De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1939 8 april pagina 4

8 april 1939 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

chaos onzer luchtbescherming Onze militaire medewerker schrijft : NAAR het heet zou de Regeering van Tsjechoslowakije plotseling voor de keuze gesteld zijn geworden tusschen onderwerping en vernieti gende bombardementen. De geschiedenis zal moeten uitmaken in hoever dit bericht overeenstemt met de feiten. Voor het onderwerp dat wij hier behandelen doet dat intusschen niet ter zake: hoofdzaak is, dat de mogelijkheid in ieder geval niet als uitgesloten beschouwd kan worden. Daar komt het op aan. Want daaruit volgt, dat andere landen plotseling voor een soortgelijken eisch kunnen komen te staan, en zich dan in een allerongelukkigste situatie zullen bevinden indien de luchtverdediging en lucht bescherming niet gereed zijn. Deze overweging is ook voor ons land van beteekenis. Vooreerst omdat de luchtverdediging en de luchtbescherming er nog verre van gereed zijn. En ten andere, omdat het' er veel van heeft, dat de ernst van dit tekort in onze defensie-voorbereiding ook nog onvoldoende wordt ingezien. Dat blijkt al dadelijk uit de bestuursorganisatie. Wil men wel gelooven dat geen enkele van de vijftien afdeelingen van het departement van defensie speciaal bestemd is voor de voorbereiding tegen het luchtgevaar? Officieel is de lucht" op dit departe ment nog niet eens vertegenwoordigd. En dat in een tijd waarin de lucht zeker niet minder de aandacht verdient dan het land en het water. In vele andere landen zijn dan ook voor de lucht afzonderlijke, volkomen gelijkwaardige departementen opgericht. Hier wordt zij nog geen afzonderlijke afdeeling waardig gekeurd. De minste aandacht heeft de landsverdediging dan nog voor de passieve luchtbescherming. De verdediging met kanonnen en vliegtuigen e.a. moest in het leger wel opgenomen worden. Sedert een paar maanden is er inderdaad zelfs reeds een afzonderlijk commando voor ! Maar met de lucht bescherming bemoeit Defensie zich niet. Daarvoor moet men aan Binnenlandsche Zaken zijn. DIT vertoon van onachtzaamheid tegenover de grootste bedreiging heeft meer dan uiterlijke beteekenis. Zij moet zich wreken in de resultaten der voorbereiding. Iedereen die maar eenigszins bekend is met het wezen der bureaucratie, zal overtuigd zijn van den grooten invloed der departementale afdeelingen op de besluiten en handelingen der Regeering. Dat volgt uit de feiten: de ministers komen en gaan, het departement blijft; de ministers worden gekozen niet in de eerste plaats om hun deskundigheid maar wegens hun politieke beteekenis; het arbeidsveld van een departement is ook te uitgestrekt om door een politicus in een tijdelijke functie geheel overzien en beheerscht te kunnen worden. De deskundigheid voor het geheele gebied n de esprit de suite" zetelen op de departementale bureaux. De minister heeft over het algemeen niet het vermogen zich op het geheele gebied te doen gelden. Il n'a pas Ie pouvoir, mais il a la responsabilité", zegt Robert de Jouvenel. Het zal duidelijk zijn welk een bedenkelijke in vloed er in zulk een situatie moet uitgaan van het feit dat ,,de lucht" officieel in het geheel niet ver tegenwoordigd is in het departement. De marine b.v. heeft er twee admiraals, die als afdeelingshoofd dagelijks het oor van den minister hebben. Naar een ervaren lucht-man", die door zijn positie in staat is voor de belangen op te komen welke samenhangen met het luchtgevaar, zoekt men te vergeefs binnen de muren van het departement. Het is al mooi dat er twee maritieme bureaux zijn, die althans over een luitenant-vlieger beschikken. Dat is al! Bedenkelijker nog is het gesteld met de luchtbe scherming. Zooals hiervoren werd opgemerkt is deze ondergebracht bij Binnenlandsche Zaken. Zij bevindt zich daar als een kat in een vreemd pakhuis." Om te beginnen mist de minister van dat departe ment qualitate qua alle gegevens om op dit uiterst belangrijke gebied de opperste leiding n de volle verantwoordelijkheid te dragen. Natuurlijk kan het UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken nu over meer dan een half millioen gegevens. Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen, stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier, Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen. toeval ook hier een wonder verrichten. Wonderen moet men echter in het gewone leven niet ver wachten. Het is al mooi indien een man van vol doende politieke beteekenis om minister te worden, leiding kan geven aan de hoofdtaak van Binnen landsche Zaken. Het zou overdreven zijn dan ook nog deskundigheid van hem te verlangen op het gebied der landsverdediging in het algemeen en der luchtbescherming in het bijzonder. Beide zijn noodig omdat de luchtbescherming onderdeel is van de landsverdediging en haar voorbereiding ten nauwste daarmee verband moet houden. Wij komen hier onder daarop terug. Des te meer hangt de behartiging van de lucht bescherming af van de deskundigheid van het departement. Binnenlandsche Zaken is echter uit den aard der zaak als geheel daarvoor onbekwaam: de landsver dediging n de luchtbescherming liggen geheel buiten zijn gezichts- en arbeidsveld. Een enkele uitzondering wordt gemaakt door de inspectie der luchtbescherming, die met een karig bezetten staf dezer dagen tot departementale afdeeling verheven is of wordt. Er is niet de minste aanleiding om iets ten nadeele van deze nieuwe afdeeling in het midden te brengen behalve dan dat zij aan het verkeerde departe ment zetelt. Want uit het voorgaande moet vooral niet afge leid worden, dat de departementale organisatie zonder beteekenis zou zij a. Integendeel vormen de departementen bureaucratische machinerieën van hooge waarde, waarvan alle onderdeelen nauw keurig in elkander grijpen. Alvorens b.v. het depar tement van Defensie omtrent een onderwerp tot een beslissing komt, wordt het aan alle daarbij betrokken bureaux onderzocht, nadat in de meeste gevallen de generale staf of andere deskundige bureaux of commandanten uit de weermacht er over gerappor teerd hebben. Het spreekt vanzelf dat de werking van een der gelijke ingewikkelde en op grond van jarenlange ervaring opgebouwde organisatie niet vervangen kan worden door die van een enkel klein bureau in een vreemd departement. Ook in financieel opzicht zijn daaraan conse quenties verbonden. Defensie zwemt tegenwoordig in de millioenen: voor 1939 beschikt zij er over 234. Maar de naar het vreemde departement verbannen luchtbescherming moet tevreden zij a met de kruimkens van den Binnenlandschea" disch: in Septem ber was er geen geld voor allerlei betrekkelijk kleine voorzieningen, waarvoor het Rijk de zorg op zich genomen had. MAAR bovenal moet de verdeeling van de be scherming en verdediging over twee departe menten veroordeeld worden omdat deze diensten een onverbrekelijk geheel vormen. Hoezeer zij in elkander grijpen, blijkt onophou delijk uit uitspraken van de Regeering. Zoo heeft b.v. de minister van Binnenlandsche Zaken het vorig jaar uitgemaakt dat er geen schuilplaatsen gebouwd zullen worden omdat de verdediging betere bescherming verleent en de vrijkomende gelden dus daarvoor besteed zullen worden: de waarde van de verdediging ligt echter buiten zijn gezichtsveld, en de besteding van gelden voor dat doel buiten zijn bemoeienis. Daarentegen heeft de minister van defensie bij herhaling de evacuatie der burgerbevol king afgewezen omdat deze niet wel uitvoerbaar zou zijn en de luchtbescherming alleen reeds vol doende veiligheid kan bieden, ? twee uitspraken die feitelijk buiten zijn competentie vallen. Maar ook de minister van B.Z. kan niet oordeelen over de behoefte aan evacuatie, omdat de uitwerking der verdediging aan zijn waarneming ontsnapt. In geval van oorlog zal de luchtbescherming onder het militaire gezag gesteld worden zoodra de om standigheden dat noodig maken, heeft de minister van defensie onlangs verklaard. Volgt niet reeds uit dit enkele feit, dat deze bescherming dan ook in vredestijd beoefend moet worden onder leiding der militaire commandanten en in samenwerking met de organen der verdediging? Thans rekent b.v. de bescherming op volledige verduistering en de ver dediging op heldere verlichting door zoeklichten: tableau ! Kortom: de organisatie der voorbereiding tegen de gevaren uit de lucht rammelt aan alle kanten, terwijl hier wegens de bliksem-snelheid waarmee het gevaar over onze hoofden kan losbarsten, juist meer dan ergens elders een sluitend geheel noodig is. Kerk, volk Een actueel vraagstuk voor Nederland Mr. W. Verkade De kwestie-Ekering In den kerkeraad van de Ned. Hervormde gemeen te te Amsterdam is thans voor de tweede maal de kwestie aan de orde geweest of het toelaatbaar is, dat haar predikant ds. mr. L. C. D. Ekering lid is van de N.S.B. In het licht van den Duitschen Kerkstrijd is het begrijpelijk, dat hierover in kerkeliiken kring verontwaardiging en verontrusting heerscht. Edoch, bij de groote verscheidenheid van Theolo gische stroomingen in de Ned. Hervormde kerk, die zichzelf gaarne de Volkskerk" noemt, is de moge lijkheid van leertucht in deze kerk zeer in onbruik geraakt en zeer moeilijk geworden. De geloofs belijdenis dateert uit de i6de en I7de eeuw en wordt in zijn letterlijke beteekenis nog slechts door een fractie van de kerk als bindend aanvaard; de kerkorde van 1819 is zuiver administratief en opgelegd door het staatsgezag, in den persoon van Koning Willem I. En dus zal het, hoewel niemand ds. mr. Ekering bij de discussie in den Amsterdamschen kerkeraad is bijgevallen en tegenover de door hem verdedigde stellingen zeer scherp de stellingen van ds. K. H. Miskotte waren gesteld, toch niet een voudig zijn om eenige maatregel tegen het N.S.B.lidmaatschap van den predikant kerkelijk te fundeeren, zoomin als dit indertijd eenvoudig was t. a. z. van de communistisch-gezinde predikanten Boers en Snethlage. Bij de verdediging van zijn relaties met de N.S.B. beroept ds. Ekering zich daarenboven op de denk beelden van wijlen prof. dr. Ph. J. Hoedemaker, een bekend Protestantsch Theoloog uit het einde van de vorige eeuw, wiens werken De kerk en het moderne Staatsrecht" en Heel de kerk en heel het Volk" in rechts-protestantschen kring nog steeds groot gezag genieten. Hoedemaker is het niet kwalijk te nemen, dat hij bij het opstellen van zijn staatsleer het fascisme en nationaal-socialisme niet heeft voorzien. Maar zij, die thans de verantwoordelijkheid voor het bestuur der Hervormde kerk dragen, zullen moeten inzien, dat wat Hoedemaker voorstond toen de liberale staatsgedachte zeer algemeen heerschte, zonder nadere preciseering niet houdbaar is in een periode, dat totalitaire ideologische stroomingen kerk, volk en staat onder n machtsapparaat willen gelijkschakelen. Om geheel zuiver te staan zullen zij er zich zelfs op moeten bezinnen of niet Hoede makers staatsleer zelf reeds totalitaire strekkingen in zich draagt. Als men weet, dat er sprake van is dat een der Christelijk-historische verkiezings leuzen in deze maanden, Hoedemakers Heel de kerk en heel het volk" zal zijn, zal men begrijpen dat een dergelijk onderzoek niet zonder gevaar is voor zekere heilige huisjes. Een principieel boek Daarom is het in dit tijdsgewricht van bijzonder belang, dat een orthodox-theoloog over het vraag stuk van kerk, staat en volk een principieel boek heeft gepubliceerd en daarbij niet heeft verzuimd het gevonden principieële standpunt te toetsen aan de heerschende praktijk van en de gangbare opvat tingen in de Nederlandsen Hervormde Kerk. De titel luidt: De taak van de kerk in de Nederlandsche volks- en staatsgemeenschap" (uitgave Callenbach-Nijkerk) De schrijver is voor de regelmatige lezers van De Groene" geen onbekende; n.l. ds. A. M. Brouwer. Bewust gaat deze schrijver uit van de gedachte wereld van het Nieuwe Testament en keert hij zich op grond daarvan tegen de beperking van de con crete toepassing der evangelie-prediking tot het persoonlijke- en gezinsleven (en hoogstens drank misbruik als volkszonde), waartoe zij in de 196 eeuw is ineengeschrompeld. Evenzeer keert hij zich tegen het naïeve en vlakke optimisme dat menschenverbroedering en economische gelijkheid predikt en geen rekening houdt met de werkelijkheid van zonde, schuld en dood. Tenslotte richt hij zich tegen een, buiten de officieële prediking om, geconstrueerde christelijke" actie en christelijke" politiek, waardoor het chris tendom gesplitst wordt in het innerlijke" deel dat PAG. 4 DE GROENE No. 3227

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl