Historisch Archief 1877-1940
en staat
in de kerk gepreekt wordt en een autoriteitslooze
constructie van min of meer aannemelijke maat
schappelijke theorieën, waarover in
vereenigingsleven en politieke partij wordt gediscussieerd;
maar wat heel vaak niet ver afstaat van
groepsegoïsme.
Aan deze verwarrende misvattingen ligt ten
grondslag dat in de protestantsche kerken de sfeer
van de christelijke gemeente en de aardsche rechts
gemeenschap niet voldoende uit elkaar gehouden
worden; zoowel binnen als buiten de kerk is in de
protestantsche practijk een onklaar mengsel van
rechtsbeginselen en liefdemoraal gebruikelijk.
Daardoor ontbreekt dan ook de spanning, die de
christen dagelijks zou moeten voelen, tusschen de
liefde- en vergevings-gemeenschap der kerk in de
ruige wereld daarbuiten waar het slechts om een min
of meer ontwikkelde rechtsgemeenschap
gaatVan deze vermenging van sferen geeft ds. Brouwer
een zeer interessante verklaring. Door de protes
tantsche en met name de Calvinistische theo
logie is zoo zet hij uiteen de leer dat Christus
moest sterven om de schuld van het
menschengeslacht te verzoenen, veel te juridisch opgevat;
wat als stamelende beeldspraak voor de onbegrij
pelijkheid van Gods absolute rechtvaardigheid
en onuitputtelijke vergevensgezindheid is bedoeld,
is b.v. in den Heidelberger catechismus zeer aards
uitgewerkt als een vrijsprekend vonnis voor de
menschen omdat hun misdaad door het bloed van
Christus is geboet. Achter deze mysterielooze juri
dische satisfactie-leer gaat het beeld van den
Heiligen God, Die niet alleen 's menschen daden,
maar ook hun geheimste gedachten (en dus ook
de verkeerdheden van een uiterlijk rechtvaardige
orde) kent, en Die dus ook tot de volledigste ver
geving in staat is, verloren. Aan deze juridische
satisfactie-leer" wijdt ds. Brouwer ook de vervlak
king van het begrip van de vergevings- en liefde
gemeenschap in de protestantsche kerken. En deze
vervlakking van de kerkelijk sfeer heeft weer
tengevolge dat men met het onderscheid tusschen
christelijke gemeente en de profane wereld uit
het oog gaat verliezen en te gemakkelijk gaat
spreken over christelijke vereenigingen, christelijk
volksdeel, christelijk volk, ja christelijk Europa
(sic !).
Als juiste Christelijke prediking wenscht de
schrijver een herstel van de scherp onderscheiden
sferen van liefdevol gemeenteleven (en dus ook
geen juridische leertucht!) en de nuchtere erken
ning dat in de wereld slechts met het
wederkeerigheidsbeginsel en overheidsdwang stukje voor beetje
een rechtsstelsel op te bouwen is, dat zich op
uiterlijke daden en niet op innerlijke gezindheid
richt.
Het Fascisme en de Christelijke partijen
Het is duidelijk dat deze denkbeelden een even
scherpe veroordeeling inhouden van het
nationaalsocialisme dat de prediking van de kerk tot het
zuiver-persoonlijke en de visie op het hiernamaals
wil beperken, als van de christelijke partijpolitiek,
die aan allerlei zeer aardsche rechts- en machts
vorming een christelijk aureool tracht te geven en
daarmee het christendom naar beneden haalt. Deze
laatste strekking heeft den schrijver reeds het verwijt
van een fascistischen gedachtengang bezorgd in
enkele Calvinistische organen. Geen enkel verwijt
is onbillijker dan dit, want uit alles spreekt, dat hij
het Christendom juist wil bewaren voor de
alledaagsche politieke praktijk, die het zoo kan
compromitteeren, dat de extremistische aanvallen op het
politieke christendom" weerklank kunnen vinden,
zonder het christelijk getuigenis op alle levens
terreinen te belemmeren.
Wanneer de kerken in Nederland altijd een zoo
duidelijk en zoo principieel standpunt hadden inge
nomen, als in dit boek wordt bepleit, dan zou het er
met de antithese"-bezwaren in ons politieke leven
heel wat anders voorstaan. Dan zouden ook ver
schijnselen als de betrekkelijke onaantastbaarheid
van een ds. Ekering en de goedkoope zwendel van
het Christelijk" propaganda-orgaan van de N.S.B.:
Volk in Nood" er bestaat daarnaast een speciaal
orgaan voor hen die meer vatbaar zijn voor het
nieuw-heidendom: Der vaderen erfdeel" niet
mogelijk zijn. En het Christendom zou een plaats
in Nederland innemen, die heilzamer zou zijn voor
kerk en volk beiden.
I>c S.A.-man tegen den Pfarrer" ; ,,Trek aan dien Soldatenlaars!"
Zoo zag ,,l»e <«roene" in 1933 de verhouding tusschen Staat en Kerk in I>uïtK<-lilaiid
Zoo wil Mussert de Xederlandsche Kerkgenootschappen behandelen
Dr. Anton van Duinkerken
IN een vlaag van onverklaarbare ingetogenheid
heeft de leider van de Nationaal Socialistische
Beweging in Nederland, ir A. A. Mussert, het voor
stel opgeworpen om politieke bijeenkomsten op
Zondag te verbieden. Dit is ongetwijfeld een ernstige
overweging waard, maar waarom zou men, indien
men zoo graag iets verbiedt, zich zoo strikt beperken
tot den Zondag? Zeker, het christelijk volksdeel
behoeft omtrent de heiligheid van dezen dag vooral
in ons land geen instructie, en het onchristelijk
volksdeel slaapt dan uit, wat op staatkundige bijeen
komsten niet de juiste houding is. Men'moet daar
uitgeslapen zijn, als men aankomt. Deswege zou
de Maandag uitstekend in aanmerking komen
voor politieke bijeenkomsten, ware het niet, dat
het christelijk volksdeel, voor hetwelk de Zondag
vroeger begint, den Maandag zoo goed kon gebruiken
voor het inhalen van dezen achterstand. De Dinsdag
heette van ouds Dings"-dag in verband met de
gedingen, die dan plaats vonden. Tegen vergaderen
op Dinsdag verzet de traditie zich niet. Maar is
het wel geoorloofd, nu het nationale geweten des
heeren Mussert zich zoo zienderoogen verfijnt, den
dag van de rechtspraak te vereenzelvigen met den
dag der politieke bijeenkomsten ? Het recht is heilig.
Het moet buiten de sfeer van de politiek blijven.
Wij lazen dit met vrijwel dezelfde woorden in een
artikel, door het Nationale Dagblad, zooals het heet,
ten beste gegeven over het koninklijk wapen der
marechaussee. De Woensdag? Maar dit kan men
Wodan niet aandoen, juist nu hij weer populair
wordt. Het zou strijden tegen de gevoelens van
volksgenooten, die zich bezinnen op de oorspronke
lijke religieuze waarden van het Germaansche ras.
De Donderdag zou geschikt zijn, wanneer deze dag
niet voorbehouden moest worden omdat er in zijn
naam al gedonder genoeg is. Daar heeft men de
politiek niet meer bij te halen, en zeker niet de
politiek, waarvoor ir. A. A. Mussert zich zoo
levendig interesseert. Wij moeten dus wel wachten
tot Vrijdag. Doch nu geldt een zér belangrijk
bezwaar, want deze dag herinnert aan het
woord vrijheid, en de politiek, waarvoor ir. A. A.
Mussert van de Nationaal Socialistische Beweging
in Nederland zich zoo levendig interesseert, heeft iets
met dat woord. Op Vrijdag moet de bevrijding"
worden gevierd en in haar naam verdient alles te
worden verboden. Gelukkig is de Zaterdag er nog.
Maar nu spijt het ons waarlijk, dat ir. A. A. Mussert
geen antisemiet is. Hij heeft dat zoo dikwijls gezegd.
Wij kunnen niet anders verwachten, of de Zaterdag
zal worden geëerbiedigd.
Eerbiedigt men de dagen, dan zal het leven schoon
zijn. Doch veel plaats voor politieke bijeenkomsten
zal er niet overblijven. We zullen er een aparten
dag voor moeten reserveeren, dien wij
Sint-Mussertdag zullen noemen. Deze dag kan op den kalender de
plaats innemen van Sint Juttemis, want daar deden
we toch niet veel mee. Werpt men tegen, dat
ir. A. A. Mussert geen echte heilige is wat weet
men daar ten slotte van ? dan beschouwe men de
vlaag van ingetogenheid, die hem den Zondag doet
eerbiedigen, als het goede begin. Dat is alvast het
halve werk. En ir. A. A. Mussert houdt vast niet van
half werk ! Dit blijkt wel uit de doeltreffende maat
regelen die hij verzint!
BURNETT'S
? LONDON DRY GIN ?
PAG. 5 DE GROENE No. 3127