Historisch Archief 1877-1940
Economie
Japan en de oorlog in China
Kan Japan de kosten dragen?
TOEN Japan in den zomer van 1937 den grooten
sprong waagde, Peking bezette, en spoedig
daarop het offensief tegen Sjanghai begon, heeft
het niet aan buitenlandsche critici' ontbroken
die voorspelden dat Japan onmogelijk belangrijke
strategische successen zou kunnen behalen. En
vrijwel iedereen was het er over eens, dat, indien
de oorlog langer zou duren dan een jaar, Japan aan
den rand zou staan van den economischen afgrond.
Het is anders geloopen dan men had gedacht. De
Japansche legers zijn er in geslaagd de belangrijkste
Chineesche steden te bezetten en de Japansche
economie vertoont wel enkele zwakke punten, maar
staat er toch niet zoo slecht voor als men verwacht
had na anderhalf jaar van zwaren strijd.
Men kan tegenover dit verschijnsel twee hou
dingen aannemen. Men kan zeggen: deineenstor
ting komt nog wel" en men kan zeggen: het
schijnt dat het pessimisme ongerechtvaardigd is
geweest". In beide gevallen is men niet ontslagen
van den plicht, na te gaan, hoe Japan er in is
geslaagd, den oorlog vol te houden. Doet men dat,
dan stuit men op dezelfde methodes die in andere
totalitaire staten gebruikelijk zijn. Zij komen bij
Japan vooral daarom zoo duidelijk voor den dag,
omdat de economische positie van dat land zooveel
wankeler is dan die van bijv. Duitschland.
Er is in de eerste plaats het probleem van het
geld. De oorlog in China verslindt astronomische
bedragen. Van het uitbreken van het conflict af
tot i Maart van dit jaar toe heeft de Japansche
regeering er zeven milliard yen voor beschikbaar
moeten stellen, dat is ongeveer drie-en-een-half
milliard gulden. Op zichzelf is dat voor een oorlog
niet zoo veel, maar het bedrag dient men te ver
gelijken met het eene milliard gulden, dat de geheele
Japansche begrooting voor het jaar 1936?37 uit
maakte ! Bovendien zal, ook wanneer de oorlog
afgeloopen is, de bewaking" van China jaren lang
minstens n milliard gulden vergen. Men dient
daarbij te weten, dat de normale staats-inkomsten
van Japan minder bedragen dan alleen de kosten
dier bewaking". De Japansche staat komt dus
jaarlijks enorme bedragen tekort. Hij moet liefst
drie-kwart van zijn uitgaven dekken door middel
van leeningen. Dat is mogelijk. Japan leent vrijwel
niet in het buitenland, maar uitsluitend in het
binnenland. De gelden die naar de spaarbanken
worden gebracht, verhuizen practisch rechtstreeks
naar de schatkist. Dat beteekent, dat de staatsschuld
pijlsnel stijgt, dat de burgers in plaats van solide
bankbiljetten obligaties in handen krijgen die na
een verloren oorlog geheel waardeloos zouden zijn
maar het beteekent ook, dat er geen inflatie
ontstaat. De Japansche staat kan deze methode
het veranderen van de spaargelden der burgerij in
gelden voor inproductieve staatsuitgaven
geruimen tijd voortzetten.
Moeilijkheden zouden er eerst komen, wanneer
er minder geproduceerd, dus minder verdiend, dus
minder gespaard zou worden. Voorshands stijgt
echter het Japansche productie-peil.
NAAST het financieele probleem staat de re
geering voor het probleem van de interne
wijziging der productie. Japan zou natuurlijk alle
oorlogsmateriaal in het buitenland kunnen koopen.
Echter, dat is duurder en gevaarlijker. Het beste is,
zooveel mogelijk in het binnenland te vervaardigen.
Zulks geschiedt dan ook, maar heeft een geheele
revolutie in het productie-apparaat noodzakelijk
gemaakt. Een reeks van nieuwe fabrieken is
gebouwd, terwijl de fabricage van
verbruiksgoederen drastisch beperkt is. Tengevolge van een
en ander is het levenspeil van de bevolking naar
verhouding gedaald. Daardoor is het mogelijk, dat
een groot gedeelte van het economisch leven op de
bewapening is ingesteld.
Het derde probleem was het probleem van het
import-overschot. Japan voerde meer goederen in
dan uit. Het import-overschot dreigde voor de
reserves van den staat gevaarlijke afmetingen
aan te nemen, toen de export een klap kreeg door
den boycott. De Japansche regeering heeft besloten:
dan minder invoer!" Dat dit besluit vooral voor
die goederen gold die voor het verbruik der burgerij
bestemd waren, behoeft geen betoog. Slechts die
grondstoffen die absoluut noodzakelijk zijn voor
het draaien der fabrieken (petroleum, steenkool,
ijzererts etc.) mogen ingevoerd worden. Zoodoende
is de Japansche regeering er in geslaagd, den
handelsbalans weer in evenwicht te brengen.
Zij, die vooral oog hebben voor de moeilijke
positie der Japansche regeering zullen er op wijzen,
dat het totale budget van deze regeering meer
bedraagt dan het halve nationale inkomen; dat de
nationale schuld in anderhalf jaar tijd bijna ver
dubbeld is en spoedig het nationaal inkomen zal
overtreffen, en, tenslotte, dat de goudvoorraad van
de Bank van Japan aan het slinken is. Deze feiten
zijn stuk voor stuk juist. Maar om ze op de waarde
te schatten die hun toekomt en om een, naar het
ons voorkomt beter inzicht in de positie van Japan
te verkrijgen, dient men er aan toe te voegen, dat
ook de Fransche regeering meer dan de helft van het
nationale inkomen harer burgers uitgeeft, dat de
nationale schuld van Engeland het dubbele van zijn
nationaal-inkomen beloopt en dat Duitschland in
1933 zijn geheele goudvoorraad is kwijtgeraakt en
met succes den buitenlandschen handel ontwikkelt op
de basis van rechtstreekschen ruil. De genoemde
verontrustende" verschijnselen zijn dus, op den
keper beschouwd, niet zoo verontrustend.
Conclusie:
Japan heeft het moeilijk hopeloos is zijn
positie allerminst.
Economische hutnor
JAPAN TOT JOHN BULL EN UNCLE SAM:
,,Neemt U me niet kwalijk heeren . . . ik heb haast l"
(South Wales Gazette, Cardiff)
DE PRIJS DER OPLEVING
(Los Angeles Times)
FRANKRIJK STIMULEERT DE EMPIRE"-GEDACHTE
BONNET TOT DALADIER: Nu Edouard, je hebt
je er al op ingericht.'" (Canard Enchaïné, Parijs).
Grondstoffen-babbels: KOPER
NU moet je me toch eens ver
tellen", zei ik tot mijn vriend,
die voor een levend-geworden
encyclopaedie doorgaat en die zijn dagen
zoek brengt met het lezen van tijd
schriften en het bezoeken van
bibliotheken hij leeft van een rente,
die zijn tante hem heeft nagelaten ,
nu moet je me toch eens vertellen,
waar al dat koper vandaan komt, dat
de menschen gebruiken voor de bellen,
voor buizen, voor koperen knoopen,
voor electriciteits-draden...." Ge
makkelijk genoeg", viel hij mij in de
rede. Ga d'r maar even bij zitten,
eri steek een cigaret op".
Hetgeen ik deed.
Je moet voor koper drie soorten
landen onderscheiden", begon hij,
methodisch als altijd. In de eerste
plaats de Vereenigde Staten. Daar
wordt ongeveer een derde van alle
koper ter wereld geproduceerd en
geconsumeerd. In de tweede plaats
zijn er landen die veel koper voort
brengen, maar maar weinig koper ver
bruiken : de koper-exporteerende lan
den. In volgorde van belangrijkheid,"
en hij greep de laatste aflevering
van het statistisch maandblad van
R
den Volkenbond, eventjes kijken
daar heb ik ze: Chili, Canada,
Noord-Rhodesia en de Belgische Congo.
Daar komt ongeveer drie-vijfde van
al het koper ter wereld vandaan. In
Duitschland, Japan, Mexico,
ZuidSlaviëen Spanje wordt dan het
resteerende koper gedolven. En dan zijn er
in de derde plaats landen, die wel koper
noodig hebben, maar het in voldoende
hoeveelheid bezitten. Denk maar aan
Engeland en Frankrijk. Wat de pro
ductie betreft moet ik je ook nog dit
zeggen, dat er een eigenaardig verschil
is tusschen de zg. oude en de zg.
nieuwe landen. In de nieuwe" landen,
zooals Chili, Noord-Rhodesia en den
Congo, wordt het koper met veel minder
kosten geproduceerd. De loonen van
de arbeiders spelen daarbij natuurlijk
een belangrijke rol. Daardoor neemt
de productie van die nieuwe landen
naar verhouding voortdurend toe."
Maar wordt er dan zoodoende niet
veel te veel koper geproduceerd?",
waagde ik op te merken, denkende
aan de Braziliaansche koffie, die in
zee , en het Canadeesche graan dat
in de locomotieven gegooid werd.
D'r is een tijd geweest", antwoord
de mijn vriend, dat er inderdaad te
veel koper is voortgebracht. Daardoor
is de prijs gaan dalen. In de jaren
'29 en '30 is het een halve catastrophe
geworden. Maar toen hebben de groot
ste producenten de hoofden bij elkaar
gestoken en, precies zooals voor een
massa andere grondstoffen is geschied,
suiker en rubber bij voorbeeld, een
productie-kartel gevormd. Alleen de
ondernemers uit de Vereenigde Staten
konden niet toetreden: die bleven
buiten het kartel, maar beloofden per
gentlemen's agreement" dat ze niet
teveel koper op de markt zouden
gooien. Trouwens, dat kartel is in
New York gevormd. Dat is in Maart
alweer vier jaar geleden. En nu begrijp
je zeker wel, dat de producenten zich
nauwkeurig aan de afspraak hielden.
Ze weten zelf wel ongeveer wat er aan
koper noodig is op de wereld. Precies
zooveel brengen ze voort, bij wijze van
spreken: geen ton meer en de prijs
blijft op een behoorlijk peil. Worden
de voorraden te klein, en dreigt de
prijs daardoor weer op te kruipen, dan
heffen de heeren van het kartel de
beperkende bepalingen de restric
tie" heet dat even op, en zoodra er
weer voldoende voorraden zijn, grijpen
zij weer in."
Simple comme bonjour", zei ik.
Inderdaad", zei mijn vriend, Je
moet er maar op komen."
En zou je me nu ook aanraden,"
vroeg ik om 'ns wat van die
koperaandeelen te gaan kopen? Een kennis
van een kennis van me heeft dat in
September ook gedaan, toen er haast
oorlog kwam. Anaconda-tjes en
Kennecoths waren het, geloof ik. Man,
die kerel heeft in drie dagen zooveel
verdiend, dat hij er een pracht zeilboot
van kon koopen."
Ik hoop maar dat de verkooper zijn
geld al heeft ontvangen", zei mijn
vriend, en wat je vraag betreft, of
ik je kan aanraden in koper te
speculeeren: ik geef nooit persoonlijke ad
viezen."
Toen zette hij me buiten de deur.
Was DE GROENE
juist uitverkocht
toen U er naar vroeg ?
EEN GOEDE RAAD:
NEEM EEN ABONNEMENT!
PAG. 7 M GROENE Ne. 3219