Historisch Archief 1877-1940
J.eek<
leningen van JLVuöens
Tentoonstelling in Museum-Boymans, Rotterdam
Dr. N. S. Trivas
I F I had a million zou ik zeker teekeningen
gaan verzamelen, en had ik dit besluit niet al
eerder gevat, ik had het na een bezoek aan de
Rubens-Tentoonstelling in het Museum Boymans,
Rotterdam, genomen. Rubens is geen teekenaar
par excellence, zooals bij voorbeeld Dürer, wiens
roem in hoofdzaak op zijn grafisch werk gebaseerd
is. Ook in het oeuvre van Rembrandt spelen de
teekeningen en etsen een veel belangrijker rol dan
bij Rubens. Deze laatste was vooral schilder.
Natuurlijk teekende hij ook. In zijn jeugd, tijdens
de reis naar Italië, maakte hij schetsen naar antieke
kunstwerken en naar de schilderijen |der groote
meesters der Renaissance. Enkele van deze schetsen
zien wij in Rotterdam, onder andere studies naar
Leonardo da Vinci, Michel-Angelo en Correggio (uit
de verzamelingen van het Louvre, Parijs; L.
Burchard, Londen; F. Lugt, Den Haag; Teylers
Museum, Haarlem; enz.). Hoe interessant ook, het
zijn niet deze teekeningen die ons het meest boeien.
Evenmin zijn het de voorstudies voor de gravures
zooals de Julius Caesar" uit het Louvre, de Karl
van Oostenrijk" uit het Prentenkabinet1 te Amster
dam of de door het Antwerpensche Museum
Plantin-Moretus afgestane ontwerpen. Al die stuk
ken mogen meesterlijk uitgevoerd zijn^ ze missen
toch de sterke suggestieve spontaneir^it van de
prachtige naar het leven geteekende modelstudies.
Een van de mooiste onder deze modelstudies is
zonder twijfel het omstreeks 1632 ontstane Portret
van een jonge vrouw" uit de collectie F. Koenigs
(zie afbeelding). Het is een in zwart en roodkrijt met
witte hoogsels uitgevoerde momentopname" van
een volmaakte gracie en bekoorlijkheid, in stijl en
uitvoering haast niet aan n bepaald tijdperk
gebonden. Teekeningen van Raffael, Watteau of
Ingres kunnen niet harmonischer, feilloozer of
bevalliger zijn. Het gelaat en de handen van het
model zijn het meest uitgewerkt, terwijl het haar
en de kleeding met ijlende hand neergeschreven"
lijken. Deze contrasten tusschen de uitgewerkte en
de enkel aangeduide partijen van een schets vormen
het geheim van de aantrekkingskracht, die een
teekening op den toeschouwer uitoefent. Het oog
van den toeschouwer moet hier als het ware het
werk van den kunstenaar voortzetten en dat vol
tooien wat deze gesuggereerd heeft. Dit brengt
mede, dat teekeningen in artistiek opzicht vaak
meer voldoening schenken, dan schilderijen.
ONGEVEER tegelijkertijd met de studie van de
Jonge vrouw" ontstond een andere even
mooie portretstudie, de zwartkrijt-teekening voor
het portret van Rubens' tweede vrouw, Helene
Fourment (Catalogus no. 20, collectie F. Koenigs).
De meester was in die jaren op het hoogtepunt van
zijn roem. Hij werd overstelpt met opdrachten en
liet de uitvoering van de stukken veelal aan zijn
atelier over. Dit atelier was op een uiterst rationeele
wijze georganiseerd. Er waren leerlingen-specia
listen voor het schilderen van dieren, landschappen,
attributen, architectuur, figuren enz. Rubens zelf
maakte in den regel den eersten schets, meestal in
OUDE EN NIEUWE KUNST
(Adv.)
Tl KOT l N
OEN HAAG - NASSAUPL.EIN 6
EASTERN ART
Permanente tentoonstelling van
MODERNE SCHILDERIJEN
Jos. Lussenburg
Boschweg, Nunspeet
KUNSTHANDEL
G. J. NIEUWENHUIZEN SEGAAR
Anna Paulownastraat 107 - Den Haag
TENTOONSTELLING
Werken van CH. TOOROP tot 11 Maart
olieverf op een paneeltje of op een doek. Beviel
dit ontwerp den opdrachtgever en kwam de be
stelling tot stand, dan legde de meester de
onderdeelen van de compositie vast en maakte hiervoor
krijtteekeningen of olieverfschetsen naar de natuur.
De leerlingen moesten deze schetsen in groot
formaat op het schilderij transponeeren. Was het
schilderij zoodoende voltooid, dan gaf de meester
het geheel nog een finishing touch", en klaar was
de Rubens.
Deze geperfectioneerde werkwijze kan de oorzaak
zijn, dat de groote composities van den meester ons
vrijwel koud en onbewogen laten en zelden de aan
trekkingskracht van zijn studies en teekeningen
hebben, die door hem zelf gemaakt, tot het uitvoeren
van de compositie dienden. Hoeveel pakkender zijn
bij voorbeeld de in Rotterdam tentoongestelde
teekeningen voor de zoogenoemde Conversatie van
J offers", vergeleken bij het groote schilderij uit het
Prado ! De hier gereproduceerde teekening Het
jonge paar" is een van de reeks voorstudies voor
deze Conversatie", waarvan vier door het Museum
Fodor, twee door het Louvre en n door de collectie
Koenigs voor de tentoonstelling afgestaan zijn.
In de compositie van deze teekening vinden wij
een merkwaardige analogie met het Joodsche
bruidje" van Rembrandt, dat zeker dertig jaren
later ontstaan mocht zijn. De opzet is vrijwel
dezelfde; alleen is bij Rembrandt de vrouw van
voren en de man van op zij gezien, terwijl Rubens
den man en face en de vrouw en profil teekent.
Maar buiten deze zuiver compositioneele analogie,
welk een kloof tusschen de twee meesterwerken !
Rembrandt worstelt met de stof, met de materie,
met de kleuren, het licht, de idee, en schept een
van de menschelijk diepste kunstwerken. Rubens
zet met makkelijke gratie een plastisch volmaakte
en psychologisch onproblematische compositie op
papier en creëert hier onbewust het genre van de
Fêtes galantes", dat honderd jaar later in Watteau
een onsterfelijken vertolker vond en een geheele
generatie Fransche schilders bevruchtte.
Van boven naar onder:
I. Jeugdig paar. Studie
voor het schilderij ,,Con
versatie van Joffers".
Museum Fodor, Amster
dam.
2. Jong meisje. Studie
voor idem.
Louvre, Parijs.
3. Portet van een jonge
vrouw. Zwart en rood
krijt teekening.
Collectie F. Koenings
PAG. II DE GROENE No. 3222