De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 4 maart pagina 11

4 maart 1939 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

J.eek< leningen van JLVuöens Tentoonstelling in Museum-Boymans, Rotterdam Dr. N. S. Trivas I F I had a million zou ik zeker teekeningen gaan verzamelen, en had ik dit besluit niet al eerder gevat, ik had het na een bezoek aan de Rubens-Tentoonstelling in het Museum Boymans, Rotterdam, genomen. Rubens is geen teekenaar par excellence, zooals bij voorbeeld Dürer, wiens roem in hoofdzaak op zijn grafisch werk gebaseerd is. Ook in het oeuvre van Rembrandt spelen de teekeningen en etsen een veel belangrijker rol dan bij Rubens. Deze laatste was vooral schilder. Natuurlijk teekende hij ook. In zijn jeugd, tijdens de reis naar Italië, maakte hij schetsen naar antieke kunstwerken en naar de schilderijen |der groote meesters der Renaissance. Enkele van deze schetsen zien wij in Rotterdam, onder andere studies naar Leonardo da Vinci, Michel-Angelo en Correggio (uit de verzamelingen van het Louvre, Parijs; L. Burchard, Londen; F. Lugt, Den Haag; Teylers Museum, Haarlem; enz.). Hoe interessant ook, het zijn niet deze teekeningen die ons het meest boeien. Evenmin zijn het de voorstudies voor de gravures zooals de Julius Caesar" uit het Louvre, de Karl van Oostenrijk" uit het Prentenkabinet1 te Amster dam of de door het Antwerpensche Museum Plantin-Moretus afgestane ontwerpen. Al die stuk ken mogen meesterlijk uitgevoerd zijn^ ze missen toch de sterke suggestieve spontaneir^it van de prachtige naar het leven geteekende modelstudies. Een van de mooiste onder deze modelstudies is zonder twijfel het omstreeks 1632 ontstane Portret van een jonge vrouw" uit de collectie F. Koenigs (zie afbeelding). Het is een in zwart en roodkrijt met witte hoogsels uitgevoerde momentopname" van een volmaakte gracie en bekoorlijkheid, in stijl en uitvoering haast niet aan n bepaald tijdperk gebonden. Teekeningen van Raffael, Watteau of Ingres kunnen niet harmonischer, feilloozer of bevalliger zijn. Het gelaat en de handen van het model zijn het meest uitgewerkt, terwijl het haar en de kleeding met ijlende hand neergeschreven" lijken. Deze contrasten tusschen de uitgewerkte en de enkel aangeduide partijen van een schets vormen het geheim van de aantrekkingskracht, die een teekening op den toeschouwer uitoefent. Het oog van den toeschouwer moet hier als het ware het werk van den kunstenaar voortzetten en dat vol tooien wat deze gesuggereerd heeft. Dit brengt mede, dat teekeningen in artistiek opzicht vaak meer voldoening schenken, dan schilderijen. ONGEVEER tegelijkertijd met de studie van de Jonge vrouw" ontstond een andere even mooie portretstudie, de zwartkrijt-teekening voor het portret van Rubens' tweede vrouw, Helene Fourment (Catalogus no. 20, collectie F. Koenigs). De meester was in die jaren op het hoogtepunt van zijn roem. Hij werd overstelpt met opdrachten en liet de uitvoering van de stukken veelal aan zijn atelier over. Dit atelier was op een uiterst rationeele wijze georganiseerd. Er waren leerlingen-specia listen voor het schilderen van dieren, landschappen, attributen, architectuur, figuren enz. Rubens zelf maakte in den regel den eersten schets, meestal in OUDE EN NIEUWE KUNST (Adv.) Tl KOT l N OEN HAAG - NASSAUPL.EIN 6 EASTERN ART Permanente tentoonstelling van MODERNE SCHILDERIJEN Jos. Lussenburg Boschweg, Nunspeet KUNSTHANDEL G. J. NIEUWENHUIZEN SEGAAR Anna Paulownastraat 107 - Den Haag TENTOONSTELLING Werken van CH. TOOROP tot 11 Maart olieverf op een paneeltje of op een doek. Beviel dit ontwerp den opdrachtgever en kwam de be stelling tot stand, dan legde de meester de onderdeelen van de compositie vast en maakte hiervoor krijtteekeningen of olieverfschetsen naar de natuur. De leerlingen moesten deze schetsen in groot formaat op het schilderij transponeeren. Was het schilderij zoodoende voltooid, dan gaf de meester het geheel nog een finishing touch", en klaar was de Rubens. Deze geperfectioneerde werkwijze kan de oorzaak zijn, dat de groote composities van den meester ons vrijwel koud en onbewogen laten en zelden de aan trekkingskracht van zijn studies en teekeningen hebben, die door hem zelf gemaakt, tot het uitvoeren van de compositie dienden. Hoeveel pakkender zijn bij voorbeeld de in Rotterdam tentoongestelde teekeningen voor de zoogenoemde Conversatie van J offers", vergeleken bij het groote schilderij uit het Prado ! De hier gereproduceerde teekening Het jonge paar" is een van de reeks voorstudies voor deze Conversatie", waarvan vier door het Museum Fodor, twee door het Louvre en n door de collectie Koenigs voor de tentoonstelling afgestaan zijn. In de compositie van deze teekening vinden wij een merkwaardige analogie met het Joodsche bruidje" van Rembrandt, dat zeker dertig jaren later ontstaan mocht zijn. De opzet is vrijwel dezelfde; alleen is bij Rembrandt de vrouw van voren en de man van op zij gezien, terwijl Rubens den man en face en de vrouw en profil teekent. Maar buiten deze zuiver compositioneele analogie, welk een kloof tusschen de twee meesterwerken ! Rembrandt worstelt met de stof, met de materie, met de kleuren, het licht, de idee, en schept een van de menschelijk diepste kunstwerken. Rubens zet met makkelijke gratie een plastisch volmaakte en psychologisch onproblematische compositie op papier en creëert hier onbewust het genre van de Fêtes galantes", dat honderd jaar later in Watteau een onsterfelijken vertolker vond en een geheele generatie Fransche schilders bevruchtte. Van boven naar onder: I. Jeugdig paar. Studie voor het schilderij ,,Con versatie van Joffers". Museum Fodor, Amster dam. 2. Jong meisje. Studie voor idem. Louvre, Parijs. 3. Portet van een jonge vrouw. Zwart en rood krijt teekening. Collectie F. Koenings PAG. II DE GROENE No. 3222

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl