De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 8 april pagina 10

8 april 1939 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

LETTERKUNDIG LEVEN Victor E. van Vriesland .Beknopte aankondigingen en middeleeuwer in smokin s Ekkerlyc. Oorspronkelijke tekst voor een hedendaagsche opvoering, overschreven en met een inleidende toelichting voorzien door Herman Teirlinck. Ver lucht met houtsneden van Jozef Cantré(Antwerpen. De Sikkel"). Elckerlyc in smoking ! Wie beter dan Teirlinck zou in staat zijn geweest, ons dezen te brengen. Kort geleden, ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaar dag, heb ik hier van zijn merkwaardig gecompliceerden geest een karakteristiek pogen te geven, en in aansluiting aan dit litteraire karakterbeeld meer in het bizonder zijn verzamelbundel Tooneel behan deld. Deze Elckerlyc nu ligt geheel in de lijn der dramatische opvattingen van den Vlaamschen tooneelvernieuwer. Hier kon hij zich geheel laten gaan in zijn voorliefde voor middeleeuwsche allegorie en massa-effecten, zoodat, naar hij zelf in de Inleiding betoogt, zijn overschrijving" nauwelijks veel be hoefde te wijzigen aan den eind rse-eeuwschen middelnederlandschen tekst van Petrus Dorland, de moraliteit Den spyeghel der Salicheyt van Elckerlyc, hoe dat elckerlyc mensche wert ghedaecht gode rekeninghe te doen, welk stuk in 1500 den prijs behaalde op het Antwerpsen landjuweel. Geheel afziende dus van een ingrijpende herdich ting gelijk Von Hofmannsthal met zijn Jedermann had beoogd, heeft Teirlinck den ouden tekst vooral aangegrepen om er zijn half archa sch-traditionalistische, half modernistisch-experimenteerende in zichten als spelleider aan te beproeven, waartoe een voorstelling in het openlucht-theater van het konink lijk slot te Laeken hem gelegenheid bood. In zijn Inleiding zet hij deze inzichten, en in het algemeen zijn opvattingen over hedendaagsch tooneel nog eens uitvoerig uiteen; zij is gansch zijn dramatische geloofsbelijdenis, tegen het individualisme, vóór het primitief-collectivistische. De eenheid van het spel" tracht bij het publiek eenheid van ontvankelijkheid en eenheid van aan doening" te verwezenlijken. Dit brengen tot stand de Dichter, de Bouwer, de Rhythmeerder en de Acteur". Het is daarbij te doen om de ziel der massa, door Teirlinck in dit opstel getalsziel" genaamd. Al wat anecdotisch, detailleerend, verwikkeld, ontledend of uitzonderlijk:is, kan die ziel niet raken". Natuurlijk heeft een pionier het recht, eenzijdig door te draven, maar wij doen goed, ons voor oogen te houden, dat met deze paradox de geheele moderne tooneel-litteratuur naar de prullenmand wordt ver wezen. De Duitsche naturalistische, van Hauptmann tot de expressionisten. De Fransche psychologische, van Becque tot Vildrac, van Bataille en Bernstein tot Copeau. De probleemstukken, van Hebbel en Ibsen tot .... Herman Teirlinck ! In 1907 gaven Royaards en Verkade, en later eerstgenoemde alleen, vertooningen van Elckerlyc welke schoone historische reconstructies van de middeleeuwsche moraliteit waren. Maar, zegt Teir linck, niet Elckerlyc was tot ons gebracht: wij werden terug tot een vijftiendeeuwschen Elckerlyc gevoerd. Mijn doel was nu juist andersom te doen". Vandaar de, vooral in de regie zich uitende, moder niseeringen. Mijn Elckerlyc, dat was ik, dat waart gij, dat waren wij allen. Hij verscheen in smoking. De bonte mantel van den feesteling waaide aan zijn schouders". De typografisch in rood en zwart met prachtige houtsneden door Jozef Cantréin 200 genummerde exemplaren verzorgde uitgave verdient allen lof; alleen is het jammer, dat zij door tal van drukfouten wordt ontsierd. Maar Cantréblijkt ook hier gemak kelijk de eerste onder de hedendaagsche xylografen. B. Stroman. Vrouwe-Polder. ('s-Gravenhage. H. P. Leopold's Uitgevers-Mij.) Voor mijn gevoel is RenéFrancais Aristide N.N. nog steeds het beste boek van Stroman. Zijn beste eigenschap komt daarin het meest naar voren: een aan fantaseervermogen uitermate rijke verbeel ding, die met groote nauwgezetheid in staat bleef, zichzelf waar te nemen. Een zekere verwikkeldheid, gespletenheid, dubbelheid in des schrijvers aard viel af te leiden uit het feit, dat hij ongeveer tegelijk met dat speelsche, inventieve en grillige boek een koud, zakelijk en strak historie-verslag van zoo volkomen anderen aard in het licht gaf als Obbe Philipsz. Hierin bespeurde men de sterke zucht naar heldere harmonie en evenwicht, naar rust en wijd heid en wijsheid, verklaarbaar als tegenhangster van de gevaarlijke geestelijke dolagiën van Ren Franfois. Dien kant van bezonken en aardschen" eenvoud toont Stroman ons ook in Vrouwe-Polder, waar intusschen niet zoozeer een nuchter-bedwongen dan wel een verstild dichterlijke en idyllische gestemdheid zich in uitspreekt. Het schildert het samenzijn en naar elkaar toe groeien van een jong echtpaar, tijdelijk in een Walcherensch dorpje ver toevend, waar de man een roman schrijft, en zij de geboorte van hun eerste kind verwachten. Een bevriend schilder, die in een ernstig conflict komt met den boer, bij wien hij, in hun omgeving, woont, deelt deze afzondering, waarin ten slotte eenigszins gelijktijdig de roman voltooid, het kind geboren en het conflict op dramatische wijze opgelost wordt. Een voor dezen auteur wel zeer simpel gegeven derhalve, behandeld in een langzaam tempo, meer aanduidend dan uitsprekend, maar met kennelijke zuiverheid. Met iets minder raffinement geschreven zou deze roman naïef aandoen. Nu blijft hij alleen wat vlak, terwijl het tragisch-religieuze conflict van den schilder, dat de stof wat had kunnen ver levendigen, toch niet voldoende is verdiept, of althans uitgewerkt. Anderzijds kan misschien de grooter en subjectiever ernst, die dit boek van zijn voorgangers onderscheidt, lateren werken ten goede komen. E. Eewijck. De Klimmers. (Andries Blitz. Amster dam). Onder de jonge Protestantsche romanschrijvers is de auteur van Kunstzij en Momenteel Zonder een van de begaafdste; hij is zelfs een van de knapste romanciers van zijn generatie. Deze laatste roman, voornamelijk over de z.g. klimmers" bij de bouw vakarbeiders, maar voor een op zijn minst even groot gedeelte op het platteland spelend, overtuigt weer opnieuw zonder moeite van de psychologische en stylistische kwaliteiten van dit groote talent. Men leest dit boek zeer geboeid, en vol bewondering voor het plastisch uitbeeldingsvermogen, de uit deze visie tot leven geroepen gestalten, den voortreffelijken dialoog. Dit menschelijke boek is realistisch, in dien zin dat er een uitnemende werkelijkheidszin en een groot waarnemingsvermogen uit spreken. Maar dit realisme ziet niet klein, het verliest zich niet in onderdeden; het ontleedt niet, het beeldt. Daar door is deze roman vol en toch overzichtelijk. Er zijn geen kunstgrepen; er is geen litteraire mooidoenerij; er wordt in het minst niet geraisonneerd. Door dit laatste kon hier een sterk ssciaal gevoel, een afspiegeling van de nooden der tegenwoordige samenleving, getoond worden, zonder dat over pro blemen geredeneerd wordt. Een sterk boek, en een dat den lezer niet loslaat; het boek van een schrijver die zijn krachten kent, zijn vak verstaat en zijn bedoelingen geheel ver wezenlijkt. Theo J. van der Wal. Vreemdelingen. Novellen f 1939. Schermer's Uitgeverij. Bolsward). De schrijver, die, voorzoover mij bekend is, met dit werkje debuteert, is stellig iemand die wat kan. Hij heeft een onmiskenbaren aanleg om in zeer bondige verhalen personen en actie te verbinden, en in een intelligent spel, met vaak onverwachte wendingen, bepaalde ontwikkelingen van beide, ook in hun onderlinge projecties, van verschillende zijden in beknopt bestek samen te vatten. Geschikt heid voor het korte verhaal vindt men bij onze jongere auteurs weinig, en reeds daarom is deze Theo J. van der Waleen opmerkelijke verschijning op wien wij moeten blijven letten. Na de goede praktijk stelt de, hier misplaatste, theorie teleur: het neuswijze stukje aan het slot Over de novelle had beter achterwege kunnen blijven. Deutsches Brevier. Politisches Lesebuch. Herausgegeben von Edgar Alexander. (Europa Verlag. Zürich). Aan dichters, wijsgeeren, historici, zielkundigen, godgeleerden, van wereldberoemd tot anonym, heeft Edgar Alexander verzen of prozafragmenten ont leend om deze merkwaardige verzameling samen te stellen. Vrijheidszin en dorst naar rechtvaardig heid, bitterheid ook tegenover de Dunkelmanner" die er altijd geweest zijn (al waren ze vroeger niet steeds zoo almachtig) kenmerken deze uitingen van alle eeuwen tot aan onzen tijd. Dit boek is een meeslepende en indrukwekkende hulde aan Duitschen geest en Duitsch genie, een aangrijpende manifestatie van het eeuwige, het echte Duitschland. Het is zeer systematisch opge zet, zeer kundig gedocumenteerd, en van een prach tige inleiding voorzien. Een diep treffend boek, dat inzicht geeft en, vooral, moed. Halldór Laxness. Vrije Mannen. Geautoriseerde ver taling uit het Deensch van Dr. Annie Posthumus. (Zuid-Hollandsche Uitgevers Maatschappij. Den Haag). Ik moet eerlijk bekennen, dat dit ontstellend dikke boek mij buitengewoon is meegevallen. Ik had er geen hooge verwachtingen van, na hetgeen ik in dit blad van mevr. Romein-Verschoor over het mij onbekende Salka Valka gelezen had. Het leven der arme IJslandsche bevolking met haar ontembaren drang naar zelfstandigheid is hier met een ruwe en onverzettelijke kracht geschilderd, welke een zekere aantrekkelijkheid heeft waaraan men niet ontkomt. Het is allemaal wat hevig en meer-dan-levensgroot, voor ons nuchtere Hollandsche gevoel, maar toch minder vaag dan ik vreesde, en zonder de bekende zoetelijke edelaardigheden die uit het hooge Noorden wel eens tot ons komen. Een accent van waarachtigheid behoedt het om vangrijke werk voor het kinderachtige", dat zulke lectuur wel eens schijnt te hebben; ook overigens is het boek door de vrijmoedigheid van sommige tafereelen lang niet geschikt voor de kinderkamer. Ook hij, die een boek als dit niet zonder voor ingenomenheid begint, onttrekt zich niet aan zijn kracht; daar komt nog bij, dat het eveneens belang stelling wekt als documentatie over een voor ons geheel vreemd soort samenleving. W. A. Robinson. 32000 Mijlen over Zee. Uit hel Engelsch vertaald door A. P. Prins. (Amsterdam. De Gulden Ster). In 3]/2 jaar heeft de schrijver, in een scheepje van nog geen 10 meter lang en nog geen 3 meter breed, met als bemanning n Tahitaan, 32000 mijl afgezeild. Een tweede Gerbault dus. Hij bezocht Ber muda, Panama, Galapagos, Tahiti, Java, Ned.-Indië, Singapore, Ceylon, Mangalore, Aden, Suez, Nice, Gibraltar, de Canarische eilanden, om ten slotte op zijn punt van uitgang, New York, terug te keeren. De jeugdige Amerikaan Robinson hij is pas 25 jaar heeft er een zeer onderhoudend boek over geschreven, en dit met veel eigen foto's verlucht. De moeilijke vertaling is onberispelijk en in elk opzicht deskundig. OUDE EN NIEUWE KUNST (Adv.) Tl KOT l N DEN HAAG - NASSAUPL.EIN 6 EASTERN ART D. A. Hoogendijk & Co. Keizersgracht 640 b ij de Vijzelstraat AMSTERDAM OUDE SCHILDERIJEN Permanente tentoonstelling van MODERNE SCHILDERIJEN los. Lussenburg Boschweg, Nunspeet PAG. 10 DE GROENE No. 3227 L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl