Historisch Archief 1877-1940
LETTERKUNDIG LEVEN
Victor E. van Vriesland
.Beknopte aankondigingen
en middeleeuwer
in smokin
s
Ekkerlyc. Oorspronkelijke tekst voor een
hedendaagsche opvoering, overschreven en met een inleidende
toelichting voorzien door Herman Teirlinck. Ver
lucht met houtsneden van Jozef Cantré(Antwerpen.
De Sikkel").
Elckerlyc in smoking ! Wie beter dan Teirlinck
zou in staat zijn geweest, ons dezen te brengen. Kort
geleden, ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaar
dag, heb ik hier van zijn merkwaardig
gecompliceerden geest een karakteristiek pogen te geven, en
in aansluiting aan dit litteraire karakterbeeld meer
in het bizonder zijn verzamelbundel Tooneel behan
deld. Deze Elckerlyc nu ligt geheel in de lijn der
dramatische opvattingen van den Vlaamschen
tooneelvernieuwer. Hier kon hij zich geheel laten gaan
in zijn voorliefde voor middeleeuwsche allegorie en
massa-effecten, zoodat, naar hij zelf in de Inleiding
betoogt, zijn overschrijving" nauwelijks veel be
hoefde te wijzigen aan den eind rse-eeuwschen
middelnederlandschen tekst van Petrus Dorland, de
moraliteit Den spyeghel der Salicheyt van Elckerlyc,
hoe dat elckerlyc mensche wert ghedaecht gode
rekeninghe te doen, welk stuk in 1500 den prijs behaalde
op het Antwerpsen landjuweel.
Geheel afziende dus van een ingrijpende herdich
ting gelijk Von Hofmannsthal met zijn Jedermann
had beoogd, heeft Teirlinck den ouden tekst vooral
aangegrepen om er zijn half archa
sch-traditionalistische, half modernistisch-experimenteerende in
zichten als spelleider aan te beproeven, waartoe een
voorstelling in het openlucht-theater van het konink
lijk slot te Laeken hem gelegenheid bood. In zijn
Inleiding zet hij deze inzichten, en in het algemeen
zijn opvattingen over hedendaagsch tooneel nog
eens uitvoerig uiteen; zij is gansch zijn dramatische
geloofsbelijdenis, tegen het individualisme, vóór het
primitief-collectivistische.
De eenheid van het spel" tracht bij het publiek
eenheid van ontvankelijkheid en eenheid van aan
doening" te verwezenlijken. Dit brengen tot stand
de Dichter, de Bouwer, de Rhythmeerder en de
Acteur". Het is daarbij te doen om de ziel der massa,
door Teirlinck in dit opstel getalsziel" genaamd.
Al wat anecdotisch, detailleerend, verwikkeld,
ontledend of uitzonderlijk:is, kan die ziel niet raken".
Natuurlijk heeft een pionier het recht, eenzijdig door
te draven, maar wij doen goed, ons voor oogen te
houden, dat met deze paradox de geheele moderne
tooneel-litteratuur naar de prullenmand wordt ver
wezen. De Duitsche naturalistische, van Hauptmann
tot de expressionisten. De Fransche psychologische,
van Becque tot Vildrac, van Bataille en Bernstein
tot Copeau. De probleemstukken, van Hebbel en
Ibsen tot .... Herman Teirlinck !
In 1907 gaven Royaards en Verkade, en later
eerstgenoemde alleen, vertooningen van Elckerlyc
welke schoone historische reconstructies van de
middeleeuwsche moraliteit waren. Maar, zegt Teir
linck, niet Elckerlyc was tot ons gebracht: wij
werden terug tot een vijftiendeeuwschen Elckerlyc
gevoerd. Mijn doel was nu juist andersom te doen".
Vandaar de, vooral in de regie zich uitende, moder
niseeringen. Mijn Elckerlyc, dat was ik, dat waart
gij, dat waren wij allen. Hij verscheen in smoking.
De bonte mantel van den feesteling waaide aan zijn
schouders".
De typografisch in rood en zwart met prachtige
houtsneden door Jozef Cantréin 200 genummerde
exemplaren verzorgde uitgave verdient allen lof;
alleen is het jammer, dat zij door tal van drukfouten
wordt ontsierd. Maar Cantréblijkt ook hier gemak
kelijk de eerste onder de hedendaagsche xylografen.
B. Stroman. Vrouwe-Polder. ('s-Gravenhage. H. P.
Leopold's Uitgevers-Mij.)
Voor mijn gevoel is RenéFrancais Aristide N.N.
nog steeds het beste boek van Stroman. Zijn beste
eigenschap komt daarin het meest naar voren: een
aan fantaseervermogen uitermate rijke verbeel
ding, die met groote nauwgezetheid in staat bleef,
zichzelf waar te nemen. Een zekere verwikkeldheid,
gespletenheid, dubbelheid in des schrijvers aard viel
af te leiden uit het feit, dat hij ongeveer tegelijk
met dat speelsche, inventieve en grillige boek een
koud, zakelijk en strak historie-verslag van zoo
volkomen anderen aard in het licht gaf als Obbe
Philipsz. Hierin bespeurde men de sterke zucht naar
heldere harmonie en evenwicht, naar rust en wijd
heid en wijsheid, verklaarbaar als tegenhangster
van de gevaarlijke geestelijke dolagiën van Ren
Franfois.
Dien kant van bezonken en aardschen" eenvoud
toont Stroman ons ook in Vrouwe-Polder, waar
intusschen niet zoozeer een nuchter-bedwongen
dan wel een verstild dichterlijke en idyllische
gestemdheid zich in uitspreekt. Het schildert het
samenzijn en naar elkaar toe groeien van een jong
echtpaar, tijdelijk in een Walcherensch dorpje ver
toevend, waar de man een roman schrijft, en zij
de geboorte van hun eerste kind verwachten. Een
bevriend schilder, die in een ernstig conflict komt
met den boer, bij wien hij, in hun omgeving, woont,
deelt deze afzondering, waarin ten slotte eenigszins
gelijktijdig de roman voltooid, het kind geboren
en het conflict op dramatische wijze opgelost wordt.
Een voor dezen auteur wel zeer simpel gegeven
derhalve, behandeld in een langzaam tempo, meer
aanduidend dan uitsprekend, maar met kennelijke
zuiverheid. Met iets minder raffinement geschreven
zou deze roman naïef aandoen. Nu blijft hij alleen
wat vlak, terwijl het tragisch-religieuze conflict
van den schilder, dat de stof wat had kunnen ver
levendigen, toch niet voldoende is verdiept, of althans
uitgewerkt. Anderzijds kan misschien de grooter en
subjectiever ernst, die dit boek van zijn voorgangers
onderscheidt, lateren werken ten goede komen.
E. Eewijck. De Klimmers. (Andries Blitz. Amster
dam).
Onder de jonge Protestantsche romanschrijvers
is de auteur van Kunstzij en Momenteel Zonder een
van de begaafdste; hij is zelfs een van de knapste
romanciers van zijn generatie. Deze laatste roman,
voornamelijk over de z.g. klimmers" bij de bouw
vakarbeiders, maar voor een op zijn minst even
groot gedeelte op het platteland spelend, overtuigt
weer opnieuw zonder moeite van de psychologische
en stylistische kwaliteiten van dit groote talent. Men
leest dit boek zeer geboeid, en vol bewondering voor
het plastisch uitbeeldingsvermogen, de uit deze
visie tot leven geroepen gestalten, den
voortreffelijken dialoog.
Dit menschelijke boek is realistisch, in dien zin
dat er een uitnemende werkelijkheidszin en een
groot waarnemingsvermogen uit spreken. Maar dit
realisme ziet niet klein, het verliest zich niet in
onderdeden; het ontleedt niet, het beeldt. Daar
door is deze roman vol en toch overzichtelijk. Er
zijn geen kunstgrepen; er is geen litteraire
mooidoenerij; er wordt in het minst niet geraisonneerd.
Door dit laatste kon hier een sterk ssciaal gevoel,
een afspiegeling van de nooden der tegenwoordige
samenleving, getoond worden, zonder dat over pro
blemen geredeneerd wordt.
Een sterk boek, en een dat den lezer niet loslaat;
het boek van een schrijver die zijn krachten kent,
zijn vak verstaat en zijn bedoelingen geheel ver
wezenlijkt.
Theo J. van der Wal. Vreemdelingen. Novellen f 1939.
Schermer's Uitgeverij. Bolsward).
De schrijver, die, voorzoover mij bekend is, met
dit werkje debuteert, is stellig iemand die wat kan.
Hij heeft een onmiskenbaren aanleg om in zeer
bondige verhalen personen en actie te verbinden,
en in een intelligent spel, met vaak onverwachte
wendingen, bepaalde ontwikkelingen van beide,
ook in hun onderlinge projecties, van verschillende
zijden in beknopt bestek samen te vatten. Geschikt
heid voor het korte verhaal vindt men bij onze
jongere auteurs weinig, en reeds daarom is deze
Theo J. van der Waleen opmerkelijke verschijning
op wien wij moeten blijven letten.
Na de goede praktijk stelt de, hier misplaatste,
theorie teleur: het neuswijze stukje aan het slot
Over de novelle had beter achterwege kunnen blijven.
Deutsches Brevier. Politisches Lesebuch.
Herausgegeben von Edgar Alexander. (Europa Verlag.
Zürich).
Aan dichters, wijsgeeren, historici, zielkundigen,
godgeleerden, van wereldberoemd tot anonym, heeft
Edgar Alexander verzen of prozafragmenten ont
leend om deze merkwaardige verzameling samen
te stellen. Vrijheidszin en dorst naar rechtvaardig
heid, bitterheid ook tegenover de Dunkelmanner"
die er altijd geweest zijn (al waren ze vroeger niet
steeds zoo almachtig) kenmerken deze uitingen van
alle eeuwen tot aan onzen tijd.
Dit boek is een meeslepende en indrukwekkende
hulde aan Duitschen geest en Duitsch genie, een
aangrijpende manifestatie van het eeuwige, het
echte Duitschland. Het is zeer systematisch opge
zet, zeer kundig gedocumenteerd, en van een prach
tige inleiding voorzien. Een diep treffend boek, dat
inzicht geeft en, vooral, moed.
Halldór Laxness. Vrije Mannen. Geautoriseerde ver
taling uit het Deensch van Dr. Annie Posthumus.
(Zuid-Hollandsche Uitgevers Maatschappij. Den
Haag).
Ik moet eerlijk bekennen, dat dit ontstellend
dikke boek mij buitengewoon is meegevallen. Ik
had er geen hooge verwachtingen van, na hetgeen
ik in dit blad van mevr. Romein-Verschoor over
het mij onbekende Salka Valka gelezen had. Het
leven der arme IJslandsche bevolking met haar
ontembaren drang naar zelfstandigheid is hier met
een ruwe en onverzettelijke kracht geschilderd,
welke een zekere aantrekkelijkheid heeft waaraan
men niet ontkomt. Het is allemaal wat hevig en
meer-dan-levensgroot, voor ons nuchtere
Hollandsche gevoel, maar toch minder vaag dan ik vreesde,
en zonder de bekende zoetelijke edelaardigheden
die uit het hooge Noorden wel eens tot ons komen.
Een accent van waarachtigheid behoedt het om
vangrijke werk voor het kinderachtige", dat zulke
lectuur wel eens schijnt te hebben; ook overigens
is het boek door de vrijmoedigheid van sommige
tafereelen lang niet geschikt voor de kinderkamer.
Ook hij, die een boek als dit niet zonder voor
ingenomenheid begint, onttrekt zich niet aan zijn
kracht; daar komt nog bij, dat het eveneens belang
stelling wekt als documentatie over een voor ons
geheel vreemd soort samenleving.
W. A. Robinson. 32000 Mijlen over Zee. Uit hel
Engelsch vertaald door A. P. Prins. (Amsterdam.
De Gulden Ster).
In 3]/2 jaar heeft de schrijver, in een scheepje van
nog geen 10 meter lang en nog geen 3 meter breed,
met als bemanning n Tahitaan, 32000 mijl
afgezeild. Een tweede Gerbault dus. Hij bezocht Ber
muda, Panama, Galapagos, Tahiti, Java, Ned.-Indië,
Singapore, Ceylon, Mangalore, Aden, Suez, Nice,
Gibraltar, de Canarische eilanden, om ten slotte op
zijn punt van uitgang, New York, terug te keeren.
De jeugdige Amerikaan Robinson hij is pas 25
jaar heeft er een zeer onderhoudend boek over
geschreven, en dit met veel eigen foto's verlucht.
De moeilijke vertaling is onberispelijk en in elk
opzicht deskundig.
OUDE EN NIEUWE KUNST
(Adv.)
Tl KOT l N
DEN HAAG - NASSAUPL.EIN 6
EASTERN ART
D. A. Hoogendijk & Co.
Keizersgracht 640
b ij de Vijzelstraat
AMSTERDAM
OUDE SCHILDERIJEN
Permanente tentoonstelling van
MODERNE SCHILDERIJEN
los. Lussenburg
Boschweg, Nunspeet
PAG. 10 DE GROENE No. 3227
L