De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 25 maart pagina 12

25 maart 1939 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

(V. rouwen en vrouwenleven Die moeilijke puberteitsjaren . . .. IN een vorig artikel heb ik er op gewezen, dat wanneer de psychische stormen der puberteitsjaren achter den rug zijn, men geen wijziging in den intelligentiegraad der kinderen heeft te verwachten. Wel is dit het geval met hun houding en gedragingen. Hoe die zullen zijn, hangt ten nauw ste samen met de wijze waarop de kinderen in hun moeilijke jaren door de ouderen waarmee zij direct te maken hebben, zijn behandeld. En hierbij komt het allereerst in aanmerking de houding die hun ouders tegenover hen hebben aangenomen. En om die inderdaad zoo moeilijk te bepalen houding te vinden, is het noodig eenig begrip te hebben van hetgeen er in het kind in de overgangs jaren omgaat, van wat er eigenlijk met hem gaande is. Ten tweede moet men zich daarbij goed duidelijk maken, dat ieder kind die periode, welke voor hem zelf het moeilijkst is, moet door maken. En ten derde moet men er steeds aan vasthouden, dat deze periode voorbijgaand is en dat alles na eenige jaren weer volkomen in orde komt, wanneer de ouders er zich maar van onthouden om door een al te groote heersch- en bedilzucht hun invloed en vertrouwen te verliezen. En wat heeft er nu in die moeilijke overgangsjaren met de kinderen plaats ? IN de jaren van 13 tot 16 beginnen de kinderen tegenover zichzelf en de wereld die hen omringt, bewust stelling te nemen. De overgangsjaren hebben deze groote beteekenis dat het min of meer kritiekloos aanvaarden van zichzelf en de wereld een einde gaat nemen. Er heeft bij het kind een physieke omwenteling plaats, die zich uit in gevoelens en spanningen waarmee het vaak geen raad weet, en parallel daar mee voltrekt zich een anders worden van zijn geestelijke gesteldheid. Het gaat tegenover de wereld en de vol wassenen, voornamelijk tegenover die uit zijn directe omgeving, afstand nemen, het gaat zonder dat het er iets aan doen kan, oordeelen en kritiek uitoefenen en hiermee is aan de kin derlijke rust, onbevangenheid en ver trouwen een eind gekomen. Het kind komt plotseling voor pro blemen te staan, die het veelal niet begrijpt; het begrijpt zichzelf niet, maar evenmin de volwassenen uit eigen omgeving. In zichzelf neemt het waar een grooten afstand tusschen willen en kunnen, maar ook de volwassenen blijven, kritisch bezien, verre beneden het ideaal dat het er zich oorspronkelijk van had gevormd. In den grond van de zaak voelt het zich teleurgesteld en het krijgt neiging zich van zijn om geving los te maken en zich aan te sluiten bij vrienden, die in elk geval iets van hem begrijpen, omdat ze dichter bij hem staan. Grootdoenerij en ruwheid geven voor een oogenblik wat afleiding van de problemen, waarvoor het kind straks, wanneer het weer alleen is, wordt gesteld. Gevoelens van minderwaardigheid die in de puberteitsjaren sterk overheerschen, verwekken vanzelf de nei ging tot vereffening en schadeloos stelling. Wees er verzekerd van dat brutaliteit, onaandoenlijkheid, onver schilligheid en ruwheid middelen zijn die aangewend worden om innerlijke onvrede te moskeeren. Om te weten welke houding men in deze rnoailijke periode tegenover de kinderen heeft aan te nemen i's het noodig zich steeds voor oogen te houden dat die uitingen van brutaliteit en kop pigheid nooit persoonlijk bedoeld zijn. Ze zijn niet anders dan ontlading van kwellende gevoelens en het ligt voor de hand dat de personen in de directe omgeving daar het meest van te verduren hebben. MAAR de vraag is nu, wat te doen? En ik geloof dat het beste is om vooral niet te veel te doen. Zijn de kinderen moeilijk te benaderen, houdt dan een oogje in 't zeil, maar op een afstand. Dringt u niet te veel op, want dat geeft meestal wrijving en een on aangename stemming. Doen ze wat aan krachtsvertoon en zijn ze wat scherp in hun kritiek, kleineer ze niet te veel. Want wat de kinderen in den overgangstijd vooral op hun ouders tegen hebben, dat is, dat zij door hen nog te veel als kinderen beschouwd worden en niet voor vol worden aangezien. Ze hebben het gevoel dat ze bezig zijn daar boven uit te groeien en willen dat graag door hun ouders erkend zien. De onderschattende, vaak minach tende houding der volwassenen leidt van zelf tot daden van krampachtige zelfhandhaving. Wanneer het noodig is, dat uw wil moet worden doorgezet, laat het dan vooral niet den schijn hebben van een willekeurige machtsuiting, maar omdat de orde der dingen dat zoo eischt. Zijn uw kinderen een tijdje niet van u gediend, laat ze wat betijen, ze komen vanzelf wel weer tot u terug. Dit alles zal u gemakkelijker vallen wanneer u u maar steeds voor oogen houdt dat het hier gaat om een ont wikkelingsstadium dat ieder kind moet doormaken. Het is misschien wel het belangrijk ste ontwikkelingsstadium in 's menschen leven. Zooiets als een tweede geboorte. Het is een innerlijke worste ling om de ontdekking van het ik en het langzamerhand ontstaan van een levensplan. De eenige methode van opvoeden in deze jaren is omhoog-heff end begrijpen. Hiervoor is van den kant der ouders inzicht noodig omtrent hetgeen in de puberteitsjaren met de kinderen gaande is, en bereidheid om hier op de juiste wijze te helpen. Hierbij moet men zichzelf weten weg te cijferen en zich er toe zetten om geduldig te wachten totdat de stormen zijn uitgewoed. Wat er dan voor den dag treedt, valt meestal wel mee en gij zult zien, dat ge u onnoodig hebt ongerust gemaakt. Hoedt u in ieder geval voor scherpe conflicten, die een blijvende verwijdering zouden kunnen teweeg brengen. Na de puberteit moeten de kinderen weer met hun problemen bij u komen. Dr. F. GUIDE Het pakje JA kind", zei mijn tante hél vroe ger: Geniet nog maar een beetje van het leven, later krijg je je pakje wel te dragen." Mijn tante was een van de gezelligste menschen die ik mij uit mijn jeugd herinner en ze zei het altijd zoo opge wekt dat het pakje weinig schrikaanjagends voor mij had. Als je er zóó bij gedijde kon het onmogelijk erg zwaar zijn. Maar de jeugd is gelukkig zorge loos en mijn tante had alweer gelijk (dat hebben tantes helaas altijd). Op een morgen wordt je wakker en het pakje i's er. Hoe het er gekomen is weet je niet, maar het ligt achter je toilettaf el of op je waschtafel en als het oogen had zou het je loerend aan kijken. Je zucht en je denkt: Ik wist immers dat het komen zou ? Vooruit dan maar," of iets dergelijks toepasselijks. Om je zelf moed in te spreken denk je aan de blozende wangen van je weldoorvoede tante en je neemt het op, het pakje, al de zorgen en lasten die nu eenmaal hooren bij dat ondoor grondelijke iets dat ,,je leven" heet. Iedereen doet het, op alle gezichten staat het geschreven, in een diepen rim pel of een vermoeiden mond of een paar melancolieke oogen. Dat komt van het pakje" denk je dan. Soms wordt het een pak, een bijna niet te dragen aaneenschakeling van groote en kleine zorgen, en dan ga je, om het zoo maar eens te zeggen, bij de pakken neer zitten. Hetgeen dom is, want ten slotte moet je toch weer opstaan en verder. Je ziet menschen om je heen die veel hebben wat je zelf moet ontberen, en je denkt dat een goed gevulde porte feuille en een giro-nummer het pakje toch wel tot een minimum reduceert. Je vergeet heelemaal dat het pakje toch altijd een pakje blijft, ook al is er dan een mooi zijden lint omheen ge strikt. Er komen oogenblikken waarin je revolteert, het pakje in een hoek smijt, ongemotiveerd uitvalt, juist tegen de menschen die je het liefst zijn, en je woedend uitroept: Waarom?" En dat is een van de domste, meest nuttelooze vragen dat het pakjes dragend menschdom kan stellen. Je krijgt immers pas antwoord als je verleert hebt nog iets te vragen, en laten we eerlijk zijn daarvoor moet je min stens een soort Boeddha zijn. Sommi gen dragen het zichtbaar en zwaar moedig, anderen met een zekere elegance en lichtzinnigheid die je voor korteren of langeren tijd kan bedrie gen, weer anderen met het gezicht van:,,Doe me dat eens na". Maar dragen doen we het: u en ik en de groente boer, koningen, ijsco-mannen en dic tators, Chineezen en Laplanders. Het is de sleutel van het eene hart tot het andere, het begin van alle verdraag zaamheid en begrip.... en het is een zware last waar niemand aan ont komt. En daarom denk ik altijd met blijmoedige vereering aan mijn ge zellige, ronde tante. G. WERUMEUS BUNING-ENSINK Voor Hondenliefhebbers Engelsche Bulldogs KENNEL ELDEE, APELDOORN GREUTELSCHEWEG 61 Van tijd tot tijd Pups al t8 genen Wetenschappelijk en met zorg getokt Het Hondenpension De ArkeNoach" Sr0e^dtoohketvo°dre M. ERKELENS. Trimmer en Shower. B.W.Iaan 77, Amersfoort. Telefoon 2020. LAKE-LAND TERRIËRS KENNEL KDL0^RWATER Inlichtingen en pups te bezichtigen bij M. Erkelens, B. W. Laan 77, Amersfoort Cocker Spaniels Kennel of Darkles' Home Mevr. VAN AALST, WAARDENBURG, Tel. 4 STAAN TER DEKKING de WELSH TERRIËR REUEN: Kampioen Dan. Y-Cralg Caradoc e» Jlmmy van Aardenburg Aanvragen te richten aan Mevr. Mr. A. TEENSTRA, v. Oldenbarneveld weg «, BAKKUM bij CASTRICUM tPiripr* ICI l IGI O KENNEL PASTOR-S» Ds. K. J. de Groot, Oosterwolde (Fr.) Tel. 52 Prima pups te bespr.geb. 23 Juni. Moeder: dochter Kamp. Supreme; Vader: Pastor's Monarch" beste zelfgefokte Airedale Winner '38, beste zelfget. hond. Gron. 3 Juli '38 Korthaar Teckels. KENNEL VAN DE ZEVEN BERGJES Mevr. G. POUW-NEUMANN, Enny'« Hoeve, VOORTHUIZEN (Veluwe). Telefoon 52 SALUKI (Perzische windhond) MEJ. T. E. WALLENBURG, BOSCHKANT 3 dekking. ZEIST. THE KOK's KENNELS. Baarnscheweg 31, DEN DOLDER Schotsche Terriërs lersche Terriërs Dalmatiërs. Momenteel Schotsche Terriërs en Dalmatiërs disponibel. HOI-S' HO1VDE1VVOER VtlTO" is voor kennels liet moest gemakkelijke voer voor Uw hond. Gekookte en weer getlroogde Hijst, Vlees. Groenten, Cake, etc per 85 kg. f 5.5O HOLS' HONDENBROOD, gebr. met Vlees en Noritcake ,, 25 ,, f 5. Deze maand bij iedere 25 kg. een iini n> u LA j i i. ? i nr-ii iiairt Honden eet-ol drinkbak gratis. HOLS Krachtvocderfabriek, DEN HAAG PAG. 12 DE GROENE No. 3225

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl