De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 11 maart pagina 5

11 maart 1939 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

z ij d e van M n c h e n Oost-Europa veroveren? bij de economische penetratie zou blijven, op de Duitsche aanbiedingen zijn ingegaan. Dat raadsel wordt echter grootendeels verklaard, wanneer men de methodes nagaat waarmee Duitschland zijn handelsrelaties heeft uitgebreid , methodes die in wezen verbluffend eenvoudig waren, maar in uitwerking zoo geraffineerd, dat de democratische regeeringen vijf jaren noodig hebben ^el-.ad om ze te doorgronden. Duitschland is begonnen met exLra hooge prijzen te betalen voor de landbouwproducten uit Centraalen Zuidoost-Europa, soms een derde hooger dan normaal. De Roemeensche en Hongaarsche koren exporteurs, de Zuidslavische houthandelaars, de Grieksche, Boelgaarsche en Turksche tabaksprodu centen zij kregen nergens mér betaald dan te Berlijn. Dus verkochten zij. Veel en met graagte. Echter: zij kregen geen geld uitbetaald, want het vrije betalingsverkeer met Duitschland behoorde tot het verleden. Alle posten passeerden het Duit sche clearing-instituut. Griekenland bij voorbeeld had na enkele jaren voor de geleverde tabak enorme vorderingen op Duitschland. Goed," zei Schacht, ,,we willen ze wel betalen, maar uitsluitend wanneer jullie zooveel van ons koopt dat de handelsbalans in evenwicht is." Uitstekend," antwoordde de Grieksche regeering, lever ons dan maar tractoren voor den landbouw." Dat zal helaas niet gaan," zei Schacht, die tractoren verkoopen we liever naar Engeland, om ponden in ons bezit te krijgen." Maar wat moeten we dan koopen om het geld voor onze geleverde tabak te krijgen?", riep de wanhopige Grieksche regeering. Koop mondorgels" adviseerde Schacht. En de Grieksche regeering kocht mondorgels. Bij honderdduizenden. En naarmate ze mondorgels kocht, kreeg ze de geleverde tabak betaald. Ge houdt dat voor een grapje ? Het is bittere waar heid. En Griekenland is niet het eenige land ge weest dat zich om zijn vorderingen betaald te krijgen, volgepropt heeft met dergelijke producten. Op precies dezelfde wijze heeft Zuidslaviëenorme hoeveelheden aspirine gekocht en Roemeniëgoe derentreinen vol type-machines, hoewel zooals een Amerikaan heeft opgemerkt in het laatste land de kantoormeisjes en in het eerste de hoofdpijn lijders ontbraken. De geraffineerdste Duitsche methode bestond in het toestaan van langdurige credieten. Een voor beeld moge dat verduidelijken. Een Roemeensche fabriek heeft nieuwe machines noodig. De fabri kant kan Duitsche en Engelsche koopen. De Engelsche moet hij binnen zes maanden betalen, de Duitsche pas over tien jaar. Hij kiest natuurlijk de Duitsche machines. Ergo: de Duitsche export stijgt met een bepaald bedrag. Voor dat bedrag koopt de Duitsche regeering Roemeensch graan. De Roe meensche boeren dringen op betaling aan. 't Spijt ons wel," zegt Berlijn, we betalen pas over tien jaar...." Wat is het gevolg? Dat de Roemeensche regeering .teneinde een verpauperiseering van den boerenstand te verhinderen, de vorderingen op Duitschland overneemt tegen bijna het volle be drag, Hetgeen beteekent dat zij zelf de uitbreiding van den Duitschen export financiert! Zoo wordt de Balkan veroverd. Duitschland bouwt fabrieken, wegen en kanalen Het is onjuist om te veronderstellen dat Duitsch land niets anders doet dan waren afzetten aan de Centraal- en Zuidoost-Europeesche landen. Hun geheele productiewijze wordt langzaam maar zeker gerevolutioneerd. Hun bodemrijkdommen zijn nauwelijks afgeroomd, hun economische structuur is de structuur van min-of-meer achterlijke agra rische volkeren. Drie-kwart van de Balkan-bevol king bestaat uit boeren. Arme boeren. Vier jaar geleden is in Roemeniëeen overzicht verschenen van honderd-vijftig-duizend willekeurige boeren bedrijven. Daaruit bleek dat n derde der boeren koeien noch trekdieren bezat, de helft schapen noch zwijnen. In groote gedeelten des lands werd nog met mest gestookt. Kunstmest is er onbekend, lucifers gelden veelal nog als een luxe. Een aanzienlijk deel van de bevolking leeft dan ook voortdurend op den rand van den hongersnood. Wat Duitschland doet, is: den Balkan moderniseeren. Deze achterlijke, agrarische staten zullen na verloop van jaren in geforceerd tempo geworden zijn tot industrieele .mogendheden. Daartoe rijzen Roemeensch petro/eumve/d boortorens, hoogovens en fabrieken als padde stoelen uit den grond. Daartoe wordt het spoorwegen net uitgebreid. Daartoe worden plannen ontworpen voor autostrada's van duizenden kilometer lengte. Daartoe wordt het kanalenstelsel uitgebreid. Door middel van het Rijn-Main-Donau-kanaal, het ElbeDonau-kanaal en het Oder-Donau-kanaal zijn er straks drie rechtstreeksche verbindingen tusschen de Zwarte Zee en de Noord- en Oostzee. Het is een Duitsch syndicaat dat in Roemeniëeen kanaal aan legt, om den moeilijk-bevaarbaren Donau-mond af te snijden. Binnen afzienbaren tijd zullen de grond stoffen die de Balkan-staten kunnen leveren, in nog grootere mate naar Duitschland worden vervoerd, en voeren Duitsche schepen alle waren die Roemeni noodig heeft, aan n stuk door van Hamburg naar Constanza. Immers, wil Duitschland den geheelen export der Balkan-staten naar zich toe halen, dan zal het ook voor hun geheelen import zorg moeten dragen. Duitschland zou aldus het entrepot" kunnen worden voor den Balkan en Centraal-Europa. Dat met de economische penetratie een politieke ver bonden is, staat wel vast. Soms zelfs een militaire. Het is in Sofia gebeurd dat een Duitsche firma zeer belangrijke opdrachten kreeg van den dienst der publieke werken. Het duurde eenigen tijd voor men bemerkte dat de Duitsche ingenieurs niet slechts voor de uitvoering van hun plannen maar ook voor de strategische punten uit de omgeving groote be langstelling koesterden.... Is de Balkan weerloos? De vraag rijst: is de Balkan weerloos tegen deze Duitsche expansie ? Worden deze landen met fatale noodzaak gedwongen, zich aan Duitschland over te leveren ? Fatale noodzaak kent de historie niet. Toch mogen wij de oogen niet sluiten voor het feit dat wij met groote waarschijnlijkheid rekenen moeten op een groeienden Duitschen invloed in de genoemde landen gedurende de eerstvolgende jaren. Niet dat de regeeringen te Praag, Boedapest, Belgrado, Boe karest en Sofia zich willen onderwerpen! Maar tegen de macht van het Derde Rijk, tegen dezen ontzaglijken geindustrialiseerden staat met zijn tachtig millioen inwoners, kunnen zij niet op. Daar komt bij dat in geen van de Centraal- en ZuidoostEuropeesche Staten een gesloten anti-Duitsch front bestaat. Voor zoover zij niet grootgrondbezitters zijn, zijn de agrariërs op de hand van het goed-betalende Duitschland. Hoezeer daardoor de kracht van een staat kan worden uitgehold, hebben wij vorig jaar gezien toen Tsjecho-Slowakije nog Tsjechoslowakije was. De positie van Duitschland is ook daarom zoo sterk omdat in al deze staten nationale minder heden leven, die het met geld en goede woorden kan winnen. In Polen leven n millioen ontevreden Duitschers en acht millioen ontevreden Oekraïners; in Roemeniëleven anderhalf millioen ontevreden Hongaren, n-en-een-derde millioen ontevreden Oekraïners, n millioen ontevreden Duitschers en een half millioen ontevreden Boelgaren. In ZuidSlavië, een ware figuurzaag-staat", wonen Katholie ke Slovenen en Kroaten naast Mohammedaansche, Katholieke en Grieksch-Katholieke Serven, Albanen, Montenegrijnen, Macedoniërs en Boelgaren. Hoe eenvoudig is het voor de Duitsche regeering om, gebruik makend van de nationale aspiraties, de verschillende staten tegen elkaar uit te spelen. Het droevig lot van het uiteengerukte TsjechoSlowakije is een waarschuwing geweest voor Polen, voor Roemeniëen voor Zuid-Slavië. Voor recht streeksche annexatie zijn deze landen niet bevreesd. Tsjecho-Slowakije is ook niet geannexeerd. Toch is het woord van Duitschland er wet. Voorloopig zien wij dan ook niet de mogelijkheid van doeltreffend verzet tegen de Duitsche expansie. Van Frankrijk en Engeland hebben de Balkan staten wel eenigen economischen steun te verwachten maar slechts weinig politieken, en zeker geen mili tairen. In Italiëkunnen zij op den duur een jaloerschen rivaal van het Derde Rijk vinden. Ten deele hangt dit af van de successen die Mussolini in NoordAfrika zal behalen. Neen de werkelijke gevaren voor Duitschland op den Balkan zien wij niet zoozeer ontstaan buiten als wel in den Balkan zélf. Het nationale gevoel van de volkeren die daar wonen, is door lijden en ont bering, door eeuwen van onderdrukking en strijd sterk ontwikkeld. Zij zullen geen blijvende overheersching door Duitschland dulden. Zijn zij thans nog onmachtig, zich tegen den sterken tegenstander te verzetten, het zal straks, wanneer hun economi sche ontwikkeling met zeven-mijls-Iaarzen is voort geschreden, anders zijn. Dat Duitschland deze ontwikkeling nu bevordert, geschiedt niet uit altruïsme, maar uit eigenbelang. Echter, dezelfde middelen waarmee Duitschland thans zijn macht in deze streken bevestigt, zullen op den duur middelen blijken te zijn waarmee het zijn macht heeft onder graven. De Fransche staatsman Turgot heeft eens koloniën vergeleken met vruchten: als ze rijp zijn, vallen ze af". De Duitsche regeering maakt Centraal- en Zuidoost Europa tot een economische en politieke broeikas. Hït rijpingsproces zal er des te sneller door zijn. Men zal het, trots de kinderlijke fantasieën over een duizendjarig Rijk niet met eeuwen, doch met decennia moeten meten. PAG. S DE GROENE No. 3223

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl