De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 25 maart pagina 7

25 maart 1939 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

5e reportage van de week Het Instituut voor goochelkunst te Amsterdam NOG liever dan bedrogen worden bedriegt de menschheid zelf. Een goochelaar doet niet alleen zijn publiek genoegen, hij geniet ook zelf van zijn wonderen die hem een wonderlijk gevoel van superioriteit schijnen te verleenen. Met dat wonder is het trouwens merkwaardig gesteld. Het bestaat daarin, dat het niet bestaat. Zelfs de onbegrijpelijkste tour van den wonderman heeft een perfect nuchtere verklaring, waarbij geen van de wetten der natuur ook maar een tikje te lijden heeft. Het wonder is dus geen wonder. Men kan er les in nemen en men kan het wonder thuis be stellen, franco of onder rembours. DAT alles doet voor u het Instituut voor Goochelkunst" te Amsterdam, waar gevestigd is de Nederlandsche Verkoopcentrale van Moderne Goocheltrucs" en waar de meester-goochelaar Larette zijn pied a terre heeft. Waarom zoudt gij leeren goochelen? Luister maar naar deze brochure: Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat de gezellige stemming op een avondje of partijtje dreigt te zakken? Mevrouw A. heeft piano gespeeld, Mijnheer B., die gezellige causeur, is uitgepraat en nu . . . . ? Stelt u zich eens voor, dat u in zoo'n geval de volle aandacht en bewonde ring op u weet te richten. Geheel onverwacht brengt u de aanwezigen in extase met een amusant en onbegrijpelijk mysterie. En ziet, u heeft niet alleen de situatie gered, doch u beleeft meteen een geheel nieuwe sensatie: U staat m 't middelpunt der belangstelling! Men zal u vragen om meer. En steeds weer zult u uw omgeving weten te ver bluffen. Er zal met geheel andere oogen naar u op gezien worden want niemand had immers dat van u verwacht. U wordt als het ware omhuld door een waas van geheimzinnigheid, waarmede u een ieder imponeert. . .." Dat waas van geheimzinnigheid is fabrikaat Larette. Hij zelf zegt wel is waar, dat er geen waas en geen geheimzinnigheid bestaat en toch heeft hij iets over zich van wonderman. Dat hoort er bij. Het is de eene helft van een goochelaar: de artist. De andere helft is een handige technicus, getraind manipuleerder, mnemotechnicus en bezitter van een aantal zuiver onartistieke vinger- en herseneigenschappen. De artist maakt van de technische touren eerst het wonder. Hij schept het geheim zinnige waas. Hij maakt van een goochel-mug een toover-olifant. Hij verandert iets logisch in iets onlogisch. Hij simuleert en hij dissirr.uleert. Hij toovert ons iets voor, wat er in werkelijkheid niet is. Hij doet ons foutieve gevolgtrekkingen maken en met zijn vingers, zijn praatjes en zijn vlugge bewegingen suggereert hij ons telkenmale dingen, die niet gebeuren en doet hij dingen wel die hij niet toont, om, achter het mom van zijn gegoochel, in alle rust zijn zuiver technische manipulaties uit te voeren. Hij geeft ook les. Hij leert het vasthouden van kaarten, eieren, guldens in de palm van de hand, zonder dat aan den voorkant iets daarvan te zien is. Zijn eigen handigheid is wonderlijk. Vijfendertig guldens houdt hij onzichtbaar in de palm van zijn hand, een biljartbal klemt hij op de spieren van zijn pols, met n hand schudt hij een spel en coupeert het in zessen. Dat alles, in bescheidener mate, leert hij zijn scholieren: doktoren, juristen, aankomende goochelaars, conférenciers, zakenlieden en zelfs een oude dame van zeventig jaar, die tot zijn ijverigste en meest enthousiaste leerlingen behoort. Die leer lingen en anderen koopen zijn apparaten, die hij deels vervaardigt, deels importeert: Zie bijvoor beeld no. 280 uit den catalogus: INDURA. Een stuk koord en een massieve, ge sloten ring van metaal, fraai vernikkeld, worden ter onderzoeking gegeven. U laat het koord met de einden om elke pols stevig vastmaken, zoodat wanneer u de handen uit elkaar brengt, het koord tusschen beide handen gespannen is. De knoopen mogen van e:n lak voorzien worden, ja, de toeschouwer die u bindt, kan zelfs een label met zijn handteekening aan het koord bevestigen, zoodat elke varwisseling of wat ook, volkomen uitgesloten is! Hierop wordt u de ring overhandigd en als bij tooverslag hangt plotsaling voor ieders oogen de ring midden aan het koord tusschen beide handen. De lakken zijn ongeschonden, de label bevindt zich nog aan het koord en toch heeft u dit mysterie vol bracht. Op dezelfde geheimzinnige manier kunt u daarna de ring weer van het koord af nemen, waarna koord Larette laat zijn leerlingen met behulp van den spiegel vóór- en achterkant van het wonder zien (Foto Eva Besnyö) zoowel als ring direct onderzocht mogen worden. Vertoond als een spiritistische demonstratie wordt het effect van dit fenomenale experiment aanmer kelijk verhoogd. Hoewel dit absoluut niet noodzake lijk is, laat u heel even het licht uitdraaien en zoodra het licht weer opgaat, bengelt de ring reeds aan het koord. Een ondoorgrondelijk mysterie. Een werke lijke sensatie. Zonder kunstgrepen, zonder vervelende oefe ningen, onder de scherpste controle direct te doen. Geheel compleet, met alle hulpmiddelen ? 1.50" ZOO kan Larette zijn leerlingen tot goochelaars maken, mits... zij aanleg hebben. Dat wil zeggen: aanleg om te tooveren heeft iedereen. Die handig heid is gewoon te leeren. Maar de vraag is, of zij aanleg hebben om de touren voor te dragen. Of zij over het voetlicht komen". Want dat spreekt hier ook mee. Ook hierin krijgen zij les. Zij leeren, van alle mogelijkheden gebruik te maken: van chemische, electro-magnetische, draadlooze (voor telepathische" experimenten), en zij leeren, op het toeval te vertrouwen, d. w. z. gebruik te maken van kansrekening. Er is een uitgebreide vaklitteratuur, vrijwel in alle talen en er zijn veel boeken, die het onderwerp be handelen. Larette's bibliotheek is goed voorzien. Zelfs oude goochelboeken als het Natuurlijk Tover boek, met Plaaten" of ook de uitvoerige nieuwe Encyclopedia of Card Tricks" staan daar ter in structie van komende wondermannen en-vrouwen. Maar even nuttig en noodig is voor hen Die Psycho logie der Tauschung", of Suggestion", werken die hun een wetenschappelijke basis voor hun goochelarij moeten verschaffen. Op een tooneeltje kan de aspiranttoovenaar oefenen, een spiegel geeft hem en den leeraar een controle over den achterkant van hun prestaties. Zoo kunnen zij de toovenarij leeren. En a'tijd weer nieuwe toeren instudeeren. Want de meester Larette is dag en nacht in de weer, nieuwe trucs te bedenken, of oude in nieuw gewaad te steken. Hij krijgt ook nieuwe uit het buitenland toe gestuurd.Daarvoor is hij lid van het genootschap The Mystic 12", twaalf goochelaars van allerlei nationali teit, die onderling overeengekomen zijn om iedere maand een volkomen nieuwen tour uit te denken, en die elkaar toe te doen komen. Zoo krijgt auto matisch ieder der twaalf elke maand elf nieuwe toeren toegestuurd. Het is te begrijpen, dat deze uit wisseling van ideeën voor ieder bevruchtend werkt. Zoo kan dus elkeen het wonder leeren beoefenen. Het wonder met eieren, kaarten, geldstukken, touw en ringen. Hij kan leeren voorwerpen te doen ver dwijnen, weer te voorschijn komen en zoodoende een bewonderd en gezocht lid der maatschappij worden. Kleine perikelen IN den huiselijken kring volgen wij met bijzonder interesse het proces-Weidmann en een gevoel van respect bevangt ons, wanneer wij zien dat de Fransche Justitie niet over n nacht ijs gaat. De massa-moordenaar heeft vijf moorden toegegeven, doch daarmede is men er in Frankrijk nog niet af, want men zou zich schamen iemand voor vijf moor den onder de guillotine te brengen, wanneer men voor hetzelfde geld zes moorden ten laste kan leggen. En zoo hangen wij dan aan de lippen van Weidmann en fotogra feeren hem in alle standen, met en zonder berouw, en de beste advocaten van Frankrijk verdedi gen het crapuleuze individu, dat zoo onsportief is geweest zijn moorden te bekennen, inplaats van de juristerij een kans te geven en Weidmann een nieuwe carrière te openen in de cinematographie of iets dergelijks. Het is verheffend te weten dat er ergens in de wereld een plekje is waar het wilde dier zijn kans krijgt en ik hoop niet dat ik een aanklacht wegens beleediging te wachten heb van den heer Weid mann, massa-moordenaar te Parijs. Er worden op dit oogenblik hon derdduizenden menschen door Europa opgejaagd, die geen enkel len moord ten hunnen laste heb ben en toch niet beter gelogeerd zijn dan de heer Weidmann zij hebben ook geen toekomst, terwijl de toekomst van den heer Weid mann gegarandeerd is, tenzij men op het laatste moment een bijzon dere kronkel in zijn hersens ont dekt, die hem recht geeft op een levenslang internaat. Wij hebben gelukkig in Neder land geen massa-moordenaars en als ze er zijn, dan zijn zij van klein formaat en doen half werk. Op hen kan dus niet de aandacht van den Minister van Binnenlandsche Zaken gevallen zijn, waar hij aan de gemeentebesturen schrijft dat er te veel wilde dieren ontsnappen. Het is namelijk bij de wet niet ver boden er wilde dieren op na te houden; ge kunt desnoods een olifant, een jaguar of een slang aan uw huishouden toevoegen, zonder in conflict te komen met de hinderwet. . . . Een slang," zei Gisse. Ik zou liever een boa-constrictor in huis hebben dan dat mensch van hier naast. De kwitanties zijn niet van de deur en de dienstboden krijgen niet te eten. En toch draagt ze een soort van Florentijnsche haar dracht, met drie onderkinnen en ze is nooit thuis." Ik gaf als mijn meening te kennen dat dit irrelevant was. Een mensch kan een worst in zijn nek dragen en geen gifttanden heb ben. Men kan in den omgang met buren niet te gereserveerd zijn, en wanneer ik bij den pianist aan den overkant een zolderraam zie slingeren, bel ik den man niet meer op hij is mij tóch niet dankbaar en tot mijn satisfactie zie ik dat de ruiten eindelijk kapot geslagen zijn. Wat heeft dit alles met wilde dieren te maken?" zeg ik tegen mijn vrouw. De krant staat vol wilde dieren. Er worden menschen doodgeschoten omdat zij de een of andere nationale kleur dragen, die juist vier-entwintig uur vervallen is. Wij gaan terug naar tijden waarin ministerieële aanschrijvingen omtrent het houden van wilde dieren tot de rubriek Eventjes lachen" gaan behooren. Wanneer een slang een geit heeft ingeslikt, kan zij uren lang opgerold liggen en annexeert voorloopig geen geiten meer. Een verzadigde tijger atta queert niet en zelfs een haai met een buik vol hapt niet naar dren kelingen. Waarom zou ik niet een wild dier aanschaffen dat proto collen eerbiedigt, zoolang het iets te verteren heeft?" Ik begrijp je niet," zei Gisse. En ik hoop dat u me óók niet begrijpt. J. VAN HOORN PAG. 7 DE GROENE No. 3225

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl