De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 4 maart pagina 15

4 maart 1939 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Wetenschap Drukinkt en wetenschap Problemen, die opgelost moeten worden voor de krant gedrukt wordt Dr. Aiidries Voet DRUKINKT is de apostel van den vooruitgang; zijn kansel heet pers", sprak eens Horace Greeley, de stichter van de beroemde New York Tribune". Wie,zooals deze uitgever, de mate van verspreiding van boeken, tijd schriften en kranten als beschavingspeil van een volk beschouwt, vindt in het drukinktverbruik van een natie een directe maat voor haar cultureel peil. Terwijl de techniek van het drukken in de grafische scholen wordt onder wezen en er een menigte boeken en verhandelingen over bestaan, ligt over de drukinktbereiding een waas van ge heimzinnigheid, welke sedert de vroeg ste tijden harer geschiedenis reeds heeft bestaan. Over deze geschiedenis een enkel woord. De oorsprong van den inkt vindt men in het oude China, waar men reeds vele eeuwen voor Christus inkt wist te bereiden uit lampzwart. Verscheidene documenten zijn bekend, waaruit blijkt dat de Chineesche inktbereiders in groot aanzien stonden. Zij oefenden hun be roep uit in groote geheimzinnigheid met behulp van recepten, die van vader op zoon overgingen. Terwijl de inkt eerst uitsluitend als schrijf inkt werd gebruikt, vindt men in de zesde eeuw in China voorbeelden van speciale inkten, gebezigd voor het drukken van houtsneden. In de Westersche wereld, waar de boekdrukkunst in de vijftiende eeuw werd ontdekt, werden de inkten oor spronkelijk door de drukkers zelf ver vaardigd. Pas in de achttiende eeuw vindt men hier en daar specialisten, die zich uitsluitend op de drukinktberei ding toelegden. In den loop der jaren heeft zich hieruit een belangrijke tak van nijverheid ontwikkeld. Terwijl de vervaardiging van schrijfinkten, die voornamelijk bestaan uit waterige oplossingen van ijzergallusverbindingen, reeds generaties lang op vrijwel dezelfde wijze geschiedt (n.l. door het bijeenvoegen van galnotenextract en ijzervitriool) is dit in het geheel niet waar voor drukinkt, welke overigens slechts een deel van den naam met schrijfinkt gemeen heeft. (De Duitscher spreekt dan ook van Druckfarbe" en Schreibfinfe"). De vervaar diging van moderne drukinkten is der mate ingewikkeld en er zijn zooveel technische en wetenschappelijke pro blemen aan verbonden, dat de drukbereiding thans goeddeels onder con trole staat van scheikundigen, die met behulp van hun wetenschappelijk inzicht de oude geheimzinnige recep tuur belangrijk hebben gewijzigd en aangepast aan de veel hoogere eischen, die de huidige drukmethoden tegen over vroegere aan den inkt stellen. MEN onderscheidt, gelijk bekend, drie totaal verschillende druk methoden, nl. hoogdruk, vlakdruk en diepdruk. Bij het hoogdrukproces, de oudste en nog meest gangbare methode, is het beeld hooger dan de achtergrond. Rolt men een hoogdrukvorm in met behulp van een met een inktlaag voorziene rol, dan kunnen alleen de uitstekende deelen inkt aannemen. Bij het drukken wordt de inkt grootendeels aan het papier afgegeven. Bij het vlakdrukproces, een physischchemisch uiterst boeiende werkwijze, maakt men b.v. met behulp van een vettige stift een teekening op een specialen steen of op een geprepareerde metaalplaat, meestal zink. Door een aantal chemische bewerkingen bereikt men, dat het geteekende deel vet-aantrekkend en waterafstootend wordt, terwijl voor de rest van het oppervlak juist het omgekeerde geldt. Rolt men een dergelijke teekening in met een vettigen inkt, tegelijk echter met water bevochtigend, dan bereikt men, dat alleen het geteekende deel inkt aan neemt en bij het drukken een afdruk geeft. Bij het z.g. offsef'-procédé, een vorm van vlakdruk, wordt het beeld eerst op een rubberrol overgedragen en daarna op het papier gebracht. Ten slotte heeft men nog het diepdrukproces. Hierbij bestaan de af te drukken deelen uit een reeks kleine komvormige holtes in een metalen plaat. Brengt men inkt op de plaat, dan worden de holtes ermede gevuld, doch bij het drukken gaat de inkt in het papier over. De oudste en meest gebruikte metho de is het hoogdrukproces, meestal boekdruk genaamd. Men drukt er boeken en vele tijdschriften, kranten en handelsdrukwerk mee. Van het offset-procédémaakt men gebruik voor drukwerken met groote oplagen of voor zeer fraaie kleurendruk. Het diepdrukproces geeft bijzonder mooie resultaten, doch slechts weinigen ma ken van deze speciale techniek gebruik. AL nagelang het drukproces, waar voor de inkt gebezigd moet worden, is de samenstelling verschil lend, hoewel bij den opbouw gemeen schappelijke karaktertrekken te vinden zijn. De drukker stelt als eisch, dat de inkt onder alle omstandigheden een strakke, goed hechtende en snel drogende afdruk op het papier geeft. Dit drogen, een van de moeilijkste problemen van drukinkt, geschiedt bij verschillende soorten geheel verschillend. Inkt voor rotatiepersen, een vorm van hoogdruk met enorme snelheid, bestaat grootendeels uit dunne mine rale olie, roet en een harssoort. Na het drukken dringt de olie door capillaire werking in het papier binnen en laat het roet achter, aan het papier gebonden door hars. Dit proces vindt binnen enkele seconden plaats, doch de overblijvende laag is niet zeer vast gebonden en vertoont geen glans. Bij de veel lijviger illustratie-inkten, waaraan men hoogere eischen stelt, vindt de droging soms ook gedeeltelijk plaats door capillaire werking, doch anderzijds door verharding van de oppervlaktelaag, meestal lijnolie, door luchtoxydatie. Prachtdrukinkten, waaraan de hoog ste eischen worden gesteld, zijn zeer dikke, taaie pasta's, die vrijwel geheel door oxydatie drogen. Daartegenover bestaan diepdrukinkten voornamelijk uit dunne snelverdampende vloei stoffen, meestal koolwaterstoffen, die na het drukken onmiddellijk verdam pen. Hetzelfde geldt van de tegen woordig voor verpakkingsmateriaal zoo geliefde rubber- of anilinedruk, een vorm van hoogdruk, die van een rubberclichéwordt gedrukt en waar van alcohol het voornaamste bestand deel is. Men zou kunnen denken, dat inkten gekleurde vloeistoffen waren. Dit is echter onjuist, daar, mocht er in het eerst een goede afdruk verschijnen, dan zou toch het beeld door diffusie van de vloeistof in het papier vrij spoedig vervagen en zelfs aan de achter zijde van het papier zichtbaar worden. Men gebruikt daarom steeds een z.g. pigment, een fijn verdeelde in het bind middel onoplosbare vaste kleurstof. Het pigment blijft op het papier liggen en wordt hieraan door een deel van het Een van onze groote Neder/ondsche drukpersen bindmiddel gehecht, terwijl een ander deel hiervan in het papier dringt. Bij hoogdruk en vlakdruk gebruikt men van oudsher lijnolie als bind middel. Deze oliesoort, verkregen door het uitpersen van lijnzaad, is een z.g. drogende olie; d. w. z. zij vormt onder opname van zuurstof uit de lucht in dunne lagen harde, vaste films. Door langdurige verhitting van lijnolie op ca. 300 C. ontstaat een strooperige massa, de z.g. lijnolie-standolie, die beter geschikt is voor inktbereiding. Chemisch is dit proces op te vatten als een koppeling van kleinere mole culen tot grootere, dus een z.g. poly merisatie. Men bevordert de droging door een siccatief" toe te voegen; deze bestaat meestal uit een in olie oplosbare verbinding van een metaal als cobalt, lood of mangaan. In den laatsten tijd heeft men lijn olie met succes door andere plant aardige of minerale oliën weten te vervangen, terwijl men naast natuur harsen, op groote schaal synthetische harsen is gaan gebruiken. HET wetenschappelijk onderzoek van drukinkten begint reeds bij de pigmentbereiding, waar men stoffen van een bepaalde kleurnuance en fijn heid en lichtechtheid wil verkrijgen. Men is er in geslaagd pigmenten direct uit het water, waarin ze ontstaan, over te brengen in olie, waardoor men moge lijke veranderingen bij droging en malen kan vermijden. Dit proces is echter nog jong en in Europa weinig bekend. Een ander belangrijk punt is de wetenschappelijk gecontroleerde standoliebereiding, waarbij men de polymerisatie op den voet volgt met een nauwkeurige viscosemeter. Bij den inkt zelf spelen een aantal factoren een rol. Terwijl vroeger de veelal subjectieve waardeering van de verbruikers de eenige norm was, kan men thans dikwijls door objectieve metingen van te voren reeds een oordeel vormen, dat aansluit bij dat van de drukkers. De grondslag hiertoe is ge legd door den vroegeren leider van de befaamde Berlijnsche Ullstein-drukkerij, Dr. J. Bekk, thans sedert enkele jaren hier te lande werkzaam. Zoowel voor de papiercontrole, een voor het drukproces zeer belangrijke factor, alsook voor het drukinktenonderzoek heeft Bekk een aantal uiterst ingeni euze toestellen geconstrueerd, die het wetenschappelijk onderzoek van drukproblemen in de hand hebben gewerkt. Het groote belang van wetenschappe lijke voorlichting voor de grafische bedrijven heeft men reeds lang inge zien. In onze nabuurlanden heeft men officiëele en semi-officiëele instellingen, waar men problemen van drukinkt, papier en pers volgens wetenschappe lijke methoden onderzoekt. Het is verheugend, dat de plannen tot het stichten van een dergelijk instituut in Nederland door belanghebbende particulieren (groote drukkerijen, pa pierfabrikanten, inktfabrikanten) in samenwerking met de semi-officieele Nijverheidsorganisatie voor Toege past Natuurwetenschappelijk Onder zoek", reeds in een vergevorderd stadium zijn. Het Instituut voor Grafische Techniek", dat naar alle waarschijnlijkheid in samenwerking met de Amsterdamsche Grafische School zal worden opgericht, zal echter, door financiëele oorzaken, zeer beschei den worden ingericht. Men zal zich wat het physisch-chemisch deel betreft, voorloopig moeten beperken tot het inroepen van de overigens loyaal toe gezegde medewerking van bestaande particuliere- en rijks-laboratoria. Als zoodanig kan de instelling reeds zeer nuttig werk verrichten door onbevoor oordeeld proefnemingen te doen, welke in de bedrijven meestal niet mogelijk zijn. Als het instituut, later mede door de verhoogde belangstelling, ook in staat zal zijn, een eigen laboratorium in te richten, zal het zonder twijfel nog beter in een groote behoefte kunnen voorzien, daar men allerwege gevoelt, dat de grootendeels subjectieve normen van de huidige drukkers het zullen moeten afleggen tegen het objectief wetenschappelijk onderzoek. GR1EPENKOU Dan rug en borst flink met Dampo inwrijven en Dampo diep inademen. Wonderlijk zooals dat helptl Dooi 30 et. Tub. 40 et. Pot 50 et. PAG. 15 DE GROENE No. 3222

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl