De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 1 april pagina 4

1 april 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Een der beste kenners van Indische verhoudingen schrijft ons : SOBER geredigeerde, maar met pijnlijke regel maat in de moederlandsche pers verschijnende Indische telegrammen, hebben langzamerhand van den titel die boven deze regelen staat afgedrukt, een soort rubriekhoofdje gemaakt. De Indische Zeden-affaire" heeft hier groote verslagenheid teweeggebracht en zelfs, in enkele kringen, en ook wel in het buitenland, den indruk gewekt dat het leven der Europeanen daarginds wel door en door verdorven en voos moest zijn. En inderdaad zou het feit alleen dat, op dit oogenblik, niet minder dan 120 Europeanen, waar van velen min of meer belangrijke posities in het ambtelijke en particuliere leven innemen, gevangen zitten in Struyswijk, de gevangenis van Batavia, dien pijnlijken indruk kunnen wettigen. Toch zij men voorzichtig met dergelijke conclusies. Het valt niet te ontkennen dat, procentueel gere kend, een verbijsterend groot aantal mannen thans blijkt een soort dubbel-leven te hebben geleid, dat achter eer, aanzien, gezag en positie, dingen ver scholen hebben gezeten die bij kennisneming een rilling van afschuw wekken. Maar voor de Europeesche samenleving in Indi als zoodanig mag zelfs dit hooge percentage niet als maatstaf gelden, noch voor te algemeen getrok ken conclusies. Ook omtrent de eerste oorzaak van dit drama bestaat veel misverstand en gissenderwijs voortgedragen gerucht, dat aanleiding geeft tot critiek op de wijze waarop de Indische regeering dit zaakje heeft aangepakt". Wie langzamerhand, uit de broksgewijs binnen komende gegevens, in staat is zich een beeld te vormen van wat er eigenlijk is gebeurd, moet tot de erkenning komen dat tot zulk een critiek ook alweer geen volle aanleiding bestaat. Eenige jaren geleden ontdekte men bij de Britsche overburen, te Singapore, ook een dergelijke verbijsterende zaak. Toen werd kort en snel inge grepen. Een tweetal van de hoofdaanleggers werd bij de autoriteiten ontboden en men gaf hun te verstaan dat ze binnen de tweemaal vierentwintig uur het territoir te verlaten hadden. Er hadden bij die gelegenheid eenige gevallen van zelfmoord plaats, maar tot een zoo monstrueuse afmeting als thans te Batavia en elders is het daar nimmer gekomen. Eenerzijds is dat wellicht te danken aan de tact en de discipline van de autoriteiten, anderzijds is echter de voorgeschiedenis van de Indische affaire geheel afwijkend. REEDS anderhalf jaar geleden liepen hard nekkige geruchten dat in ambtelijke en parti culiere kringen, speciaal te Batavia, mistoestanden heerschten. Het lid van den Volksraad Mr. C. P. van Helsdingen, leider van de Christelijke fractie in het vertegenwoordigend college, stelde hieromtrent vragen aan de regeering, die den Resident van Batavia een onderzoek opdroeg. Het resultaat van dit onderzoek was strikt negatief. Desniettemin hielden de geruchten aan, en namen werden genoemd. Dit op zichzelf was nog niet verontrustend. De Indische samenleving is zeer praatgraag en snel met namen en conclusies. Maar een geval buiten Batavia, waarin een hoog marine-officier betrokken was, werd aanleiding tot concrete gegevens, die naar de hoofdstad leidden, en naar een aantal van hen wier namen genoemd waren. Dit onderzoek stelde het rapport van den hoogsten bestuursautoriteit in een zoodanig vreemd daglicht dat er aanleiding bestond hem in zijn functie te schorsen. De betrokkene heeft toen op de normale wijze zijn afscheidsbezoeken afgelegd om vervolgens per boot via Japan te repatrieeren. Hij was daarbij vergezeld van zijn vrouw en dochters. Indien hij een week eerder vertrokken ware, zou dit niet tot de dramatische ontknooping geleid hebben waarvan Indiëthans is opgeschrokken. Hij scheen zich echter van geen gevaar bewust, N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN De Directie: Mr J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. G. VAN EVEBDINGEN en ontdekte eerst wat hem bedreigde toen zijn schip op doorreis Makassar aandeed. Tot zijn ver bazing bevond zich daar geen enkele van zijn tevoren gewaarschuwde vrienden aan de kade, maar wel stond daar, eenzaam, de officier van Justitie, die hem de tijding bracht dat hij nog juist op Indisch territoir gearresteerd werd, en wel thans onder verdenking van actief betrokken te zijn geweest in de zaken waaromtrent hij negatief had gerapporteerd. Het is niet noodig hier de dramatische omstandig heden te beschrijven waaronder deze algemeen geachte en zeer gewaardeerde man, temidden van een gezin dat nooit iets bevroed had omtrent het geen thans tegen man en vader werd aangevoerd, gevankelijk werd weggevoerd naar de gevangenis van de hoofdplaats zelf, waar hij tot de allerhoogsten had behoord. Het zij genoeg te zeggen dat zij, die niet aan de betichting wilden gelooven en uit hoofde van hun functie van de stukken van overtuiging, waaronder zelfs cinematografische opnamen, moesten kennis nemen, de volle maat van ellende en ontgoocheling hebben gekregen. Om bij Batavia te blijven is het genoemde aantal der 120 ingeslotenen nog geen maatstaf voor dat van hen die op de een of andere wijze in de zaak betrokken zijn. Het criterium dat is aangelegd is namelijk het wettelijke waarbij de medeplichtig heid van minderjarigen kan worden aangetoond. Dat laatste is in een land waar geen Burgerlijke Stand voor de Inheemschen bestaat, al een vraag stuk op zichzelf. Wie is er minderjarig, en vooral wie wordt als zoodanig beschouwd, is een moeilijke puzzle. Talrijke verhooren werden afgenomen. Er zijn omstreeks Kerstmis van het vorige jaar, avonden geweest waarop meer dan vier dozijn geachte medeburgers ten politiebureele werden ontboden. Het af- en aanrijden der automobielen vormde een publiek schouwspel. Zeer velen, omtrent wier relaties het onderzoek uitwees dat ze geen minderjarigen omvatten, loopen thans vrij rond, hoewel ook omtrent hen reeds op de een of andere wijze verwijdering uit huidige functies is geschied of in het voornemen ligt. DE reactie van dit alles op de Europeesche zoowel als op de Inheemsche samenleving is merkwaardig. Wat de eerste betreft vlucht ze, door het schrille van deze ontdekking, den gruwel en al het daaraan verbonden leed voor vrienden en verwanten, in een stemming die te gemakkelijk voor spottend zou kunnen worden versleten. Inderdaad is het er een waarin men, onmachtig de ellende langer te dragen, en in de benauwenis van het enge verkeer onder betrekkelijk weinigen, in den spot geneigd is te vluchten. De Inheemsche samenleving houdt zich zonder commentaar. Men begrijpt niet geheel de portee die dit alles voor den Westerling heeft, want het gecon stateerde euvel schijnt onder bepaalde bevolkings groepen ook te woekeren, en daar evenmin de strenge afkeuring te vinden die het in ons gemoed en in de wet vindt. Daarom moet het argument van het verlies aan prestige voorzichtig worden afgewogen. Het moge stellig gelden ten opzichte van het buitenland, maar naar binnen moet men het nuanceeren naar de vele volken en volksaarden waarvan onze Archi pel de vertegenwoordigers binnen haar grenzen herbergt. Tenslotte moet nog op de psychologische, of liever pathologische zijde van de kwestie gewezen worden: bedacht mag worden dat Indië, sinds lange jaren, het terrein was waartoe zij die nu eenmaal door hun lust of aanleg aangewezen waren op wegen die buiten de ordening van een leeftijds registratie leiden, zich aangetrokken gevoelden. Indiëheeft een kern van gezonde, sterke Euro peesche gezinnen en werkers. Niemand behoeft ongerust te zijn om zijn kinderen aan dien kring toe te vertrouwen. Daarnaast kent men er echter, sinds de dagen der Oost Indische Compagnie, de drenkelingen der Westersche samen leving, de aangespoelden, de verwarden van geest en verwordenen van zinnen, die niet om het werk maar om gansch andere redenen de verre horizonten en de exotische omgeving zochten. Zij zijn het die, numeriek gering, rondom zich een sfeer brachten die zekere geestelijke snobs, zoekers naar nieuwe sensaties, begeerigen naar prikkels en emoties, tot zich heeft getrokken en aldus het aanzien gaf aan een zoo beschamende groep als die welke thans binnen de gevangenis muren is geïsoleerd, en die zoowel verwordenen als misleiden, zieken als verzieke':ijkten omvat. . . . .Eén Aan het toevallig feit dat ,,De Groene" dit jaar op i April verschijnt, ontleent hij het recht aandacht te vragen voor de menigvuldige aspecten die voor ons, Ne derlanders, aan dezen datum vastzitten. De ie April is in de eerste plaats een internationaal feest. De ie April is daar naast voor de Nederlanders een der wei nige bekende data uit hun geschiedenis. ,,De Groene" wijdt daarom hiernaast een anikel aan de inneming van Den Br iel, terwijl tenslotte verslag wardt ge daan van de feesten, die in den loop van de laatste driehonderd jaar gegeven zijn ter herdenking van den len April van het jaar 15/2. Een internationaal feest MENEER, uw veter zit los !" ??? Eén April !" Zoo zal het vandaag weer gaan, in Amsterdam en elders in ons land. Eén April is de dag waarop men elkaar op geoorloofde wijze voor den mal mag houder. Maar weten zij die zich hier te lande aan dat onschuldig vermaak overgeven, dat zij een gewoonte in stand houden, die zich zoowel in tijd als in ruimte zeer ver uitstrekt? Bij i April denkt men in Neder land in de eerste plaats aan de inneming van Den Briel, maar er is reden om aan te nemen dat de gewoonte, elkaar op dien dag te bedriegen, al van ver vóór dien tijd dateert. In Engeland vindt men het feest i April heet er All Fools' Day" voor het eerst vermeld in het jaar 1698. Het was toen echter al heel oud. In Frankrijk spreekt men van poisson d'avril", in Vlaanderen van Aprilvisschen". Om die vreemde benaming te verklaren, verhaalt men er wel van een Lotharingschen prins die zich in de middel eeuwen al zwemmend uit Fransche gevangenschap had weten te bevrijden, zulks op den dag van i April, waarop de Lotharingers zeiden, dat de Franschen dien visch slecht bewaard hadden".Volgens anderen was het visschen omstreeks i April verboden, zoodat zij die dan naar de markt gestuurd werden, met leege handen terugkwamen, 't Is aardig bedacht, maar of het waar is, mag betwijfeld worden. Het merkwaardige is trouwens, dat het feest i April van veel vroeger dateert dan de Middel eeuwen. Men vindt er namelijk sporen van in het Oude Indië, terwijl bij den Romeinschen dichter Apuleius (tweede eeuw na Christus) het verhaal voorkomt van iemand dien men op i April voor niets een boodschap laat doen. Sommigen zien in dit merkwaardig gebeuren de herinnering aan een oud-Keltisch gebruik. Volgens anderen was de ie April-dag de laatste van de feest dagen waarmee oorspronkelijk het Nieuwe Jaar werd ingeluid, dat op 25 Maart begon. Serieuze onderzoekers erkennen echter gaarne, dat wij in werkelijkheid de oorsprong van dit origi neel gebruik niet kennen. Waarvan acte. MOTORBOOT OF ZEILJACHT Voor elk sportvaartuig heeft Albin de geschikte bootmotor. Voor een klein zeilscheepje, voor een snel, open motorbootje, voor een kruiser van 18 meter, voor een zware vlet, voor een lichte sloep, voor elk schip is er een Albin bootmotor. ALBIN de beroemde Zweedse kwaliteitsmotor 1-2-4-6-cyl. van T 2-80 PK Benzine en petroleum ? Vraagt ons eens geheel vrijblijvend geïllustreerde catalogus A Import voor Nederland N. V. Ha nde! M ij. v h M. J oosten & Co Singel 279 - Amsterdam-C. - Tel. 37225 AFD. MOTOREN Voor alk Jacht oen Alhin-motor PAG. 4 DE GROENE No. 3226

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl