Historisch Archief 1877-1940
H
u-uiai-i?i
et ecntpaar met het mes
_L
Een verhaal voor De Oroene aoor Ossip xvalenter
OP zekeren avond, het was in een mild, reeds
zomersch jaargetijde de bergen hielden,
duister en machtig, het stadje Abeti aan
de Middellandsche Zee als een teere reliquie omvat,
de lichten twinkelden rondom de haven en de
markt en op de eindelooze zee lag matblauw en
zijdeachtig de laatste weerschijn van den verzonken
dag, verscheen in maestro Carlino's lucullische
trattoria aan de kade een niet zeer jong maar in
hooge mate romantisch echtpaar, dat reeds sinds
onheugelijke tijden trouw iederen avond bij zons
ondergang in sentimenteele houdingen op de pieren
en vooruitstekende rotsen pleegt te vertoeven,
steeds ongeveer volgens de laatste mode gekleed,
d.w.z. zij in ritselende kanten gewaden, hooge
rijglaarzen en lange handschoenen, hij in altijd te
nauwe, flanellen broeken, gestreept en al, een
panamahoed brutaal in het ietwat pappige gezicht
getrokken.
Armando en Maddalena namen plaats in de
hof", het door een kring van eeuwig groene boom
pjes omgeven hoekje van Carlino's taverne, en be
stelden una cena", het drie, in bizondere gevallen
vier gangen omvattende avondmaal. Maestro
Carlino men dient hem zich voor te stellen, als
gewoonlijk in hemdsmouwen, hevig transpireerend,
een keukenhanddoek rond zijn buik, een
biedermayer-lok energiek over zijn voorhoofd hangend
en een afgebroken tandenstoker tusschen de lippen,
die er een zwak voor hebben varieerende melo
dieën te voorzien van den zelf vervaardigden tekst
bawawa bawah" veegt goedgeluimd de achter
gebleven broodkruimels van Armando's en
Maddalena's tafel, schenkt voor de daarnaast gezeten
Engelschen het restant van hun Chianti in, om de
leege flesch onverwijld door een volle te vervangen,
en legt met een geluk en tevredenheid ademende
opmerking schoone tafelkleedjes op.
De geliefden verdiepen zich in het genot hunner
spaghetti, de Engelschen drinken, zonder te be
merken, dat hij intusschen in een nieuwe (duurdere)
soort veranderd is, met kennersgenot hun Chianti
verder; Carlino heeft zich teruggetrokken in het
kleine inwendige van zijn trattoria, dat veel van
een scheepskombuis weg heeft. Hij voegt zich daar bij
Rutilio, den corpulenten bakker, Luigi, den listigen
oud-keurmeester, en Spintoni, den
emeritus-onderwijzer, die nu nog slechts van kroeg tot kroeg
dwaalt. In de voor het gezinsleven gereserveerde
erker maakt de kleine Ero, de rose jongste loot van
zijn stam met hulp van de levendige Carlotta,
haar reeds volwassen zuster, haar huiswerk, luidop
spellend. In de minuscule keuken pruttelt, onder
toezicht van Camilla, de verschrompelde gedienstige
des huizes, de visch, en alles is als altijd. Op eens
hoort Carlino echter een afschuwelijk gebrul voor
het huis, gevolgd door geschreeuw, gegil, het om
gooien van stoelen, het gekletter van serviezen.
Met een sprong is hij bij de deur en komt nog net
op tijd om te zien hoe Maddalena met wapperende
rokken op de vlucht slaat, terwijl Armando, wijn
en spaghetti in den steek latend, haar achterna zit,
lijkbleek, met een van woede verwrongen gezicht,
haar naroepend: Met mijn eigen oogen heb ik
gezien, ellendeling, hoe jij met Paolo Dionisio ge
flirt hebt !"
Carlino, die de wereld kent, besluit het voorval
van de komische zijde te beschouwen, wat hem wel
geraden is, aangezien een groepje giegelende
meisjes en een paar lachend heupwiegende
vischvrouwen de scène een uiterst komisch karakter
verleenen. Den lichtelijk beduusden Engelschen roept
hij lachend toe: Dat hindert niets hoor, die hebben
altijd herrie " Daarop zet hij de omgevallen
stoelen overeind, en onder luid trillend vroolijk
bawawa bawah" maakt hij zich op de nauwelijks
half opgegeten spaghetti weg te nemen eensklaps
valt daarbij echter zijn blik op het tafelgerei en hij
constateert, dat er op Armando's plaats een mes
ontbreekt.
KOUDE zweetdruppels parelen op zijn voorhoofd
en met een enorme snelheid voelt hij zich
wegsuizen in duizelende diepten. Want: het mes,
dat ontbreekt, is geen gewoon mes, maar dat
scherpgepunte, in den loop der jaren vlijmscherp dun
geworden mes, dat hij al lang uit de circulatie had
willen nemen...., en dat hij vandaag nog met
schroom had neergelegd.... te lui, om naar
het huis terug te gaan, om het te vervangen door
een ander, minder gevaarlijk exemplaar. . . . Wat
nu, als men het nu gaat gebruiken voor een moord ?
Hij, die tot algemeen gebruik messen met scherpe
punt.... Men moet er niet aan denken ! En met
den roep van zijn vermaarde trattoria zou het voor
altijd gedaan zijn.... Van een Bassi kan men van
alles verwachten. Herinnert het dichtgemetselde
raam in het huis der Bassi's niet een ieder aan hun
heetbloedige en gewelddadige natuur? Een zekere
Gianantonio heeft, zooals de inscriptie luidt, van
dat raam uit in het jaar 1678 den voornamen
Engelschman Francis Seymour, Duke of Somerset
verraderlijk neergeschoten, en dat zuiver en alleen
omdat de gedistingeerde Engelschman, die op door
reis van Genua naar Livorno een dag in Abeti
vertoefde, met de schoonzuster van den bewusten
Bassi blikken gewisseld zou hebben. Het was ten
eenen male onmogelijk, dat Maddalena, die altijd
en eeuwig met neergeslagen oogen rondliep, ge
koketteerd zou hebben met Paolo Dionisio, den
zoetsappigen zee-officier, die, naar iedereen wist, trouw
was en bleef aan de vrouw van den havenmeester !
Maar de Bassi's kennen in hun razernij bezinning,
noch verstand.... En dat het mes nu juist een
Bassi in handen moest vallen, een mes met zulk
een punt!
Carlino had zich wankelend gebukt om onder de
tafel te zoeken, maar hij had daar niets anders aan
getroffen, dat de op het afval van de op te dienen
visch wachtende katten, die hij, te zwak om als
gewoonlijk als bulderende boeman met handdoek
en bezem te lijf te gaan, nu slechts achteloos be
duidt weg te gaan. Hij begint te rennen: in hemds
mouwen, een servet in de hand, snelt hij in de
richting van de zee, waarheen Armando en Madda
lena gerend zijn, naar de pier toe. Armando en
Maddalena zoekt hij evenwel, hoezeer hij zijn
oogen ook den kost geeft, tevergeefs. Met een blik
van twijfel wendt hij zich naar het kasteel in de
verte. Zouden ze misschien daarheen....? En
reeds klimt hij steunende en hijgende er naar toe.
In wortels en struiken blijft hij hangen, hij struikelt,
valt, staat weer op, klemt zich vast om een oogenblik
later weer naar beneden te glijden, slechts de afge
trokken struiken in zijn hand en zinkt ten slotte
doodelijk uitgeput in het mos neer.... En daar
ziet hij hen plotseling staan, onder het breede be
schuttende dak van een pijnboom. Zij, slank en
wit tegen den monumentalen stam geleund, hij
kleiner omdat hij lager staat vlak voor haar.
Zoo steken zij, een ansichtkaarttooneeltje vol ge
voel, af tegen de maan, die groot en glanzend
achter de rotsen rond het kasteel te voorschijn
komt. In de stralen van deze maan als ijswater
loopt het Carlino door de aderen flitst de kling
van een mes, dat Armando heimelijk achter zijn
rug houdt.
CARLINO heeft geen tijd om nog langer op het
mostapijt te toeven. Op handen en voeten,
sidderend van angst, sluipt hij naderbij. Nu kan
hij hen hooren praten: zij hebben nog altijd
oneenigheid. Carlino's hersenen werken koortsachtig. Nu
op hen toe springen en hem het mes ontrukken?
Zij zouden onvermijdelijk naar beneden storten,
allebei, en wel loodrecht naar beneden in zee. Of
hen aanspreken, rustig, uiterst vriendschappelijk?
Met de Bassi's is niet te praten, als zij opgewonden
zijn. Hij besluit te wachten, klaar tot springen, tot
er iets gebeurt. Dan het koste wat het wil
zal hij zich ertusschen werpen.
Als iemand hem eens zoo zou zien, zwevend
tusschen hemel en aarde krampachtig vastgeklemd
aan verdroogd varenkruid, dat bij de geringste
poging tot bewegen kraakt en de opmerkzaamheid
van den al te actieven Bassi op hem kan vestigen !
Zijn kinderen ! Als zij eens wisten ! Eberto, destijds
bij de artillerie in Bologne, Arnaldo, nu stellig al
in Sydney op zijn wereldreis als steward aan boord
van de Biancamano", Fabio, de kwajongen....
Fabio had zich eigenlijk best om hem kunnen be
kommeren. Waar zit die nu weer den heelen avond ?
Natuurlijk weer in het cafébij het kaartspelen, in
plaats thuis te helpen in de zaak.. .. Carlotta, die
ondanks haar stevige jongensbeenen zoo teer is,
zoo overgevoelig, zij zou omkomen zoo zij ooit
vernam wat haar vader hier in zijn schild voert.
