Historisch Archief 1877-1940
DEGROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening : 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
15 'APRIL
1939
Visscher Chamberlain
VORIGE week Maandag verschenen de eerste
berichten in de pers, dat Italiëin de havens
aan de Adriatische Zee troepen-transporten
voorbereidde. Hier en daar werd het vermoeden
geuit, dat men het ditmaal op Albaniëhad gemunt.
Lord Perth, de Britsche gezant te Rome, vervoegde
zich op het Departement van Buitenlandsche Zaken,
en mocht aldaar de meest geruststellende verkla
ringen ontvangen. Intusschen namen de geruchten
over agressievoorbereidingen van dag tot dag toe.
Donderdag ging Chamberlain visschen in Schot
land.
En ziet, terwijl hij daar in een weldadige lente
zon de spartelende forelletjes uit het water poogt
te slaan, landen, enkele duizenden kilometers ver
der, Italiaansche troepen in een onafhankelijken
staat, jagen den koning benevens zijn echtgenoote
die twee dagen te voren het leven had geschonken
aan een dochtertje, het land uit en annexeeren
kalmweg het bedoelde gebied. Een groot aantal
Albaneezen die de nationale onafhankelijkheid met de
wapens in de vuist verdedigen, sterft een
heldhaftigen dood.
Chamberlain vischt rustig verder.
Men kan uit deze onverstoorbaarheid slechts n
conclusie trekken: dat de Engelsche regeering wist
wat er zou gebeuren. Zij had Mussolini de vrije hand
gegeven in Albanië, ,,in de overtuiging" wij
citeeren den gemeenlijk zeer goed ingelichten
Londenschen correspondent van een onzer grootste dag
bladen dat hij discreet te werk zou gaan om zijn
ambities te verwezenlijken, zonder het
buitenlandsche geweten in opschudding te brengen door een
openlijken aanval, met andere woorden: de Weste
lijke mogendheden schijnen buiten weerstand van
Albaniëte hebben gerekend".
En waarom dit trouweloos verraad aan de ge
dachte der nationale onafhankelijkheid?
Omdat men, naar men althans zegt, alsnog hoopte,
Italiëlos te maken van Duitschland. Daarom ver
troetelt de Engelsche regeering een staatshoofd die
slechts beloften schijnt te doen om het genoegen
dat het schenden hem bezorgt. .
Albaniëis het zooveelste slachtoffer geworden
van de slappe politiek der groote democratieën.
DE gevolgen van deze nieuwe nederlaag zullen,
naar wij vreezen, zeer ernstig zijn. De verovering
van Albanië.beteekent in de eerste plaats het einde
van Zuid-Slavië. Deze staat, inwendig reeds
dooren-door verdeeld, dreigt in de naaste toekomst ten
prooi te vallen aan de as. Duitschland het noorde
lijke, Croatische deel, Italiëde rest, wat is een
voudiger? Zuid-Slaviëheeft de rijkste grond
stof f envoorraden van geheel Europa....
Rome en Berlijn zijn practisch heer en meester
op den Balkan, en ook in overig Europa is hun
macht door de jongste gebeurtenissen buitensporig
gegroeid. Wij vreezen dat de garantie-verklaringen
van onzen roemruchten visscher aan dat feit buiten
gewoon weinig zullen veranderen. Polen, Roemenië,
Griekenland zijn thans gegarandeerd". Maar hoe
moet Engeland dezen staten, indien zij aangevallen
worden, effectief te hulp komen? Trouwens: zullen
zij wel aangevallen worden? Is het niet veeleer de
tactiek van de as, tegenstanders die iets sterker zijn
dan het nietig Albanië, dusdanig te imponeeren
dat de beangste regeeringen haastig tot een accoord
pogen te geraken, en het zwaard in de scheede blijft ?
Neen hoe groot ook de schijnbare verandering
is die in de Engelsche politiek is gekomen, van een
wezenlijke verandering bespeuren wij weinig. Het
woord is gewijzigd, de daad beter: de
dadeloosheid is dezelfde gebleven. Dat geldt niet slechts
van Engeland, het geldt ook, ja in meerdere mate,
van Frankrijk. De Fransche regeering heeft zich
niet eens de moeite getroost om Chamberlain's
garantie-verklaringen te onderschrijven. Zij trekt
zich eenvoudig achter de Maginot-linie terug. Wat
er verder in Europa geschiedt, schijnt haar nauwe
lijks te interesseeren. Ze heeft er een reden tot
VOOR 8LKE BEURS 'N
L, de Jong
BROCHES
20 STU KS
J O
bezorgdheid bij gekregen: de Italiaansche troepen
concentraties aan gene zijde van de Pyreneeën
neen, niet van de Alpen ! , en ze wringt zich in
duizend bochten om aan den greep van Duitschland
en Italiëte ontkomen. Men mag van Bonnet ver
wachten dat hij gaarne de Italiaansche eischen
tegen een geringen prijs Djibouti bijvoorbeeld
zal willen afkoopen. Arme Bonnet....
En dan het arme Polen.... Duitschland dringt
steeds heftiger aan op wijzigingen in het statuut
van Danzig, op een rechtstreeksche verbinding
met Oost-Pruisen en op afstand van het uiterst be
langrijk spoorwegcenti um Teschen, hetkruimpje dat
Polen zich in October van het vorig jaar haastig
toegeëigend heeft van den Tsjecho-Slowaakschen
feestdisch. Reeds heeft de Engelsche regeering ver
klaard dat zij wel Polen's onafhankelijkheid, maar
niet 's lands onschendbaarheid garandeert. En wat
zijn Engelsche garanties waard sinds het verraad
aan Tsjecho-Slowakije?
Wat trouwens te denken van een groote mogend
heid welker eerste minister op het oogenblik dat de
musschen van de daken schreeuwen dat een Itali
aansche overval zoo niet zeker, dan toch waar
schijnlijk is, rustig uit visschen gaat?
VISSCHER Chamberlain is langzamerhand een
probleem geworden. Een probleem, waaraan
in de eerste plaats een persoonlijke zijde vastzit.
Hoe is het mogelijk dat een mensch met een, naar
het schijnt, toch overigens normaal stel hersens,
zoo goedgeloovig is als deze staatsman, die het weer
eens voor de laatste maal", zegt hij met
Mussolini gaat probeeren? Of houdt hij zich alleen
maar goedgeloovig? Wij vermoeden van niet: zijn
optimisme lijkt ons even echt als ongegrond.
Belangrijker echter dan de persoonlijke zijde van
het probleem-Chamberlain lijkt ons de sociale. Dat
iemand zonder reden een optimist is, goed. Dat
iemand kinderlijk blij met hoogdravende en
onbeteekenende verklaringen schermt, goed. Dat
iemand zich keer op keer vergist in de mentaliteit
van zijn tegenstanders, goed. Ieder mensch heeft
zijn tekortkomingen. Maar hoe wordt iemand met
dergelijke tekortkomingen rste-minister van een
wereldrijk ? En, sterker nog, hoe blijft hij het,
ondanks het aperte fiasco dat zijn politiek lijdt?
Dit staat wel vast: Dat Chamberlain op het
oogenblik nog steeds Engeland's eerste minister is,
bewijst dat het grootste gedeelte van het Engelsche
volk zeker het leidende gedeelte achter hem
staat. De laatste tusschentijdsche verkiezingen wa
ren trouwens gunstig voor de regeering. Hoe dan
te verklaren dat men de hopelooze passiviteit van
dit bewind accepteert? Voelt de gemiddelde Engel
man zich nog steeds, ondanks dat hij van tijd tot
tijd wordt opgeschrikt, in de eerste plaats eiland
bewoner? Weet hij nog steeds niet wat er gaande is
in Europa? Men zou het menigmaal denken, vooral
wanneer men zooals ons deze week geschiedde
in een der meest gelezen Engelsche weekbladen
een brief te zien krijgt van een lezer die de redactie
verzoekt hem mede te deelen of Elzas-Lotharingen
aan Frankrijk of aan Duitschland behoort.
MAAR het is niet slechts de feitelijke onbe
kendheid met Europeesche toestanden
Chamberlain zelf zei tijdens de Septembercrisis dat
hij niets van Tsjecho-Slowakije afwist" , die in
dezen een rol speelt. Deze onbekendheid heerscht,
tusschen haakjes, in de Dominions nog veel sterker
en remt merkbaar hun bereidheid om zich tegen de
Duitsch-Italiaansche agressie te verzetten. Het
is in dit verband ook van belang te wijzen op een
structureele verandering die zich in het Engelsche
economische leven heeft voltrokken en die met
zekere psychologische veranderingen gepaard is ge
gaan. Wij bedoelen de ver-renteniering van het land.
De bekende Engelsche econoom Campion heeft
kort geleden schattingen gemaakt betreffende de
technische verdeeling van den Britschen particulieren
eigendom. Hierbij bleek dat van het totale kapitaal
dat aandeel dat actief bij het bedrijfsleven is be
trokken, naar verhouding in de laatste twintig jaar
niet onbelangrijk is gedaald. Vóór den wereldoorlog
bestond slechts n tiende gedeelte van den totalen
Britschen particulieren eigendom uit staatsobliga
ties. In twintig jaar tijd is dat gedeelte gestegen van
tien pCt. tot bijna dertig pCt.
De Engelschman die, in de conservatieve partij
georganiseerd, het lot van zijn land mede in handen
heeft, is bevreesd om zijn geld te verliezen. Bij alle
mogendheden heeft hij groote bedragen uitstaan:
dus aarzelt hij, energiek partij te kiezen. Hij heeft
de laatste jaren zeer veel verloren en zeer weinig
gewonnen. Hij is niet langer strijdbaar; hij wil rust
hebben; hij verstaat het niet, de harde, onverbid
delijke tactiek der vastberaden machtspolitici van
Centraal-Europa op de eenig juiste wijze te beant
woorden: hard tegen hard, desnoods tot het bittere
einde. Wanneer de eene staat den ander in vollen
vrede aanvalt, wacht hij op betrouwbare rappor
ten" alvorens hij een oordeel over den toestand uit.
En die rapporten moeten hem dan nog over een
?verren afstand toegezonden worden, want hij is
juist aan het visschen in Schotland.
EN zoo davert Europa op het oogenblik weer
van oorlogsgeruchten. De as Rome-Berlijn
die zijn brutale tactiek met succes bekroond ziet,
zet het zooveelste offensief op touw. De kleinere
mogendheden beven, wie het volgende slachtoffer
zal zijn. Hongarije is reeds gleichgeschaltet" tot
lid van het Anti-Komintern-Front. Spanje houdt
het nu gezelschap binnen dat eervol verbond.
ZuidSlaviëziet de toekomst bang tegemoet. Roemeni
is economisch vrijwel geheel aan Duitschland over
geleverd. Boelgarije stelt onvervulbare eischen al
vorens tot een anti-Duitsch Balkanfront toe te tre
den. Turkije en Griekenland houden zich afzijdig.
Zwitserland bezet de grenzen. Denemarken is be
vreesd voor de komende Duitsche aanspraken op
Noord-Sleeswijk. Polen heeft honderdduizenden
soldaten onder de wapenen.
Waar zal de volgende slag vallen?
In de Oekraine? Men vleie zich niet met ijdele
hoop: volgens grondige Duitsche berekeningen
zullen alleen al de strategische voorbereidingen
voor een Duitsch offensief in Zuid-Rusland min
stens twee a drie jaar vergen. Mussolini en Hitler
zullen niet tot 1941 of 1942 wachten, alvorens hun
volgenden slag te slaan . .
Vandaar de internationale angst. Vandaar ook de
bezorgdheid om het lot van ons eigen land, dat zich
haastig terugtrekt binnen een volstrekte neutrali
teit, zoozeer ten top gedreven dat zelfs de kust
ostentatief bemand werd tegen de landing van een
overzeeschen vijand. Engeland soms?
VERGELEKEN met de September-crisis van
vorig jaar achten wij het oorlogsgevaar op het
oogenblik vooralsnog geringer. Maar het ware
dwaasheid te ontkennen dat er oorlogsgevaar be
staat, hoe moeilijk het ook viel zich in deze stra
lende lentedagen de realiteit van den waanzin voor
te stellen.
Het land houdt bij momenten den adem in.
Misschien niet ten onrechte. Want hoewel de
radiorede van minister Colijn, geladen als zij was
met vaderlijke accenten, niet nagelaten heeft een
zeker kinderlijk vertrouwen op te wekken, wij vree
zen en er zijn bevoegderen die deze vrees deelen
dat zich, indien de nood aan den man komt,
ernstige tekorten bij onze landsverdediging zullen
openbaren. Men denke in de eerste plaats aan de
luchtbescherming die de kortzichtige zuinigheid
van het huidige kabinet grootendeels overlaat aan
de toch altijd min of meer stuntelige, ongeordende
pogingen van het particulier initiatief. Is dit een
uitzondering? Of moet men het symbolisch achten
voor het geheele regeeringsbeleid dat niet van die
kracht en onverzettelijkheid getuigt welke in tijden
als deze geboden zijn?
Visscher Chamberlain schijnt in ons land nog
steeds vele aanbidders te hebben ....
Restaurant DORR1US
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DU JOUR EN A L A CARTE
PAG. 3 DE GROENE No. 3228