De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 18 februari pagina 10

18 februari 1939 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Letterkundig leven In memoriam Augusta de Wit Victor E. van Vriesland WIL men zich bezinnen op hetgeen ons land in Augusta de Wit heeft verloren, dan ge voelt men dat het hier waarden betreft, die moeilijk te formuleeren zijn. Zij was een persoonlijkheid, een gestalte; zij was een karakter en een voorbeeld. Maar juist daarom is het bijna niet mogelijk, te doen gevoelen hoe deze, te algemeen klinkende, termen, eerst in haar levende figuur beteekenis en vorm kregen; een betoovering en een kracht, niet te herhalen of te verduidelijken voor wie ze niet onder gaan hebben. Toch laten zij zich ook nu nog be seffen als men zich in haar boeken met overgave verdiept. Het beste deel daarvan zal door den tijd zijn glans niet verliezen. Integendeel, de afstand der jaren zal steeds meer doen inzien, wat ons hier geschonken is. En duizenden zal het treffen, meeslepen, dui zenden zal het vervullen met ontzag, levensliefde, troost en geestkracht, zoolang de Nederlandsche taal gelezen zal worden. Het proza van Augusta de Wit is tegelijk geïn spireerd en beheerscht, tegelijk muzikaal en rhythmisch, tegelijk muzisch bezeten en tot helder be zonken evenwichtigheid verstild. Het is in hooge mate op het waarnemen en intiem kennen eener rijkgeschakeerde, veelomvattende, kleurig zintuig lijke wereld gegrondvest. Maar dank zij de neiging tot wijsgeerige reflexie, welke de schrijfster in hooge mate eigen was, werd het ingetoomd tot de roman tische veredeling eener ingekeerdheid en bezielde zelfverdieping, die boven naturalistische detailzucht en woordkunst verre uitkwamen. Dit heeft de schrijfster tot een van de belangrijkste overgangsfiguren tusschen Tachtig en een volgende generatie gemaakt. Onder haar bizondere eigen schappen zal dan ook in toenemende mate dit ver mogen tot vernieuwing, in de ontwikkeling onzer litteratuurhistorie, onderkend en erkend moeten worden. Men neme opnieuw haar werken ter hand. Men zal dan ervaren, hoe ons hier een verrijking wordt geschonken, welke tot deze volheid rijpen kon door het leven van offerend dienen, dat de schrijfster aan dit werk wijdde. Bij Augusta de Wit zijn de zuivere ontvankelijkheid voor alles wat natuur en van de natuur is, en de verrukte drift naar het opperste spel van het schoone, want ongemeen kernachtig-evocatieve woord, geheel n geworden. Weten en zien blijven ten grondslag liggen aan haar innig dichterlijke visie. Teerheid kon daardoor kracht behouden, vurige vervoering behield wijsheids inzichtigheid, de muzikale bewogenheid blijft samengaan met mystieke levenswijsheid. Zoolang een opkomende generatie nog zuiver het uit eerlijken innerlijken drang geschreven woord OUDE EN NIEUWE KUNST (Adv.) T l KOT l N OEN HAAG - NASSAUPL.EIN e EASTERN ART Permanente tentoonstelling van MODERNE SCHILDERIJEN Joa. Lussenburg Boschweg, Nunspeet KUNSTHANDEL G. f. NIEUWENHUIZEN SEGAAR Anna Paulownastraat 107- Den Haag TENTOONSTELLING Werken van CH. TOOROP Kunsthandel SANTEE LANDWEER van 11 F.bruarl tot 3 Maart 1939 Schilderijen van de Fransche Scnilderes OLGA OLBY Teekeningen van RAFAELE CASTELLO Keizersgracht 463 (Leidsche^raat) Amsterdam in zich vermag op te nemen, zullen boeken als De Godin die wacht", Orpheus in de Dessa", ,,De Wake bij de Brug", ook door de jeugd blijven be wonderd worden. Als gecommitteerde bij eind examens aan een middelbare school frappeerde het mij, dat zeker negen tiende der onderling overi gens zeer verschillende boekenlijsten, door de leer lingen bij vrije keuze als mondelinge examenstof ingediend, Orpheus in de Dessa" bevatte. Groot kunstenaarschap en een groot gemeen schapsgevoel gaan in onze letteren niet zoo vaak samen. Ook hierom, om haar warme menschelijkheid en strijdbaar humanisme, welke haar nimmer tot eenige artistieke concessie noopten, neemt Augusta de Wit een zoo bizondere plaats in. En tevens zijn ten onzent de schrijvers niet talrijk, die doorleefd en sterk Nederlandsch-Indiëin hun wer ken wisten op te roepen. Noemt men Multatuli, Couperus, Jan Prins bij de ouderen, E. du Perron en Bep Vuyk bij de jongeren, dan heeft men de meesten al gehad. Augusta de Wit heeft ook aan onze schaarsche litteratuur over de Oost een on navolgbaar persoonlijk element toegevoegd, het :ne letterkunoi: ranscJie letterkundige Giacomo Antonini LETTERKUNDIGE mémoires zijn dit jaar in Frankrijk in de mode gekomen.1) Schrijvers van verschillenden leeftijd, uit verschillende milieux afkomstig hebben zich bijna tegelijkertijd er toe gezet hun herinneringen aan den tijd toen zij hun intrede deden in de wereld der letteren openbaar te maken. De resultaten zijn natuurlijk nogal uiteenloopend; niet alleen het talent, maar ook de instelling van den auteur tegenover zijn stof speelt hier een groote rol. Er zijn menschen die als zij aan hun verleden denken alles zien in een rose of zacht blauw waas. Dezulken zijn even ongeniet baar als zij die de pen slechts ter hand grijpen om met hun verleden op krasse wijze af te rekenen, beter nog om op papier wraak te nemen voor alles wat zij in het leven hebben moeten slikken, en alles en iedereen zoo duister en leelijk mogelijk voor stellen. Erger nog zijn degenen die als zij over min of meer belangrijke gebeurtenissen van het verleden schrijven, de zaken altijd zoo voorstellen alsof zij het geweest zijn die overal en altijd de belangrijke rol hebben gespeeld en zichzelf dus voortdurend met welbehagen in het middelpunt plaatsen. Men moet op deze en op andere gevaren verdacht zijn bij het lezen van mémoires en dagboeken, maar voor een liefhebber van dit genre, dat dikwijls althans de mogelijkheid biedt een onmiddellijk en persoonlijk contact met een schrijver te krijgen en zich een juisten indruk te vormen van menschen en bewegingen uit een vroegeren tijd, is er in Frankrijk menig goed en aangenaam boek te vinden. Zulk een boek is Gens de Qualité" van Fernand Vandérem, stellig het beste wat deze thans bejaarde schrijver ooit heeft geschreven. Vandérem heeft zichzelf geheel weggecijferd om een reeks portretten te teekenen van vrienden en kennissen uit zijn jeugd: Anatole France, Capus, Hervieu, Mirbeau en anderen. Het is hem gelukt op deze wijze een scherp, ietwat sarcastisch maar zeer levendig beeld te geven van enkele letterkundige milieux uit de jaren 1890, die kenmerkend mogen heeten voor dien tijd. Vandérem wiens romans Charley" en Les Deux Rives" thans vrijwel ver geten zijn, heeft zich plotseling doen kennen als een voortreffelijk portretschilder, een die aan zijn thans ietwat verbleekte modellen relief en nieuw leven heeft weten te geven. Het tegendeel zou ik willen zeggen van Jean Ajalbert en van zijn Mémoires en vrac. Au temps du Symbolisme". Ajalbert die een joviaal man en een aangenaam causeur is, heeft gedurende vijftig jaren journalistiek-letterkundige werkzaamheid de gelegenheid gehad de meest belangwekkende en curieuze figuren der fransche letteren van nabij te kennen. In zijn boek dat zich laat aanbevelen om de talrijke illustraties en portretten, vindt men anecdoten over vrijwel alle belangrijke dichters en schrijvers uit de jaren 1880 tot het einde der eeuw. Maar meer dan anecdoten zijn het niet; Ajalbert spreekt over Mallarmé, Verlaine, Villiers de l'IsleAdam, Henri de Régnier en vele anderen zonder te vermogen hen zelfs een oogenblik levend voor ons op te roepen. Hij tracht vergeefs de atmospheer weer te geven waarin het Symbolisme is ontstaan en heeft gebloeid, hij verliest zich in kleinigheden huiselijk realisme van de meeste harer tijdgenooten door haar poëtisch-romantische visie, welke toch nooit werkelijkheidszin ontbeerde, te boven gaand. Haar geestkracht, haar stijlvermogen, haar mys tiek, verzonken natuurgevoel, zij alle wortelden in de eenheid eener persoonlijkheid, die een groote bekoring uitoefende op al wie haar kenden. Als litterair redacteur van een dagblad, waarin zij ge regeld feuilletons over nieuwe Engelsche en Duitsche boeken bijdroeg (ook in dezen arbeid ont plooide zij haar singuliere begaafdheid) heb ik het voorrecht gehad, lange jaren een contact met haar te onderhouden, dat helaas door haar verblijf buitenslands grootendeels schriftelijk bleef. Dit lang durige contact heeft mijn leven verrijkt en zal mij overgetelijk blijven. Ook ben ik verheugd, in andere functie nog betrokken te zijn geweest bij het ver schijnen van haar laatste, kort voor haar over lijden voltooide novelle in een verzamel-uitgave, welke deze maand het licht zal zien, en waarvan zij nog een exemplaar in handen heeft gehad. Verleden Maandag hebben wij haar in Ooster beek ten grave geleid. Niet meer dan twee, drie letterkundigen; geen toespraken; een stille, zeer eenvoudige plechtigheid. Het was goed zoo, en in overeenstemming met het bescheiden-voorname van haar ingetogen karakter en met de hoogheid van haar geest. memoires en spreekt te veel over zijn eigen niet belangrijke figuur. VEEL beter geschreven is Mes Années d'Apprentissage" van Louis Bertrand, dat weliswaar ver verwijderd is van onze hedendaagsche sensibi liteit, maar dat als een autobiographie den stijl en de atmospheer van zijn jeugd behouden heeft. In Bertrand's boek kan men het portret vinden van een jongeman uit het einde van de vorige eeuw zooals deze zichzelf zag, terwijl de auteur in het neerschrijven van zijn herinneringen de strakke lijn van een roman-verhaal behouden heeft. Dit laatste ontbreekt juist aan Mes Mémoires" van Lucie Delarue-Mardrus, het met al te veel zelfbehagen op schrift gebracht verhaal van het leven van deze mededingster van Colette. Hoe zuiver en belangwekkend Colette is als schrijfster, hoe verheven boven Lucie Delarue-Mardrus voelt men juist bij het lezen van deze autobiographie. Afgezien nog van het zelf behagen en van den duidelijken wensch zichzelf recht te doen wedervaren tegenover gelukkiger en meer begaafde mededingsters hinderen in dit boek de noodelooze uitvoerigheid en de voortdurende her halingen. Hoe moeilijk het is met eenvoud over zichzelven te schrijven bewijst ook Alphonse de Chateaubriant wiens lang verwachte jeugdherinneringen Les Pas ont chanté" onecht en gezwollen aandoen en in niets beantwoorden aan hetgeen men van den auteur van Monsieur de Lourdines" had mogen ver wachten. Geheel ter zijde staat dan Degas, Danse, Dessin" van Paul Valéry waarin de dichter op een zeer eigen wijze een treffend portret van Degas heeft gegeven. Het is niet overdreven op dit boek als op een der besten van Valéry de aandacht te vestigen, en het in dit verband te noemen daar men ook uit deze bladzijden vóór alles een beeld krijgt van een levens wijze en een maatschappij uit het begin dezer eeuw die thans vrijwel geheel verdwenen zijn. Op dit laatste moet men trouwens in verband met al deze boeken den klemtoon leggen, want zij danken ten slotte alle hun ontstaan aan een heimwee naar een jeugd en naar een tijd die voor altijd voorbij zijn. Daarom moet men ook A Voix basse" van Francis Carco en Journal" van Julien Green apart houden; zij hebben een anderen toon en behooren tot een anderen tijd. ') Fernand Vandérem, Gens de Qualité" (Pion Parijs). Jean Ajalbert, Mémoires en Vrac. Au temps du Symbolisme" (Albin Michel Parijs). Louis Bertrand, Mes Années d'Apprentissage" (Fayard Parijs). Lucie Delarue Mardrus, Mes Mémoires (Gallimard Parijs). Alphonse de Chateaubriant, Les Pas ont chant (Grasset Parijs). Paul Valéry, Degas, Danse, Dessin" (Gallimard Parijs). Francis Carco, A Voix basse" (Albin Michel Parijs). Julien Green, Journal" (Pion Parijs). PAG. 10 DE GROENE No. 3110

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl