Historisch Archief 1877-1940
chaos onzer luchtbescherming
Onze militaire medewerker schrijft :
NAAR het heet zou de Regeering van
Tsjechoslowakije plotseling voor de keuze gesteld
zijn geworden tusschen onderwerping en vernieti
gende bombardementen. De geschiedenis zal moeten
uitmaken in hoever dit bericht overeenstemt met de
feiten. Voor het onderwerp dat wij hier behandelen
doet dat intusschen niet ter zake: hoofdzaak is,
dat de mogelijkheid in ieder geval niet als uitgesloten
beschouwd kan worden. Daar komt het op aan.
Want daaruit volgt, dat andere landen plotseling
voor een soortgelijken eisch kunnen komen te
staan, en zich dan in een allerongelukkigste situatie
zullen bevinden indien de luchtverdediging en lucht
bescherming niet gereed zijn.
Deze overweging is ook voor ons land van
beteekenis. Vooreerst omdat de luchtverdediging en de
luchtbescherming er nog verre van gereed zijn. En
ten andere, omdat het' er veel van heeft, dat de
ernst van dit tekort in onze defensie-voorbereiding
ook nog onvoldoende wordt ingezien.
Dat blijkt al dadelijk uit de bestuursorganisatie.
Wil men wel gelooven dat geen enkele van de vijftien
afdeelingen van het departement van defensie
speciaal bestemd is voor de voorbereiding tegen het
luchtgevaar? Officieel is de lucht" op dit departe
ment nog niet eens vertegenwoordigd. En dat in een
tijd waarin de lucht zeker niet minder de aandacht
verdient dan het land en het water. In vele andere
landen zijn dan ook voor de lucht afzonderlijke,
volkomen gelijkwaardige departementen opgericht.
Hier wordt zij nog geen afzonderlijke afdeeling
waardig gekeurd.
De minste aandacht heeft de landsverdediging
dan nog voor de passieve luchtbescherming. De
verdediging met kanonnen en vliegtuigen e.a.
moest in het leger wel opgenomen worden. Sedert
een paar maanden is er inderdaad zelfs reeds een
afzonderlijk commando voor ! Maar met de lucht
bescherming bemoeit Defensie zich niet. Daarvoor
moet men aan Binnenlandsche Zaken zijn.
DIT vertoon van onachtzaamheid tegenover de
grootste bedreiging heeft meer dan uiterlijke
beteekenis. Zij moet zich wreken in de resultaten
der voorbereiding.
Iedereen die maar eenigszins bekend is met het
wezen der bureaucratie, zal overtuigd zijn van den
grooten invloed der departementale afdeelingen op
de besluiten en handelingen der Regeering. Dat
volgt uit de feiten: de ministers komen en gaan,
het departement blijft; de ministers worden gekozen
niet in de eerste plaats om hun deskundigheid maar
wegens hun politieke beteekenis; het arbeidsveld
van een departement is ook te uitgestrekt om door
een politicus in een tijdelijke functie geheel overzien
en beheerscht te kunnen worden. De deskundigheid
voor het geheele gebied n de esprit de suite"
zetelen op de departementale bureaux. De minister
heeft over het algemeen niet het vermogen zich op
het geheele gebied te doen gelden. Il n'a pas Ie
pouvoir, mais il a la responsabilité", zegt Robert de
Jouvenel.
Het zal duidelijk zijn welk een bedenkelijke in
vloed er in zulk een situatie moet uitgaan van het
feit dat ,,de lucht" officieel in het geheel niet ver
tegenwoordigd is in het departement. De marine b.v.
heeft er twee admiraals, die als afdeelingshoofd
dagelijks het oor van den minister hebben. Naar een
ervaren lucht-man", die door zijn positie in staat
is voor de belangen op te komen welke samenhangen
met het luchtgevaar, zoekt men te vergeefs binnen
de muren van het departement. Het is al mooi dat er
twee maritieme bureaux zijn, die althans over een
luitenant-vlieger beschikken. Dat is al!
Bedenkelijker nog is het gesteld met de luchtbe
scherming. Zooals hiervoren werd opgemerkt is
deze ondergebracht bij Binnenlandsche Zaken. Zij
bevindt zich daar als een kat in een vreemd
pakhuis."
Om te beginnen mist de minister van dat departe
ment qualitate qua alle gegevens om op dit uiterst
belangrijke gebied de opperste leiding n de volle
verantwoordelijkheid te dragen. Natuurlijk kan het
UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge
schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken
nu over meer dan een half millioen gegevens.
Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen,
stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier,
Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen.
toeval ook hier een wonder verrichten. Wonderen
moet men echter in het gewone leven niet ver
wachten. Het is al mooi indien een man van vol
doende politieke beteekenis om minister te worden,
leiding kan geven aan de hoofdtaak van Binnen
landsche Zaken. Het zou overdreven zijn dan ook
nog deskundigheid van hem te verlangen op het
gebied der landsverdediging in het algemeen en der
luchtbescherming in het bijzonder. Beide zijn noodig
omdat de luchtbescherming onderdeel is van de
landsverdediging en haar voorbereiding ten nauwste
daarmee verband moet houden. Wij komen hier
onder daarop terug.
Des te meer hangt de behartiging van de lucht
bescherming af van de deskundigheid van het
departement.
Binnenlandsche Zaken is echter uit den aard der
zaak als geheel daarvoor onbekwaam: de landsver
dediging n de luchtbescherming liggen geheel
buiten zijn gezichts- en arbeidsveld. Een enkele
uitzondering wordt gemaakt door de inspectie der
luchtbescherming, die met een karig bezetten staf
dezer dagen tot departementale afdeeling verheven
is of wordt.
Er is niet de minste aanleiding om iets ten nadeele
van deze nieuwe afdeeling in het midden te brengen
behalve dan dat zij aan het verkeerde departe
ment zetelt.
Want uit het voorgaande moet vooral niet afge
leid worden, dat de departementale organisatie
zonder beteekenis zou zij a. Integendeel vormen de
departementen bureaucratische machinerieën van
hooge waarde, waarvan alle onderdeelen nauw
keurig in elkander grijpen. Alvorens b.v. het depar
tement van Defensie omtrent een onderwerp tot een
beslissing komt, wordt het aan alle daarbij betrokken
bureaux onderzocht, nadat in de meeste gevallen de
generale staf of andere deskundige bureaux of
commandanten uit de weermacht er over gerappor
teerd hebben.
Het spreekt vanzelf dat de werking van een der
gelijke ingewikkelde en op grond van jarenlange
ervaring opgebouwde organisatie niet vervangen
kan worden door die van een enkel klein bureau in
een vreemd departement.
Ook in financieel opzicht zijn daaraan conse
quenties verbonden. Defensie zwemt tegenwoordig
in de millioenen: voor 1939 beschikt zij er over 234.
Maar de naar het vreemde departement verbannen
luchtbescherming moet tevreden zij a met de
kruimkens van den Binnenlandschea" disch: in Septem
ber was er geen geld voor allerlei betrekkelijk kleine
voorzieningen, waarvoor het Rijk de zorg op zich
genomen had.
MAAR bovenal moet de verdeeling van de be
scherming en verdediging over twee departe
menten veroordeeld worden omdat deze diensten
een onverbrekelijk geheel vormen.
Hoezeer zij in elkander grijpen, blijkt onophou
delijk uit uitspraken van de Regeering. Zoo heeft
b.v. de minister van Binnenlandsche Zaken het
vorig jaar uitgemaakt dat er geen schuilplaatsen
gebouwd zullen worden omdat de verdediging betere
bescherming verleent en de vrijkomende gelden dus
daarvoor besteed zullen worden: de waarde van de
verdediging ligt echter buiten zijn gezichtsveld, en
de besteding van gelden voor dat doel buiten zijn
bemoeienis. Daarentegen heeft de minister van
defensie bij herhaling de evacuatie der burgerbevol
king afgewezen omdat deze niet wel uitvoerbaar
zou zijn en de luchtbescherming alleen reeds vol
doende veiligheid kan bieden, ? twee uitspraken die
feitelijk buiten zijn competentie vallen. Maar ook
de minister van B.Z. kan niet oordeelen over de
behoefte aan evacuatie, omdat de uitwerking der
verdediging aan zijn waarneming ontsnapt.
In geval van oorlog zal de luchtbescherming onder
het militaire gezag gesteld worden zoodra de om
standigheden dat noodig maken, heeft de minister
van defensie onlangs verklaard. Volgt niet reeds
uit dit enkele feit, dat deze bescherming dan ook in
vredestijd beoefend moet worden onder leiding der
militaire commandanten en in samenwerking met
de organen der verdediging? Thans rekent b.v. de
bescherming op volledige verduistering en de ver
dediging op heldere verlichting door zoeklichten:
tableau !
Kortom: de organisatie der voorbereiding tegen de
gevaren uit de lucht rammelt aan alle kanten, terwijl
hier wegens de bliksem-snelheid waarmee het gevaar
over onze hoofden kan losbarsten, juist meer dan
ergens elders een sluitend geheel noodig is.
Kerk, volk
Een actueel vraagstuk
voor Nederland
Mr. W. Verkade
De kwestie-Ekering
In den kerkeraad van de Ned. Hervormde gemeen
te te Amsterdam is thans voor de tweede maal de
kwestie aan de orde geweest of het toelaatbaar is,
dat haar predikant ds. mr. L. C. D. Ekering lid is
van de N.S.B. In het licht van den Duitschen
Kerkstrijd is het begrijpelijk, dat hierover in kerkeliiken
kring verontwaardiging en verontrusting heerscht.
Edoch, bij de groote verscheidenheid van Theolo
gische stroomingen in de Ned. Hervormde kerk, die
zichzelf gaarne de Volkskerk" noemt, is de moge
lijkheid van leertucht in deze kerk zeer in onbruik
geraakt en zeer moeilijk geworden. De geloofs
belijdenis dateert uit de i6de en I7de eeuw en wordt
in zijn letterlijke beteekenis nog slechts door een
fractie van de kerk als bindend aanvaard; de
kerkorde van 1819 is zuiver administratief en opgelegd
door het staatsgezag, in den persoon van Koning
Willem I. En dus zal het, hoewel niemand ds. mr.
Ekering bij de discussie in den Amsterdamschen
kerkeraad is bijgevallen en tegenover de door hem
verdedigde stellingen zeer scherp de stellingen van
ds. K. H. Miskotte waren gesteld, toch niet een
voudig zijn om eenige maatregel tegen het
N.S.B.lidmaatschap van den predikant kerkelijk te
fundeeren, zoomin als dit indertijd eenvoudig was
t. a. z. van de communistisch-gezinde predikanten
Boers en Snethlage.
Bij de verdediging van zijn relaties met de N.S.B.
beroept ds. Ekering zich daarenboven op de denk
beelden van wijlen prof. dr. Ph. J. Hoedemaker,
een bekend Protestantsch Theoloog uit het einde
van de vorige eeuw, wiens werken De kerk en het
moderne Staatsrecht" en Heel de kerk en heel het
Volk" in rechts-protestantschen kring nog steeds
groot gezag genieten.
Hoedemaker is het niet kwalijk te nemen, dat
hij bij het opstellen van zijn staatsleer het fascisme
en nationaal-socialisme niet heeft voorzien. Maar
zij, die thans de verantwoordelijkheid voor het
bestuur der Hervormde kerk dragen, zullen moeten
inzien, dat wat Hoedemaker voorstond toen de
liberale staatsgedachte zeer algemeen heerschte,
zonder nadere preciseering niet houdbaar is in een
periode, dat totalitaire ideologische stroomingen
kerk, volk en staat onder n machtsapparaat willen
gelijkschakelen. Om geheel zuiver te staan zullen
zij er zich zelfs op moeten bezinnen of niet Hoede
makers staatsleer zelf reeds totalitaire strekkingen
in zich draagt. Als men weet, dat er sprake van is
dat een der Christelijk-historische verkiezings
leuzen in deze maanden, Hoedemakers Heel de
kerk en heel het volk" zal zijn, zal men begrijpen
dat een dergelijk onderzoek niet zonder gevaar is
voor zekere heilige huisjes.
Een principieel boek
Daarom is het in dit tijdsgewricht van bijzonder
belang, dat een orthodox-theoloog over het vraag
stuk van kerk, staat en volk een principieel boek
heeft gepubliceerd en daarbij niet heeft verzuimd
het gevonden principieële standpunt te toetsen aan
de heerschende praktijk van en de gangbare opvat
tingen in de Nederlandsen Hervormde Kerk. De
titel luidt: De taak van de kerk in de
Nederlandsche volks- en staatsgemeenschap" (uitgave
Callenbach-Nijkerk) De schrijver is voor de regelmatige
lezers van De Groene" geen onbekende; n.l. ds.
A. M. Brouwer.
Bewust gaat deze schrijver uit van de gedachte
wereld van het Nieuwe Testament en keert hij zich
op grond daarvan tegen de beperking van de con
crete toepassing der evangelie-prediking tot het
persoonlijke- en gezinsleven (en hoogstens drank
misbruik als volkszonde), waartoe zij in de 196
eeuw is ineengeschrompeld.
Evenzeer keert hij zich tegen het naïeve en
vlakke optimisme dat menschenverbroedering en
economische gelijkheid predikt en geen rekening
houdt met de werkelijkheid van zonde, schuld en
dood.
Tenslotte richt hij zich tegen een, buiten de
officieële prediking om, geconstrueerde christelijke"
actie en christelijke" politiek, waardoor het chris
tendom gesplitst wordt in het innerlijke" deel dat
PAG. 4 DE GROENE No. 3227