En Ero, de kleine, voor wie hij vader en moeder
tegelijk is, sedert den dood van de arme Aldegonda.. .
Oh, Aldegonda ! Leefde zij nog slechts, de
krachtige en rustige figuur, zijn schutsengel en
echtgenoote, waarmee hij groot geworden is en die
aan de voorheen onbekende trattoria aan de haven
zijn roep gegeven had. Zij, die hem bijstond in
nood en gevaar, de trouwe, die hem beschermde
tegen het dievengespuis in huis en tegen de ver
wijten van ontevreden cliënten l Als een koningin,
de soeplepel als een scepter rondzwaaiend, placht
zij gelijk een machtige godin der gerechtigheid het
huis uit te komen om haar Carlino te ontzetten.
PAG. 16 DE GROENE No. 3227
S ACM/)
Ach, waarom heeft zij hem verlaten, en is zij zoo
ontijdig tot de engelen opgestegen ? Op het kerkhof
is hij overigens ook een heelen tijd niet geweest.
Hij zal er morgen heen gaan en nieuwe bloemen
neerleggen, hij zal ook den steen, die zoo vuil is
geworden, laten reinigen en een mis laten lezen
ter harer nagedachtenis. . . . Goede God in den
hemel, alles zou hij willen doen als er maar geen
moord gebeurt, als hij alleen maar dat mes weer
in zijn bezit zou krijgen ! Nooit meer zal hij de
Engelschen den goedkoopen wijn inschenken en den
dure op de rekening zetten, nooit meer zal hij Spin
toni, den armen ouden leeraar en gewoontedrinker
aanmanen om te betalen, nooit meer zal hij Fabio,
als hij terugkomt uit het koffiehuis, met oorvijgen
ontvangen laat dien jongen toch een beetje zijn
pleizier zoolang het nog gaat , als er maar geen
ongeluk gebeurt, als hij dat mes maar weer terug
krijgt
DAAR Carlino gelooft zijn eigen oogen niet
ziet hij het in de maneschijn glanzende
mes op den grond vallen. Armando heeft notabene
zijn hand geopend en zoo maar het mes op den
grond laten vallen, als had hij vergeten, dat hij
het in zijn hand had. Nu breidt hij zijn armen uit,
werpt met een van gelukzaligheid stralend gezicht
het hoofd in den nek en omarmt Maddalena.
Carlino leeft als in een droom. Hij wrijft zijn goeiige
trouwe hondenoogen, waarin nog de tranen voor
zijn Aldegonda staan: neen, hij vergist zich niet,
het mes ligt voor hem op den grond, op de ritselende
pijnboomnaalden.... Het opnemen, opspringen en
er met enorme sprongen van doorgaan is
kinderwerk.
Het mes, als een heimelijke trophee onder zijn
als schort dienstdoende handdoek dragend, ver
schijnt hij aan de havenkade. Rustig en argeloos,
als was er niets gebeurd, als zat zijn broek van
achteren niet vol klitten en als was zijn rechter
knie niet opengeschaafd, betreedt hij de trattoria,
waar Rurilio, de bakker, Luigi, de oud-keurmeester
en Spintoni de leeraar in hun hoekje zitten, juist
zooals straks. Ero is nog steeds met Carlotta aan
haar huiswerk bezig. Carlino vertoont plotseling
zoo een opgewekte babbelachtigheid, dat Rutilio,
de bakker en Luigi, de oud-keurmeester reeds be
ginnen te bepeinzen welke aanzienlijke wijn- of
alcoholaffaire (eventueel achter den rug der douane
beambten tot stand gekomen) de aanleiding tot
een dergelijke opgewektheid zou kunnen zijn.
Als dan Spintoni, de leeraar, zich opmaakt om
te vertrekken, klopt Carlino hem minzaam op den
schouder. Ero is na een bizonder teedere nachtzoen
naar bed gegaan, het mes is in de duisterste diepten
van het vuilnisvat verdwenen. De Engelschen, die
intusschen aan hun derde flesch toe zijn, vragen
om de rekening. Carlino plaatst zijn lorgnet op zijn
neus en zich zelf achter het laatste tafeltje van de
gelagkamer, waar niemand hem bespieden kan
door over zijn schouder te loeren, en noteert
spaghetti al sugo, fritto di pesce, fruit, kaas, wijn
hier stokt hij. Zal hij werkelijk. . . . ? Waar zij
toch kennelijk niets en niets gemerkt hebben....
En dan zet hij eenmaal, een enkel keertje den
duurderen wijn op de rekening in plaats van den
goedkoope. En wanneer eindelijk Fabio, de bleeke
lummel, fluitend terugkeert uit het caféDante",
waar hij kaart gespeeld heeft, en met de handen
in de zakken binnenslentert, staat Carlino op en
geeft hem zonder een woord te zeggen een knallende
oorvijg. . . .
.