Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
HET RUNDERLAPJE
DOOR J. W. F. WERUMEUS BUNING
Honderd Avonturen met een Pollepel" is de titel van den dezer
dagen bij Becht te Amsterdam verschijnenden bundel kookkundige ver
handelingen van J. W. F. Werumeus Buning. Wij drukken hieronder
een hoofdstuk af ten bewijze dat de dichter-schrijver-keukenprins een
runderlapje met dezelfde teederheid weet te behandelen als Maria Lecina
WAT is er doodgewoner dan de
runderlap, en toch, wat valt
er van den runderlap niet te
maken, en niet te maken? Ieder
mensch van middelbaren leeftijd en
zelfs menig jeugdiger persoon, heeft
hem tusschen de tanden gehad als een
ietwat houterig en hard lapje vleesch,
dat smaakt alsof men het uit de ruïnes
van een uitgebrande slagerij gered had,
en dat dan nog een uur te laat. Met de
te gare schelvisch en den te kleffen
aardappel, om van overgave patrijs en
ongare zuurkool niet te spreken, be
hoort het lapje somtijds tot de
schanden onzer vaderlandsche keuken... .
Er zijn echter andere lapjes, en de
ware lapjes; van vele goede geuren
doortrokken, malsche, donkerbruine
en weldadige, lang doorsudderde en
gesmoorde lapjes, meesterstukken van
eenvoudige en bekwame kookkunst.
Heeft niet een Fransch gastronoom van
naam verzekerd, dat hij in Nederland
een nationaal gerecht at: rendèrlaw"
met roodékol", dat alle beschrijvingen
tartte
Dit onvolprezen gerecht kost alleen
eenige zorg en dertien centen ingre
diënten meer dan het houten plankje
vleesch-in-de-vettigheid, dat het lapje
is der slordige keuken....
De eerste fout van menige
Nederlandsche huisvrouw is, dat zij liever
iedereen aan tafel een lapje vleesch van
n ons geeft, dan de helft van een
lapje van twee ons, hoewel dit volgens
Bartjens berekend op hetzelfde neer
komt, behalve dat de helft van een
lapje van twéons veel sappiger en
malscher is dan een lapje van n ons.
Koop runderlapjes van ten minste
twee ons, en spreek met uw slager.
Het runderlapje is namelijk, gelijk
men weet, een onderdeel van het rund,
het kan dus niemand verborgen blijven,
dat er onderscheid is tusschen een lapje
van den zwartbonte, die zich slechts
een enkelen zomer spiegelde tusschen
de bloemen en bladeren der witte
waterleliën of de glibberige aangezichten der
goud-en-groen-oogige kikkers, en een
lapje van zijn vader, moeder, of naaste
familie, die meer jaren te pronk hebben
gestaan tegen den schoonen
vaderlandschen blauwen hemel, en die wellicht
wijzer, maar ook taaier zijn. ...
Daarom raad ik u aan uw slager, die
het rund kent, waarvan gij het lapje
zult eten, en die, wat men te vaak ver
geet, van nature een bekwaam lapjes
eter is, te vragen hoe lang hij het lapje
dat hij u snijdt zou sudderea en smoren ,
als hij het eten moest. Dit kan namelijk
varieeren tusschen anderhalf of twee
uur, en een uur of drie, vier; al naar de
zomers, die het rund telt. Een te lang
gesmoord lapje echter heb ik zelden
van mijn levensdagen ontmoet.
NEEM dus lapjes van flink gewicht.
Maak uw boter heet, droog uw
vleesch goed af, en maak het op een
hartig vuur fraai bruin.
Hierbij moet ik u spreken over een
voorspel. Het verdient aanbeveling om,
als men op flink vuur braden wil, de
boter te clarificeeren, dat wil zeggen,
ze zeer voorzichtig te verhitten in een
sauspan. Ge ziet er te gezetter tijd een
wit schuim op komen, dit zijn de
partikelen, die uw boter bij het braden te
snel bruin maken, en zelfs doen ver
branden. Schep ze er met zorg af, ge
houdt een ietwat donkerder boter over
die ge nog eens schuimt, en die daarna
de ware bakboter is.
Voeg er een scheutje olijfolie bij.
Schrijver,dichter
en keukenprins :
J. W. F. Weru
meus Buning
Olijfolie verdraagt ongestraft veel
hooger temperaturen dan boter, en zoo
doende bakt uw lap, of wat het een
ander maal wezen mag, zonder vrees
of blaam donkerbruin, en dicht. In dit
eerste stadium in de pan is het lapje
haast een biefstuk; het wordt dicht
geschroeid.
Daarna echter verandert het van een
vleesch, dat men met temperament
braadt tot een vleesch dat men met het
langzaamste beleid stooft. Men leert op
het runderlapje de nationale kunst van
het sudderen. En wel aldus:
Maak met een lepel warm water het
baksel los in de pan. Voeg een stukje
foelie toe een lapje zonder foelie is
als een schip zonder roer benevens
een kwart blaadje laurier, wat tijm, een
blaadje of drie van het kruid basilicum,
een druppel of vier, vijf citroensap, en
desverkiezend een kruidnagel, en begin
uw langzamen arbeid.
D
e wer e
ld en naar loo
/~\V ER AL openbaart zich's werelds loop, ook inde mode
*»*' juist in de mode, die immers uit hoofde van haar struc
tuur steeds het oog gevestigd houdt op de naaste toekomst.
En wie dit feit erkent, kan niet nalaten, bedenkelijk het hoofd
te schudden, over hetgeen de mode van den afgeloopen winter
heeft duidelijk gemaakt. Waar bleef het praktische,
kortgerokte en -gelokte meisje van idem zooveel jaren geleden ?
Herinner U de vrouwenportretten van omstreeks 1900: een
dame, neergezweefd tegen een volslagen onverantwoord hek,
en gekleed in een kolossale rok, waarvan de constructie een
raadsel blijft, met tallooze strookjes versierd; een lijfje met
een royaal golvend décolleté, dat gedeeltelijk achter een
waaier verborgen wordt, en met een wespentaille waarvan
iedere vrouwenarts op slag een flauwte krijgt.
En aanzie dan de nieuwste Parijsche avondcreaties: ge
weldige rokken, alleen van minder degelijke stof, décolletés,
strookjes, kortom, 1900 herleefd de periode waarop wij,
hoe kort nog geleden? laatdunkend neerzagen. . ..
En waarheen voert dit alles? Naar een wereld, waarin
vrouwen weer zoo heerlijk onzelfstandig en sentimenteel
worden als vroeger? waarin het praktische en het schoone
weer lijnrecht tegenover elkaar komen te staan, en waarin
de sportieve vrouw voor een manhaftig, onnatuurlijk
wezen wordt aangezien?
Weineen, zóó is 's werelds loop niet. De mode speelt
ditmaal een spel; zij coquetteert met haar verleden, wat be
wijst dat zij niet wérkelijk oud is! En zij meent er net da
van, dat het vorige haar gruwelijk verveelt, en dat er tot eiken
prijs iets nieuws moet komen, wat meer vrouwelijke gratie
en raffinement en waarom ook niet? Een dwaze schoen,
een mal hoedje, een ruime rok dit is wat er zal overblijven
van alle romantische avondrobes, die u tóch niet gedragen
hebt; en is dit wijde, zijden jersey middagjurkje, met zijn
ceintuur en clip vol gekleurde steenen nu zoo
onpraktischals men (met recht) had kunnen vreezen?
Dat is: laat het lapje zoo langzaam
mogelijk stoven, keer het regelmatig,
om het kwartier, en houd de jus glad
door ze met scheutjes warm water, en
als ik u raden mag, met een lepel of
wat drogen witten wijn te voeden, en
doe dat uren lang: het liefst twee uren
voor een jeugdigen runderlap, drie of
vier uur voor een bejaarden. Het lapje
moet iets worden, dat malsch blijft en
op de tong smelt, en niet iets, dat droog
of hard wordt. Dit wordt het onder de
handen van die onbekwame en slordige
vrouwspersonen, die niet naar haar
vuur kijken, en patrijs, lapje of nier
stuk als n vleesch beschouwen. Alsof
de grisant, de dahlia en de
vergeet-mijniet n bloem, de Bordeaux en de
Bourgogne n wijn waren. . . .
Het lapje echter is de
vergeet-mijniet onder het vleesch. . . .
Overdruip het, verwen het, let op
uw pitje, laat het vooral niet koken,
smoor het -?dat wil zeggen, houd
bij al deze lapidaria uw deksel op de
pan en ge zult de ware lapjes eten.
AANGEZIEN het ware lapje smeuig
is, verdient het aanbeveling de jus
in harmonie te brengen. Neem uw gare
lapje uit de pan en bind de weinige kos
telijke jus lichtelijk, lichtelijk, met een
weinig boter en bloem, dan wel
maizena, op de hopelijk bekende wijze.
Ge hebt dan het lapje op zijn dood
gewoonst.
Er zijn andere mogelijkheden. Bij
een varkenslapje laat men graag een
schoon geschraapte krul citroenschil
en een blaadje dragon meestoven, bij
een kalfslapje eens een keer een snuifje
kerrie, zooveel als op het wit van den
nagel van den pink van de huisvrouw
gaat, en dan nog iets meer.
Men maakt lapjes verder al naar
verkiezing af met een paar lepels
tomatenpuree, een minuut of tien voor
ze ter tafel kornen; met room en pa
prika, op zijn Hongaarsch; of wel,
men stooft fijn-gehakte prei smoorgaar
met water of witten wijn en lengt het
sudderende lapje later met het weinige
gezeefde nat aan ik laat de tallooze
variaties aan uw goeden smaak over:
men kan lapjes marineeren, men kan
een uitje of wat meestoven, men kan er
een Bordelaise bij bereiden, uit ui,
rooden wijn, kruiden, of een Soubise,
uit ui en bouillon gestoofd.
Ten slotte is het lapje, onder anderen
een prachtig grondbeginsel voor een
hutspot.
En nu : smakelijk eten !
PAG. 12 DE GROENE No, 3218