De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 25 februari pagina 15

25 februari 1939 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

w-York als normale stad n re WAAROM, als men van NewYork spreekt, hoort men bijna alleen van de steenen stad"; de sky-scrapers, de enorme hitte in den zomer; de barre kou in den winter; van Wallstreet", het 'stadsdeel, waar de up's and down's" der beurswereld worden opgeteekend? Van 5th Avenue", Park Avenue", als de buurt waar de rijke Amerikanen wonen. Van Madison Avenue", waar , de mooiste winkels zijn; van het , .jWsldorf-Astoria", het mondaine hotel waar alle groote ontvangsten en banquetten plaats vinden en van al de buiten. sporige Amerikaansche humbug, waar mee de vreemdeling ontvangen wordt I Een d»r Duitsche doctoren, die, om zich te kunnen vestigen, het Engelsche taaiexamen moest doen, kreeg als n der hoofdvragen op: what strikes you first when you come to New-York?" (wat valt u het meeste op?) Zijn antwoord waarvoor hij als inhoud onvoldoende" kreeg, luidde: Welnu, als ik door de straten van New-York ga, dan vind ik het gek, <füt ik . om t« ontbijten, naar een j,Drugstore" (soort apotheek-drogismoet gaan; dat ik om mijn te laten oppersen, in een schoen winkel moet wezen; dat ik mijn schoenen echter op straat moet laten poetsen. Dat een coffeeshop" een lokaal is, waar ik middag- of avond eten krijg. Dat ik, als ik mijn hos tess" naar een kast vraag, naar een closet" moet informeeren en dat ik, als ik een zekere gelegenheid op wil zoeken, bescheiden naar de restingroom" moet vragen. Dat ik, als ik sla wil hebben, die met dressing" wordt aangeboden, (kleur en soort zelf te bepalen),?en dat ik overal, voor ik nog maar iets te eten heb besteld, met een glas ijswater" word over stelpt. Dat was kritiek en dat willen de Amerikanen niet hooren. Mijn antwoord zou hél anders hebben geluid l Niet om hen te vleien, doch uit echte overtuiging I Ik zou als allereerste opmerking hebben gezegd: mij valt het op, dat, niettegenstaande het reuzenverkeer in de stad, er een ongelooflijke orde heerscht. IK was er getuige van hoe twee auto's met een geduchten knal, met de stootstangen tegen elkaar bonsden. Ach, stootstangen zijn er toch voor l De beide chauffeurs en van alle kanten helpende handen, probeerden uit alle macht, onder schertswoorden, die twee auto's van elkaar los te krijgen. Welke Fransche, Duitsche, ik durf zelfs zeggen: welke Hollandsche chauffeur zou niet met schimp en scheldwoorden zijn opge treden, inplaats van nuttig en rustig elkaar te helpen? Mij is het over komen, dat in een volkrijke buurt, bij het oversteken van een straat, een schooljongen mij bijna omverrende, waardoor mijn handtasch een buite ling maakte en nog net gegrepen werd. Ik hoor in gedachte al de Berliner Schnauze" van een Hollandschen jongen bij zoo'n aanran ding I am sorry, did I hurt you?" Reeds de morgengroet, onzichtbaar aan de operator" (welteverstaan de telefoon), you are welcome", klinkt als muziek in de ooren. De afscheids groet in winkel of restaurant, al heeft men maar een nickel" verteerd come back," is opwekkend. En dat is geen uitzondering. Ik heb in al die weken in New-York en verder 't land in, nergens een maaltijd gehad, of de bedienende geest, (die bijna overal uit keurig net gekleede meisjesbediening bestaat), kwam met een ,*ever smiling feature" en vroeg: are you comfortable, hebt u alles wat u noodig hebt, kan ik iets voor u doen? 't Mag een aangeleerde formule zijn, een gewoontegroet, 't doet toch goed na de barschheid die men veelal in Europa vindt. Uitzicht van den toren van het Empire State Building IK heb in New-York een goed ge dirigeerd orkestconcert gehoord, 's avonds, kosteloos, in het groote Metropolitan Museum. Op de trappen en gangen van .het Museum, waar overal door luidsprekers het concert te hooren was, zaten dicht op elkaar, (daar er maar weinig stoelen in de gangen waren) de menschen aan dachtig luisterend, stil ingetogen ge nietend van Beethoven, Mozart, Wagner en Strauss. Na het concert was er gelegenheid voor niets de kunst schatten in het geheele museum te bezichtigen. Ik heb naast een werklooze en een naaistertje gezeten, die mij in de tusschenpauzen vertelden van hun moeizaam leven. De man was des namiddags reeds in een kosteloos concert in Brooklyn" (het andere stadsdeel van New-York ge weest. Voor een nickel" was hij den langen weg naar het Oosten der stad gekomen. Het Metropolitan Museum ligt aan de beroemde 5th Avenue. Hij kon kunst genieten voor een nickel; hij deed het, hij had de pluck" daartoe. Ik vermeld dit, als een bewijs, dat deze stad, die zoo den naam heeft, van oppervlakkig, geesteloos, vol hum bug te zijn, een gewoon sterveling de gelegenheid geeft goede muziek en kunst te genieten voor luttel of geen geld. Welke stad in Europa staat daaraan gelijk? Ten eerste, dat men dit genieten kan, gelijk voor arm en rijk; ten tweede, dat in zulk een stad de arme, arbeidslooze nog de energie en levenslust bezit deze gelegenheden ten volle te genieten. Dat is het, wat mij in New-York opvalt. Dat sprudelnde", opwekkende, wat ik in gén stad ter wereld ooit heb gevonden. Geloof niet, Europeëer, dat ik alleen de lichtzijden van deze groote wereld stad zie en gezien heb. Nee, het pulseerende, werkende leven heb ik ge zien. In de minder gegoede straten, in de negerbuurten, in het zoogenaamde ghetto. Ik heb verkeerd in de kringen der Europeesche geëmigreerden. Ik heb den dobber om het bestaan, den hart slag van het dagelijks leven met al z'n zorgen van nabij leeren kennen. Ik weet, hoe hél, hél moeilijk en zwaar dat leven is, temidden van al dien rijkdom, die grootschheid. Doch ik weet ook, hoe zich die menschen, die niet tot de upper ten" behooren, die niet de Park Avenue, de first rate hotels, de groote theaters enz., be zoeken kunnen, den warmen, oplevenden polsslag voelen, van dit steeds meer opkomende" New-York. Men kan in New-York leven zooals men wil, men kan er sterven zooals men wil. Grootsch en machtig gaat het brui sende, werkende leven verder. A. J. M. Ter gelegenheid van de BOEKENWEEK 1939 Van 25 Februari tot en met 4 Maart in de Bijenkorf Amsterdam. van het werk van JAN POORTENAAR (boeken, illustraties, etsen en schilderwer ken), in het expositie-zaaltje op de derde verdieping van de Bijenkorf. Op deze tentoonstelling zal men een etsdrukmachine van de firma Joh. Ensched & Zn. in werking kunnen zien. De toegang is vrij. Iedere kooper van Nederlandsche boe ken voor een waarde van Fl. 2.50, ontvangt gedurende de Boekenweek 3 Novellen (van Anton Gooien, Augusta de Wit, Johan v. d. Woude) in n fraaie band gebonden TEN GESCHENKE! Boekenafdeeling 2e verdieping Bijenkorf Amsterdam PAG. IS DE GROENE No.3221 l i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl