De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 11 maart pagina 3

11 maart 1939 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE G R O E N E A M S T E R D A M M E R OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd. 11 MAART 1939 De vlucht uit de A^erantwoordelijkheid A1 LLEEN wie verantwoordelijkheid draagt, is werkelijk mensch". Dat was het dogma, waarbij alle vooruitstrevende opvoed- en staatkunde der laatste eeuw geleefd heeft. Een slaaf heeft geen verantwoordelijkheid in stricten zin al zal juist hij vaak ter verantwoording worden ge roepen ; een kind niet; een zielszieke niet. Het zoo theoretische debat der eeuwen om den vrijen wil vindt zijn praktische oorsprong en toepassing in het recht van toerekening, in den plicht van reken schap geven, kortom in verantwoordelijkheid. Menschen, groot gebracht bij de beginselen der humanistische beschaving, meenen ook meestal, dat iedereen naar verantwoordelijkheid snakt omdat hij toch een volwaardig mensch zal willen zijn. Welke zijn de gronden voor deze verwachting? Vooreerst, dat wie verantwoordelijkheid draagt, macht krijgt toebedeeld. Op eigen houtje iets mogen uitknobelen, plannen maken en ten uitvoer leggen, leiding geven, en dus op veelzijdige wijze de beste geestesgaven in beweging zetten dat i's ook althans voor een geestelijk begaafd mensch ! bevrediging van levensverlangen. Ten tweede: die macht is ons door een ander toe-vertrouwd. Indien wij ons nu met die ander verbonden voelen in ge negenheid, of hem gezag toekennen, dan zal het door dien mensch verantwoordelijk gesteld worden, ons verheugen als een blijk van vertrouwen. En, zoo weinig de lof van willekeurlingen ons wat zegt, zoo veel het vertrouwen van meesters en voorbeelden en vrienden. Met eenige zelfkennis ontdekken wij dan voorts een derde grond van het verlangen naar verantwoordelijkheid: zij verleent ons gewichtig heid. Daarnaast vierde grond een onafhan kelijkheid van bewegen, die ons ontslaat van ge hoorzaamheid en aanpassing aan ongewilde com mando's. Men behoeft dus in 't geheel geen flauwe idealist te zijn, om te verwachten, dat menschen op ver antwoordelijkheid gesteld zullen zijn. Want inder daad is zij hetzelfde als de vrije ontplooiing van wil en vernuft, van talent en karakter, dus van de sterkste krachten onzer Menschelijkheid. WAAROM dan vluchten? Omdat het kan zijn, dat ons een taak wordt opgedragen, die te zwaar is voor onze krachten. Liggen nu maximum van kracht en minimum van succes nog dicht bij elkaar, dan zal men het aan durven. Heeft men ervaring en zelfkennis gekregen, en liggen taak en krachten vér uiteen, dan zal een zuiver oordeelend mensch weigeren, die en die bepaalde verantwoordelijkheid op zich te nemen uit verantwoordelijkheidsbesef. Bedenkt men nu, dat wij in een maatschappij.en cujtuurordft leven, die buitengewoon samengesteld en ondoorzichtig zijn, dan begrijpt 'men ook meteen, dat juist bij de hiet-naïeve, niét zelfoverschattende menschen, een zekere schroom vóór het op zich nemen van verant woordelijkheid moet ontstaan: Men kan niet als plicht aanvaarden, wat een gok is ! Daar komt een tweede ding bij: wie verantwoorde lijkheid op zich neemt, stelt zich bloot aan kritiek. En nu is de maatschappij niet een gezellig onder onsje van vertrouwde vrienden maar een ge drongen samenleving, waar des eenen dood des anderen brood is. Vandaar vinnige bestrijding, zelfs van geslaagd werk, want de bestrijding kan bekend maken, en u de volgende kans inbrengen ! Daarbij komt verder de afkeer van den gemiddelden mensch van doortastende maatregelen, grootschen opzet, geniale begaafdheid. Het is een zwak punt in de democratische samenleving, dat zij zich nogal eens te buiten gaat aan wat een Fransch schrijver ge noemd heeft Ie culte de Pincompétence". De voorN.v. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN D« Directie: Mr J, F. VERSTEEVEN?Mr. H. G. VAN EVERDINGEN Prof. Dr. L. ?. van Holk beelden, die de geschiedenis aan de hand doet, zijn talrijk. En wie, die een kerel is, laat zich al die onnoozele kritiek op beleid welgevallen ? Niet, dat het in een despotisch bestuurde samen leving heel veel anders is, overigens ! Ook daar zijn zondebokken noodig. Ook daar steken stormen op van luim en gril. In volstrekten zin is daar maar n echt verantwoordelijke. Gaat er dan ergens iets fout, dan wordt de schuld van bovenaf naar den plaatselijken machthebber weggeschoven. En eventueele, al te lastige kritiek wordt, liefst letterlijk, neergeslagen. Wat dan juist op den duur, naarmate die politiek van neerslaan meer indruk maakt, een mentaliteit kweekt, volkomen ongeschikt voor het opnemen van verantwoordelijkheid, namelijk: angst voor straf. Hoe het ook zij, de vrees voor ongerecht vaardigde kritiek is de tweede oorzaak voor de vlucht uit de verantwoordelijkheid. Over den derden grond kan ik kort zijn: er zijn meer 'menschen dan de optimisten onder ons willen gelooven, die niet lastig gevallen willen worden; die alleen maar dienstbaren zijn, of gemakzuchtigen, of sloome halzen, die niet leven kunnen noch willen, doch enkel maar bestaan. DE vierde en zwaarste grond is, wat ik maar kortweg zal noemen: het ongeloof in de zedelijke wereldorde; of: de afkeer van mensch te moeten zijn. Verantwoordelijkheid toch sluit in, dat iemand ons ondervraagt en dat met récht doet; waarop wij dan antwoord behooren te geven. Ver antwoordelijkheid is niet slechts een eigenschap aan den afzonderlijken mensch toegekend, maar is een verhouding tusschen menschen, die gegrond is in de geestelijke eigenaardigheid van den mensen; ten slotte in een geloof, dat de mensch bestemd" is tot zelfstandigheid, wijsheid, louterheid van karakter. Hij moet kunnen organiseeren, scheppen, leiden ten bate van het geheel. Hij moet kunnen onderzoeken, ontleden, toepassen ten bate van het geheel. Hij moet zijn vreugde leeren vinden in de toewijding aan de menschheid in haar geheel. Dat is in den vollen zin des woords: aansprakelijk heid. Maar dat vooronderstelt, dat er iemand is, die ons aanspreekt. Hoe zal een ongeloovig mensch, voor wien zedelijke idealen en humanistische be ginselen óf leege frazén, f dekmantels van eigen belang zijn, ooit voor verantwoordelijkheid kunnen opkomen, en zich daar druk om maken ? Ik beweer niet, dat het daaraan tegengesteld geloof beslist het geloof in een persoonlijk God behoeft te zijn. Het kan ook het geloof zijn in de zedelijke wereld orde, d.w.z. het geloof, dat de edelste aspiraties, waartoe een mensch in staat is, niet een spel van dichtende wenschdroomen zijn, maar een werkelijk heid, die beantwoordt ;aan de kosmische werkelijk heid zelve. Verantwoordelijkheid erkennen is ten diepste: zich gebonden erkennen aan zedelijke normen, aan een ideaal van menschelijkheid, dat ook in de toevallig u opgedragen taak tot ver werkelijking behoort te worden gebracht. Maar dat is het mi'juist ! Dat w i l niet iedereen. Groot is het aantal menschen, dat geen mensch wil zijn in dezen hoogen en strengen zin. HET behoort tot djejrèléest teleurstellende trekken van den menscïi ^dezer eeuw, dat hij, levend van een erfenis van het edelste geestelijke gehalte, toch maar liever niet gelooft in het menschenslag, dat hem dat vermogen bij elkaar verdiend en na gelaten heeft. Profitewea»«njnteren zonder nieuwe verdienste dat is de genotzuchtige, ongeloovige, afschuwelijk kleinmenschelijke wortel van de vlucht uit de verantwoordelijkheid, zooals wij die zoo vaak zien in onzen tijd. In de dreun =yaa een marschtempo meeloopen, stom gehoorzamen aan gebralde bevelen, de rustige bezonnenheid van een klaar oordeel verdrinken in een roes van pathologische waarheidsverdraaiïngen dat is het geneesmiddel, dat allen leeren lief hebben, die geen mensch meer willen zijn. En natuurlijk keert zich hun haat tegen hen, die in hun extatische onverantwoordelijkheid de nuchtere toon van de blijvende, heilige gebondenheid van den mensch aan de zedelijke wereldorde doen hooren. Gaat het om geestelijke herbewapening? Zeer juist. De eerste daad zal dan moeten zijn: her aanvaarding van de plicht tot mensch zijn, met alle verantwoordelijkheid, die dat insluit. Het alternatief DE staatkundige machine is bij onze Zuiderburen danig vastgeloopen. Sinds het aftreden van den heer Van Zeeland konden de verschillende kabinetten slechts met kunst en vliegwerk op de been gehouden worden. Zij ontleenden hun bestaansrecht niet aan hun eensgezindheid en drijvende kracht. Zij bestonden omdat hun opvolgers nog wankeler zouden staan. De politiek van het klein ste kwaad werd tot het uiterste doorgevoerd, en leidde tot ver warrende combinaties waarbij socialistische ministers zich moesten neerleggen bij liberale maatregelen en Franschgezinde liberalen besluiten moesten dek ken die de autonomie van Vlaan deren bevorderden. Sinds enkele weken hebben de tegenstellingen zich dermate toe gespitst dat niet slechts de vorming van een krachtig ministerie, maar zelfs die van een willekeurig ministerie onmogelijk is geworden. In de politiek teekenden zich sociale tegenstellingen niet minder fel af dan tegenstellingen tusschen de beide nationaliteiten die Belgi vormen. De verdeeldheid heerscht niet slechts tusschen, maar ook in de partijen. De sociaal-demo cratische Belgische Werklieden Partij lijdt er niet minder onder dan de fascistische beweging van Léon Degrellé. Min of meer ten einde raad heeft men nu tot het houden van algemeene verkiezingen besloten waarvan slechts weinigen een bruikbaar resultaat verwachten. Koning Leopold III heeft den verkiezingsstrijd ingeluid met een bittere brief aan zijn eersten minister die een aaneenschakeling is van klachten over de wijze waarop de Belgische politieke partijen het democratische erfdeel beheerd hebben. Het verdient de aandacht dat de koning bij zijn critiek niet uitgaat van een aan de democratie vijandige zienswijze, doch haar integendeel op de demo cratische gedachte baseert. Dat feit heeft te meer recht op belangstelling omdat openlijk- en verkapt-fascistische bladen in ons land duidelijk en consequent pogen de politieke verdeeldheidwaaraan Belgiëten prooi is, uit te buiten tegen de democratie. Men zou zich om deze ondergravingstactiek niet behoeven te bekom meren, wanneer er niet naar wij vreezen onder de demo craten in ons land sommigen waren die door de Belgische ge beurtenissen zijn gaan twijfelen aan hun ofWÉMuiging. De gedachte aan een milde persoonlijke dicta tuur des konings schijnt menigeen aan te lokkend Laten wij op den voorgrond stellen dat wij den ernst van de Belgische situaties niet onder schatten en dat wij hopen dat men op democratische wijze een democratische oplossing kan vin den. Wij hopen dat vooral, omdat wij ervan overtuigd zijn dat het totalitairisme door een eigen inner lijke wetmatigheid wordt geken merkt, waarbij de dwang van het stelsel zelfs tegen den wil in van sommige leidende personen, ge durig toeneemt. Men vergelijke daartoe slechts het huidige Duitschland met het Duitschland van 1933. Onderdrukking en ver-collectiviseering der per soonlijkheid is het uiteindelijk alternatief van een oplossing in democratischen zin. Het lijkt ons niet ondienstig, dat de democraten, hier en elders, dit pv^d^ipken bij de huidige Belgische moeilijkheden. PAG. 3 DE GROENE No. 3223

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl