g s ten p r Ijs F* LANQEDIJK Frederiksplein 11, A'ilain Inkoop Gooden Tientjes f!. 12.30 fl. 13.50 FRANKRIJK Tusschen XICE en MO\Ti: CAHLO TWEE GOEDE HOTELS VICTORIA te Beaulieu s m. 100 kamers PBOTEXCAL te Villefranches.'m. 40 kamers Volledig comfort ? Pension van af 50 francs HE.LEVY BOERHAAVEPLEIN 12 AMSTERDAM, TEL. 559)6 TYPEN - COPIËEREN - VERTALEN Het bureau dat U steeds tevreden stelt Adverteeren, doei verkoopen! Bezoekt de permanente tentoonstelling ceramique Pottenbakkerij HET KRUIKJE" te Putten. Werkclemoiistratlcs dagelijks. Telefoon 5». JUTOPARX" Amsterdam Barthoiomeus Ruloffstraat 5 bij jac. Obrechtpl. Telefoon 22622-95754 MODKKX (.ItOOT 4. Vit Vt.Kltl'.IIIM.II' ^& SUB.DEALER VOOR deze week in de uitkijk": toegang boven 18 jaar een film van fritz lang uitstel van executie" (you only live onee) t sylvia sydney en henry f o n da »»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl